Asielbureaus in Noord-Afrika: EU onderzoekt mogelijkheid, maar geschiedenis is duidelijk
Op de Europese top hebben de regeringsleiders besloten om de piste van ‘ontschepignsplatformen’ in Noord-Afrika snel en grondig te onderzoeken. Maar dat voorstel is niet nieuw én bovendien onhaalbaar, zo lijkt de geschiedenis ons te leren.
Op de Europese top die donderdag en vrijdag plaatsvindt, zijn de Europese regeringsleiders en staatshoofden tot een akkoord gekomen over migratie. De Europese lidstaten geraakten het eens over een opschorting van de Dublinregels, gesloten centra in de Europese Unie, een versterking van de buitengrenzen én een grondig onderzoek om asielcentra buiten de Europee Unie op te richten.
Onder meer Oostenrijks Bondskanselier Sebastian Kurz en voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk kwamen naar aanloop van deze top met dat laatste voorstel op de proppen. Bedoeling is om onder de bevoegdheid van de Verenigde naties in onder meer Noord-Afrika centra op te richten waar de aanvraag van de asielzoeker op voorhand wordt gecontroleerd. Krijgen ze een beschermde status, dan worden ze naar de Europese Unie overgebracht. Krijgen ze dat niet? Ja, wat dan eigenlijk?
Pushback
Tusk en Kurz waren zeker niet de eersten die met het voorstel op de proppen kwam. Reeds in 1986 deed Denemarken al een soortgelijk suggestie op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Daaruit putte de Verenigde Staten inspiratie om in 1991 Haïtiaanse vluchtelingen in internationale wateren te onderscheppen om ze naar een gesloten detentiecentrum in Guantánamo Bay over te brengen, dezelfde basis die zou worden gebruikt voor de opvang van potentiële terroristen tijdens de War on Terror. Doel van de operatie was om ‘illegale en gevaarlijke migratie te ontraden’, aldus de toenmalige Amerikaanse US Immigration and Customs Enforcement. Werd een Haïtiaan als vluchteling erkend, dan volgde er geen overplaatsing naar de Verenigde Staten, maar wel naar een derde land.
Tien jaar later volgde Australië het voorbeeld van de Verenigde Staten. In 2001 begon de regering Howard met de zogenaamde Pacific Solution. Iedereen die illegaal in Australië aankwam, werd teruggestuurd naar de Micronesische Republiek Naura of naar Papoea-Nieuw-Guinea. Australië geeft tot op de dag van vandaag beide landen een smak geld om de centra te beheren, de asielcentra te verwerken en repatriëringen uit te voeren. Erkende vluchtelingen worden ofwel in Naura zelf ondergebracht of overgeplaatst naar Cambodja. De omstandigheden in deze offshore centra vaak schrijnend, zo meldde de Hoge Commissaris voor Vluchtelingen in 2015 . Kinderen worden opgesloten en de voorzieningen zijn zo precair dat enkele asielzoekers in 2013 uit protest hun lippen aan elkaar naaiden.
Tony Blair heeft met de Irakoorlog in Irak een grotere migratiebeweging veroorzaakt dan degene die hij aanvankelijk wilde voorkomen met offshore screeningscentra.
Nu gaan de voorbeelden van de Verenigde Staten en Australië over offshore screeningscentra die gecombineerd worden met een beleid van pushbacks en hervestigingen naar een derde land. Het plan van Tusk omvat enkel screeningscentra, als is het nog niet duidelijk wat er met afgewezen asielzoekers in deze centra dan moet gebeuren.
Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken stelde onlangs wél voor om op de Middellandse Zee pushbacks naar e derde landen uit te voeren. Dat die pushbacks in strijd zijn met het Internationaal Recht en in 2012 zijn verboden door het Europees Hof van Justitie, leek Francken niet echt te deren. Wat er met die asielzoekers volgens de staatssecretaris moet gebeuren eens ze worden teruggestuurd, is niet duidelijk. ‘Het zou goed zijn als mensen zoals Francken eens uitleggen wat de bedoeling is’, zei professor internationale politiek Jonathan Holslag twee weken geleden nog aan Knack.
Screeningscentra
Even terug naar de screeningscentra zelf. Het was opnieuw Denemarken dat in 2003 op zoek ging naar een oplossing voor het migratievraagstuk. Kopenhagen kwam op de proppen met het Regions of Origin Initiative. Het idee was dat vluchtelingen en ontheemden zo dicht mogelijk bij hun oorspronkelijke woonplaats moesten worden gevestigd, iets wat een van de uitgangspunten is van Tusks plan. De Deense regering wilde een mogelijke terugkeer naar het thuisland vergemakkelijken en de politieke problemen in de gastlanden zo tot een minimum beperken.
Binnen het Deense initiatief was het wel nog niet mogelijk om een asielaanvraag in te dienen die zou kunnen leiden tot een overplaatsing naar de Europese Unie. Daar bracht toenmalig Brits premier Tony Blair verandering in met een concrete stap naar Europese screeningscentra buiten de grenzen van de Unie. Blair wilde migranten het recht ontnemen om asiel aan te vragen in het Verenigd Koninkrijk. Hij had eerder dat jaar op het programma Newsnight beloofd om het aantal asielaanvragen in het Verenigd Koninkrijk in een jaar tijd te halveren. Zijn initiatief kwam dus niet uit de lucht gevallen. Blair stelde voor om onder de bevoegdheid van de Verenigde Naties zogenaamde ‘Regional Protection Areas’ op te richten. In een veilige omgeving in onder meer Turkije, Iran, Irak en Somalië zouden de migranten ter plaatse asiel kunnen aanvragen. Er kwam niets van in huis, onder meer omdat de Scandinavische landen afkerig stonden tegenover het pushbackbeleid dat mee in het plan werd vervat. De oorlog die Blair datzelfde jaar op basis van valse bewijzen in Irak begon, zou overigens een grotere migratiebeweging veroorzaken dan degene die hij aanvankelijk wilde voorkomen.
Angela Merkel is momenteel de enige met een concreet plan om zowel de vluchtoorzaken wil aanpakken én de Europese buitengrenzen te versterken
Een jaar na Blairs voorstel deed de Duitse sociaaldemocratische minister van Binnenlandse Zaken Otto Schily in de schoot van de Europese Unie een gelijkaardig voorstel. Net als Blair wilde hij in Noord-Afrika, waaronder in Libië, opnamecentra opstarten waar migranten een asielaanvraag konden indienen. Het kwam Schily in Duitsland op fikse kritiek te staan, zowel van zijn linker- als rechterflank. Ook Schily’s plan werd gecapituleerd nog voor het goed en wel was uitgesproken. Tot concrete onderhandelingen kwam het niet.
Vluchtelingencrisis
Vanaf 2006 begon de migratie naar de Europese Unie terug toe te nemen, ten gevolge van de aanslepende oorlogen in Afghanistan en Irak. Frankrijk vroeg aan de Europese Commissie om in samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie en de Verenigde Naties tijdelijke asielcentra op te richten in Libië. Indien migranten recht hadden op internationale bescherming, zouden ze in het Franse voorstel worden overgebracht naar de Unie. Niet toevallig schoten de voorstellen voor offshore screeningscentra erna als paddenstoelen uit de grond. Het aantal asielzoekers dat naar de Europese Unie wilde komen, nam aanzienlijk toe. Begin 2015, en dus nog voor Duits Bondskanselier Angela Merkel de Dublinregels tijdelijk opschortte, kwam Eurocommissaris voor Asiel en Migratie Dimitris Avramopoulos hetzelfde voorstel op de proppen. De jaren daarna deden tal van andere Europese leiders, waaronder Frans president Emmanuel Macron en Oostenrijks Bondskanselier Sebastian Kurz, tal van gelijkaardige aanzetten. Maar tot nu toe baart elke berg een muis.
Oude wijn in oude zakken
Dat er van zulke plannen nog nooit iets in huis is gekomen, is geen toeval. Tal van wettelijke en politieke bezwaren steken telkens de kop op. Welke Noord-Afrikaanse regeringen zijn na de Arabische opstanden nog bereid om potentiële destabilisatiefactoren op hun grondgebied op te nemen? Vandaag lieten de tal van landen in Noord-Afrika al weten dat ze niet bereid zijn om mee te werken. Wat met de humanitaire standaarden van de landen waarin de centra moeten worden opgericht? Zullen lokale screeningscentra niet net leiden tot meer asielaanvragen, én bijgevolg meer erkenningen van vluchtelingen? Wat met de spreiding over de Europese lidstaten eens asielzoekers inderdaad internationale bescherming genieten? En hanteren de derde landen ook het non-refoulementprincipe, dat stelt dat afgewezen asielzoekers niet mogen worden teruggestuurd naar landen waar ze vervolging riskeren op basis van onder meer ras en religie?
Zulke vragen blijven nu al meer dan dertig jaar onbeantwooord. Het lijkt dus vooral oude wijn in nog oudere zakken. Nu het voorstel in de schoot van de Europese Commissie wordt onderzocht, is de kans allerminst onbestaande dat het via de achterdeur verdwijnt en een stille dood sterft. Zulke passages worden wel vaker in het akkoord opgenomen opdat Europese leiders zonder gezichtsverlies naar hun thuisland kunnen terugkeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier