Touranekdotes: een Tourzege had bevrijdend kunnen werken
Sinds 14 maart ligt het boek ‘Top 1000 van de Belgische wielrenners’ in de Standaard Boekhandel. Tijdens de Tour brengen we elke dag passages uit dit werk. Vandaag: Herman Vanspringel. Vrijwel heel zijn carrière werd gemarkeerd door de Ronde van Frankrijk van 1968.
Het was een wedstrijd die hem haast traumatiseerde, de Tour van 1968: de gele trui in de laatste rit, de ultieme tijdrit waarin Herman Vanspringel alleen maar kon constateren dat hij werd verslagen op zijn terrein, in een tijdrit namelijk. Daarin was hij normaal gezien op alle gebied superieur aan Jan Janssen, vandaar dan ook dat hij vooraf niet de Nederlander maar wel de op de derde plaats staande Ferdinand Bracke vreesde. Vanspringel had twee keer de Landenprijs gewonnen, toen nog gereden over een afstand van 120 kilometer. Hij kan alleen maar vaststellen dat hij onderweg qua tijden niet één keer werd ingelicht en dat zijn sportdirecteur François Cools vertelde dat hij nooit tot bij hem was geraakt.
Uiteindelijk verloor Herman Vanspringel de Tour met 38 seconden. Hij heeft die nederlaag heel zijn carrière meegedragen, ook al kon hij in België rekenen op een golf van sympathie en werd hij als een winnaar onthaald. Misschien had die overwinning hem kunnen bevrijden van veel twijfel, mogelijk had zijn carrière een andere dimensie gekregen. Een onwaarschijnlijk aantal verhalen zijn er later over die nederlagen verteld en geschreven. Logische verklaringen naar ook complottheorieën. Vanspringel kent ze allemaal. Helemaal uitgeklaard is het nooit.
Ondanks de tragiek van de Tour in 1968 werd Herman Vanspringel ieder jaar weer naar deze wedstrijd gedreven. Zijn ploegleider François Cools wist dat maar al te goed. Hij kwam voor de Tour telkens met een nieuw contractvoorstel. En hij liet Vanspringel verstaan dat hij de Tour niet zou rijden als hij niet bijtekende. Die dreigementen deden het, ook al omdat Vanspringel wist dat hij de Ronde van Frankrijk nodig had om nadien de criteriums te rijden.
Maar voor Vanspringel was de Ronde van Frankrijk wel meer het toneel van drama’s. Zoals in 1969 bijvoorbeeld. Vanspringel won de etappe naar Briançon, terwijl hij op de Galibier steendood zat. Maar toen reikte een Vlaming hem een drinkbus aan. Daar bleek champagne in te zitten. Vanspringel voelde zich meteen eens stuk beter, demarreerde en won. Hij durfde op training ook al eens stoppen om twee trappisten te drinken. Vervolgens vloog hij naar huis.
Vanspringel stond in die Tour op de vijfde plaats toen hij in de afzink van een col een zware val maakte. Hij bleef vier minuten liggen, maar reed vervolgens weer beduusd naar voren. De dag nadien geraakte hij van de pijn niet meer uit zijn bed. Hij huilde als een klein kind, al zijn ploegmaats weenden ook. Het tekende de sfeer van vriendschap en bekommernis in de Mannploeg. De Tour niet rijden, dat was het ergste dat hem kon overkomen.
Top 1000 van de Belgische wielrenners’ werd geschreven door Jacques Sys, de hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, en uitgegeven bij Lannoo
Lees ook
Op handen en voeten zocht Victor Lenaers naar zijn ketting
Zijn broek en trui moest Jan Adriaenssens in een lavabo wassen
Hoe langer Julien Vervaecke klom, hoe beter het ging
Hoe meer Romain Maes zich kon afbeulen, hoe liever hij het had
Als een levend lijk reed Maurice Dewaele de bergen op
En toen verkocht Staf Van Slembrouck een autobestuurder een paar muilperen
Omdat hij niet voor een Franse ploeg tekende, mocht Gilbert Desmet niet naar de Tour
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier