Dirk Draulans
‘Als “gewone mens” begon je niet aan natuurbehoud: het leven van Marcel Verbruggen’
Bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans staat stil bij het overlijden van een vriend en mentor: natuurbehoudspionier Marcel Verbruggen.
Deze week is Marcel Verbruggen begraven, in heel intieme kring, zoals dat in deze duistere coronatijden de gewoonte is. In normale omstandigheden zou de fine fleur van Vlaanderens natuurleven op de uitvaart aanwezig zijn geweest, want het belang van Marcel voor het Vlaamse natuurbehoud kan onmogelijk overschat worden. Marcel had het karakter en vooral de onverzettelijkheid om in een tijd waarin dat nog niet de gewoonte was, de kaart van de natuur te trekken, tegen grote economische actoren en belangen in. Het is vandaag al niet eenvoudig, het moet vroeger nog veel erger zijn geweest. Als ‘gewone mens’ begon je er niet aan.
Marcel was een onderwijzer die vlak na de Tweede Wereldoorlog vogels begon te fotograferen. Hij werd ‘ontdekt’ door de toenmalige BRT, die iemand zocht om natuur te filmen voor programma’s als Allemaal Beestjes en SOS Natuur – niet zelden haalden die anderhalf miljoen kijkers. Voor zijn televisiewerk was hij gaan filmen in het Geels Gebroekt in de Netevallei in de Kempen, waar de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen (zeg maar de Zoo) in een opwelling een stukje reservaat had gekocht waar het geen blijf mee wist. De toenmalige directeur contacteerde Marcel op advies van een lokale stroper die boswachter was geworden. De rest is Vlaamse natuurbehoudsgeschiedenis. Marcel zou eigenhandig De Zegge voor de ondergang behoeden.
Als ‘gewone mens’ begon je niet aan natuurbehoud: het leven van Marcel Verbruggen.
Maar Marcel was meer dan alleen de conservator van De Zegge. Hij was instrumenteel in het laten afschaffen van de vogelvangst in 1972, en hij stond aan de wieg van de actiegroep Red de Voorkempen die er in 1975 in slaagde de plannen voor de aanleg van een duwvaartkanaal tussen de Antwerpse haven en het Albertkanaal, waarvoor veel waardevolle natuur zou verdwijnen, te laten schrappen. Het moet de eerste echt succesvolle milieuactie van het land geweest zijn. Marcel was niet te beroerd om zijn televisiebekendheid in te schakelen om toppoliticus Leo Tindemans van de toenmalige CVP te overtuigen van het belang van het redden van natuur en milieu.
Erevoorzitter Walter Roggeman van Natuurpunt rakelde een nog onbekende eerdere succesvolle actie van Marcel op: het Boomalarm uit 1970. Een ingenieur van de administratie Bruggen en Wegen had het onzalige idee opgevat om alle bomen langs gewestwegen te laten kappen om te voorkomen dat er auto’s tegen terecht zouden komen. Het plan werd geschrapt. Het zou lang niet de laatste keer zijn dat Marcel in actie moest komen tegen wilde plannen van ingenieurs en andere landschapsontwikkelaars, die uitsluitend economische factoren voor ogen hadden in het naar hun hand zetten van ons landschap – het was een constante in zijn bestaan die hem veel vijanden opleverde.
De vermaledijde ruilverkavelingen die ons landbouwlandschap uitkleedden in functie van maximale productie waren er een schrijnend voorbeeld van. Vandaag wordt alles wat er destijds voor gepromoot werd, zoals het rechttrekken en in een al dan niet betonnen keurslijf gieten van beken en rivieren, ongedaan gemaakt, omdat blijkt dat het niet alleen voor de natuur, maar ook voor de landbouw zelf onhoudbare oplossingen waren. Je tornt niet ongestraft aan een natuurlijk landschap – Marcel was één van de eersten die dat begrepen.
Hij heeft zijn leven lang moeten vechten tegen het uitdrogen van De Zegge als gevolg van het droogleggen van het omgevende landschap – dat we vandaag met een dreigend waterprobleem zitten heeft alles met die grote drooglegging te maken. Marcel zag snel in dat het niet volstond om natuurgebieden aan te kopen om ze te behouden. Je moest ze ook beheren in functie van hun natuurwaarden. Hij schroomde zich er niet voor om pompen, stuwen, kranen en bulldozers in te zetten om zijn Zegge nat te houden. Van natuurbeheer evolueerde hij richting natuurontwikkeling: actief natuurwaarden creëren die verloren waren gegaan of nodig waren om een hoge biodiversiteit te behouden. Hij deed dat met verve. De Zegge is vandaag een modelreservaat van 111 hectare. Er is zelfs sprake van om het reservaat uit te breiden door het aankopen van vrijkomende landbouwgrond – wie had dat ooit durven denken.
Door zijn hoge leeftijd – Marcel is 95 geworden – besefte hij als geen ander van hoe ver we komen. Zijn lievelingsvogel als kind was de grauwe klauwier, die hij heeft zien verdwijnen. Hij zag de zwarte stern verdwijnen, de grauwe kiekendief, de roerdomp – allemaal vogels van de moerassen die we vandaag zo hard nodig hebben als we de dramatische gevolgen van de klimaatopwarming op onze grondwaterstand binnen de perken willen houden. Het mag een schrale troost zijn dat hij het nog net heeft mogen meemaken dat de grauwe klauwier stilaan terugkeert naar de Kempen. Het zal mee zijn verdienste zijn.
Tijdens onze gesprekken worstelde Marcel voortdurend met de paradox dat hij misschien wat te veel in het verleden leefde, dat hij een wereld cultiveerde die voor de mens ook niet echt vriendelijk was, zeker niet in vergelijking met wat ‘de vooruitgang’ heeft gebracht. Hij had daar begrip voor, maar hij bleef hameren op de vraag waarom die vooruitgang per se moest betekenen dat de natuur moest worden opgeofferd. Hij had gelijk, zoals zo dikwijls.
Vandaag dringt meer dan ooit het besef door dat we er alleen gaan komen als we zoveel mogelijk verweving van natuur met andere landschapssectoren creëren, in de eerste plaats met de landbouw die in Marcels leven zoveel kapot heeft gemaakt. Zijn laatste acties als hoogbejaarde man hadden betrekking op de ontwikkeling van megastallen in ons landschap. Voor Marcel was dat het orgelpunt van de industrialisering van landbouw, was het iets dat geen plaats heeft in een landschap, zelfs niet in een landbouwlandschap. Het hoort thuis op een industrieterrein. Tot op het einde bleef hij visionair.
Marcel heeft veel mensen geraakt. Ik ging elk jaar bij hem langs met mijn vrienden Marc Smets, conservator van het prachtige Turnhouts Vennengebied die veel van Marcel geleerd heeft, en academicus en vlinderbioloog Hans Van Dyck die ook als een ‘volgeling’ mag worden beschouwd. Nadat ik op mijn Facebookpagina een bericht over zijn overlijden had geplaatst, kwamen er tientallen emotionele reacties van mensen met herinneringen aan deze uitzonderlijke man, die velen geïnspireerd heeft. Ik zal hem de rest van mijn dagen dankbaar blijven voor niet alleen zijn tomeloze (en belangeloze) inzet voor onze natuur, maar ook voor zijn persoonlijke sturing van mijn eigen milieubewustzijn.
Marcel zal niet vergeten worden. Hij laat voor het eerst zijn onafscheidelijke vrouw Rosa achter – ze deden alles samen. Vorig jaar vierden ze hun 70ste huwelijksverjaardag, in mineur als gevolg van de coronacrisis: ze konden elkaar slechts van ver zien, want Rosa verblijft in een woonzorgcentrum waar als gevolg van quarantainemaatregelen bijna geen bezoek mogelijk was en is. We wensen haar en de rest van haar familie veel sterkte in deze moeilijke dagen.
In 2018 publiceerde Marcel een prachtig boek over zijn Zegge. Voor informatie en een eventuele bestelling: dezegge.boek@gmail.com.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier