N-VA-Kamerlid Frieda Gijbels ergert zich aan het gebrek aan een opendatabeleid bij onze overheid. ‘In deze crisis is het van het grootste belang dat burgers maatregelen ook begrijpen. Dat ze weten waarop ze gebaseerd zijn en waarom ze nodig zijn.’
Waar ik me nog steeds mateloos aan kan ergeren, is het gebrek aan een opendatabeleid.
We zitten middenin een ongekende situatie, die ongeziene maatregelen vraagt met een enorme impact op ons doen en laten. Nu bijna een jaar. Sommige kinderen zullen bij wijze van spreken “gedeprogrammeerd” moeten worden na deze akelige periode, omdat ze niet beter weten dan dat volwassenen afstand houden en een mondmasker dragen. Misschien denken sommige kindjes wel dat alleen mama en papa kunnen lachen en de andere mensen niet.
Nu, als tandarts werk ik al jaren met een mondmasker om allerlei infecties buiten te houden, dus mij hoef je niet te overtuigen van het nut ervan. En er zijn absoluut maatregelen nodig om de verspreiding van het virus te beperken.
Maar de maatregelen hakken er wel op in en daarom is het van het grootste belang dat burgers de maatregelen ook begrijpen. Dat ze weten waarop ze gebaseerd zijn en waarom ze nodig zijn.
Want op welke cijfers baseert men zich? In het overzicht van Sciensano worden steevast 3 epidemiologische modellen voorgesteld, maar er wordt niet bij verteld op welke getallen en veronderstellingen deze modellen zijn gebaseerd. Welke factoren worden betrokken en hoeveel gewicht krijgen ze? Ik vroeg de opbouw van de modellen op bij minister Vandenbroucke, maar bij de tweede keer dat ik het aankaartte, werd ik verwezen naar Sciensano.
Overheid vraagt burgers om hun leven om te gooien, maar laat na om hen fatsoenlijk te informeren.
Sciensano antwoordde dan weer dat ze enkel hun eigen model konden bezorgen – ik kreeg een aantal bestanden met programmeertaal, niet mijn definitie van een heldere communicatie – en de twee andere dus niet. Ik weet het dus nog altijd niet en ik weet niet hoe ik er dan achter moet komen. Als de minister ze niet kan bezorgen, wie dan wel?
En dat vind ik toch behoorlijk problematisch. Want die modellen bepalen het beleid. Ik ga ervan uit dat die modellen goed in elkaar zitten en elk zo correct mogelijk proberen te voorspellen, maar het feit dat ze nogal uit elkaar lopen, vraagt gewoon meer uitleg.
Maar dat is niet het enige. Het is me nog altijd niet duidelijk wat de streefcijfers nu precies zijn. Er zijn wel een aantal getallen vooropgesteld, met betrekking tot besmettingscijfers en ziekenhuisopnames, maar wat betekenen die cijfers juist? Kan er pas versoepeld worden als die grenzen bereikt zijn? Of kan bij die streefcijfers alles weer open? Je moet die tekst eens lezen, in het “dagelijks epidemiologische bulletin”, onder punt 1.3. “Strategie voor het beheer van een epidemie”. Dat zegt met veel woorden dus totaal niks en ik vermoed dat dat niet per ongeluk is. En wat met de vaccinaties? In hoeverre spelen zij een rol?
En wat doet men om de positiviteitsratio laag te houden? Hoe komt het toch dat in bepaalde provincies nog altijd minder wordt getest? Wéét men dat überhaupt? En indien ja, wat doet men daar dan aan?
Of waarom werden ziekenhuizen niet geïnformeerd over de situatie in andere ziekenhuizen? Ze werden wel gevraagd om dagelijks data in te voeren, maar ze hadden geen idee hoe ze presteerden in vergelijking met andere ziekenhuizen. Dat kan toch niet? Dan laat je toch essentiële informatie verloren gaan?
Over die afvalwatercijfers zal ik maar niet meer beginnen, want dat lijkt verloren moeite. Nochtans zou men ermee bezig zijn en bevatten ze volgens mij essentiële informatie, maar om één of andere reden brengt men ze niet (zoals o.a. in Nederland en het Verenigd Koninkrijk) naar buiten.
Het zal toch niet zo zijn dat er taboes bestaan over regionale of lokale verschillen?
Die vaagheid en onduidelijkheid worden storender naarmate de crisis aanhoudt. De overheid vraagt aan burgers om hun leven drastisch om te gooien en men houdt ons daarbij nauwlettend in het oog. Maar omgekeerd vindt de overheid het blijkbaar niet nodig om ons fatsoenlijk te informeren en te laten zien dat ze zelf tot het uiterste gaat om de crisis in te tomen. Door bijvoorbeeld optimaal gebruik te maken van gegevens. Gegevens zijn essentieel om een crisis te beheren. En die gegevens moeten op een laagdrempelige manier en zonder taboes kunnen worden gepresenteerd aan de bevolking. Dat is toch het minste waar we recht op hebben.
Ondertussen heb ik met mijn fractiecollega’s een klein steentje kunnen verleggen in de rivier. Vanaf binnenkort zullen we in de commissie Gezondheid experten kunnen uitnodigen om een thema uit te diepen. Zoals de epidemiologische modellen bijvoorbeeld. Het idee rijpte door naar de Technische Sessie van de Nederlandse Tweede Kamer te kijken. Door beter geïnformeerd te zijn, kunnen de parlementaire debatten hopelijk ook verrijken, aangezien de technische vragen dan al beantwoord zijn. Het voorstel werd kamerbreed aanvaard. Hopelijk tenminste een stapje dichter richting een opendatacultuur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier