Vervuiling bij Umicore in Hoboken erger dan gedacht: de kinderen van de rekening
De milieuvergunning van Umicore in Hoboken is gebaseerd op twintig jaar oude, achterhaalde wetenschappelijke inzichten over de risico’s van lood in bloed. Dat blijkt uit een onderzoek van Knack en Pano. En niet alleen de looduitstoot van het recyclagebedrijf is problematisch: ook cadmium en arseen houden ernstige gezondheidsrisico’s in. Is de overheid nalatig geweest?
De ouders van Doha, Hannah, Israe, Lusi, Micha, Mon, Nelles en Wanis kregen de voorbije jaren verontrustend nieuws: hun kinderen hadden te veel lood in hun bloed. En ze zijn niet alleen. Ook tientallen andere kinderen tussen één en twaalf jaar uit de wijken Moretusburg en Hertogvelden tekenden hoge lood-in-bloedwaarden op. De oorzaak hoeft niet ver gezocht te worden. De uitstoot van zware metalen door het vlakbij gelegen recyclagebedrijf Umicore, dat werk geeft aan 1650 mensen in de fabriek, is al een halve eeuw een bekend probleem in Hoboken.
In de lente van 1973 vielen koeien en paarden dood in de wei nadat ze besmet gras en hooi hadden gegeten uit de buurt van Umicore, toen nog Union Minière. Daarop stelde het gemeentebestuur een onderzoeksteam samen onder leiding van kinderarts Robert Clara. Die stelde vast dat ook de kinderen uit de wijk waren blootgesteld aan lood. Om de situatie op te volgen, organiseert de overheid sinds 1978 een halfjaarlijkse bloedprik.
Lood manifesteert zich niet onmiddellijk. Een kind ziet er vandaag misschien prima uit, maar over pakweg 5 of 20 jaar kunnen de gevolgen optreden.
‘De voorbije decennia zijn de lood-in-bloedgehaltes spectaculair gedaald, van gemiddeld 30 tot minder dan 3 microgram per deciliter’, zegt Vera Nelen, directeur van het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) van de provincie Antwerpen. Ze is al dertig jaar bij de bloedprikken betrokken. Nelen is ook voorzitter van de Medische Werkgroep Hoboken, die de resultaten van de bloedprik opvolgt. ‘De situatie is beter dan ooit tevoren. Dat is het gevolg van allerhande maatregelen die het bedrijf de voorbije decennia heeft getroffen’, zegt Nelen. ‘Maar intussen is ook de wetenschap over de risico’s geëvolueerd. Daardoor beseffen we dat de verbeteringen nog niet volstaan. En in 2020 hebben we gezien dat de samenloop van een paar omstandigheden volstaat om opnieuw belangrijke risico’s vast te stellen.’
De combinatie van opwaaiend stof, droge periodes, hevige wind richting woonwijk en kinderen die thuis moesten blijven door de coronalockdown bleek desastreus. De gemiddelde loodwaarde bij de kinderen uit Moretusburg en Hertogvelden steeg in het voorjaar van 2020 tot 6 microgram per deciliter, bijna dubbel zo veel als het jaar ervoor. Twintig kinderen hadden meer dan 10 microgram, vier zelfs meer dan 20 microgram. Zulke alarmerende waarden hadden ze al tien jaar niet meer gezien.
Hoe is het zover kunnen komen? Knack en Pano trokken op onderzoek uit. Op basis van de wet op de openbaarheid van bestuur vroegen we duizenden pagina’s rapporten en verslagen over Umicore op bij twaalf verschillende overheidsdiensten. We interviewden artsen, ambtenaren en buurtbewoners, spraken met binnen- en buitenlandse experts, analyseerden de statistieken over lood-in- bloedwaarden en lieten ook nieuwe laboratoriumtests uitvoeren om de uitstoot in kaart te brengen.
‘Dit breekt mijn hart’
Lood belandt in het bloed van kinderen via inademing én via de darmen. ‘We weten dat kinderen meer lood opeten omdat ze vaker hun handen in hun mond steken. Bovendien laten de darmen van kinderen gemakkelijker lood door dan die van volwassenen. Daarom focussen wij ons in ons halfjaarlijkse bloedonderzoek op kinderen’, zegt Vera Nelen van het PIH.
‘Zodra lood in je lichaam zit, baant het zich een weg via je bloed. Het zal vooral in je bot worden ingebouwd, maar een belangrijk deel kan zich ook nestelen op plaatsen zoals de hersenen en het zenuwstelsel’, zegt Filip Vanderoost. Hij is huisarts in Hoboken en ziet in zijn praktijk bij Geneeskunde voor het Volk al jaren kinderen met hoge lood-in-bloedwaarden en hun ongeruste ouders. ‘Zodra lood in je hersenen en zenuwen zit, kan het schade veroorzaken. Kinderen zijn nog in volle ontwikkeling. Als tijdens die ontwikkeling iets misloopt, kan dat niet meer hersteld worden. Dan neem je dat voor de rest van je leven mee.’
Vanderoost zegt dat hij in zijn praktijk onder meer kinderen met gedragsproblemen ziet. ‘We zien ook een duidelijk verband tussen het IQ en de gemeten loodwaarden. De problematiek kan gaan van ontwikkelingsstoornissen als autisme over impulscontroleproblemen en ADHD tot concentratieproblemen. Eigenlijk gaat het om vage zaken die moeilijk opgepikt worden, en die vaak ook samenhangen met factoren als leefomstandigheden.’
De Amerikaanse kinderarts Mona Hanna-Attisha klinkt al even bezorgd. Ze bond destijds de kat de bel aan in de Amerikaanse stad Flint (Michigan), waar het drinkwater vervuild was met lood. De watercrisis in Flint werd wereldberoemd door de documentaire Fahrenheit 11/9 van Michael Moore.
‘Dit breekt mijn hart’, zegt Hanna- Attisha wanneer we haar de lood-in-bloedwaarden uit Hoboken voorleggen. ‘Vooral omdat blootstelling aan lood perfect voorkomen kan worden. Het hoeft niet zo te zijn. Op korte termijn is er misschien wel een economisch voordeel (uit de industriële activiteit waarbij lood vrijkomt, nvdr), maar daarna volgen de kosten voor gezondheidszorg, onderwijs… Maatschappelijke kosten, dus.’
Hanna-Attisha benadrukt dat er geen loodniveau bestaat dat oké is voor kinderen. ‘We weten bovendien dat wanneer zij aan lood blootgesteld worden, de gevolgen pas decennia later kunnen optreden – denk bijvoorbeeld aan hoge bloeddruk, vroege dementie en nierziektes. Lood manifesteert zich niet onmiddellijk. Een kind ziet er vandaag misschien prima uit, maar over pakweg vijf of twintig jaar kunnen de gevolgen optreden. Bovendien is de uitkomst moeilijk te voorspellen. Neem twee kinderen met hetzelfde lood-in-bloedniveau: het ene kind gaat later naar Harvard, het andere zal niet kunnen lezen. Daarom is het belangrijk om de bevolking over een lange termijn op te volgen.’ In Hoboken wordt het bloed van kinderen geprikt tot twaalf jaar. Daarna stopt het.
Simpele factcheck
Op 25 oktober 2013 kondigde Umicore in de pers aan dat het 100 miljoen euro ging investeren in zijn vestiging in Hoboken. Vijf dagen later vroeg het recyclagebedrijf voor de beoogde capaciteitsuitbreiding een nieuwe milieuvergunning aan bij de provincie Antwerpen. Het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) gaf toen een ongunstig advies, ‘omdat de activiteiten milieuhygiënisch onverenigbaar zijn met de (woon- en leef)omgeving en de risico’s voor mens en milieu onaanvaardbaar zijn’. Ondanks die niet mis te verstane waarschuwing kende de provincie in april 2014 Umicore toch een milieuvergunning toe. Want daarbij wordt niet alleen gezondheid in de weegschaal gelegd.
De provincie legde Umicore wel een aantal voorwaarden op. Eén voorwaarde gaat over de bloedwaarden van kinderen uit de buurt: ‘De gemiddelde lood-in-bloedconcentratie van de kinderen uit de omgeving (Moretusburg, Hertogvelden, Vinkevelden) dient lager te zijn dan 10 microgram per deciliter. Indien de WHO-richtlijn verandert voor deze parameter, wordt de norm aangepast aan de WHO-richtlijn.’
We namen contact op met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor een simpele factcheck. ‘Wij hebben géén specifieke richtlijn voor de concentratie van lood in bloed’, reageert Lesley Onyon, toxicologie-experte bij de WHO. Meer nog: ‘Sinds 2010 heeft de WHO consequent het standpunt ingenomen dat er geen niveau van blootstelling aan lood is waarvan bekend is dat het géén schadelijke gevolgen heeft.’ Via het onlinezoekarchief Wayback Machine achterhaalden we dat dat minstens sinds 2018 ook met zoveel woorden te lezen stond op de website van de WHO: ‘Er is geen bekend niveau van blootstelling aan lood dat als veilig wordt beschouwd.’
In de laatste jaarlijks verplichte rapportering van Umicores emissies aan de overheid, die dateert van september 2020, staat nog te lezen dat de lood-in- bloedwaarden van de kinderen uit Moretusburg-Hertogvelden voldeden aan ‘de WHO-waarde van 10 mg/dl die nog steeds van toepassing is’. Luc Gellens, tot voor kort directeur van de fabriek in Hoboken, verwijst naar de milieuvergunning en zegt dat ‘het gaat over een norm van 10 microgram per deciliter die vastgelegd is door het WHO en bij mijn weten nooit echt herroepen is’.
Hoe zit het nu? En hoe is 10 microgram per deciliter überhaupt als waarde in de milieuvergunning beland? We vroegen het na bij de provincie Antwerpen, die de vergunning toekende, en de Vlaamse agentschappen die vooraf advies gaven.
Sinds 2010 hebben wij het standpunt ingenomen dat er geen niveau van blootstelling aan lood is waarvan bekend is dat het geen schadelijke gevolgen heeft.
Het getal blijkt afkomstig uit een document van het jaar 2000. Toen publiceerde de WHO zogenoemde Air Quality Guidelines, richtlijnen rond luchtkwaliteit. ‘Daarin staat dat de gemeten jaarlijkse gemiddelde luchtconcentratie de richtwaarde van 0,5 microgram lood per kubieke meter niet mag overschrijden’, zegt woordvoerder Joris Moonens van het AZG. ‘Die richtlijn is gebaseerd op een niveau voor humane belasting van 10 microgram per deciliter lood-in-bloed.’ Dat reflecteerde op dat moment – ruim twintig jaar geleden, dus – de wetenschappelijke inzichten. Het idee toen was dat de vroegste schadelijke effecten van lood bij jonge kinderen optraden vanaf 10 microgram per deciliter.
Ook al heeft de WHO haar richtlijn opmerkelijk genoeg nog altijd niet aangepast, de wetenschappelijke inzichten over lood-in-bloed zijn sinds 2000 wel grondig bijgesteld. Er is géén veilige waarde. De betrokken administraties laten weten dat ze hadden verwacht dat de WHO haar richtlijn zou aanpassen. Ze voegen eraan toe dat de Medische Werkgroep Hoboken al sinds 2012 werkt met de waarde van 5 microgram per deciliter bloed. Dat klopt, maar die waarde staat niet vermeld in de milieuvergunning van Umicore.
Irreversibel
Flashback naar de bijeenkomst van de Medische Werkgroep Hoboken van 20 december 2012. ‘Het adviescomité voor de preventie van loodvergiftiging bij kinderen van de Centers for Disease Control (CDC, een Amerikaanse overheidsinstantie) stelt dat ook bij lood-in- bloedwaarden onder de huidige referentiewaarde van 10 microgram per deciliter irreversibele schadelijke effecten kunnen optreden bij kinderen’, staat in het verslag te lezen. ‘De CDC bevelen aan om als nieuwe referentiewaarde 5 microgram per deciliter te gebruiken.’
De werkgroep besliste daarop om zijn communicatie van de lood-in-bloedmetingen aan de bevolking aan te passen. ‘Er wordt wel op gelet dat de communicatie “niet-alarmerend” wordt, maar er zal wel vermeld worden dat er geen veilige waarde meer is. De boodschap wordt “hoe lager, hoe beter”.’
En zo verlaagde de werkgroep zijn referentiewaarde van 10 naar 5 microgram per deciliter, bijna anderhalf jaar voor Umicore de nieuwe milieuvergunning kreeg. Ook Umicore zelf hanteerde toen 5 microgram per deciliter als waarde. ‘Ik ben niet verantwoordelijk voor wat er in de milieuvergunning staat’, reageert Luc Gellens. ‘Ik maak die normen niet. Ik kan alleen maar zeggen dat we de voorbije jaren intern niet met 10 microgram hebben gewerkt.’
De Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) werkt sinds 2010 met een toxicologische referentiewaarde van amper 1,2 microgram per deciliter. ‘Dat jaar hebben we een wetenschappelijke opinie gepubliceerd over lood in voedsel’, zegt woordvoerster Francesca Avanzini. ‘Voor kinderen hebben we een toxicologische referentiewaarde van 1,2 microgram vastgesteld als ondergrens voor schadelijke effecten op de neurologische ontwikkeling. Die concentratie lijkt erg klein, maar voor lood moeten we er rekening mee houden dat het bij kinderen in de hersenen terechtkomt. En ook de lange halfwaardetijd van lood (de tijd waarna van een oorspronkelijke hoeveelheid stof nog de helft overblijft, nvdr) in weefsels – bijvoorbeeld meer dan dertig jaar in botten – maakt zelfs minieme hoeveelheden problematisch.’
Nooit getest
En toch nam de Provincie Antwerpen 10 microgram per deciliter op in de milieuvergunning van Umicore. Het concrete gevolg van die keuze was, simpelweg, dat Umicore die voorwaarde in de vergunning niet heeft overtreden. De waarde van 5 microgram is in vier van de voorbije zeven jaar wél overschreden, zo blijkt uit onze data-analyse van de meetresultaten van de bloedprikken.
Al meteen in het voorjaar van 2014, net na de toekenning van de milieuvergunning, lag het gemiddelde op 5,83 microgram per deciliter. Ook tijdens meetcampagnes in 2016, 2017 en 2020 lag het gemiddelde boven de 5 microgram per deciliter.
En dan is er nog een belangrijke vaststelling. In de milieuvergunning staat dat het niet alleen gaat om de lood-in-bloedwaarden van kinderen uit de wijken Moretusburg en Hertogvelden maar ook om die van kinderen uit Vinkevelden. Die laatste groep is de voorbije zeven jaar nooit getest. ‘Daar is ergens een inconsistentie’, beaamt Luc Gellens. Maar bloedprikken zijn natuurlijk niet Gellens’ verantwoordelijkheid. ‘Gelet op de windrichting en de afstand neem ik aan dat de bloedwaarden in Vinkevelden lager zullen liggen’, antwoordt Vera Nelen van het PIH. ‘Maar dat is een gefundeerde veronderstelling. We hebben het inderdaad niet gemeten.’
Ook juridisch rijzen er vragen. We legden de lood-in-bloedvoorwaarde uit de milieuvergunning van Umicore voor aan milieuadvocaat Hendrik Schoukens (UGent). ‘Zo’n vergunningsvoorwaarde moet duidelijk en afdwingbaar zijn, maar deze is vaag en onduidelijk geformuleerd’, zegt hij. ‘Het is wel heel gemakkelijk om te stellen: “We gaan in een bindende voorwaarde naar een richtlijn verwijzen, die nog en cours de route kan wijzigen.” Het lijkt erop dat men de kool en de geit wilde sparen. Men onderkende het probleem van het lood in het bloed, maar wilde het eigenlijk niet te strikt stellen. De overheid zei: “Je krijgt je vergunning maar je moet het wel opvolgen.” Terwijl een andere benadering zou geweest zijn: Umicore, toon aan dat er géén probleem is.’
Woordvoerster Brigitte Borgmans van het Departement Omgeving, een van de administraties die de provincie Antwerpen destijds advies gaf, werpt op dat het al ‘vrij ongebruikelijk en streng’ is dat een norm over lood-in-bloedwaarden in de vergunning is opgenomen. Maar ze voegt eraan toe: ‘Met de informatie die we nu hebben, zou de voorwaarde waarschijnlijk anders geformuleerd zijn.’
Dé ontmoetingsplek
Het Departement Omgeving en het AZG stellen dat ze inmiddels zelf werken met een gezondheidskundige advieswaarde voor lood in de lucht die ruim drie keer strenger is dan de huidige norm. ‘Die advieswaarde richt zich momenteel op een humane lood-in-bloedwaarde van minder dan 5 microgram per deciliter’, zegt Joris Moonens van het AZG. Maar ze wordt niet aan Umicore opgelegd als voorwaarde. Zelfs in een gemeenschappelijk advies van eind februari aan de provincie Antwerpen, waarin beide agentschappen samen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voorstellen om de milieuvergunning van Umicore aan te passen, reppen ze er met geen woord over.
‘Volksgezondheidskundige advieswaarden en wettelijke grenswaarden vallen niet noodzakelijk samen’, zegt Moonens. ‘Bij het vaststellen van de wettelijke (Europese) luchtkwaliteitsnormen speelt niet alleen de bescherming van de volksgezondheid een rol. Ook de technische haalbaarheid en economische aspecten wegen mee bij de bepaling van wettelijke luchtkwaliteitsnormen.’
Haalt Umicore die gezondheidskundige advieswaarde vandaag? ‘Daar zitten wij nog boven, op de meetpunten die we in Moretusburg hebben opgesteld’, zegt Luc Gellens. Een van die meetpunten staat aan het Constantin Meunierplein, waar sportterreinen en een speelzone zijn aangelegd. Het is dé ontmoetingsplek voor kinderen uit de buurt.
In hun gemeenschappelijk advies aan de provincie stelden de VMM, het AZG en het Departement Omgeving al evenmin voor om in de milieuvergunning de voorwaarde voor de lood-in-bloedwaarde aan te passen. ‘Er is zeker over gesproken’, reageert Moonens. ‘Maar in het gemeenschappelijk advies werd dat niet meegenomen. Er is meer wetenschappelijk gefundeerd onderzoek nodig om een juiste bloedconcentratie voor te stellen waaraan je vervolgens in Hoboken kunt aftoetsen. De bloedwaarde naar 0 microgram per deciliter brengen is niet realistisch en zal in beroep zeker niet aanvaard worden. Milieuvoorwaarden moeten voor een bedrijf aantoonbaar en haalbaar zijn. Een bedrijf kan zijn uitstoot aanpakken en de blootstelling in de wijk verminderen – bijvoorbeeld door veegacties en stofreiniging in de woningen. Maar het kan onmogelijk waarden in de mens aanpakken omdat die beïnvloed worden door meerdere factoren, zoals opname via voeding en water.’
‘Nieuwe inzichten’
Op 25 februari 2021 besliste de provincie Antwerpen om de milieuvergunning van Umicore aan te zullen passen ‘op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten’. Diezelfde dag stuurde het AZG nog een aanvullend advies naar het provinciebestuur. Daarin stelt het: ‘Indien enkel gezondheid in ogenschouw wordt genomen (…) draagt de huidige exploitatie bij tot een onaanvaardbaar gezondheidskundig risico.’ Het AZG adviseert bovendien uitdrukkelijk om de waarde van 10 microgram te herzien. Het onderzoekt ‘sinds kort’ en in samenwerking met partnerorganisatie Milieugezondheidszorg welke aangepaste waarde het dan ‘hopelijk kan voorstellen’ tijdens de huidige vergunningsprocedure.
Het is de vraag van 1 miljoen: welke waarde voor lood-in-bloed moet er komen in de nieuwe milieuvergunning? ‘Ik ga daar geen uitspraken over doen’, zegt Luc Gellens van Umicore. ‘Maar de 1,2 microgram van EFSA lijkt me niet realistisch. Ik denk dat zelfs de gemiddelde waarde in België nog hoger ligt. Dat lijkt mij toch een beetje overdreven.’ Uit een onderzoek dat het Vlaams Steunpunt Milieu & Gezondheid in 2017-2018 over heel Vlaanderen uitvoerde, bleek een gemiddelde lood-in-bloedgehalte bij scholieren van het derde middelbaar van 0,77 microgram per deciliter. Voor kinderen zijn er geen cijfers.
Ook Vera Nelen van het PIH wil zich niet op een getal laten vastpinnen. ‘Elke waarde is schadelijk. Tja, wat ga je dan hanteren als norm? Eigenlijk gaat het over de vraag welke schadelijke gevolgen van een blootstelling wij als maatschappij bereid zijn om te tolereren. We weten intussen ook wel dat zelfs die 5 microgram eigenlijk niet meer acceptabel is. Waar moet de grens dan liggen? Daar kan ik moeilijk op antwoorden.’
Belangrijke vraag: waarom heeft het allemaal zo lang geduurd? Waarom past de provincie, die de bevoegdheid heeft om een vergunning te schorsen of op te heffen, de milieuvergunning van Umicore pas na zeven jaar aan? ‘Wanneer de WHO de waarden aanpast, leidt dat niet onmiddellijk tot een aanpassing van de vergunning’, zegt provinciegriffier Danny Toelen. ‘De lood-in-bloedwaarde zat in 2018 in dalende lijn en daalde in 2019 tot de laagste waarde ooit sinds 1998. In die periode was er geen signaal dat bijsturing op het vlak van lood-in-bloed noodzakelijk was, net integendeel. Was de waarde voor lood-in-bloed gestegen, dan zou er wel zijn ingegrepen.’
Maar zelfs in de meetcampagne met de beste resultaten (voorjaar 2019) waren er nog altijd 24 kinderen met meer dan 5 microgram lood per deciliter in hun bloed.In de laatste meetcampagne (najaar 2020) ging het om 64 kinderen. Daar komt nog bij dat, op één uitzondering na, in elke campagne nooit meer dan zowat de helft van het vierhonderdtal kinderen uit Moretusburg-Hertogvelden tussen één en twaalf jaar zich heeft laten testen. Met andere woorden: mogelijk zijn er nog meer kinderen met hoge bloedwaarden dan tot nu toe bekend is.
Arseen, cadmium en kanker
De aanwezigheid van zware metalen in stuifmeel is een goede indicator voor omgevingsvervuiling. Daarom lieten Knack en Pano vorige maand stuifmeel uit een bijenkast op enkele honderden meters van Umicore Hoboken onderzoeken door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Dat stelde ‘verbijsterende resultaten’ vast: de norm voor arseen werd bijna 9 keer overschreden, die voor lood bijna 8 keer en die voor cadmium bijna 4 keer (ILVO hanteerde daarbij normen voor voedingssupplementen die het dichtst aanleunen bij stuifmeel; een uitgebreid artikel over de stuifmeeltest leest u hier). ‘Onze voetafdruk is niet nul’, reageert Luc Gellens van Umicore. ‘En dat zie je dan in die metingen van stuifmeel.’
Naast de uitstoot van lood speelt in de omgeving van Umicore dus nog een andere problematiek van zware metalen. Omdat de focus vooral lag op de bloedprikken bij kinderen om loodwaarden op te sporen, is die problematiek compleet onder de radar gebleven. Maar ook de uitstoot van cadmium en vooral arseen is zorgwekkend. ‘Het klopt dat daaraan in de communicatie naar de burgers niet zo veel aandacht is besteed’, zegt Vera Nelen van het PIH. ‘Misschien moeten we die communicatie aanpassen.’
Arseen en cadmium vormen een risico voor mensen van alle leeftijden. In de opgevraagde overheidsdocumenten lezen we dat arseen de kans op diabetes type 2 verhoogt, aanleiding geeft tot verminderde intelligentie, tot irritatie van de bovenste luchtwegen kan leiden en neurologische en cardiovasculaire effecten kan hebben. Cadmium kan bij langdurige blootstelling dan weer de werking van de nieren verstoren en de botdichtheid doen afnemen. En vooral: zowel arseen als cadmium is kankerverwekkend.
Bijzonder opvallend: nergens in Vlaanderen meet de VMM zulke hoge arseenconcentraties als in Hoboken. Het jaargemiddelde van arseen in fijn stof ligt er (op twee van de drie VMM-meetpunten) ongeveer drie keer hoger dan de Europese streefwaarde van 6 nanogram per kubieke meter. De VMM liet een modellering opstellen om na te gaan hoeveel mensen wonen in een zone waar de streefwaarde voor arseen in de lucht is overschreden. In 2019 ging het om circa 2600 inwoners. Volgens de WHO is er bij die concentraties een extra kankerrisico.
Het is nog nooit zo goed geweest: zo moet u het ook bekijken.
Voorts staat in de milieuvergunning uit 2014 dat Umicore jaarlijks moet aftoetsen of zijn totale emissievracht van lood, arseen en cadmium lager ligt dan in de periode voorafgaand aan de milieuvergunning. Voor cadmium was dat sindsdien nog geen enkel jaar het geval.
Wat betekenen die uitstootcijfers concreet voor het risico op kanker? Daarover schrijft het AZG in een rapport uit 2019 dat het geschatte extra risico op kanker door levenslange blootstelling aan cadmium en arseen in Hoboken ‘niet verwaarloosbaar’ is, maar naar internationaal gebruik ook ‘niet onaanvaardbaar’.
Bodemstalen
‘In onze milieuvergunning staat dat we moeten proberen om de streefwaarden voor cadmium en arseen te bereiken’, reageert Luc Gellens van Umicore. ‘Voor cadmium is dat zo goed als in orde. In 2019 hebben we inderdaad eventjes een kleine overschrijding gehad, maar dat golft altijd een beetje. Voor arseen hebben we nog een weg af te leggen. Dat blijft voor de fabriek een groot werkpunt.’
‘Het klopt wel dat we voor arseen boven de streefwaarde zitten, maar dat moet u ook in historisch perspectief zien. We komen van waarden die nog veel hoger waren. Het is nog nooit zo goed geweest: zo moet u het ook bekijken. De streefwaarde is een zeer lage concentratie. Wij komen op een punt waar het voor ons zeer moeilijk is om daaraan met de bestaande technologie te voldoen.’
‘Daarom denken we eraan om het geweer van schouder te veranderen, en om te zien of we niet radicaal anders met die producten kunnen omgaan. Arseen is een vluchtig metaal. In plaats van een smeltproces te gebruiken, zou je arseen uit een oplossing kunnen proberen te verwijderen. Zo is de kans op vervluchtiging veel kleiner. Maar dat moet nog onderzocht worden. En om zo’n onderzoek tot een industrieel proces te brengen, heb je toch een termijn van 5 tot 10 jaar nodig.’
Intussen blijft de vraag welke gevolgen de uitstoot van arseen en cadmium in Hoboken heeft gehad op de gezondheid van de inwoners. De overheid weet dat niet: in tegenstelling tot lood worden die twee zware metalen niet gemeten in de mens. ‘Dat is eigenlijk nog niet gebeurd in die context’, bevestigt Vera Nelen. ‘Het zou wel interessant zijn om dat eens een keertje te doen.’
De plannen voor zo’n studie in Hoboken zijn concreet. ‘Er is een akkoord om boven op de halfjaarlijkse bloedprikonderzoeken een eenmalig uitgebreider gezondheidsonderzoek te organiseren in Hoboken’, zegt Joris Moonens van het AZG. ‘We willen bij jongeren in de omgeving ook andere chemische parameters meten – onder meer arseen en mogelijk ook cadmium en andere stoffen. Het doel is een meer globaal inzicht te krijgen in de gezondheidsimpact van de zware metalen in Hoboken. Een technische werkgroep bereidt dat momenteel voor. Tegen de zomer moet er een projectplan zijn.’
Ook de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) heeft nieuw onderzoek gedaan in Hoboken. ‘In januari hebben we daar bodemstalen laten nemen op 25 locaties, zoals scholen en kinderdagverblijven’, zegt OVAM-woordvoerder Jan Verheyen. ‘De resultaten van die studie verwachten we in april.’
‘Geen mirakeloplossing’
Laat er geen twijfel over bestaan: Umicore heeft de voorbije decennia voortdurend maatregelen genomen om zijn uitstoot te verminderen. ‘We hebben gebouwen meer hermetisch afgesloten – de loodraffinaderij, bijvoorbeeld – en hebben meer schouwen gebouwd om het stof te filteren. Het spreekt voor zich dat we inspanningen blijven leveren om onze impact op de omgeving te verkleinen. We investeren 20 tot 25 miljoen euro per jaar in milieumaatregelen’, zegt Gellens. ‘Via de schouwen stoten we nog maar enkele honderden kilo’s per jaar uit, terwijl het dertig jaar geleden om tientallen tonnen ging. Het is een illusie te denken dat we onze impact op de omgeving tot nul kunnen herleiden. De zone die het dichtst bij de fabriek ligt, zal altijd gevoelig blijven. We hebben mensen altijd aangespoord om daar met kinderen weg te blijven.’
Umicore betaalt ook voor een schoonmaakploeg om twee keer per week de straten in de wijken schoon te spuiten, voor het ontstoffen van huizen en sinds vorige zomer voor een vakantieaanbod om kinderen buiten de wijk op te vangen.
Ter hoogte van de loodraffinaderij in Hoboken heeft Umicore recent een nieuwe hal met saswerking gebouwd. De bedoeling is om te voorkomen dat opvliegend stof de woonwijken bereikt. Begin dit jaar ging het bedrijf ook van start met een windbarometer: op basis van meteo-omstandigheden werkt het instructies uit waarmee wordt beslist om bepaalde logistieke activiteiten tijdelijk te verminderen of te stoppen. Momenteel koopt Umicore ook huizen op uit de aangrenzende woonwijk.
‘De ruimtelijke ordening – een wijk naast een fabriek – is verre van ideaal’, zegt Gellens. ‘We denken dat dat uiteindelijk toch eens rechtgetrokken moet worden. Voor alle duidelijkheid: het gaat om een vrijwillige actie, waarbij we tot nog toe interesse hebben gekregen van 170 bewoners. Zo bereiken we meer dan 80 procent van de jonge kinderen uit de dichtstbijgelegen zone.’
De huizen zijn geschat door een derde partij. ‘Vervolgens hebben we 58 eigenaars een voorstel gedaan. 37 eigenaars hebben tot nu toe bevestigd dat ze daarop willen ingaan.’
Het plan is om de huizen af te breken en een groene buffer aan te leggen. ‘Er zijn voldoende publicaties die vermelden dat een groene zone zorgt voor stofopvang, voor verdunning van stofconcentraties, en dat hij dienstdoet als windscherm’, aldus Gellens. Maar of een groene buffer stof en uitstoot beter kan tegenhouden dan een rij huizen is door Umicore nooit wetenschappelijk onderzocht, geeft hij toe. ‘Het zal een gunstig effect hebben, maar het is geen mirakeloplossing. Voor ons is de belangrijkste doelstelling dat er geen kinderen meer in die wijk wonen.’
De ouders van Micha, Mon en Nelles, en Doha, Israe en Wanis hebben hun huis laten schatten. Ze wachten nu op een bod van Umicore. De moeder van Mon en Nelles weet nog niet of ze gaat verhuizen. De ouders van Lusi zijn op het bod van Umicore ingegaan. Ook de ouders van Hannah hebben het bod aanvaard en kregen begin maart de sleutel van hun nieuwe huis.
Door Kristof Clerix i.s.m. Débora Votquenne & Doruntina Islamaj (Pano)
De Pano-reportage De kinderen van de rekening wordt uitgezonden op woensdag 17 maart om 21.30 uur op Éen.
Lichte vorm van autisme
Toen de ouders van Doha (3 jaar), Israe (6 jaar) en Wanis (11 jaar) jaren geleden naar Hoboken verhuisden, kregen ze te horen dat de luchtvervuiling in de buurt van Umicore een ‘probleem uit het verleden’ was. Ze waren dan ook zeer ongerust toen in het voorjaar van 2020 bij Doha 11,35 microgram lood per deciliter bloed werd gemeten. Haar zus Israe had 4,92, haar broer Wanis 2,16. In het najaar van 2020 lagen de drie waarden opnieuw onder de 5 microgram. Maar de ouders blijven ongerust omdat de waarden telkens schommelen.
Hannah (6 jaar) had in 2016 liefst 36 microgram lood per deciliter bloed. Dat nieuws was een grote schok voor haar ouders. Hannahs evolutie wordt van nabij opgevolgd. Ze heeft een lichte vorm van autisme en problemen met haar grove motoriek. Ze gaat nu naar een ergotherapeut. Haar ouders denken dat ze tot haar achttiende ondersteuning nodig zal hebben.
De hoogste lood-in-bloedwaarde gemeten bij Micha (3 jaar) was 6,4 microgram per deciliter. Zijn ouders, die vorig jaar een stilgeboren kindje verloren, maken zich zorgen over mogelijke achterstand in Micha’s spraakontwikkeling, maar de school stelt hen gerust. Vanuit hun tuintje kun je de schouwen van Umicore zien. Wanneer zijn ouders gaan werken, verblijft Micha buiten de wijk bij zijn grootouders.
Nelles (1,5 jaar) had meer dan 16 microgram lood per deciliter bloed, zijn broer Mon (4 jaar) meer dan 9. Ze wonen pal naast de fabrieksmuur van Umicore. Hun moeder is vooral bezorgd over mogelijke schade die nu nog niet zichtbaar is maar misschien later zal blijken.
De hoogst gemeten lood-in-bloedwaarde bij Lusi (10 jaar) was 18,51 microgram per deciliter. Het meisje ondervindt problemen op school.
‘Er is een correlatie tussen hoge loodwaarden en leermoeilijkheden’
Zijn de effecten van verhoogde lood-in-bloedwaarden ook op school te merken? ‘We hebben vastgesteld dat er een correlatie bestond tussen de kinderen met hoge loodwaarden en zij die leermoeilijkheden ondervonden, het schooljaar moesten overdoen of een hogere zorgnood hadden op school’, zegt Greet De Graeve, beleidsmedewerker specifieke noden van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding VCLB De Wissel in Antwerpen. ‘Dat was geen groots opgezet wetenschappelijk onderzoek. Maar het heeft geholpen om, in de aanloop naar het realiseren van het zorgbudget, een duidelijker punt te maken over de zorgnoden van specifiek de kinderen uit deze wijk. Hiermee spreken wij ons niet uit over enige causaliteit.’
Het zorgbudget waarnaar De Graeve verwijst, is er gekomen in 2019. Umicore en het Agentschap Zorg en Gezondheid spraken toen af dat het recyclagebedrijf zou meebetalen voor een wijkverpleegster die de ouders bijstaat, voor de halfjaarlijkse lood-in-bloedprik, en voor zorgondersteuning aan kinderen met verhoogde lood-in-bloedwaarden. In de overeenkomst staat letterlijk: ‘Deze overeenkomst betreft de financiële bijdrage ten laste van Umicore vanwege de medeverantwoordelijkheid voor de aanwezigheid van fysische of chemische factoren die schadelijk zijn voor de gezondheid.’ Géén detail: Umicore erkent dat het medeverantwoordelijk is.
Voor het zorgbudget voorziet de overheid in 15.000 euro per jaar, betaald door Umicore. Dat bedrag is een peulschil voor een bedrijf dat vorig jaar 322 miljoen euro winst maakte. Maar alle betrokkenen zijn het erover eens dat het een goede eerste stap is. Luc Gellens van Umicore: ‘Tot nu toe is het zorgbudget meer dan toereikend. Een tiental families heeft er al een beroep op gedaan. We zullen zien hoe dat evolueert.’
Welke kinderen komen in aanmerking voor zorgondersteuning? Een van de drie criteria, zo blijkt, is dat ze een verhoogd loodgehalte in hun bloed moeten hebben gehad van minstens 10 microgram per deciliter.
Commentaar – collectief overheidsfalen
Wie draagt nu de eindeverantwoordelijkheid in het dossier-Umicore Hoboken? De provincie Antwerpen heeft Umicore in 2014 een milieuvergunning toegekend. Maar voor de inhoud daarvan verwijst ze door naar de talrijke adviezen die ze vooraf inwon bij verschillende – vooral Vlaamse – administraties. Die stellen op hun beurt dat ze de WHO-richtlijn voor luchtkwaliteit volgen die al twintig jaar niet is aangepast. De WHO werpt op dat ze al tien jaar waarschuwt dat er géén veilige waarde is voor lood in bloed. En zo wijst iedereen naar iemand anders.
Hetzelfde refrein bij de opvolging van de milieuvergunning. De provincie kan die wel schorsen of intrekken, maar naar eigen zeggen pas nadat de Vlaamse administraties daarop hebben aangedrongen. De handhaving ligt bij het Departement Omgeving, dat inspecties uitvoert bij Umicore. De Vlaamse Milieumaatschappij meet dan weer de uitstoot van zware metalen. Het Agentschap Zorg en Gezondheid maakt daarvan een gezondheidskundige interpretatie en zet in op preventie. Voorts heb je nog een Medische Werkgroep, die de bloedprikresultaten opvolgt, en een Technische Werkgroep, die nagaat of Umicore vergunningsvoorwaarden respecteert. Iedereen zegt dat hij zijn verantwoordelijkheid heeft genomen. En toch hadden zelfs in het jaar met de beste resultaten nog altijd minstens 24 kinderen uit Hoboken lood-in-bloedniveaus boven de 5 microgram.
Dit kan niet anders worden gezien dan als een collectief overheidsfalen. Er is niet één eindverantwoordelijke. Wat een cynische boodschap voor de kinderen van Hoboken – de kinderen van de rekening. Zij zijn het die de rest van hun leven de gevolgen dragen van dat overheidsbeleid. De piek in lood-in-bloedwaarden van vorige zomer toont hoe kwetsbaar hun situatie is. Extreme weersomstandigheden? De impact is meteen zichtbaar. En met de klimaatverandering is het weer nog onvoorspelbaarder dan ooit. Reden te meer voor alle betrokken overheden om, in de nieuwe milieuvergunning, alles in het werk te stellen om de gezondheid van de inwoners van Hoboken beter te beschermen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier