9 vragen over de verkiezingen: wat staat op het spel voor wie?
Hoe vergaat het de toppers in hun thuisbasis? Wordt het politieke landschap fundamenteel hertekend? En zal Bart De Wever coalitiegesprekken moeten aangaan met zijn dubbelganger? De gemeenteraadsverkiezingen van komende zondag 14 oktober 2018 in 9 vragen en antwoorden.
De gemeenteraadsverkiezingen van 2012 leverden twee winnaars op: N-VA en Groen. CD&V hield het op een status quo. SP.A en Open VLD zagen de neerwaartse tendens aanhouden. En het Vlaams Belang kreeg dan weer een opdoffer vanjewelste. PVDA bleef een kleintje. p>
1. Blijft CD&V de grote volkspartij of neemt N-VA de fakkel over?
Wie wordt de Vlaamse volkspartij? Die veldslag vechten CD&V en N-VA uit op zondag 14 oktober. CD&V is met 134 burgemeesters en met bestuursdeelname in 205 van de 308 Vlaamse gemeenten de grootste partij op lokaal vlak. In 2017 bleek uit de gemeentetest van Het Nieuwsblad, waarvoor de krant twee jaar lang alle Vlaamse gemeenten onder de loep nam, bovendien dat de kiezer daar best tevreden over is. De top 3 kleurde volledig oranje met het West-Vlaamse Oostkamp op één en de Antwerpse gemeenten Bornem en Kalmthout op twee en drie. In amper drie van de gemeenten uit de top 10, zit geen christendemocraat in het bestuur.
Het wordt dus niet eenvoudig voor N-VA om die hegemonie te doorbreken. Zeker niet op het platteland, het historische – katholieke, ietwat behoudsgezindere – wingewest van de christendemocratie. In West-Vlaanderen bijvoorbeeld haalt de CD&V nog steeds gemiddeld 40 procent – dat haalt N-VA zelfs niet in Antwerpen, om maar iets te zeggen. Bart De Wever rekende dan ook voor dat zijn partij minstens drie bestuursperiodes nodig heeft om de christendemocratie dominantie te doorbreken op het platteland. De bestuursperiodes die inzetten op 1 januari 2019 zijn de derde, onderstreept politicoloog Carl Devos (UGent) in De Standaard, wat volgens hem de kans klein maakt dat N-VA nu al CD&V onttroont.
Toch liggen de kaarten helemaal niet slecht voor N-VA. In 2012, zo analyseerden UGent-onderzoekers onder leiding van professor Lokale Politiek Herwig Reynaert na die verkiezingen, kon N-VA zonder oud-kartelpartner CD&V de grootste worden in 47 van de 308 Vlaamse steden en gemeenten. Hun gemiddelde score van 23 procent vertaalde zich in bestuursdeelname in meer dan een derde van de gemeenten. In bijna de helft daarvan mocht een N-VA’er de burgemeesterssjerp omgorden.
Maar CD&V hield ‘behoorlijk goed stand’ in die eerste lokale verkiezing na de kartelbreuk, vonden de onderzoekers. Met 28 procent van de stemmen zakte de partij zo’n 5 procentpunten ten opzichte van 2006, toen het kartel nog 33 procent van de kiezers kon verleiden. CD&V werd in 138 gemeenten de grootste (waaronder 52 absolute meerderheden). CD&V kreeg daarvoor 134 burgemeesters en bestuursdeelname in 205 Vlaamse steden en gemeenten.
Vooral provinciaal deelde N-VA al een tik uit. Ze werd in drie van de vijf provincies (Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams-Brabant) de grootste partij. CD&V kon nipt haar bastions (Limburg en West-Vlaanderen) behouden. Uit de analyse van Reynaert en co.: ‘Met bijna 29 procent van de stemmen is N-VA dan ook de grootste partij in de Vlaamse provincies. De Vlaams-nationalisten behaalden in 2012 in alle provincies minstens 25 procent van de stemmen en het meest eclatante resultaat in de provincie Antwerpen: 36 procent.’
2. Houden de socialisten stand in de (centrum)steden?
In 10 van de 13 centrumgemeenten neemt SP.A deel aan het bestuur: in Gent, Leuven, Oostende, Brugge, Genk (als PROGenk), Hasselt (als Helemaal Hasselt – SP.A), Kortrijk, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout. In de eerste vier levert de partij ook de burgemeester. De peilingen beloven weinig goeds over de kans om overal in het bestuur te blijven.
En niemand vatte de slechte sfeer beter dan voorzitter John Crombez zelf. ‘Als het echt niet goed is, zal ik mijn conclusies wel trekken‘, zei hij in een weekendinterview in De Morgen. Crombez stopt, viel dus in dat weekend overal te lezen. Van militanten tot kopstukken viel te horen dat dat niet meteen oppeppend was. ‘John zal niet moeten opstappen,’ suste Gents burgemeester Daniël Termont in een dubbelinterview met De Standaard. ‘Maar wat meer enthousiasme mag wel,’ repliceerde zijn immer pinnige Leuvense collega Louis Tobback.
Gent
Van de euforie over de uitstekende resultaten van het circulatieplan – meer mensen op de fiets en het openbaar vervoer, minder wagens in de binnenstad, minder ongevallen met fietsers en een fors verbeterde luchtkwaliteit – naar de flinke oplawaai van de VRT-reportage over de sociale woningen in de Sint-Bernadettewijk met schimmel op de muren. Het rood-groene kartel, dat samen met Open VLD Gent bestuurt, stond plots weer met de voeten op de grond.
SP.A, Groen en Open VLD schoven in meer en mindere mate de zwarte piet door naar elkaar, of naar de Vlaamse regering – in casu bevoegd minister van Wonen Liesbet Homans (N-VA). De vraag is welke oppositiepartij het meest zal kunnen kapitaliseren op deze kwestie. De N-VA, die Vlaams medeverantwoordelijkheid draagt en in Antwerpen een soortgelijk schandaaltje te verwerken heeft, of de radicaal-linkse PVDA?
Leuven
Na 24 jaar Tobback is het tijd voor Mohamed Ridouani, vinden de socialisten in Leuven. Hij is sinds 2007 schepen, vandaag met de bevoegdheden Personeelszaken, Onderwijs, Economie, Leefmilieu en Vastgoed. Kan hij de fakkel van Tobback overnemen? De socialisten blijven in de jongste peiling de grootste partij en Ridouani komt eruit als favoriete nieuwe burgemeester. Toch is er gevaar op links: David Dessers van Groen klimt virtueel tot 23,6 procent, net niet even groot als SP.A (gepeild op 24,9 procent van de stemmen, een verlies van 6,5 procentpunten). En ook op rechts moet hij uitkijken: Lorin Parys van N-VA kwam in de peiling uit op 21,4 procent.
Oostende
In de ‘enige stad aan zee’ komen de socialisten niet op onder de partijnaam, maar als Stadslijst. Nochtans wordt die getrokken door ex-voorzitter, ex-minister en ex-partijkopstuk Johan Vande Lanotte. Ook Crombez staat ergens op de lijst. Tussen de mensen, zoals het hoort voor een socialistische voorzitter. Op plaats 29.
Vande Lanotte is pas drie jaar burgemeester in Oostende, maar toch valt de verkiezingsstrijd er samen te vatten als ‘iedereen tegen Johan Vande Lanotte’. Coalitiegenoot Bart Tommelein (Open VLD) staat te trappelen van ongeduld om de Vlaamse regering te verlaten om de sjerp te omgorden in Oostende en spaart daarbij de harde woorden niet. Hij wil best verdergaan met de socialisten, maar dan wel onder liberale leiding. Bij N-VA (Björn Anseeuw) zien ze de socialisten liefst helemaal verdwijnen uit het bestuur. Voor Groen van Wouter Devriendt is er nood aan ‘progressieve vernieuwing’.
Brugge
‘Als ik één stem minder krijg dan de vorige keer, dan kies ik voor mijn eigen leven,’ zei Brugs burgemeester Renaat Landuyt in Krant van West-Vlaanderen. Het is niet zeker of uit deze Crombeziaanse stelling vechtlust dan wel defaitisme moet blijken. Alleszins, hij wordt uitgedaagd door Dirk De fauw (CD&V), Pol Van Den Driessche (N-VA) en Mercedes Van Volcem (Open VLD). Hoewel Van Den Driessche meer nationale bekendheid geniet – als communicatieadviseur van N-VA, oud-journalist en door de heisa rond zijn persoon over verondersteld seksueel grensoverschrijdend gedrag – zeggen waarnemers dat De fauw de geduchtste tegenstander is voor Landuyt.
3. Kan Groen voor het eerst een centrumstad-burgemeester leveren?
In de grootste stad van Vlaanderen kan Wouter Van Besien zich warmen aan goede peilingen. Volgens de jongste, die van Gazet van Antwerpen, verdubbelt Groen haar score tot 20 procent. Daarmee zou het de tweede partij van ’t Stad worden, na N-VA van burgemeester De Wever. Uiteraard kan je met 20 procent van de stemmen burgemeester worden – Kris Peeters van CD&V denkt dat dat ook met 5 procent nog kan. En met 32 procent zeker, het gepeilde resultaat voor De Wever. Toch zal geen van beiden het gemakkelijk hebben.
Een probleem voor elke Antwerpse formateur wordt dat ongeveer 21 procent – nog steeds volgens die ene peiling – van de kiezers opgesloten zal worden in een cordon sanitaire: de gepeilde 13 procent van het radicaal-rechtse Vlaams Belang en de 8 procent van radicaal-linkse PVDA.
Na de twee grootste gaapt ook nog eens de grote leegte. Met SP.A (13 procent), CD&V (7 procent) en Open VLD (5,5 procent) heeft Van Besien onvoldoende om een coalitie te vormen. Ook De Wever zal het niet gemakkelijk krijgen om weer burgemeester te worden. Mathematisch, hij is zijn meerderheid virtueel kwijt, maar zeker ook menselijk: hij noemt de lijsttrekker van zijn ene huidige coalitiepartner ‘voor geen haar te vertrouwen’ en de lijsttrekker van de andere partner noemt De Wever ‘emotioneel ongeschikt om burgemeester te zijn‘. Van Peeters is ooit gezegd dat hij is opgetrokken uit teflon en beton. Maar als hij op zondag na het bekendmaken van de resultaten meteen met De Wever aan tafel kan zitten om een akkoord te sluiten, dan zou dat wel eens de interesse van de Antwerpse diamantslijpers kunnen wekken.
In Leuven is David Dessers zeker niet kansloos. Zoals Walter Pauli in Knack schreef: Dessers deed het in bijna elk verkiezingsdebat – zoals dat van Knack en Radio 1 – goed tot uitstekend en zijn partij wordt bijna net zo groot gepeild als SP.A. ‘Het doet sommigen in zijn rangen al dromen van de eerste groene burgemeester in een Vlaamse centrumstad.’
4. Kan Open VLD verdubbelen?
De ambitie van Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten is om zelf burgemeester te worden van Aarschot, die van haar partij om het aantal blauwe burgemeesters te verdubbelen in de centrumsteden. Open VLD heeft er met Bart Somers in Mechelen en Vincent Van Quickenborne in Kortrijk nu twee, dat moeten er na oktober dus minstens vier zijn. En de liberalen moeten ook in meer dan de helft van die steden mee aan het roer zitten. ‘We moeten écht ambitieus durven zijn’, aldus een enthousiaste Rutten. Naast in de spiegel kijkt ze daarvoor ook nog naar Mathias De Clercq in Gent, Bart Tommelein in Oostende, Mercedes Van Volcem in Brugge en Jo De Ro in Vilvoorde.
5. Quid cordon sanitaire?
Filip Dewinter wordt wel eens genoemd als de levensverzekering van het cordon sanitaire, zoals dat cordon het in de woorden van wijlen Karel Dillen ooit was voor het VB. Het bracht Dewinter tot de ietwat uitdagende reactie dat hij binnen de vijf seconden wil opstappen, mocht zijn persoon het probleem zijn voor een samenwerking met N-VA. Dat zal niet snel gebeuren. Tom Van Grieken had als jonge voorzitter al in 2012 de kans om het lot van Dewinter te bezegelen. Met een desastreus verlies van 24 procentpunten (van 34 procent in 2006 naar 10 procent in 2012) hing Filip Dewinter niet meer in de touwen, maar ronduit uit de boksring. Toch heeft Van Grieken hem niet opzijgeschoven. Hij wilde niet de geschiedenis van zijn partij ingaan als de voorzitter die Dewinter had geliquideerd. Had hij dat wel gedaan, dan zag hij nu misschien niet elke uitgestoken hand aan Bart De Wever weggeslagen met de simpele verwijzing naar het bezoek van Dewinter aan de Griekse nazistische partij Gouden Dageraad in 2016.
Van Grieken zei op het slotevenement van deze campagne dat hij ‘uit goede bron’ vernomen heeft ‘dat ze bij de partijtop van N-VA erg zenuwachtig aan het worden zijn, omdat het niet zeker is dat ze alle lokale afdelingen kunnen overtuigen om het cordon sanitaire te respecteren’. Dewinter ging een stap verder en zegt weet te hebben van ‘vijf à zes gemeenten in de provincie Antwerpen alleen al’ waar aftastende gesprekken worden gevoerd. ‘Het Vlaams Belang wil zich in de belangstelling werken met onzin’, serveerde N-VA-woordvoerder Joachim Pohlmann dat af.
Hoe het ook zij, na 14 oktober zullen de grenzen van het cordon sanitaire hier en daar opnieuw worden afgetast, schrijft professor lokale politiek Herwig Reynaert in zijn wekelijkse column op Knack.be in aanloop naar de verkiezingen. ‘De kans is groter dat lokale partijen het cordon doorbreken dan lokale afdelingen van de ’traditionele’ partijen.’ In Denderleeuw, berucht om haar periodes van onbestuurbaarheid, sluiten bijvoorbeeld DVD, Plus en E.R.N.A. samenwerking met het VB niet uit.
En wat met twijfelgevallen? In Ninove komt Guy D’haeseleer op als Forza Ninove. Hij doorbrak daarvoor ‘alle banden’ met de partij waarvoor hij tot nader order nog steeds in het Vlaams Parlement zit. En die partij heeft hem geen strobreed in de weg gelegd: het VB komt er niet op. ‘A rose by any other name would smell as sweet‘, schreef Shakespeare in Romeo & Julia. Geldt dat ook voor politieke partijen: verandert met de naam ook de inhoud? Of wat met bijvoorbeeld Willebroek, waar voormalig voorman van Vlaams Belang Kevin Eeraerts overstapte naar de lijst van N-VA-burgemeester Eddy Bevers – waarna de Vlaams Belang-lijst er ophield te bestaan?
6. Waar breekt de PVDA door?
De kiesdrempel is bijzonder effectief gebleken in het stuiten van de mars van het proletariaat door de instellingen. De ontgoocheling was bij de federale verkiezingen groot in 2014. De partij bleef op 3 procent steken, en zelfs voorzitter Peter Mertens – nochtans de vierde populairste politicus in de Antwerpse kieskring – raakte niet in het parlement.
De kaarten liggen nu een stuk beter. In de Antwerpse peiling van Gazet van Antwerpen wordt de kiesdrempel met 8 procent vlot gehaald. Dat is een flink eind onder de astronomische peilingsresultaten in Franstalig België, waar de zeer populaire Luikenaar Raoul Hedebouw (perfect tweetalig, goedlachs en soms plaatjes draaiend als Cool Raoul), geholpen door het ene schandaal na het andere de PS het vuur aan de schenen legde. De eerste peiling na het Publifin-schandaal, uitgevoerd in opdracht van de MR, leverde radicaal-links 25 procent op. Daarmee onttroonde het de PS, dat terugviel naar 16 procent – een halvering. Ondertussen – onderschat nooit de oorlogsmachine van de PS – is dat bijgesteld. Niet tot ontevredenheid van Hedebouw en Mertens, die beducht zijn voor euforie, een te snelle groei en de daarbij horende aantrekkingskracht op opportunisten. De grootste ramp voor PVDA, zei Hedebouw, zou zijn dat er een ex-PS’er op een PVDA-lijst terechtkomt waarna moet blijken dat die ergens in een kas gezeten heeft.
Vandaar ook de strategie om niet overal op te komen waar ze kunnen, maar enkel daar waar – als één van de voorwaarden – de partij al minstens één jaar een goede werking kent. Dat moet zorgen voor een tragere, maar stabiele groei.
De peilingen tonen aan dat een doorbraak moet kunnen in onder meer Gent (met lijsttrekker Tom De Meester), Leuven (Line De Witte), Genk (Gaby Colebunders), Mechelen (Dirk Tuypens), Hasselt (Kim De Witte), en Turnhout (Wout Schafraet)…
Hoewel eerder zeldzaam, is bestuursdeelname voor de PVDA niet zo categorisch uitgesloten als voor Vlaams Belang. In Borgerhout zag PVDA weliswaar de gewaardeerde schepen Zohra Othman opstappen na een vreemd conflict (voorzitter Mertens liet zich ontvallen niet te weten waar het eigenlijk over ging), maar verliep de samenwerking met Groen en SP.A uitstekend. In Zelzate, hét PVDA-bastion, vindt SP.A-lijsttrekker Brent Meuleman een coalitie met PVDA+ ‘mogelijk’.
7. Hoe brengen de toppers het ervan af?
De reikwijdte van lokale verkiezingen is altijd groter dan het dorp, de gemeente of de stad waarin een toppoliticus opkomt. In de woorden van Open VLD-nestor en absolute kampioen van de lokale achterban Herman De Croo: ‘In de politiek moet je van ergens zijn.’ Dat De Croo altijd een eigenzinnig parcours reed en toch veel gewicht had in zijn partij, had hij te danken aan een gigantische plaatselijke populariteit, die ontsprong in zijn dorp Michelbeke en uitdijde over de rest van de Vlaamse Ardennen en zelfs de hele Oost-Vlaamse provincie.
Zo is het dus ook nu uitkijken naar hoezeer de toppers hun positie binnen de partij kunnen blijven afdwingen.
Voor Bart De Wever wordt het in Antwerpen alles of niets. Zijn centrumrechtse meerderheid is hij kwijt volgens de laatste peilingen. En de enige partij met wie hij wel vlot een bestuur kan vormen – Groen – sluit in alle toonaarden een samenwerking uit. Wouter Van Besien zit zo meteen in hetzelfde schuitje als De Wever: wat ben je met een overwinning die je niet kan verzilveren. Maar de klap zou veel groter zijn voor De Wever.
In De Tijd zei hij dat de kans groot is dat in Antwerpen de Vlaamse coalitie voor 2019 wordt gesmeed. ‘Dan valt de dominosteen op federaal niveau verder.’ Wat dan als de machtigste politicus van het land zijn mandaat niet kan verlengen? Of erger: er niet in slaagt een Antwerps bestuur op poten te zetten en uiteindelijk – in een ultiem horrorscenario – zou moeten toekijken hoe ‘zijn stad’ op 1 januari 2019 onbestuurbaar wordt verklaard en onder regeringstoezicht komt? De kans is eerder groot dat de impact op de Vlaamse en federale N-VA-verkiezingscampagne daarvan eerder negatief is.
Blijven we nog even hangen in Antwerpen, bij Peter Mertens (PVDA), Filip Dewinter (VB) en Meryem Almaci (Groen). Almaci schikte zich in een steunende rol jegens Van Besien. Eerder staat wat op het spel bij de twee heren. Kan Dewinter een tweede uppercut overleven of zelfs maar een te lichte overwinning? Of verhuist Van Grieken in dat geval wel naar Antwerpen? En hoe vitaal blijft Mertens voor PVDA als ze geen 11 procent halen, het streefdoel dat hij in De Tijd stelde en wat een opstap moet zijn naar het halen van de Vlaamse en federale kiesdrempel in 2019? Geldt dan voor de communisten wat ook voor de socialisten het geval is: het zijn kameraden, maar geen vrienden?
De drie andere Vlaamse partijvoorzitters dan: Gwendolyn Rutten, Wouter Beke en John Crombez. Rutten wil in Aarschot, waar ze nu zesde schepen is, de burgemeesterssjerp veroveren op coalitiepartner CD&V. Beke wil vermijden dat dat gebeurt met die van hem in Leopoldsburg. Crombez heeft zijn lot verbonden aan deze uitslag. Gedaan ermee, als de resultaten tegenvallen.
Een oud-topper om in de gaten te houden, is Jean-Marie Dedecker. Naar alle waarschijnlijkheid kan hij burgemeester worden in Middelkerke. Dat zou geen onbelangrijke stap zijn in de richting van een eventuele comeback op nationaal niveau. En misschien, zo wordt gefluisterd, zelfs op een comeback bij N-VA.
8. Moeten premier Michel en minister-president Bourgeois wissels doorvoeren?
Charles Michel en Geert Bourgeois moeten misschien de laatste bocht van hun regeerperiode in met een gewijzigde ploeg. Niet dat hen dat veel werk moet bezorgen, in de particratie die België is, hebben regeringsleiders immers weinig te zeggen over wie minister wordt.
Partijvoorzitters Olivier Chastel (MR), Rutten (Open VLD) en De Wever (N-VA) kijken best al uit naar een vervanger voor Marie-Christine Marghem (federaal minister van Energie), Bart Tommelein (Vlaams minister van Energie) en Steven Vandeput (minister van Defensie). Marghem wil Rudy Demotte (PS) onttronen in Doornik, Tommelein Johan Vande Lanotte (PS) in Oostende en Vandeput Nadja Vananroye (CD&V) in Hasselt. Zeker die twee laatsten lijken zo gehaast om hun ministeriële kabinetten te ontvluchten dat wel eens gedacht wordt dat het er brandt.
9. Wat doen de nieuwe partijen?
‘Stem niet op de Turkse partijen’. Dat is geen oproep van Vlaams Belang of N-VA, maar wel een van negen Turkse organisaties uit Gent. Zij vrezen een versplintering van de Turkse stem, mochten de 20.000 tot 25.000 Gentenaars met Turkse roots stemmen op een van de drie nieuw opgerichte partijen die zich in meer of mindere mate richten op kiezers met een migratieachtergrond. Dat zijn Be.One, de Multiculturele Recht Partij (MRP) en het Vlaams Multicultureel Collectief (VMC).
Be.One, opgericht door Dyab Abou Jahjah, heeft in totaal tien lijsten ingediend: zeven lokale (Antwerpen, Gent, Mechelen, Sint-Niklaas, Zutendaal, Beringen, Houthalen-Helchteren), een provinciale (Antwerpen) en twee voor districtsraadsverkiezingen (Merksem en Deurne).
In Antwerpen kan gekozen worden uit 13 lijsten. Zo zijn er naast de usual suspects nog Be.One, Paars (Volt + Piraten), de Burgerlijst, USE, D-SA en BDW – die laatste is een partij van Bart De Wever-dubbelganger Geert Beullens en heeft onder meer Marcel Vanthilt en Vitalski in haar rangen.
Lees hier het volledige dossier over de gemeenteraadsverkiezingen. p>
Verkiezingen 2018
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier