Russische ultranationalisten bereiden zich voor op religieuze oorlog: ‘Poetin is veel te voorzichtig’
Nu de Oekraïens-orthodoxe kerk zich heeft losgescheurd van Rusland maken Russische ‘religieuze nationalisten’ zich op voor een nieuwe strijd in Oekraïne. ‘We staan klaar om te vechten voor het behoud van onze kerk en het christendom.’
Sint-Petersburg, 6 uur ’s avonds. We staan voor het souterrain van het appartementsblok waar de fitnessclub van Denis Gariev is gevestigd. Gariev is voorzitter van de militaire arm van de Russische Imperialistische Beweging, een radicaalrechtse groepering die ijvert voor de terugkeer van de Russische tsaar en uitbreiding van de Russisch-orthodoxe godsdienst. Volgens onze tolk zijn het ‘geen nazi’s van de straat, maar een niet te onderschatten militaire organisatie’. Zelf omschrijft Gariev zich als een religieuze Russische nationalist, klinkt het ernstig wanneer hij ons binnenlaat.
De sportschool ziet er op het eerste gezicht onschuldig uit. Er worden boks- en sambolessen gegeven, een Russische variant van judo, en er is een kleine fitnesszaal. Op de blauwe oefenmatten rennen spelende kinderen rond, uit de keuken klinkt het geluid van rinkelende borden en kopjes. We trekken onze schoenen uit en volgen Gariev naar een kamer achter in de fitnesszaal. Daar zien we op een scherm hoe de ruimte in de gaten wordt gehouden met camera’s. Aan de muur staat een rij kalasjnikovs, op de kast liggen twee gedemonteerde granaatwerpers. Van de fotograaf horen we achteraf dat de kinderen niet met hem mochten spreken van een van Garievs mannen. Want hij kon ‘een spion van de CIA zijn’, waarschuwde de man de verbouwereerde kinderen.
Hoewel de islamisten onze vijand zijn, hanteren we in zekere zin dezelfde waarden: we zijn voor grote gezinnen en tegen de westerse corruptie.
Gariev studeerde geschiedenis in Sint-Petersburg en zat in het Russische leger bij de strategische strijdkrachten. Sinds 2009 geeft hij militaire training aan burgers die zichzelf als ‘Russische patriotten’ beschouwen. In 2014 vocht hij mee met de separatistische rebellen in Oost-Oekraïne.
‘Ik heb medelijden met Europa’, zo steekt Gariev van wal. ‘Tussen de vele vluchtelingen die naar jullie komen, zitten extremisten die gestuurd worden om uiteindelijk een religieuze oorlog te ontketenen.’ De Imperialistische Beweging heeft ook afdelingen in Europa, zegt hij. Onder andere in Duitsland en Zweden. Van onze tolk weten we dat de Zweedse neonazi’s die eind 2016, begin 2017 aanslagen pleegden op openbare plaatsen in de stad Göteborg – waarbij overigens geen gewonden vielen – training volgden in het kamp van Garievs beweging, net buiten Sint-Petersburg. Hij wil het niet bevestigen. Ook deze week zijn er Europeanen aanwezig voor een training, zegt hij. Maar we mogen onder geen enkele voorwaarde naar het kamp komen omdat de Europese gasten ernstig bezwaar maken. Volgens hen is de kans groot dat we – alweer – spionnen voor de CIA zijn. Wat niets anders is dan een dikke smoes om pottenkijkers weg te houden.
Gariev wil wel kwijt dat er een constante communicatie is met de ‘afdelingen’ in Europa. ‘Al hebben we niets met de fascistische ideologie van radicaalrechts in Europa te maken, we onderhouden wel contact met verschillende groeperingen in heel wat Europese landen. We hebben een project opgezet onder de naam “De laatste Europese kruistocht”, waarmee we doelen op een nieuwe eenwording van Europa door middel van één godsdienst: het christendom. Voor de Europeanen is dat ter bescherming van de blanke man tegenover de islamdreiging, voor ons gaat het puur om de verspreiding en promotie van het christendom. Persoonlijk ben ik niet zo te vinden voor het project. Europa is mijns inziens sowieso verloren. Dat vind ik geen nadeel. Hoe zwakker Europa, hoe beter voor Rusland.’
Roep om afscheiding
Met zo’n 100 miljoen gelovigen is de Russisch-orthodoxe kerk een machtig concern met een enorme invloedssfeer. In Oekraïne valt het gros van de orthodoxe gelovigen al sinds de zeventiende eeuw onder het patriarchaat van Moskou. Na de Tweede Wereldoorlog maakte een deel van de Oekraïense gelovigen zich los van Moskou en begon een eigen orthodoxe kerk. In de jaren 1990 volgde een tweede groep gelovigen, hoewel de grote meerderheid nog steeds onder Moskou viel.
Met de Russische annexatie van de Krim in 2014 en de aanslepende oorlog in Oost-Oekraïne is de drang van de Oekraïense orthodoxe kerk naar volledige zelfstandigheid in de derde versnelling geraakt en klonk de roep om afscheiding van Moskou steeds luider. Die is sinds enkele weken een feit: het patriarchaat van Constantinopel (Istanbul), waar de leiding van de oost-orthodoxe macht gevestigd is, heeft de onafhankelijkheid goedgekeurd, tot grote ontzetting van Moskou. De Russisch-orthodoxe kerk aanvaardt de beslissing niet en heeft inmiddels gebroken met Constantinopel.
Wat er met de ruim 10.000 kerken en 250 kloosters van het Moskouse patriarchaat in Oekraïne moet gebeuren, weet niemand precies. Ook het beroemde Holenklooster in Kiev, bijna duizend jaar oud, valt onder Moskou.
De Oekraïense president Petro Porosjenko is een blij man sinds de onafhankelijkheid van de kerk. ‘Oekraïne zal niet langer gif drinken uit een Russische kelk’, zei hij op de dag van de onafhankelijkheid. Hij noemt het een ‘verlossing van de bemoeienis en expansiedrang van Moskou’.
Voor de Russische president Vladimir Poetin is het een ferme klap in het gezicht. Hij beschouwt de kerk als onlosmakelijk verbonden met het Russische imperialisme. Religie is dan ook een belangrijke pijler van het Russische nationaalpopulisme waar Poetin graag mee uitpakt. Ook het gedachtegoed van radicaalrechts is vaak gerelateerd aan de orthodoxe kerk.
‘Onze waarden stammen af van de kerk en van de familietradities tot 1917’, licht Gariev toe (in 1917 begon de Russische Revolutie en werd een einde gemaakt aan het Keizerrijk Rusland, nvdr) terwijl hij thee inschenkt met Russische bessenconfituur in plaats van suiker. ‘Poetin mag zich dan opwerpen als hoeder van de Russische orthodoxe gelovigen, die traditionele waarden worden door de regering nauwelijks nog gesteund.’ Er volgt een opsomming over het drugs- en alcoholprobleem in Rusland, vervaging van de algemene normen en waarden, abortus en de slabakkende economie. Dat een groot deel van de gelovigen in Rusland niet praktiserend is, weerlegt Gariev. Volgens hem is er juist een opleving van het orthodoxe geloof aan de gang en lopen de kerken weer voller. Zijn verklaring hiervoor is de groeiende onzekerheid over de economie, onvrede over de corruptie in de regering, en de angst voor islamitisch terrorisme. ‘Hoewel de islamisten onze vijand zijn, hanteren we in zekere zin dezelfde waarden. We zijn voor grote gezinnen met veel kinderen, tegen drugs en alcoholmisbruik en tegen de westerse corruptie.’
‘Tegen elke vorm van feminisme’
Gariev rommelt in een lade en haalt twee zwarte vlaggen van de IS boven. ‘Buitgemaakt door onze mannen in Syrië’, klinkt het trots. ‘Ze hebben ginds meegevochten tegen de IS. Niet in groep, elk van ons is op eigen gelegenheid gegaan en sloot zich aan bij Russische privébeveiligingsorganisaties.’ Hij diept nog een vlag op: de geel-blauwe trots van Oekraïne, buitgemaakt in Slovjansk, in de regio Donetsk.
‘Toen we in 2014 in Oost-Oekraïne gingen vechten, wisten we al dat dit zou uitlopen in een religieuze oorlog. Nu is het zover, onze mannen daar – momenteel 250 militanten – staan klaar om te vechten voor het behoud van onze kerk en het christendom. Net zoals we in Syrië streden om de christenen te beschermen tegen de islam. En als het nodig is, sturen we nieuwe mensen van hier. We willen geweld zo veel mogelijk voorkomen, maar we schuwen het niet. In die zin beschouwen we onszelf als missionaris en als strijder. Poetin is veel te voorzichtig, hij zegt dat hij de belangen van Russen en Russischtaligen en van de orthodoxe kerk in Oekraïne op politieke en diplomatieke wijze wil oplossen. Intussen komt het hem niet slecht uit dat wij daar zijn, al laat hij dat publiekelijk niet blijken.’
Al zijn ze slechts met een paar honderd man – Gariev wil het exacte aantal niet zeggen -, hij gelooft rotsvast in een toekomst met een terugkeer van christelijke waarden. Wat de rol van de vrouw daarin is, vragen we. ‘We zijn tegen elke vorm van feminisme’, klinkt het strijdvaardig. ‘Voor de vrouw geldt: huis, kerk en kinderen.’ Waarop hij begint te lachen. ‘Maar mijn vrouw rijdt wel auto. Als ik dat zou verhinderen, is het huis te klein, vrees ik.’
In het begin van jaren 1990 werden talloze neonazigroeperingen en nationalistische bewegingen door het Kremlin verboden. Maar na 2006, in volle glorietijd van Vladimir Poetin die traditionele waarden zoals gezin en religie promootte, leefden verschillende bewegingen opnieuw op om onder andere – met steun van de Russisch-orthodoxe kerk – de strijd aan te binden met de LGBT-gemeenschap. Op zich is homoseksualiteit in Rusland niet verboden, maar feit is dat het holebi’s op zijn zachtst gezegd zo goed als onmogelijk wordt gemaakt om voor hun geaardheid uit te komen. De Gay Prides werden vanaf 2006 steevast aangevallen door woedende orthodoxe aanhangers en nationalistische groeperingen met namen als Unie van de Orthodoxen en de Zwarte Honderd. In 2012 besloot de rechtbank van Moskou dat de Gay Pride voor de komende 100 jaar verbannen zou worden, een jaar later werd de antihomopropagandawet in het leven geroepen. Volgens de wet mag er geen uitleg over homoseksualiteit worden gegeven in het bijzijn van minderjarigen.
Hoewel de harde kern van de Russische neonazi’s in de jaren 2008 en 2009 stevig werd aangepakt door de overheid – duizenden werden gearresteerd – is het extreemrechtse nationalisme nog altijd springlevend, net als de onderlinge banden met de orthodoxe kerk. De dagen na ons gesprek met Denis Gariev spreken we met verschillende rechts-nationalistische aanhangers. De traditionele normen en waarden van Rusland, de collectieve Russische identiteit en de afkeer van de ‘verderfelijke invloed van het Westen’ vormen de basis van de verstandhouding tussen de kerk en de ultranationalistische groeperingen. Of, zoals Gariev het uitdrukte: ‘We willen niet dat jullie decadente westerse waarden ons land besmetten.’
Levend verbrand in Odessa
In een ondergesneeuwd Moskou zijn we uitgenodigd voor een bijeenkomst van de Nieuw-Ruslandveteranen, de pro-Russische separatisten die in 2014 de Volksrepublieken Donetsk en Loehansk in Oost-Oekraïne uitriepen. Een aantal van hen keert nog geregeld terug naar Novorossia om de onafhankelijkheid te blijven steunen. In het oude Centrum voor Slavische Literatuur worden we ontvangen door German Vladimirov. ‘Nieuw-Ruslandactivist’, zo stelt hij zichzelf voor. Vladimirov was er vanaf het begin bij in 2014. Hij was actief als verslaggever voor de separatisten, hij sprak met honderden strijders en bewoners in Oost-Oekraïne en verzorgde de communicatie met Rusland. Later richtte hij het Novorossia-museum op in Sint-Petersburg, een collectie persoonlijke bezittingen, wapens, oorlogsbuit en beeldmateriaal van de pro-Russische separatisten. Het museum werd in brand gestoken, volgens Vladimirov hebben Oekraïense activisten de verantwoordelijkheid voor de brand opgeëist. ‘Een gevaarlijke bende terroristen.’
Op de speciale bijeenkomst vandaag gaat Vladimirovs film Novorossia in première, een verzameling fragmenten van de strijd in 2014. ‘Een eerbetoon aan de strijders. Het merendeel bestaat uit vrijwilligers, mannen die naar ginder trokken omdat ze de mensen wilden beschermen tegen de Oekraïense fascisten.’
Dat ze door de Oekraïners zelf als fascisten worden beschouwd, wil hij niet horen. De ruim vier jaar lang aanslepende oorlog is weliswaar in de vergetelheid geraakt – met uitzondering van de recente Russische aanval op drie Oekraïense marineschepen – maar het conflict in Oost-Oekraïne zit nog altijd muurvast. Geen van beide partijen wijkt af van haar stellingname.
Omdat de Russische rebellen geen officiële organisatie vormen, worden ze door de overheid stiefmoederlijk behandeld, zegt Vladimirov. ‘We bestaan eigenlijk niet, dus is het makkelijk om ons te vergeten. De gewonden krijgen geen enkele compensatie. Alleen als je de juiste connecties of geld hebt, kun je je een arm- of beenprothese veroorloven.’
Tegenwoordig zijn de Russische rebellen in Oost-Oekraïne veel beter gestructureerd, zegt Vladimirov. In 2014 was er een wildgroei van gewapende separatistengroeperingen die allemaal wilden vechten tegen de ‘Oekraïense fascisten’. Ze kregen wat geld, wat eten en deden hun ding. Het merendeel van de rebellen is inmiddels dood of is teruggekeerd naar Rusland. Degenen die er nog zijn, ontvangen volgens Vladimirov nu een beter honorarium, uitgekeerd door de lokale autoriteiten. De wapenstilstand in Oekraïne wordt nog altijd dagelijks geschonden, er vallen nog altijd doden. ‘We zitten daar maar tegenover elkaar en schieten van tijd tot tijd met mortieren. Het is een uitzichtloze situatie, de motivatie is ver te zoeken bij onze mannen. Ik ben ervan overtuigd dat de meesten het tegenwoordig voor het geld doen, al is dat niet bijster veel.’
‘En toch weet ik dat het merendeel van de naar Rusland teruggekeerde separatisten opnieuw naar Oekraïne gaat, mocht de situatie onverwacht escaleren’, zegt Vladimirov stellig. ‘Als we straks onze orthodoxe kerken moeten beschermen, zullen we er staan.’
Waarom teruggaan voor een overheid die je toch maar in de steek laat, vragen we.
Vladimirov zwijgt een tijdje. ‘Omwille van onze mensen die omkwamen in de brand van het Huis van de Vakbond in Odessa, op 2 mei 2014’, klinkt het dan. Pro-Russische demonstranten, onder wie vrouwen en kinderen, sloegen die dag op de vlucht voor pro-Oekraïense activisten. Ze zochten dekking in het Vakbondsgebouw maar dat bleek een fatale beslissing. Het gebouw ging in vlammen op, de demonstranten zaten als ratten in de val en werden levend verbrand. Of de boel bewust in brand werd gestoken, is niet bekend. Tientallen burgers kwamen om, honderden raakten gewond. Het ging om een van de meest tragische gebeurtenissen uit de oorlog.
‘Enkele collega’s zijn verbrand die dag’, zegt Vladimirov. ‘Voor mij was het de druppel. Ik was thuis in Sint-Petersburg maar ik ben meteen naar ginder getrokken, ik kon niet langer van een afstand toekijken.’
‘Poetin is een flikker’
De woede en frustratie bij de rebellen zit diep, blijkt die middag. Tijdens een toespraak van de weduwe van een oorlogsveteraan loopt het onverwachts uit de hand. Wanneer de vrouw Poetin vernoemt – ze wil hem kennelijk ergens voor bedanken – beginnen een paar mannen te schreeuwen. ‘Poetin is een flikker!’ brult een van de veteranen. Hij stapt naar voren en roept naar de hevig geschrokken weduwe dat Poetin niets voor hen doet, dat hij hen allemaal laat zitten. Langs alle kanten wordt hij bijgestaan door de anderen. Het tumult neemt toe, een aantal veteranen beent woedend de zaal uit en verzamelt zich voor de deur in de ijzige kou buiten. Een wodkafles wordt bovengehaald. En nog een. Intussen is de politie verwittigd. Twee agenten verschijnen maar de veteranen wijken voor geen meter en kijken alsof ze de twee ter plekke levend willen verslinden. De agenten voelen dat blijkbaar ook zo aan en haasten zich de trap op, naar de zaal van de filmvertoning.
‘Ik heb een zwarte man gedood in Odessa’, roept een veteraan die onder aan de trap zit. Hij haalt moedeloos de schouders op: ‘Wat kon ik doen, het was oorlog. Ik stond in mijn recht. Denk ik.’
De gemoederen raken niet gekalmeerd, zo veel is duidelijk. De man die Poetin uitschold voor flikker is nog steeds heel boos. Hij heet Dimitri en vertelt dat hij in de lente van 2014 naar Oekraïne vertrok, eveneens na het bloedbad in Odessa op 2 mei. ‘Ik wilde mijn mensen helpen, ik deed het om emotionele redenen. Sindsdien ga ik regelmatig heen en weer, binnenkort keer ik terug. Net als onze grootvaders in de Tweede Wereldoorlog; die zaten ook in Oekraïne maar gingen af en toe naar huis omdat het te zwaar was om constant aan het front te blijven.’
Dimitri verwijt het Kremlin dat het de oorlog in Oekraïne bewust in stand houdt. Ook hij noemt het een grote frustratie voor de mannen aan het front dat er geen enkele beweging in het conflict zit. ‘De wereld is ons vergeten, ook de media spreken niet meer over ons. Er vallen niet genoeg doden meer, dus is het niet sexy.’ Commandanten met ervaring worden ontslagen en vervangen door nieuwe mensen uit Moskou die makkelijker te kneden zijn, zegt Dimitri. ‘En toch keer ik telkens terug. Omdat het om Russisch grondgebied gaat en ik niet wil dat het ingenomen wordt zoals in de andere helft van Oekraïne is gebeurd. Overal zijn de standbeelden van Lenin weggehaald. Onze cultuur, onze geschiedenis wordt stilaan vernietigd. Ik zal er ook zijn om onze kerken te beschermen straks.’
Ook Kozakkencommandant Raman, een kleine man met een indrukwekkend aantal medailles op de borst gespeld, zegt dat hij en zijn Kozakkeneenheid zullen vechten voor het behoud van de Russisch-orthodoxe kerk als dat wordt gevraagd. ‘We trainen wekelijks in de bossen rond Moskou, we staan op scherp. Voor de dankbaarheid van de overheid in Moskou hoeven we het niet te doen. We beseffen zeer goed dat we dienen als kanonnenvlees in een stagnerend conflict dat nog jaren kan duren. Maar wat moeten we doen? Thuisblijven en onze mensen in de steek laten? Dat is geen optie. Zolang ik mijn ledematen en mijn gezond verstand heb, zal ik me blijven inzetten. Voor Rusland, wat anders?’
Zolang ik mijn ledematen en mijn gezond verstand heb, zal ik me blijven inzetten. Voor Rusland, wat anders?
Marc Jansen is oud-hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en kenner van Rusland en de Sovjet-Unie. De Russische kerk is een aanhangsel van de staat, zoals dat bij wel meer orthodoxe kerken het geval is, zegt hij. ‘In die zin is het volkomen logisch dat de Oekraïense kerk zich afscheidt van de Russische kerk. Voor Poetin speelt heel duidelijk de imperiale gedachte. Sinds de oorlog in Oekraïne wil hij in het oostelijk deel van het land een vinger in de pap blijven houden, onder andere via de Russisch-orthodoxe kerk. De band tussen Poetin en de orthodoxe kerk in Moskou is sterk, Poetin beschouwt zichzelf als een goede Russisch-orthodoxe gelovige. Hij is gedoopt en gaat regelmatig naar de kerk.
‘Wat er straks gaat gebeuren met de Russische kerken in Oekraïne, is volstrekt onduidelijk. Vast staat dat er een belangenconflict zal ontstaan tussen het patriarchaat in Moskou en dat in Kiev. Hoe dat zich zal afspelen, valt nog te bezien. President Porosjenko zegt dat hij geen geweld wil gebruiken als Oekraïne de kerken en kloosters zal overnemen, maar ik kan me voorstellen dat het geen gemakkelijke ontwikkeling zal zijn en dat er eventueel een nieuw gewapend conflict kan ontstaan. Het kan zelfs zijn dat Moskou bewust op een nieuw conflict aanstuurt omdat het daar belang bij heeft. Zolang de situatie in Oekraïne onstabiel blijft, kan het land zich niet ontwikkelen en dat is net wat Poetin wil.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier