‘Toen ik de foto zag waarop James Foley geknield in een oranje schort zijn onthoofding afwacht, was het alsof ik heel even die hand boven mijn schouder voelde. Zou die hand van de terreur ooit opnieuw tot in Europa kunnen reiken? Niet morgen, maar ergens in de levensloop van onze kinderen of kleinkinderen?’, vraagt Jonathan Holslag zich af.
Het wordt steeds duidelijker dat de komende decennia weinig zullen lijken op de voorbije twintig jaar van globalisering, maar de vraag blijft hoe die wereld er zal uitzien. Wat zijn de belangrijke trends, de mogelijke game changers, de kansen en de dreigingen? In een reeks essays gaat Jonathan Holslag, docent internationale politiek aan de VUB, op zoek naar de grote verhalen van morgen.
Lees ook:
– Wat als China ooit een rijk land zou worden?
– Waarom u, de modale Vlaming, wellicht niet bang genoeg bent
De beul staat naast hem, één hand om een mes gebald, de andere rustend op de schouder van de slachtoffer. Toen ik de foto zag waarop James Foley geknield in een oranje schort zijn onthoofding afwacht, was het alsof ik heel even die hand boven mijn schouder voelde. Zou die hand van de terreur ooit opnieuw tot in Europa kunnen reiken? Niet morgen, maar ergens in de levensloop van onze kinderen of kleinkinderen?
Honderd jaar is een zucht. Gaan we terug in de geschiedenis, dan was de periode van West-Europese ongenaakbaarheid, zo tussen de aftakeling van het Ottomaanse Rijk en de opkomst van de Sovjet-Unie, erg kortstondig. In die periode streden de Europese landen er onderling op los. Ze konden het zich veroorloven. Europa’s inwonertal was groter dan de hele bevolking van Oost-Europa, het Midden-Oosten, de Balkan en Noord-Afrika samen. Onze economische productie was bijna vier keer zo groot en ons militair overwicht verpletterend.
De twintigste eeuw maakte een eind aan dat leiderschap. West-Europa zette nog de toon in sociale rechtvaardigheid, regionale samenwerking, gendergelijkheid, en duurzaamheid. Maar voor de harde macht werd het volledig afhankelijk van de Verenigde Staten, en op economisch vlak van assertieve energieleveranciers uit het Midden-Oosten en Rusland. Of erger nog, het begon het te bedelen bij groeilanden om te komen investeren in stedelijk vastgoed of andere prestigeprojecten.
De balans zal verder doorslaan. Tegen 2050 zal de bevolking van de hele Europese Unie aangegroeid zijn tot 525 miljoen – vooral dankzij migratie. Het inwonersaantal van regio’s rondom de Europese Unie zal uitdijen tot zowat 860 miljoen. We bevinden ons ook op een militair kantelpunt. In 2013 was het totale defensiebudget van het Midden-Oosten, Oost-Europa, de Balkan en Noord-Afrika voor het eerst groter dan dat van de EU. Europa heeft niet langer het vermogen om grootschalige operaties uit te voeren. Technologisch is het weldra volledig afhankelijk van de Verenigde Staten, terwijl andere krijgsmachten zich naar believen kunnen bewapenen vanuit Rusland, China, of elders.
De crisis in Oekraïne heeft alvast duidelijk gemaakt hoe één mobiele luchtafweerinstallatie en een paar duizend huurlingen Europa compleet in zijn hemd kunnen zetten. Er waren sancties, jazeker, en de NAVO mocht met de spierballen rollen, maar wat uitbleef, was een Europese strategie. Nee, Vladimir Poetin zit niet te broeden op een nieuw Russisch rijk, om de eenvoudige reden dat hij daar de slagkracht niet voor heeft. Een invloedssfeer, dat is de ambitie.
Waar Poetin vooral van profiteert, is het vacuüm dat wij mee hebben gecreëerd. Op papier hadden we alles gereed om een sterk partnerschap met Oekraïne te bouwen, maar telkens als ik in Kiev kwam, klaagden politici en ondernemers dat de handel met Europa taande en er nauwelijks politieke belangstelling bestond. Dat gaf Poetin de gelegenheid om zijn prestige te vergroten, maar eigenlijk blijven de Russen vooral zeer onzeker over hun eigen kwetsbare grenzen in het zuiden en het oosten.
Rusland is de voorbije maanden over de schreef gegaan, maar het kan nog erger worden als we er niet in slagen de banden opnieuw aan te halen en een sterk partnerschap te bouwen dat niet uitsluitend door het Kremlin loopt. Of het nu gaat om Rusland, Turkije, Iran of Saudi-Arabië, ze hebben alle een toenemende frustratie en teleurstelling ten aanzien van het Westen gemeen. En hoe minder Europa erin slaagt de spanningen met deze mogendheden te beperken, hoe minder bevreesde lidstaten in de buitenrand overtuigd zullen zijn van het belang van Europese samenwerking.
Uitgestrekte brandhaard
Dan zijn er het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat de IS-strijders een kalifaat zullen stichten, lijkt me onwaarschijnlijk. Zelfs de Ottomaanse kaliefen wisten zeer goed dat je met terreur alleen geen rijk bouwt. Evenmin geloof ik dat de regio verdeeld zal worden in invloedssferen, om de eenvoudige reden dat de greep van grootmachten als Iran en Turkije te zwak is. Het meest waarschijnlijk is een uitputtingsslag, waarbij rebellen het voortbestaan van stabiele staten onmogelijk maken.
Indien het nieuwe militaire bewind in Egypte het land niet uit de onzekerheid kan loodsen, zal er zich een brandhaard uitstrekken van het Taurusgebergte tot aan de Perzische Golf en verder tot in Libië en wellicht ook Algerije. Eigenlijk verdwijnt de situatie zoals Europese kaartenmakers ze ooit hebben gecreëerd. Maar dat is niet de essentie. De belangrijkste vraag is waarom de staten hier nooit echt levensvatbaar werden en waarom de religieuze verschillen niet konden worden overbrugd.
Dan kom je terecht bij grote economische problemen. Jazeker, veel landen zitten op flinke grondstoffenvoorraden, maar net die verhinderden de ontwikkeling van een brede industriële basis. In plaats daarvan groeide een diensteneconomie die afhangt van opnieuw de grondstoffensector, ontstond heel veel ongelijkheid en werd de stedelijke bevolking geplaagd door werkloosheid en inflatie. Die stedelijke bevolking is nu de speelbal geworden van rivaliserende groepen, de ene al misdadiger of extremistischer dan de andere.
‘Geen sterk land zonder een sterke economie’, zei de Egyptische leider Abdel Nasser ooit en net dat maakt mij bijzonder sceptisch over de regio. We zijn in een neerwaartse spiraal beland waarin geweld de economie verder verzwakt en de economische uitzichtloosheid het politieke verval bespoedigd. De gordel van onzekerheid zal zo verder ontaarden in een transitzone van de georganiseerde misdaad, mensenhandel en terrorisme.
Op langere termijn blijft de vraag wat uit het stof en het zand zal opstaan: een meesterlijke krijgsheer, een charismatische leider wiens boodschap religie en ras overstijgt, of een soort Moslimbroederschap voor alle moslims. Met honderden miljoenen mensen verenigd in ellende en oorlogsmoeheid, moet dat er vroeg of laat van komen. Die formidabele kracht zal het Westen waarschijnlijk niet gunstig gezind zijn, of minstens elke zwakte proberen uit te buiten.
Onze kinderen en kleinkinderen zullen dus geconfronteerd worden met enorme onrust. En wees er maar zeker van, we kunnen de situatie nog meer verknoeien: om te beginnen door de fundamentele machtsverschuivingen te negeren. Ik kan me al voorstellen dat zodra de rust is teruggekeerd in Oekraïne en de terreurzaaiers van de IS murw zijn geschoten met drones en ander tuig, onze Europese leiders zullen declameren: het kwaad is overwonnen en dat was het dan.
Evenmin bestaat er een militaire oplossing. Jazeker, Europa moet investeren in harde macht, al was het maar om strategische partnerschappen te bouwen met de regionale machten, de lidstaten aan de rand te beschermen en bedreigingen af te schrikken. Maar militaire middelen zullen nooit volstaan om criminaliteit, vluchtelingenstromen, terrorisme en ideeën van radicalisering af te blokken. De grenzen zijn daarvoor te lang en te poreus, de banden tussen de gordel van onzekerheid en onze eigen steden te sterk.
In verval
Het zou ook niet zinvol zijn om net als de Amerikanen de wereld te gaan opdelen in het goede en kwade. Neem Vladimir Poetin. De man mag dan een autoritair figuur zijn en bloed aan de handen hebben, zijn frustratie over de westerse arrogantie is voor een stuk te begrijpen. Het zou al helemaal dom zijn om als gevolg van de opmars van de radicale islam gewag te maken van een botsing van beschavingen. In bijna alle Arabische landen die ik bezocht, viel op dat de bevolking erg beducht bleef voor haatpredikers.
Het komt mij voor dat we niet zo zeer te doen hebben met botsende beschavingen, zoals Samuel Huntington dat verwoordde, maar met ‘botsende ontaarding’. Het Midden-Oosten zoals wij dat hebben gecreëerd is in verval en de bevolking groeit sneller dan de steden kansen scheppen. Maar ook de Europese Unie is in verval. Wij hebben de voorbije decennia schromelijk gefaald om onze invloed te versterken in een regio die echt uitkeek naar meer samenwerking.
De belangrijkste verklaring is dat Europa dat ook voor zijn eigen samenleving niet heeft kunnen doen. Zolang Europa geen samenlevingsmodel vindt dat weer kansen schept, inspireert en ambitie losmaakt, zullen eerst de lidstaten aan de buitenrand langzaam lossen. Je ziet nu reeds dat steden als Lissabon en Palermo steeds meer beginnen te lijken op die aan de andere kant van de Middellandse Zee – het nieuwe grote kruispunt van de ontreddering.
Het hoeft evenwel zo niet te gaan. Europa kan zich ontwikkelen en opnieuw voluit als rolmodel fungeren, kansen delen met zijn nabuurschap en vooral mee investeren. Er is geen enkele reden waarom we de honderden miljoenen inwoners rondom ons als een minder belangrijke economische kans zouden beschouwen dan India, dat evengoed wordt geplaagd door onrust en corruptie, of China aan het begin van de opening.
De gordel van onzekerheid omvormen in een gordel van voorspoed, en stevige partnerschappen bouwen met landen als Rusland en Turkije, dat is wat Europa te doen staat. Europa heeft een eigen invloedssfeer nodig met de ambitie die om te vormen tot een veilige en welvarende omgeving.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier