Waarom 2019 alweer een cruciaal jaar wordt voor de Europese Unie
Niet alleen in België belooft 2019 een interessant jaar te worden. Ook voor de Europese Unie zijn de komende twaalf maanden van onnoemelijk belang. Knack blikt vooruit op alweer een cruciaal jaar voor het Europese continent.
2019 wordt – alweer – een bepalend jaar voor de Europese Unie. Naast het migratiethema, de meerjarenbegroting en de volatiele Amerikaanse president Donald Trump, staan Brussel en haar lidstaten de komende twaalf maanden voor nog een pak aanzienlijk uitdagingen. Knack blikt vooruit op wat dit jaar al dan niet gebeuren zal.
Komt ie er of komt ie er niet?
Verlaat het Verenigd Koninkrijk op 29 maart 2019 de Europese Unie? En op welke manier zal dat gebeuren? Voor de eerste keer in de geschiedenis van de Unie krijgen we naar alle waarschijnlijkheid een grote stap richting Europese desintegratie.
Maar voorlopig is er in het Britse parlement nog steeds geen akkoord over hoe de brexit er precies zal uitzien. Premier Theresa May besloot begin december 2018 om de stemming over haar akkoord met Brussel in het Britse parlement uit te stellen. Binnen haar partij en in de oppositie kon het voorstel namelijk op te weinig steun rekenen.
Ze trok vervolgens naar Brussel en omstreken om de Europese regeringsleiders en staatshoofden ervan te overtuigen dat er meer toegevingen nodig zijn om een no-dealscenario te vermijden. Maar de Europese Unie wil niet dat het Verenigd Koninkrijk – in tegenstelling tot onder meer IJsland en Noorwegen – een speciale behandeling krijgt. Wie wil delen in de baten, zal ook delen in de kosten. De lidstaten hebben zich de afgelopen twee jaar in een ongeziene eenheid rond dat mantra geschaard. Dat zal ook in 2019 onveranderd blijven.
Vraag is voorlopig vooral of May haar deal de komende weken wél door het parlement zal krijgen. Slaagt ze daarin, dan kunnen de gesprekken over de toekomstige handelsrelatie tijdens de overgangsperiode van twee jaar van start gaan. Het Verenigd Koninkrijk en Brussel publiceerden al een gezamenlijke verklaring over het raamwerk van de toekomstige handelsrelatie, al is de tekst zo omfloerst dat de omzetting ervan in de praktijk nog alle kanten op kan.
Als de parlementsleden Mays akkoord daarentegen naar de prullenmand verwijzen, volgt er naar alle waarschijnlijkheid een tweede stemming die nog dichter bij 29 maart 2019 zal plaatsvinden. May hoopt dat ze door de tijdsdruk alsnog enkele kleine substantiële toegevingen kan afdwingen in Brussel. Dat lijkt echter onwaarschijnlijk: het kransje van Europese regeringsleiders en staatshoofden hebben de deur voor heronderhandelingen al meermaals dichtgedaan. Al is het maar de vraag of die boodschap ditmaal wel in Londen is aangekomen.
Wanneer ook de tweede stemming het niet haalt, kan de brexit nog alle kanten uit. Een nieuw referendum, een motie van wantrouwen in het Brits parlement, nieuwe verkiezingen, een uitstel van de brexitdatum of helemaal geen brexit. Het is niet onwaarschijnlijk dat de Britse parlementsleden enkele weken voor de deadline zullen stemmen om de activering van artikel 50 alsnog in te trekken. In de praktijk betekent dat een keuze tussen een harde no-deal brexit of helemaal geen brexit. Welke de uitkomst ook moge zijn, de economische of politiek-maatschappelijk impact zal in beide gevallen enorm zijn.
In welke vorm dan ook, brexit zal enkel verliezers kennen.
Indien er geen akkoord wordt gevonden voor 29 maart 2019, zal de handel tussen het Verenigd Koninkrijk hoe dan ook terugvallen op de regels van de Wereldhandelsorganisatie. Daardoor zullen er zowel tarifaire als non-tarifaire belemmeringen komen op het diensten- en goederenverkeer tussen beide landen. Wat wel zeker is, is dat de brexit enkel verliezers kennen. De economische impact zal vanzelfsprekend het grootst zijn over het Kanaal, maar ook voor enkele Europese lidstaten valt de klap niet te onderschatten.
Dat geldt ook voor België. De goederenexport vanuit ons land was in 2017 goed voor een bedrag van 32 miljard euro. In de omgekeerde richting was de import vanuit het Verenigd Koninkrijk goed voor ruim zeventien miljard. Op vlak van diensten bedroeg de export over het Kanaal ruim negen miljard euro, even veel als in de andere richting. Bovendien blijkt dat België momenteel nog maar de helft van het aantal extra douaniers heeft aangeworven die voormalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) tegen eind 2018 had beloofd.
Europese Parlementsverkiezingen
Op 26 mei 2019 trekt de Europeaan na vijf woelige Europese jaren opnieuw naar de stembus. In 2014 kwam in de Europese Unie slechts 42,54% van de kiesgerechtigden opdagen, een electoraal dieptepunt. Maar door de politisering van het migratiethema en het macro-economisch bestuur in de Unie kan de dalende trend ditmaal misschien wel worden stopgezet. Door de brexit verdwijnen bovendien naar alle waarschijnlijkheid 46 van de 751 zetels in het Europees parlement.
Verwacht wordt dat vooral de Sociaaldemocratische S&D (SP.A/PS) in de klappen zal delen, al blijft ze naar alle waarschijnlijkheid wel de tweede grootste fractie in het Europese halfrond. Volgens de meest recente peilingen verliest de partij 55 zetels, goed voor 136 parlementsleden. De electorale afstraffing is wel iets minder groot dan ze aanvankelijk oogt: de S&D-leden zien twintig zetels van hun Britse Labourcollega’s zonder meer verdwijnen.
Van dat euvel blijft de Europese Volkspartij (EVP – CD&V/cdH) bespaard, al zal ook die fractie aardig wat verlies moeten incasseren. Behaalde de partij in 2014 nog 221 stoeltjes, dan voorspellen de peilingen er nu nog maar 177. Omdat de partij daarmee de grootste blijft, is Spitzenkandidat Manfred Weber (CSU) de grootste kanshebber om vanaf volgend jaar Jean-Claude Juncker te vervangen als voorzitter van de Europese Commissie. Daardoor behalen de EVP en de S&D voor de eerste keer samen geen meerderheid meer om met z’n tweeën wetsvoorstellen van de Commissie goed te keuren. Dat betekent dat beide partijen voortaan vaker op zoek moeten zullen gaan naar een derde speler in het Europese halfrond.
De liberale ALDE-partij (Open VLD/MR) loert alvast likkebaardend om de hoek. Onder meer door de samenwerking met La République En Marche van Frans president Emmanuel Macron zal de partij van fractievoorzitter Guy Verhofstadt ongeveer dertig zetels winnen. De partij springt daardoor van de vierde naar de derde stek in de rangorde. Vanwege die sprong vooruit kan de ALDE een pivotale rol spelen door wetsvoorstellen in het parlement al dan niet goed te keuren of af te wijzen. Veel zal natuurlijk afhangen van wat de partij ervoor in de plaats zal krijgen. Belangrijk om op te merken is dat de drie fracties over het algemeen wel voor Europese integratie zijn, en dat die integratiedynamiek vooral in de schoot van de Europese Raad op verzet zal stuiten. Een verdragswijzing om de unanimiteit te vervangen door een gekwalificeerde meerderheid op vlak van onder meer buitenlands beleid, zit er voorlopig bijgevolg niet echt aan te komen.
Of een internationale groepering van nationalistische partijen überhaupt realistisch is, valt sterk te betwijfelen.
Het relatief nieuwe en nationalistische Europa van Naties en Vrijheid (ENF/Vlaams Belang) zal naar alle waarschijnlijkheid de vierde grootste fractie van het Europees Parlement worden. Voorlopig blijft het overigens nog koffiedik kijken of en in welke mate nationalistische en identitaire bewegingen zich eventueel verder zullen groeperen naar aanloop van de Europese stembusgang. De Fideszpartij van Viktor Orban zit bijvoorbeeld nog steeds bij de christendemocratische EVP, de controversiële Roemeense regeringspartijen huizen bij de S&D en ALDE, terwijl de Poolse PiS-partij in de fractie van de ECR (N-VA) zit. Elke fractie heeft wel een ‘foute vriend’ in de rangen. Net daarom valt een internationale groepering van nationalistische partijen sterk te betwijfelen. Tenzij de groep zo groot wordt, dat ze op eigen houtje grote invloed kan uitoefenen in het EUropees parlement.
Woelige periode voor tal van lidstaten
Daarnaast wordt het ook uitkijken naar hoe de politieke situatie in tal van Europese lidstaten evolueert. Voor het gros van de intergouvernementele beleidsdomeinen is de Unie hoe dan ook afhankelijk van de politieke dynamieken op het nationale niveau. En daar staat komend jaar mogelijks weer heel wat te gebeuren.
In Duitsland dreigt de sociaaldemocratische SPD komend jaar opnieuw flink te verliezen bij de Europese en de deelstatelijke verkiezingen. Nog meer dan voordien zal de druk op de partijtop toenemen om uit de regering te stappen. Vooral de populaire jongerenvoorzitter Kevin Kühnert pleit al sinds vorig jaar voor een grondige oppositiekuur. De marge waarmee het regeerakkoord door de SPD-leden werd goedgekeurd, was naar Duitse normen reeds bijzonder klein.
Trekt de SPD de stekker eruit, dan blijft er maar één mogelijke regeringscoalitie over. Dat is een zogenaamde Jamaicacoalitie tussen de christendemocraten (CDU/CSU), groenen en liberalen (FDP). Maar FDP-voorzitter Lindner wil voorlopig enkel meedoen wanneer Merkel ruimte maakt. De vraag is of de kersverse secretaris-generaal van de CDU Annegret-Kramp Karrenbauer niet nog drie jaar wil wachten alvorens ze het bondskanselierschap ambieert. In de Duitse pers wordt zelfs gespeculeerd dat Merkel zelf een stap opzij zou zetten, al is het einde van Merkel reeds al te vaak ten onrechte voorspeld.
Ook in Frankrijk moet Emmanuel Macron het komende jaar verder op zoek om zijn ambitieuze verkiezingsbeloftes verder waar te maken. Ondanks zijn lage populariteit (31% van de Fransen is tevreden over zijn presidentsschap, nvdr.) is de Franse president er relatief vlot in geslaagd om de enorme arbeidsmarkthervorming door te voeren – en dat zonder al te grootschalige stakingen. Ook de broodnodige hervorming van de derde graad in het Franse middelbare onderwijs heeft Macron voor elkaar gekregen.
Maar de Fransen hebben wel moeten ondervinden dat deze hervormingen niet meteen voor sociale rechtvaardigheid zorgen. Die tijdsspanne heeft de Franse president momenteel nog niet kunnen overbruggen, waardoor de indruk ontstaat dat Macron zich enkel voor de gegoede Fransman inzet. De protesten van de gele hesjes kwamen vanuit die optiek dan ook niet uit de lucht gevallen, zeker omdat de Fransen het wachten op voelbaar resultaat intussen grondig beu zijn. Macron zag zich daarom eind december gedwongen om aanzienlijke toegevingen te doen.
Probleem is dat het Franse begrotingstekort daardoor volgend jaar zal oplopen tot boven de drie procent, wat in strijd is met de Europese budgettaire regels. Ironisch genoeg dreigt de eurofiele Macron het op begrotingsvlak dus minder goed te zullen doen dan de Eurosceptische Italiaanse regering waarmee hij geregeld in de clinch ligt. Vraag is hoe de andere Europese lidstaten zullen reageren op het gebrek aan begrotingsdiscipline van Frankrijk. In ruil voor een stabiele begroting toonde Duitsland bereid te zijn om de Eurozone – weliswaar bescheiden – te hervormen. Het wordt bovendien uitkijken naar hoe de verschillende blokken waaronder Zuid-Europa en de Hanzelanden (Verbond bestaande uit acht landen die samen een nota hebben opgesteld over hun visie op de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU). Begrotingsdiscipline staat daarbij voorop, nvdr.) op deze budgettaire wending zullen reageren. Al bij al zit Macron nog wel stevig in het zadel, aangezien hij nog ruim drieënhalf jaar aan de macht blijft en een absolute meerderheid in het Franse parlement heeft. Aangezien populariteit soms maar een kwestie is van enkele dagen, heeft Macron dus nog tijd genoeg om zich op de inhoud te storten.
In Spanje staat de minderheidsregering van de sociaaldemocratische premier Pedro Sanchez (PSOE) danig onder druk. Sanchez heeft in het parlement slechts 84 van de 350 zetels en moet rekenen op tal van kleine partijen waaronder de PDeCat van voormalig Catalaans minister-president Carles Puigdemont en de Baskische nationalisten. Daardoor moet Sanchez voortdurend schipperen tussen verschillende partijen met uiteenlopende belangen. Geen gemakkelijke opgave, zo bleek de Spaanse regering de afgelopen maanden bijvoorbeeld maar met moeite een akkoord vond over de begroting van dit jaar.
Bovendien klopt de nieuwe radicaal-rechtse partij Vox alsmaar meer op de oppositiedeur. Bij de regionale verkiezingen in Andalusië behaalde de partij in een klap een kleine elf procent van de stemmen, waarmee het meteen gedoogsteun geeft aan de centrumrechtse minderheidsregering van Ciudadanos en de Partido Popular. Nu de migratieroute over de Middellandse Zee is opgeschoven richting het Westen, ontvangt Spanje het meeste migranten van heel Zuid-Europa. Het wordt afwachten in hoeverre Vox daarvan zal kunnen profiteren.
Om een al te grote verkiezingsoverwinning voor Vox te vermijden, wordt gefluisterd dat Sanchez de nationale verkiezingen van 2020 met een jaar wil vervroegen.
Op 26 mei van dit jaar vinden in Spanje namelijk lokale verkiezingen plaats. Om een al te grote verkiezingsoverwinning voor Vox te vermijden – de partij staat op nationaal vlak intussen ongeveer op tien procent van de stemmen – wordt gefluisterd dat Sanchez de nationale verkiezingen van 2020 met een jaar wil vervroegen. Al kan Sanchez evenzeer redeneren dat Vox vooral stemmen van centrumrechts afsnoept, waardoor centrumlinks in relatief opzicht aan macht wint.
Ten slotte wordt het ook voor Roemenië een bijzonder spannend jaar. De Roemeense regering van premier Viorica Dancila, bestaande uit de sociaaldemocratische PSD (tevens in de Europese S&D, nvdr.) en de liberale ALDE, wil het justitieapparaat naar haar hand te zetten en de anticorruptiedienst verzwakken. Vooral onder impuls van PSD-voorzitter Liviu Dragnea trachten de sociaaldemocraten de rechtstaat te ontmantelen. Dragnea kon zelf geen premier worden op verdenking van verkiezingsmanipulatie. Bovendien kijkt hij aan tegenverscheidene rechtszaken, waaronder een over het misbruik van 21 miljoen euro aan Europese gelden.
De Europese Commissie formuleerde intussen een twintigtal maatregelen die de regering moet nemen om opnieuw in regel te zijn met de Europese Verdragen. Komt er geen verbetering, is het best mogelijk dat Brussel een of meerdere inbreukprocedures start tegen het land. Van een toetreding tot de Schengenzone moet de Roemeense regering op dit moment alleszins nog niet dromen.
Uit protest met de gang van zaken weigert de Roemeense president Klaus Johannis om de voorgestelde nieuwe ministers van Verkeer en Regionale Ontwikkeling te benoemen. Afgelopen jaren kwamen in de Roemeense hoofdstad Boekarest bovendien duizenden mensen op straat tegen de corruptiepraktijken van de sociaaldemocraten. De Unie vraagt als sinds 2007 aan Roemenië om strengere wetgeving tegen georganiseerde criminaliteit, en krijgt daar nu een bedenkelijk wetsvoorstel waarmee ze vooral zichzelf wil beschermen voor in de plaats.
Het is bijzonder pijnlijk en exemplarisch dat een lidstaat als Roemenië net op dit moment het voorzitterschap van de Europese Raad op zich neemt. Met een twijfelachtige en onvolledige regering aan het roer is het maar de vraag of Roemenië belangrijke gebeurtenissen zoals brexit, de meerjarenbegroting en de parlementsverkiezingen in goede banen zal kunnen leiden.
Oorlog in Oekraïne
Het wordt wel eens vergeten, maar er woedt al vier jaar lang een oorlog in Europa tussen de Russische Federatie en Oekraïne. Geen conflict, een oorlog. Ondanks de Minsk-akkoorden die beide landen in 2015 ondertekenden, zwijgen de wapens tussen het Oekraïense leger en de door Rusland gesteunde separatistische rebellen in het Donetsbekken zelden. De Krim en omliggende gebieden worden hoe langer hoe meer ingepalmd door Rusland, onder meer door de nieuwe brug die het Russische vasteland met het schiereiland verbindt. Via de straat van Kertsj ontzegt Rusland de Oekraïense marine sinds kort ook de toegang tot de Zee van Azov. Voor de scheepsnijverheid was het al geruime tijd moeilijk om de Oekraïense havens van Mariopol en Berdjansk te bereiken.
Zowel Russisch president Vladimir Poetin als Oekraïens president Petro Porosjenko gebruiken de oorlog voor binnenlandse doeleinden. Moskou tracht op die manier de aandacht van de economische stagflatie, de verhoogde pensioensleeftijd en de stijgende belastingtarieven af te wenden. Ook de in Oekraïne protesteren intussen steeds meer mensen tegen de door en door corrupte regering. Bovendien zorgt een schisma in de Oekraïense kerkgemeenschap voor de nodige spanningen in het land. Kiev heeft zopas een nieuwe kerk erkend die de invloed van de Russisch-orthodoxe kerk wil inperken, wat de spanningen de komende maanden verder kan doen oplopen.
Omwille van persoonlijke machtsdoeleinden hebben zowel Poetin als Porosjenko er alle baat bij dat de oorlog voorlopig niet gaat liggen.
Omwille van persoonlijke machtsdoeleinden hebben zowel Poetin als Porosjenko er alle baat bij dat de oorlog voorlopig niet gaat liggen. Critici, waaronder Poetin, beweren zelfs dat de Oekraïense regering bewust een manoeuvre heeft uitgevoerd aan de Straat Van Kertsj om een Russische reactie uit te lokken en zo het patriottisme in het land verder aan te wakkeren.
Dit jaar vinden in Oekraïne namelijk zowel de presidentiële als de parlementsverkiezingen plaats, die de toekomst van de huidige regering en president zal bepalen. In de peilingen staat voormalig premier Yulia Tymosjenko voorlopig aan kop, voor de acteur en komiek Volodymyr Selensky. Porosjenko, die in 2014 nog meer dan vijftig procent van de kiezers wist te overtuigen, behaalt nu slechts ruim tien procent van de stemmen.
Een nieuwe president of regering kan eventueel een window of opportunity bieden om tot een stapsgewijze de-escalatie tussen de rivaliserende kampen te komen. Een gegarandeerde veilig terugtrekking van het Russische veertiende leger uit het semiautonome Transnistrië via Oekraïne zou alvast een stap in de goede richting betekenen. Dat een eventuele machtswissel in Kiev ervoor zal zorgen dat Rusland de Krim zal terugschenken, is daarentegen ondenkbaar. Oekraïne en Rusland zijn het er alleen over eens dat ze het niet eens zijn.
Daarom ziet het er alvast naar uit dat de diplomatieke en economische sancties van de Europese Unie tegen de Russische Federatie ook volgend jaar opnieuw tweemaal met zes maanden verlengd zullen worden. Al is het maar de vraag of de sancties er net niet voor zorgen dat de Russische Federatie nog meer de aandacht van de economische problemen zal moeten afleiden. En wat is er meer geschikt als afleiding dan een oorlog met Oekraïne?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier