‘Het progressieve middenveld is klaar voor de strijd voor een doortastend en rechtvaardig klimaatbeleid’, schrijft Dirk Holemans, die verwacht dat in Vlaanderen de politieke strijd nog hevig wordt.
Dat de klimaatontwrichting al een tijd bezig is, wisten we eigenlijk al. Beelden van ongeziene overstromingen in droge delen van Afrika, orkanen van ongeziene kracht in Azië, en begin juli nog de extreem hoge temperaturen in het westen van Canada. Maar afgezien van de hittegolven de voorbije zomers, waar vooral boeren en mensen in slechte huisvesting last van hadden, bleef het in eigen land toch nog een abstracte dreiging. En dus ook eentje waarover heel de resem ecomodernisten en dito -realisten zich konden blijven permitteren om klimaatactivisten te waarschuwen om vooral niet ‘de alarmist’ uit te hangen.
Ondertussen weten we beter. De wetenschappelijke vaststelling dat klimaatontwrichting leidt tot extreme fluctuaties in weerpatronen, van hittegolven over heel droge periodes tot intense regenperiodes, is nu ook in ons land vertaald in de eerste klimaattragedie. Ongeziene regenval – in het dorpje Jalhay viel op twee dagen meer dan een kwart aan regen van wat er normaal op een heel jaar valt – leidde tot menselijk lijden, veel materiële schade en het besef dat we hier niet klaar voor zijn. Het was de krant de New York Times die op haar cover de situatie het beste samenvatte in haar artikel over de dramatische waterbom in West-Europa: ‘Deze tragische gebeurtenis maakt duidelijk dat, in tijden van klimaaturgentie, niemand veilig is, of ze nu op een kleine eilandstaat wonen of in een ontwikkelde Westerse staat’.
Het bitse klimaatgevecht is begonnen.
Die week midden juli werd ook veel duidelijk op politiek vlak. De Europese Commissie stelde haar Fitfor55 programma voor, in vergelijking met de vorige Commissie een heel ambitieus en veelzijdig pakket om tegen 2030 een reductie van 55 procent uitstoot van broeikasgassen te realiseren in vergelijking met de uitstoot in 1990. Is dat nog te weinig om de opwarming onder de anderhalve graad te houden – daarvoor moeten we gaan voor 65 procent reductie – dan gaat het wel om een ambitieuze en betekenisvolle grote stap in de goede richting. Ze kregen dan ook de steun van alle regeringen in ons land, behalve één.
De Vlaamse minister voor Leefmilieu Zuhal Demir presteerde het om, net in de week dat er mensen stierven door de overstromingen in ons land – cynisch achterover te leunen en te stellen dat ze de Europese voorstellen eens rustig zou lezen. Want het klimaatbeleid moet ‘haalbaar’ en ‘betaalbaar’ blijven. Ze heeft dus nog altijd niet door dat het niet het klimaatbeleid is dat niet betaalbaar is – die zal integendeel duizenden nieuwe jobs creëren – maar wel de klimaatontwrichting: die is onbetaalbaar, en ook menselijk onhoudbaar. Ook sommige in hun bubbel opgesloten journalisten, geholpen door rechtse trollen op sociale media, deden er een schep bovenop: dat ecologisten de link legden tussen de overstromingen en de klimaatverandering, bestempelden ze als politieke recuperatie. Mogen we dat even omdraaien: is niet het echte probleem dat de klassieke partijen al dertig jaar de wetenschappelijke bewijzen en klimaatrampspoed niet hebben ‘gerecupereerd’ en omgezet in krachtdadig beleid?
‘Het bitse klimaatgevecht is begonnen’
Daar staan we dus nu: terwijl we alles op alles zouden moeten zetten in Vlaanderen, is er een cynische club die liever de boel laat verrotten dan te aanvaarden dat de machtsverhoudingen zullen veranderen, de samenleving een rechtvaardige transitie nodig heeft. En dus rest er maar één zaak: een krachtige maatschappelijke coalitie vormen met alle krachten die staan voor emancipatie, rechtvaardigheid en solidariteit. Vakbonden, klimaat- en milieubewegingen kunnen daar de sokkel van vormen, maar dat zal niet volstaan. We moeten de verschillende dimensies van de rechtvaardigheidsagenda – emancipatie op sociaal vlak, op ecologisch vlak, qua diversiteit – samenbrengen en iedereen die in de verschillende bewegingen met elkaar verbinden. Het is de opdracht van de groene partijen om zich zo te organiseren en open te stellen dat ze hiervan de politieke vertaling zijn.
En besef: de strijd zal bits zijn. Dat de tegenkrachten zich maximaal organiseren, is een teken dat ze weten dat ze het pleit aan het verliezen zijn. Ook Trump beperkte zich niet tot democratische middelen in zijn poging om aan de macht te blijven. Van oliebedrijven is bijvoorbeeld geweten dat ze – net als de tabaksbedrijven – alles uit de kast halen om politici publieke opinie te manipuleren. Zo viel begin juli nog de ExxonMobil ‘senior director for federal relations‘ in de Verenigde Staten door de mand toen hij in een geheim opgenomen Zoom gesprek uiteenzette hoe het pleidooi van het bedrijf voor een koolstoftaks een farce is en ze ooit al schaduwgroepen financierden om klimaatwetenschap te bestrijden.
Dat het progressieve middenveld klaar is voor de strijd voor een doortastend en rechtvaardig klimaatbeleid, kunnen we tonen op 10 oktober: de eerste massale klimaatbetoging postcorona. Ik hoop u er tegen het lijf te kopen.
De Doordenkers van Knack.be: Wat na corona?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier