Willem-Frederik Schiltz (Open VLD)
‘Klimaatbeleid: we moeten artikel 7bis van de grondwet niet wijzigen, wel uitvoeren’
‘Op zich heb ik geen bezwaar tegen een grondwettelijk opstapje. Al ben ik eerder geneigd om de grondwet vooral als een gidsend document te zien’, schrijft Willem-Frederik Schiltz (Open VLD) over de mogelijkheid om een ambitieus klimaatbeleid in te schrijven in de grondwet.
Het moet me van het hart. Mijn enthousiasme over de klimaatbetogers en hoe ze klimaat bovenaan de politieke agenda hebben gezet kent grote hoogten. ‘Ziedewel‘, dacht ik, er is een generatie opgestaan die niet meer vanaf de zijlijn toekijkt maar haar roep om een sterk klimaatbeleid steeds luider laat horen. En dat is een goede zaak. Daarnaast begon in de entourage van de klimaatjongeren steeds luider de eis te weerklinken dat zo’n sterker beleid via een klimaatwet moet lopen. En daar heb ik dan weer gemengde gevoelens bij.
Een klimaatwet… sommige landen hebben er een. Andere niet. Er zijn zeker argumenten te geven hoe dit kan helpen. Anderzijds kan je niet aan rechters vragen om beleid te voeren. Dat zou een flagrante aantasting van de scheiding der machten zijn en de democratie snel nog verder om zeep kunnen helpen. Waarom? Omdat klimaatbeleid bij uitstek een enorme impact kan hebben op de sociaal-economische situatie van bijna alle mensen en dus om maatschappelijke keuzes gaat, niet juridische. Omdat de macht in een democratie uitgaat van het volk (via hun volksvertegenwoordigers), en niet van rechters.
Klimaatbeleid: we moeten artikel 7bis van de grondwet niet wijzigen, wel uitvoeren.
Ik ben er wel van overtuigd dat politieke klimaatactie via een dubbel spoor moet lopen: Enerzijds moeten we een aantal concrete maatregelen nemen die snel impact kunnen hebben. Die ervoor zorgen dat we de klimaat-doelstellingen tegen 2030 kunnen halen. Daarnaast is er de doelstelling die nog verder gaat, zero-emissie tegen 2050. Daarvoor, en ik denk zelfs om tegen 2030 goed op weg te zijn, zal het niet volstaan om hier en daar een paar percent minder uit te stoten. Daarvoor hebben we een diepgaandere omslag nodig naar een ander economisch model, dat van circulaire economie.
Zo’n grote maatschappelijke omslag of transitie krijg je niet gefixt door een wet te stemmen in een parlement, ook niet door de grondwet te veranderen. We weten ondertussen dat het draagvlak voor een robuust klimaatbeleid groot is maar dat het draagvlak voor de uitvoering ervan veel kwetsbaarder is. Denk maar aan de gele hesjes. Om klimaatbeleid robuust én duurzaam te voeren heb je dus een breed en liefst participatief maatschappelijk debat nodig waarbij wetenschap, industrie, politiek, overheid en burgers en hun middenveld betrokken worden.
Gebaseerd op feiten moeten we het erover hebben hoe een ‘just & fair transition‘ eruit moet zien. Wie betaalt welke kosten en wie krijgt wat voor welk engagement? Een debat over klimaatbeleid moet over duurzaamheid gaan. Zoals het overigens in art 7bis van de grondwet staat. Een debat over duurzaamheid gaat over normen en waarden. Zonder dat debat blijft de grote omslag naar een zero-emissie model een lege doos of alleszins permanent kwetsbaar voor populistische krachten die sussen dat het allemaal zo dringend niet is.
De discussie vandaag over de al dan niet herziening van art 7 bis van de grondwet is een afgeleide van een debat over de manier we aan klimaatbeleid moeten doen. Over hoe we de transitie moeten vormgeven. Sommigen denken dat een klimaatwet nodig is. Zoals een aantal wetenschappers aangaven dat de huidige manier van werken in België niet werkt en een voorstel van klimaatwet lanceerden. Zo’n bijzondere wet die de manier van werken en de doelstellingen vastlegt kan juridisch niet zomaar. Ofwel moet je de grondwet wijzigen ofwel zoek je andere manieren om de bezorgdheden vorm te geven.
Voor beiden valt iets te zeggen. Op zich heb ik geen bezwaar tegen een grondwettelijk opstapje. Al ben ik eerder geneigd om de grondwet vooral als een gidsend document te zien.
Art 7 bis luidt:
‘Bij de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden streven de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten de doelstellingen na van een duurzame ontwikkeling in haar sociale, economische en milieu-gebonden aspecten, rekening houdend met de solidariteit tussen de generaties.’
De grondwet zegt dus wat we moeten doen: een duurzaam klimaatbeleid voeren. Om dit waar te maken hebben we betere instrumenten nodig. De afgelopen jaren maken schrijnend duidelijk dat huidige set niet voldoende werkt. Wat hebben we dan nodig?
- 1. Klimaatbeleid moet meer gestoeld zijn op wetenschappelijke leest. We moeten kunnen verifiëren welke maatregelen hoeveel klimaatwinst opleveren zodat we niet nutteloos geld uitgeven, een klimaatbegroting dus.
- 2. Wetenschappelijke raad: ondersteuning van regeringen en parlementen om doelstellingen en verdere stappen op het transitie-pad te kunnen zetten.
- 3. Meer samenwerking tussen de regio’s.
Deze elementen worden ook aangehaald door voorstanders van een klimaatwet. Dat wil niet zeggen dat ze niet anders aangepakt kunnen worden. En ook niet dat zonder aanpassing van de grondwet vandaag, we na de verkiezingen het beleid niet op orde kunnen zetten.
Het is daarom jammer dat de laatste dagen al wie niet meteen de piste van een acute grondwetswijziging voorstaat, weggezet wordt als een doodgraver van sterk klimaatbeleid. Ook het argument dat als we vandaag de grondwet niet wijzigen hij voor 5 jaar op slot gaat klopt niet. Het is perfect mogelijk artikel 7bis opnieuw voor herziening open te verklaren en volgende legislatuur in een klap met een eventuele klimaatwet te wijzigen en goed te keuren. Dat veronderstelt dat een meerderheid in het parlement de wijziging van 7bis wil openhouden wat helemaal niet zo gek is en wat alleszins mijn Open VLD-collega’s voorstellen.
Maar laat ons vooral onze ogen op de bal houden. Wat willen we? Een grondwetswijziging met nadien een vals ‘hoera’-moment? Of willen we alle neuzen in dezelfde richting krijgen voor een robuuster klimaatbeleid? Je kan geen doel bereiken zonder adequate instrumenten een een zicht op de weg naar dat doel. Vandaag echter gaat het debat bijna uitsluitend over de instrumenten.
Vorig jaar slaagden de parlementsleden van alle parlementen in België erin een gezamenlijke klimaatresolutie goed te keuren. Samenwerking is onder druk van maatschappelijke noodzaak wel degelijk mogelijk. Die resolutie kan alvast als leidraad dienen om concrete actie te ondernemen, nu, aangevuld met concrete voorstellen van deze of gene partij.
Dus ja, ik blijf met opgeheven hoofd eenieder in de ogen kijken en zeg hen: we hebben een ander klimaatbeleid nodig en daar zal ik alles aan doen. Of we daar in slagen hangt af deels van de toekomstige parlementsleden. Hangt ervan af of we erin slagen om partijbelangen en groot gelijk te overstijgen en resoluut te kiezen, misschien om 7 bis te wijzigen maar nog belangrijker: om 7 bis uit te voeren.
Vlaams Parlementslid Willem-Frederik Schiltz (Open VLD) schreef zijn visie over duurzaam klimaatbeleid neer in ‘Ziedewel, een liberaal klimaatverhaal‘.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier