‘Was er geen nakende regeringsvorming, dan waren het pervers politiek steekspel en de selectieve verontwaardiging minder hijgerig geweest’, schrijft Jean-Marie Dedecker over de kritiek op Vlaams minister-president Jan Jambon in de zaak-Chovanec.
Eigenlijk ben ik slecht geplaatst om deze column te schrijven. Ik ben vooringenomen. Ik ken minister-president Jan Jambon immers persoonlijk als een integer en empathisch mens. Enige vorm van sympathie en partijdigheid is me dus niet vreemd. Maar als ervaringsdeskundige in de discipline defenestratie, en na vele omzwervingen in het leugenpaleis aan de Wetstraat heb ik last van zure oprispingen bij de misselijkmakende politieke lijkenpikkerij die bij de dood van Jozef Chovanec wordt opgevoerd.
Had Jambon achteloos “Ik herinner het me niet” gezegd in plaats van ” Neen, nooit heb ik daar wat van gehoord” toen hem een micro onder de neus geduwd werd, dan had hij zichzelf niet in nesten gewerkt en was hij achteraf nooit spoorslags van zijn huwelijksreis uit Toscane moeten terugkeren. Dan was hij ook niet belaagd alsof hij persoonlijk een wurgende George Floydknie op de hals van het Slovaakse slachtoffer had gezet. Dan klonk de roep om zijn ontslag eerder als vals getoeter dan als een zogenaamde schreeuw om rechtvaardigheid.
Als je geschoren wordt moet je stil zitten. Deze volkswijsheid is een waarheid als een koe, want elk woord dat je uitspreekt ligt op een bananenschil. Elke zin opent een nieuwe valkuil. Dan is het niet alleen meer wrijven in de vlek voor de bloeddorstige meute maar hardvochtig schrobben om ze zo ver mogelijk uit te strijken. Het is de dynamiek van de haaientank, wie een beetje bloedt wordt vrolijk aan stukken gescheurd, en wie bloed ruikt mag bijten, vlees tussen de tanden of niet. De morele verontwaardiging over het gebeurde dient enkel nog als schaamlap voor het intense genoegen om de prooi machteloos te zien spartelen. Het socialmediagekletter klinkt dan oorverdovend, aangevuurd door parlementaire kakeldeskundigen die oeverloos knagen aan afgekloven botjes, eerder om zichzelf te horen dan om de waarheid te ontdekken.
De doofpotten in de zaak-Chovanec rammelen luider dan een steelband.
Op 28 februari 2018 werd er op een drietal Vlaamse nieuwssites al bericht over een voorval met politiegeweld op de luchthaven van Charleroi. Het werd nauwelijks opgenomen door de media en stierf een stille dood, net zoals Jozef Chovanec. Jambon kreeg een vervalst politieverslag. De pers, de zelfverklaarde waakhond van de democratie, bleef in haar kot. Geen beelden, geen nieuws. Geen parlementaire vragen, want het vragenuurtje in het halfrond beperkt zich meestal tot wat onze volkstribunen opgeraapt hebben in de krant of op de beeldbuis. Wie vandaag met een opgestoken vingertje Jambon de levieten leest heeft toen ook argeloos zijn schouders opgehaald.
Met politieverslagen over opnames in de cel kun je bibliotheken vullen. In Middelkerke waren er recent deze twee voorvallen. Op 23 juni 2020 wordt een ladderzatte herrieschopper aangehouden en in de cel gegooid. Alerte agenten merken op dat het luide snurken in zijn dronkenmansroes plots ophoudt. Hij krijgt een hartstilstand, wordt gereanimeerd door de agenten, en in allerijl door een ziekenwagen naar het hospitaal gevoerd waar hij ’s anderendaags overlijdt.
En op donderdag 20 augustus zet de marginale M. de plaatselijke markt op stelten, beschadigt auto’s en valt een viertal mensen aan. Hij moet ingerekend worden door zes agenten en wordt naar de cel gebracht. Stoned als een garnaal en stijf van de alcohol heeft M last van het Excited Delirium Syndrome, ongevoelig voor pijn en uitermate agressief. Eén agent wordt een bloedneus getrapt – kopschoppen naar koddebeiers is ondertussen een gebruik dat ook opgeld maakt buiten het milieu van de Brusselse draaideurcriminelen – een tweede agent is vijf dagen arbeidsonbekwaam. Liggend op zijn buik, want hij spuwt als een lama, wordt M. in de bajes vakkundig gekneveld, met een schelp op een draagberrie, volgens de instructies van de Nederlandse politie die in het kantoor geafficheerd zijn (de Belgische politie heeft immers geen standaardprocedure. Quid?). Hij wordt naar het ziekenhuis getransporteerd waar vijf verplegers helpen om hem in bedwang te houden. Hij loopt terug vrij rond.
Lees meer over deze feiten: Hoe in Middelkerke een nieuwe zaak-Chovanec werd vermeden
Alles wat in de cel gebeurt wordt gefilmd en elke administratieve aanhouding moet door de burgemeester afgetekend worden. Ik kijk het nooit na. Het verifiëren van beeldbanden over bajesklanten zou immers een dagtaak zijn. Vertrouwen hebben in je medewerkers is misschien naïef, maar tot nader order nog geen misdaad.
Het afbranden van Jambon, die als minister-president van de Vlaamse regering al een onopvallend parcours rijdt (van sterke Jan naar slappe Jan), is echter een politieke karaktermoord met voorbedachten rade. Was er geen nakende regeringsvorming dan waren het pervers politiek steekspel en de selectieve verontwaardiging minder hijgerig geweest. Een parlementaire inquisitie verloopt nagenoeg altijd volgens hetzelfde stramien. De oppositie basht en de meerderheid verdedigt. Nu niet, iedereen mocht schieten uit de losse pols, partijorders op de tonen van Vivaldi. De wolven huilden zich schor in het paarsgroene bos. Het demoniseren van Jambon was een intentieproces en een beschadigingsoperatie die als hefboom moest dienen om de CD&V een bocht van 180 graden naar links te laten maken en om justitieminister Koen Geens uit de wind te zetten. Het doel heiligt de middelen.
Huidig minister van Binnenlandse Zaken Pieter Decrem gooide zijn voorganger onder de bus en kreeg het duwtje aangereikt door Philippe Goffin. Onze minister van Buitenlandse Zaken is gepokt en gemazzeld op het kabinet van zijn leermeester Didier Reynders. Zo kon hij het bezoek van de Slovaakse ambassadeur aan Jambon als een bommetje in de inquisitiezaal gooien. Deze ontmoeting viel samen met de begrafenis van twee politieagenten in Luik die vermoord waren door Benjamin Hermans toen die penitentiair verlof gekregen had van de justitiediensten van Koen Geens. Misplaatste ironie van ’t lot.
En wat indien Jambon wel had ingegrepen na het bezoek van de Slovaakse ambassadeur aan zijn kabinet? Welke aanslag op de Scheiding der Machten zouden de juridische scherpslijpers toen bovengehaald hebben omdat hij zich zou mengen in een Waals juridisch onderzoek, en dan nog in de slangenkuil van Charleroi, het voogdijgebied van Paul Magnette? Dan hadden de vakbonden moord en brand geschreeuwd omdat hij een tuchtmaatregel zou opgelegd hebben zonder het resultaat van het gerechtelijk onderzoek af te wachten. De blaffende honden plassen tegen de verkeerde benen. Als Jambon al boter op zijn hoofd heeft dan ligt Koen Geens als voogdijminister van het falende Parket, het Comité P en de blunderende onderzoeksrechter, onder een boterberg.
Zum Kotzen. De rotte appels bij de ordehandhavers, blonder dan de agente die de Hitlergroet bracht kun je niet zijn. Het zwartepieten bij de politietop. De Omerta op het parket. De zelfbescherming bij het Comité P, een wegkijkende onderzoeksrechter, politici met een dubbele moraal en met een verdoken agenda…. De deksels op de doofpotten rammen luider dan het ketelmuziek van een steelband. There is something rotten in the state of Belgium.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier