Bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans kampt met opstoten van woede om hoe de mensenmaatschappij evolueert.
Het spijt me dat ik het moet melden, geachte Lezers, maar ik ben aan het radicaliseren. Onstopbaar. Ik heb geprobeerd het tegen te houden, maar het lukt niet. Nochtans zou je verwachten dat je met het ouder worden berust en zachter tegen de dingen aankijkt. Niet zo bij mij. Ik voel met groeiende regelmaat woede in me opborrelen, woede om hoe de dingen evolueren. Want de dingen evolueren niet in een goede richting.
Voor iemand die begaan is met ons leefmilieu en de gezondheid van vele soorten, niet uitsluitend de dominante mens, zijn het duistere tijden. Overal bots je op weerstand tegen alles wat met het niet-menselijke deel van de samenleving te maken heeft. De druk van de mens wordt zo groot dat aandacht voor de rest naar het achterplan verdwijnt. Aandacht voor andere dieren kan alleen als ze echt nérgens in de weg lopen van de opportunistische mens die alleen aan zichzelf denkt, aan de eigen soort. Sommigen doen hun best, anderen verknallen het voor iedereen.
Ik ben aan het radicaliseren. Onstopbaar.
Franse (en veel andere) jagers knallen voor het plezier en ongestraft trekvogels uit de lucht die Europees beschermd zijn en waar anderen, ook bij ons, grote beschermingsinspanningen voor leveren. Waar zijn de Ecowarriors en de Huntsabs, jachtsaboteurs, als je ze nodig hebt?
De vele niet-nadenkenden onder ons die blikjes en ander vuil in een wegkant keilen alsof het de normaalste zaak van de wereld is, kosten de maatschappij veel geld aan opruimacties – het zal hen worst wezen, maar ze klagen wel dat hun koopkracht afneemt. Ze inspireren geëngageerde onderwijzers tot het sensibiliseren van kinderen door het organiseren van gratis zwerfvuilruimacties – druppels op een hete plaat, want het ligt er binnen de kortste keren weer vol met bierblikjes en andere handelsmerken van de dommeriken die zonder de minste vorm van engagement of maatschappelijk bewustzijn de levenssfeer vervuilen.
Maar ik voel vooral woede om het gemak waarmee populisten en andere hartelozen erin slagen mensen tegen elkaar op te zetten. Ik ben daar ook slachtoffer van – getuige mijn woede, mijn radicalisering. Er is niet alleen biodiversiteit in onze wereld (hoewel steeds minder), maar ook diversiteit: verscheidenheid binnen een soort, inbegrepen de onze. Individuen binnen een soort zijn allemaal op hun manier uniek. Het is eigen aan de wijze waarop het leven geëvolueerd is: als iedereen als exact hetzelfde pakketje van de band rolt is er bijna geen evolutie mogelijk.
Desondanks worden er overal kampen gemaakt, grote vereenvoudigingen van de veelzijdige realiteit, en worden mensen tegen elkaar uitgespeeld. De Congolese arts Denis Mukwege krijgt een Nobelprijs voor de Vrede voor zijn jarenlange engagement om de vele slachtoffers van seksueel geweld te helpen, maar tegelijk is er een massa mannen die vrouwen als seksobject beschouwen, omdat ze per ongeluk tot een ander ‘kamp’ zijn gaan behoren. Ze worden daarbij ‘ontmenselijkt’. Mensen die uit menslievendheid vluchtelingen opvangen, worden voor de rechter gesleept door personen die vinden dat ze daarmee het ‘algemeen belang’ schaden. Sommigen proberen daar politiek garen bij te spinnen.
De ellende is dat populisten steeds gemakkelijker gebruik kunnen maken van een eenvoudige opdeling van mensen in goed afgelijnde kampen om de weg naar de macht vinden. Ze appelleren aan het ‘onderbuikgevoel’ van mensen, onder meer mensen die zich in de steek gelaten voelen en die ze opjutten met verhalen over profiteurs in het andere kamp. Ze voeren een politiek die niet langer het algemeen belang dient, maar het eigen belang, en soms het Vlaams belang.
Ik hoorde op een Antwerpse tram twee overgeëxciteerde dames lachend en voldoende luid om gehoord te worden tegen elkaar zeggen ‘Die komt zeker van Jaccamacca’, toen een zwarte man opstapte. Steeds meer Vlaamse gemeenten hebben last van homofobie, omdat extreemrechtse onderbuikdenkers zich openlijk tegen homoseksuelen keren. Ook zij zijn aan het radicaliseren, want het lijkt ongestraft te kunnen in deze tijden van ‘bestuur vanuit de buik’. Waar blijven het gezond verstand, de verdraagzaamheid, het visionaire inzicht, het verlichte denken? Laat die mensen toch doen, de zwarte medemens, de argeloze homoseksueel. Ze veroorzaken minder overlast dan de agressievelingen die vanuit de onderbuik opereren en hen viseren, verbaal en fysiek. En die op gewelddadige betogingen zelfgecreëerde tegenstanders omdopen tot ‘linkse ratten’ – te verdelgen ongedierte dus.
Engagement en inzet voor een betere wereld worden in deze tijden van groeiende macht van de massa steeds meer weggezet als elitair of iets voor naïeve dromers. De massaconsumenten in shoppingcenters, de blinde volgers van snelle hypes, de visielozen die zich niet kunnen inbeelden dat je iets doet voor anderen die niet tot de eigen (kleine) groep behoren… als ze zich al iets kunnen voorstellen bij engagement degraderen ze het graag tot een daad vergelijkbaar met het trakteren van de brallende broeders op een zoveelste pint of het organiseren van gratis gevechtstrainingen, want je weet nooit waar die nuttig voor kunnen zijn.
Studies wijzen uit dat een derde van de mensen nooit anderen helpt, zelfs niet tijdens een weekje vlotte radio in de aanloop naar Kerstmis dat vooral plezant moet zijn. Amper 5 procent zal altijd helpen. De resterende 60 procent moet je over de schreef trekken, met liefst ludieke en ontspannende acties, wat bij de ene al beter lukt dan bij de andere. In het Kempische Retie werd tijdens een grote solidariteitsactie voor ‘De Warmste Week’ een pak jassen gestolen. Engagement en liefdadigheid zijn niet de regel.
De visieloze massa is helaas de meerderheid. Als je die tegenwoordig meekrijgt, krijg je behoudsgezinde politieke ingrepen die verandering en vooruitgang in de weg staan en zelfs afremmen. Andere mensen moeten buitengehouden worden, want ze bedreigen de eigen identiteit. Vooruitstrevende maatregelen moeten tegengehouden worden, want ze nopen tot gedragsaanpassingen en – godbetert – persoonlijke inspanningen, financiële en andere. De visieloze massa dirigeert plat politiek opportunisme en steeds meer het bestuur van het land. Als dat het gevolg is van democratie, moeten we toch eens ernstig nadenken over dat model.
Het welzijn van het land wordt rücksichtslos op het spel gezet voor een ruk naar rechts om stemmenverlies aan nog rechtsere rakkers te vermijden. Het belachelijke en sterk gemanipuleerde debat over een niet-bindende internationale tekst over migratie, dat bewust uitgelokt werd om de regering te doen vallen, is er een hallucinant voorbeeld van.
Milieumaatregelen worden gretig aan banden gelegd. Rechts Vlaanderen verzet zich tegen statiegeld op blikjes en een verbod op plastic zakjes, officieel om de verpakkingsindustrie niet voor het hoofd te stoten. Het verzet zich tegen hogere normen voor hernieuwbare energie en zwaardere klimaatinspanningen omdat ze geld zouden kunnen kosten. Er is het tenenkrullend verhaal over burgers met aanvankelijk overgesubsidieerde zonnepanelen die nu meer stroom produceren dan ze nodig hebben, en die hun huis vol elektrische vuurtjes zetten om hun overschot toch maar niet zonder vergoeding op het elektriciteitsnet te moeten plaatsen, waar het door anderen zou kunnen worden gebruikt. Het bijzonder slecht en zonder begeleidende maatregelen gelanceerde idee van een betonstop, dat de open ruimte mooier, overzichtelijker en beter beheersbaar moet maken, leidt tot een plotse bouwwoede op het platteland. Het omgekeerde van solidariteit – het is degoutant, maar het bestaat, waarschijnlijk zelfs meer dan we denken.
Het is om wanhopig van te worden. Je zou zowaar gaan verlangen naar verlichte despoten als de Rwandese president Paul Kagame, die zich veel meer dan onze verlichte politieke geesten bewust is van het belang van doortastende milieumaatregelen voor het welzijn van zijn land en zijn burgers.
Ik ben lang niet de enige van mijn leeftijd die radicaliseert. De bewuste en betrokken burger krijgt het kwaad. Hij lanceert uit machteloosheid rechtszaken tegen de overheid om haar tot efficiëntere maatregelen tegen milieuverloedering en klimaatopwarming te bewegen – voorlopig vruchteloos, want de overheid doet beroep op belachelijke juridische vertragingsmanoeuvres (zoals taalrolperikelen) om de behandeling van de zaak zo lang mogelijk uit te stellen. Een gerespecteerd hoogleraar ecologie van een van onze universiteiten bestempelde politici die op de rem gaan staan inzake de strijd tegen de klimaatopwarming, onomwonden als ‘witteboordcriminelen’. Misdadigers op de lange termijn. Misdadigers met voorbedachte rade, want ze kunnen zich niet verschuilen achter de dooddoener ‘wir haben es nicht gewusst’.
Je ziet de radicalisering ook in de evolutie van de eindejaarsconferences. Toen Geert Hoste ze nog maakte, zat de zaal vol met politici die hoopten dat ze vernoemd zouden worden, want dat was goed voor hun imago. Met Michael Van Peel was dat al anders, een stuk harder. En opvolger Stijn Meuris, sowieso een gemakkelijk boos te maken mens, noemt zijn voorstellingen niet voor niets Tirades. De politieke zeden verharden, de observatoren daarvan ook.
Het gaat niet de goede richting uit – zoveel is duidelijk. En dat moet niet worden weggezet als een oprisping van gefrustreerde linkse intellectuelen, zoals de rechtse populisten en indelers van een gemeenschap in vijandige kampen graag doen, maar als bezorgdheid van mensen over het algemeen belang en de toekomst. De in speeches (ook van demagogen) populaire kleinkinderen, weet je wel, die in de besluitvorming doorgaans over het hoofd worden gezien – zo klein zijn ze.
Het is evident dat de snelle globalisering en aangroei van de wereldbevolking voor organisatorische problemen zorgt (en zal blijven zorgen). Het is niet gemakkelijk orde in de chaos te krijgen, zeker omdat het systeem tegenwerkt, want een complex systeem neigt naar chaos. Sociale media versterken de chaos. Het goede nieuws is dat je overal in de wereld geëngageerde en milieubewuste mensen vindt, die klaar staan om de wereld beter te maken. Het slechte nieuws is dat ze bijna overal in de minderheid zijn en het moeilijk hebben om zich te manifesteren en hun idealen door te drukken. Ze botsen op weerstand van behoudsgezinden, die zich verzetten tegen verandering en evolutie, tegen ontwikkelingen om het leven op termijn voor zoveel mogelijk mensen (en andere dieren) leefbaar te houden, want zij maken zichzelf (en anderen) wijs dat ze daar niets aan zullen hebben.
Het lijkt er steeds sterker op dat het huidige type politicus niet geschikt is om dit soort mega-uitdagingen aan te gaan. Helaas vecht ook hij voor zijn professionele overleving, met indien nodig het eenvoudigste middel dat hij ter beschikking heeft: populisme, het terugvallen op het gemakkelijkst te manipuleren significante segment van de maatschappij.
Dat besef en het groeiende inzicht in de gevolgen daarvan maakt mij kwaad. Daarom betrap ik mezelf op radicalisering. Ik vrees dat het er in 2019 niet beter op zal worden. Radicalisering gecombineerd met pessimisme: het ziet er niet goed uit voor mijn persoonlijke toekomst. Maar fuck mijn persoonlijke toekomst. Ik wil een betere wereld voor de kleinkinderen. En in één moeite door voor andere dieren dan de vermaledijde mens met zijn ecologische uitwassen. Ik ben niet langer trots op de eigen soort, hoewel ze prachtige individuen voortbrengt. De eigen soort evolueert in een richting waar ik beschaamd voor ben. Dat is erg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier