‘Wat geld voor bedrijven is, is vertrouwen voor de politiek’, schrijft Alain Van Hiel. ‘Het politieke bedrijf bevindt zich dus flink in de rode cijfers, en beterschap is niet in zicht.’
De laatste dagen kwam het lage vertrouwen van burgers in politici meermaals aan bod. Mijn collega Maarten Vansteenkiste wist begin deze maand in ‘De zevende dag’ te vertellen dat van de gevaccineerde mensen er liefst 7 op 10 geen vertrouwen hebben in de politici. Ze achten de politici onbekwaam om een adequaat beleid rond corona te ontwikkelen. Ook bij Ivan De Vadder tijdens ‘De afspraak op vrijdag’ van 10 december kwam dit gebrek aan vertrouwen in politici en politiek weer eens aan bod, alsook de idee dat ‘de huidige generatie van politici’ hieraan de vingers zal verbanden.
Is dit een plotse opstoot van wantrouwen en cynisme, typisch voor de huidige coronacrisis en de huidige politici? Of, is er meer aan de hand en is die vertrouwensbreuk al langer bezig, en dus fundamenteler? Ik vrees voor het laatste en ook: dat wij hier met z’n allen te weinig bewust van zijn.
Het belang van vertrouwen
Vooraleer aan te tonen hoe ernstig deze tijden van politiek wantrouwen zijn, wil ik eerst verduidelijken dat vertrouwen het alfa en omega is van alle sociale relaties, en ook van de legitimiteit van onze maatschappelijke systemen. Volgens de meest courante definitie betekent vertrouwen dat je zonder zorgen je eigen lot in handen van iemand anders kunt leggen, eenvoudigweg omdat je ervan uitgaat dat die het goed met je meent.
Versterkte corona wantrouwen in politiek en politici? Wat we vandaag zien, is al veel langer bezig.
Vertrouwen is het cement dat onze maatschappij bijeen houdt, dat ervoor zorgt dat we niet als losse individuen naast elkaar leven, maar in plaats hiervan samenwerken en grote dingen verwezenlijken. Zonder vertrouwen kan de samenleving eenvoudigweg niet functioneren. Zonder vertrouwen is het onmogelijk om samen iets te realiseren.
Ook in het economische domein is vertrouwen een belangrijke grondstof. Zo is vertrouwen de basisgrondstof van de economie. In zijn bekende boek ‘Sapiens’ argumenteert Yuval Noah Hariri dat zonder vertrouwen economische groei onmogelijk geweest zou zijn. Paul Collier, de gerenommeerde Britse econoom stelt dat algemeen vertrouwen – ook wel sociaal kapitaal genoemd – de reden bij uitstek is waarom westerse economieën zo performant zijn.
Vertrouwen in de politiek is niet minder essentieel. Je kiest immers in het stemhokje een vertegenwoordiger van wie je verwacht dat die zal waken over jouw belangen, zonder dat je deze persoon telkens weer moet gaan controleren. Wat baat het om naar de stembus te gaan, als je het politiek systeem en politici corrupt en oneerlijk vindt? Vertrouwen is dan ook de basisgrondstof van het democratische bestel. Dat dit vertrouwen zo kelderde, is zeer betreurenswaardig.
Kelderend vertrouwen, en dit al decennia lang
Hoe beter het geknoei van het politieke establishment aantonen dan met cijfers over vertrouwen in politiek en politici? En die cijfers tonen vooral aan dat de politieke wereld als een bedrijf in faling is. Enquêtes wijzen inderdaad uit dat het vertrouwen in de politiek al een tijdje op een historisch minimum blijft hangen.
Het Pew Research Center toonde aan dat het percentage Amerikanen dat zegt vertrouwen te hebben in de overheid gedaald is van een mooie score van drieënzeventig percent in 1958, naar minder dan dertig percent. Sinds 2007 – jaar na jaar – blijft dat percentage hangen onder die belabberde grens. Dergelijke trends van afnemend vertrouwen kenmerken niet alleen de Verenigde Staten, maar ook Europa. Zo meldde in 2017 de invloedrijke Edelman Trust Barometer – een jaarlijkse online enquête in achtentwintig landen gebaseerd op meer dan drieëndertigduizend respondenten – dat de overheid in maar liefst vijfenzeventig percent van die landen wantrouwen opwekte.
Uit de IPSOS Global Trust in Professions poll uitgevoerd bij twintigduizend respondenten, bleken politici en ministers met stip de minst betrouwbare beroepsgroepen. In hun opiniepeiling van 2019 werden in alle onderzochte landen politici beschouwd als het meest onbetrouwbaar van alle beroepsgroepen. In een niet zo ver verleden prijkten verkopers van tweedehands auto’s aan de top van de ’te-wantrouwen-lijst’, maar die positie zijn ze ondertussen dus kwijtgespeeld.
Ik kan dus enkel maar constateren dat het vertrouwen in de politiek al geruime tijd afkalft, en niet enkel in Vlaanderen, maar in de gehele wereld. De meeste burgers willen nochtans verandering. Een recent onderzoek van het Pew Research Center meldde dat de grote meerderheid van de bevolking wil dat het vertrouwen in de politiek toeneemt en dat meer dan tachtig percent van de bevolking denkt dat dergelijke verbeteringen inderdaad mogelijk zijn.
De (traditionele) politiek: een bedrijf in faling
Dat alles heeft me tot een uitspraak verleid: “Als een CEO van een bedrijf dergelijke cijfers zou publiceren over wat in essentie de kernactiviteit is, zou hij onmiddellijk ontslag moeten nemen.” Wat geld voor bedrijven is, is vertrouwen voor de politiek. Het politieke bedrijf bevindt zich dus flink in de rode cijfers, en beterschap is niet in zicht.
Er is zelfs geen plan om beterschap te brengen. Als je er rekening mee houdt dat drie kwart van de bevolking de politiek en politici niet vertrouwt, hoeft het geen verwondering te wekken dat anti-establishment kandidaten zoals Donald Trump en partijen zoals de Vijfsterrenbeweging in Italië en het Vlaams Belang in Vlaanderen massaal veel stemmen behalen.
In feite is die drie kwart de mogelijke bovengrens van het kiezerspotentieel van ‘andere’ partijen dan deze van het politieke establishment. Zeker, niet iedereen die deel uitmaakt van dit grote reservoir is momenteel een aanhanger van anti- en radicale partijen, want veel van die mensen wenden zich gewoonweg af van de politiek-in-het-algemeen (ook van de radicale partijen) en verliezen er elke interesse in.
Conclusie
Het is mogelijk dat de aanpak van de coronacrisis niet positief afstraalt op de huidige generatie politici die hier misschien hun vingers aan zullen verbranden. Maar het rot in de plank van het politiek wantrouwen is al decennialang een probleem, en wat we vandaag zien is dan ook een voortzetting van een verontrustende trend die al een hele tijd bezig is.
Het is nochtans ten zeerste nodig dat vertrouwen te herstellen en te hopen dat het politieke bedrijf het politiek engagement van diegenen die ‘afhaakten’ nieuw leven zal inblazen. Anders wordt democratie inderdaad een uitgehold woord zonder enige betekenis.
Alain Van Hiel is hoogleraar Sociale Psychologie aan Universiteit Gent.
Lees ook:
– Corona infecteert de Wetstraat: vergroot covid-19 de kloof tussen burger en politiek?
– Barsten in de regering-De Croo: ‘Zonder de covidcrisis had de coalitie er al gelegen’
– Politiek slaat modderfiguur: is België nog in staat om een natuurramp het hoofd te bieden?
– ‘De talmende, schier ongeïnteresseerde houding van onze politici eist een vreselijke tol’
– De clash tussen politici en wetenschappers: Dirk Draulans trekt lessen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier