Dirk Draulans
‘Patrijzen moeten sneuvelen voor hun eigen heil’
Bioloog en Knack-redacteur Dirk Draulans las met stijgende verbazing een bericht van de jagers over de redding van de patrijs.
Gisteren was een trieste dag, ondanks het prachtige weer. Op 15 september gaat namelijk de jacht op de patrijs open: u weet wel, dat mooie akkervogeltje dat uit Vlaanderen dreigt te verdwijnen, maar waar bij ons desondanks nog volop op geschoten mag worden.
Enkele maanden geleden verscheen een rapport van een aantal uitmuntende veldwetenschappers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, dat pleitte voor op zijn minst een tijdelijk moratorium op de jacht op de soort, om haar toe te laten wat te recupereren.
Maar helaas, de jagers weten het weer beter: ‘De jacht sluiten komt neer op een ontkenning van de kennis, de kunde en de inspanningen van de jager als wildbeheerder’, luidt het in een persbericht van de Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV) – zeg maar de jagerslobby. Want volgens de HVV ‘blijft de jager de belangrijkste strategische partner in het behoud van de soort’.
Patrijzen moeten sneuvelen voor hun eigen heil.
Het persbericht werd gepresenteerd als een Gewetensonderzoek met vijf ‘moeilijke’ vragen. Jammer genoeg zijn de verschafte antwoorden nogal gemakkelijk. Ze bevestigen namelijk gewoon wat de jagers al jaren verkondigen: zij zijn de besten en zij weten hoe het moet. Al de rest is bijzaak of onbelangrijk.
Intrigerend is wel dat de jagers zeggen dat zij zich soms zelf plaatselijk een tijdelijk moratorium op de jacht op de patrijs opleggen. Als dat waar is, is het toe te juichen, maar waarom verzet de jagerij zich dan tegen wildbiologen die ervoor pleiten om dat tijdelijk voor heel Vlaanderen uit te rollen? De jagers waarschuwen er wel voor: als de jacht zelfs maar tijdelijk wordt afgeschaft, zullen ze geen inspanningen meer leveren voor de patrijs. Iets doen uit liefde voor de natuur of uit bezorgdheid voor een ‘kwetsbaar vogeltje’, dat zit er niet in: geen beest in de pot, geen inspanningen!
Een vriend-natuurliefhebber bezorgde me een rapport van de Vlaamse Landmaatschappij van 25 juli jongstleden over de evolutie van de broedvogels in de ruilverkaveling Elingen (Pajottenland) sinds 2002, waar de jagers niet over reppen. Het is nochtans relevant voor hun verhaal, want ze hebben meegewerkt aan het herstel van akkervogels zoals de patrijs in het gebied.
De resultaten zijn echter ontnuchterend: in 2002 waren er 39 territoria van de patrijs, vorig jaar negen. Dat is een achteruitgang van 77 procent! De oorzaak moet worden gezocht in het feit dat er gewoon te weinig natuurvriendelijk beheerd terrein in het gebied is. Om zoiets te doen lukken moet 8 procent van een landbouwgebied natuurvriendelijk beheerd worden, in Elingen is dat slechts 2,6 procent. Waarvan slechts de helft goed gelegen is of goed beheerd wordt. Met wat zandbakjes voor patrijzen aanleggen, wat graan bijvoederen en wat vossen en kraaien afschieten, zoals de jagers doen, kom je er niet. Er zijn drastischer maatregelen nodig om de vogels voldoende schuilmogelijkheden en natuurlijke voeding te verschaffen. Wat de jagerij voorstelt als dé redding van de patrijs is irrelevant gemorrel in de marge.
Het blijft overigens grappig hoe de jagers in hun taalgebruik systematisch vermijden te zeggen dat ze beesten doodschieten. Ze prijzen in hun persbericht de technische kunde van jagers die een patrijs ‘met hun wapen kunnen vangen’. Vangen impliceert volgens mij weer kunnen loslaten. Maar dat zit er bij een door een kundige jager ‘gevangen’ patrijs niet in, vrees ik.
De vijfde vraag uit het gewetensonderzoek van de HVV legt opnieuw op pijnlijke wijze de hypocrisie van de sector bloot. Het gaat om het uitzetten van patrijzen voor de jacht. Onaangepast en onethisch gedrag dat ten stelligste moet worden afgekeurd, roept de jagerij! Die vervolgens de verantwoordelijkheid voor het opvolgen van de ‘geruchten’ bij de… natuurinspectie legt (een overheidsinstantie).
Als de HVV écht een gemeend gewetensonderzoek zou doen, zou ze eindelijk zelf maatregelen nemen tegen overtreders van de jachtwet. Wij kregen enkele maanden geleden een brief van een fervente jager die zijn beklag deed over het feit dat hij op acht jachten waarop hij was uitgenodigd, vijf keer geconfronteerd was met uitgezette patrijzen. Hij claimde dat het aanvechten van de praktijk ‘zelfs bij de Hubertus Vereniging Vlaanderen hopeloos was’.
Waarom neemt de HVV zelf geen stappen om zulke verhalen door te geven aan de bevoegde instanties? Waarom ontslaat ze de betrokken jagers niet als lid en neemt ze indien mogelijk hun jachtvergunning af? Het is wat te gemakkelijk om zich inzake sanctionering achter de overheid te verschuilen.
Elders in haar gewetensonderzoek stelt de HVV dat de overheid te weinig middelen heeft om akkersoorten als de patrijs te handhaven, zodat jagers deze taak deels overnemen. Als ze dat in het beheer kunnen, mogen ze het ook in de sanctionering doen. Pas dan zullen ze ernstig genomen kunnen worden als mensen die het goed menen met de natuur. Tot het zo ver is blijft de HVV niet meer dan een groepje lobbyisten dat de jagerij onterecht een groen en natuurvriendelijk imago wil aansmeren. De vele patrijzen die gisteren en vandaag gesneuveld zijn in de acties van jagers om de soort te redden, kunnen daarvan getuigen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier