‘Respect voor politie- en hulpdiensten is een basisprincipe van onze rechtsstaat. Elke keer onze hulpverleners – soms letterlijk – onder vuur liggen, krijgt het collectief vertrouwen, ons sociaal kapitaal, een deuk’, schrijven Mathias vanden Borre en Karl Vanlouwe. Ze vragen dat Brussels minister-president Rudi Vervoort werk maakt van nultolerantie voor vuurwerk in de eindejaarsperiode.
2020 was een annus horribilis, een vreselijk jaar voor onze veiligheids- en hulpdiensten in Brussel. Er is geen maand voorbij gegaan of onze Hoofdstad kwam negatief in het nieuws wegens rellen en plunderingen, geweld tegen agenten en hulpdiensten of bekogelen van brandweer. Nu nieuwjaar voor de deur staat, vragen velen zich af, zal de boel opnieuw ontploffen?
Elk jaar is het prijs in Brussel. Tientallen relschoppers komen op straat in verschillende wijken van Molenbeek, Anderlecht of Brussel met één doel: keet schoppen, wagens, vuilbakken en kerstbomen in brand steken en de politie- en hulpdiensten viseren. Wat sommigen “een feest” noemen, is in feite een triest dieptepunt van civisme, een totaal gebrek aan burgerzin.
Dit jaar zijn er hoopvolle tekenen dat het mogelijks beter zal meevallen. Niet omdat de verhouding tussen de relschoppers en de politie verbeterd is. Neen, de cijfers liegen er niet om: op vier jaar tijd is geweld tegen de politie verviervoudigd in de stad Brussel. Het zijn de context en een les uit het verleden die doen hopen op beterschap.
Ten eerste is er vorig jaar eindelijk – voor de eerste keer – werk gemaakt van een eengemaakt commando voor de zes politiezones tijdens nieuwjaar. Hierdoor kon men krachtdadiger optreden en konden de extreme uitwassen van een jaar eerder zich niet herhalen. Door het succes van deze beslissing zal er dit jaar ook een eengemaakt commando zijn onder toezicht van de minister-president. Velen vragen velen zich af waarom we niet eindelijk werk maken van een fusie. Ook het nieuwe federale regeerakkoord brengt geen beterschap, ondanks het feit dat alle Vlaamse partijen voorstander zijn.
Nieuwjaarsnacht in Brussel: wachten op de knal?
Ten tweede zijn er uiteraard de coronamaatregelen. In Brussel is de avondklok vanaf 22u00 van kracht, een bijzonder doeltreffend instrument voor de politie om rellen te voorkomen. Maar dit is natuurlijk een tijdelijke maatregel die vermoedelijk tot aan nieuwjaar in voege blijft. Maar zal deze maatregel – een paardenmiddel in feite – voldoende ontzag inboezemen om de ergste heethoofden koest te houden? We weten dat de leefomstandigheden van veel Brusselaars penibel zijn (ik verwijs naar 30 jaar onafgebroken PS-beleid), maar dit kan nooit een excuus zijn om de boel op stelten te zetten. En wat te doen wanneer deze maatregel afloopt?
Ten derde is er het probleem van vuurwerk dat soms wordt ingezet om brand te stichten of politie- en hulpdiensten aan te vallen. Momenteel geldt er een algemeen vuurwerkverbod door de federale coronamaatregelen. Dit wil zeggen dat ook in Brussel het afsteken van vuurwerk verboden is. Maar hier knelt het schoentje. Nu hoor ik reeds, eenmaal het donker is, geregeld luide vuurwerkknallen. In Antwerpen heeft men een taskforce opgericht om sensibiliserend en repressief op te treden. Agenten en buurtwerkers gaan langs in alle scholen om te waarschuwen voor de gevaren en duidelijk te maken dat er zware boetes zijn.
In Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou minister-president Rudi Vervoort (PS) deze taak op zich moeten nemen. Hij heeft de bevoegdheid om preventief op te treden. Daarbij pleit ik voor een preventief luik, zoals hierboven aangehaald, maar ook nultolerantie bij overtredingen. Wie betrapt wordt met vuurwerk op zak of het gebruikt – ongeacht de leeftijd – moet onmiddellijk een pv krijgen. Bovendien moet de politie in alle wijken die gevoelig zijn voor vuurwerkvandalisme systematisch controles uitvoeren. Bij de bestraffing kan een verschil worden gemaakt tussen vuurwerkcriminaliteit (jeugd- of gewone rechtbank) en vuurwerkoverlast (gas-boete).
Hier mag het niet stoppen. Er zijn nog veel veiligheidsmaatregelen die men in Brussel moet nemen om de situatie recht te trekken. De combi-taks is zo een voorbeeld. Wanneer delinquenten door eigen toedoen in een combi belanden, moeten ze een gemeentelijke sanctie betalen. Ook de uithandengeving van minderjarigen bij geweld tegen hulpdiensten moet op tafel komen. Net als collectieve aansprakelijkheid bij rellen, waardoor het eenvoudiger wordt om relschoppers te bestraffen.
Er zijn geen excuses meer. Respect voor politie- en hulpdiensten is een basisprincipe van onze rechtsstaat. Elke keer onze hulpverleners – soms letterlijk – onder vuur liggen, krijgt het collectief vertrouwen, ons sociaal kapitaal, een deuk. Politici moeten er alles aan doen om de orde en rust mee te bewaren door de juiste maatregelen te nemen en door op te roepen tot kalmte en respect. Dit gezegd zijnde wens ik iedereen een voorspoedig en vooral beter 2021!
Mathias Vanden Borre is N-VA-volksvertegenwoordiger in het Brussels Parlement en gemeenteraadslid Brussel-stad.
Karl Vanlouwe is N-VA-volksvertegenwoordiger in het Vlaams Parlement en gemeenteraadslid in Ganshoren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier