Luchtverontreiniging is nog steeds te hoog in grote delen van EU
Veel inwoners van de Europese Unie ademen dagelijks onaanvaardbaar hoge niveaus van verontreinigende stoffen in de lucht in. Dat blijkt uit nieuwe gegevens die het Europees Milieuagentschap (EMA) dinsdag heeft vrijgegeven.
Het onderzoek is gebaseerd op officiële gegevens van 2019 en voorlopige gegevens van 2020 van 4.500 meetstations in 40 landen. De meeste landen overschreden de wettelijke limieten voor minstens één belangrijke luchtverontreinigende stof, aldus het EEA. Volgens de voorlopige gegevens is de luchtkwaliteit in Europa in 2020 verbeterd, meldt het EEA nog.
Dat komt onder meer door de beperkingen die zijn opgelegd tijdens de coronapandemie in combinatie met de gunstige weersomstandigheden. Toch blijft luchtverontreiniging het grootste gevaar voor de gezondheid in Europa. Het veroorzaakt onder andere hart- en vaatziekten en longaandoeningen, die in de ergste gevallen leiden tot een vroegtijdige dood.
De risico’s verschillen van de leefomgeving. Mensen in grote steden worden over het algemeen blootgesteld aan hogere niveaus van stikstofdioxide door de uitstoot van wagens. De concentraties fijnstof zijn het hoogst in Midden- en Oost-Europa omdat daar nog brandstoffen als steenkool en hout worden gebruikt voor de verwarming van woningen en de industrie. In Zuid-Europa zijn dan weer de ozonconcentraties bijzonder hoog.
De EU heeft grenswaarden vastgesteld voor 13 verontreinigende stoffen in de lucht. De Wereldgezondheidsorganisatie – die woensdag haar richtsnoeren zal bijwerken – hanteert nog strengere normen.