José De Cauwer en Serge Pauwels over het nieuwe wielerseizoen: ‘Hopelijk houdt die voortdurende tweestrijd op’
Bij aanvang van het nieuwe seizoen fileren José De Cauwer en Serge Pauwels het wielerpeloton. ‘Alles wat bij Quick-Step Alpha Vinyl goed en fout loopt, is de “schuld” van Patrick Lefevere.’
Deze voorbeschouwing verscheen in de wielergids 2022 van Sport/Voetbalmagazine.
Ze hebben het allebei voor de wielersport en ze kunnen er dankzij hun rijke ervaring ook met kennis van zaken over spreken. Hen voorstellen kan dus kort en bondig: oud-renner José De Cauwer (72) kende vooral als ploegleider en bondscoach een erg succesvolle carrière. Ondertussen is hij al meer dan twintig jaar Vlaanderens meest vooraanstaande commentator en wieleranalist. Serge Pauwels (38) was vijftien jaar lang een zeer gewaardeerd profrenner bij topteams als Cervélo, Sky, Quick-Step en CCC en werkt sinds 1 januari 2021 als development coach bij Belgian Cycling. Vorig seizoen was hij een openbaring als cocommentator bij Sporza Radio.
Wat verwachten jullie van de twee voorjaarstenoren uit de Lage Landen, Wout van Aert en Mathieu van der Poel?
Serge Pauwels: ‘Vooral dat ze slimmer met hun energie zullen omspringen. Dat merkte je al in het aantal crossen dat ze deze winter reden, ook al was een aanhoudende rugblessure daar bij Mathieu van der Poel de voornaamste reden voor. Ze stelden zich terecht de vraag: wil ik door een veldrit méér te winnen misschien één procent van mijn vorm opofferen en het risico lopen om de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix niet te winnen? Het overwicht dat ze momenteel hebben, gaat immers niet eindeloos blijven duren.’
José De Cauwer: ‘Het zijn nog jonge mannen, maar ook niet meer zó jong. Wout van Aert heeft de pech gekend een horrorblessure op te lopen bij zijn val in de Tour van 2019, waardoor hij een aantal maanden verloor, maar hij heeft sneller gefocust op de weg. De wegrenner Van der Poel heeft al veel tijd verloren. Nu hoor ik weer dat hij naast het mountainbiken ook spreekt van gravelkampioenschappen.’
Vorig jaar won geen van beiden een monument.
De Cauwer: ( pikt in) ‘Maar is Wout van Aert een mindere renner omdat hij nog geen Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix won? Nee toch.’
Pauwels: ‘Klopt, maar als over pakweg acht jaar hun carrière voorbij is en ze blikken erop terug, dan wil Wout kunnen zeggen dat hij twee of drie keer de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix gewonnen heeft. En ik geloof dat ze die denkoefening meer zullen maken dan de voorbije jaren, waarin ze soms woekerden met hun krachten.’
De Cauwer: ‘Weet je wat ik in de eerste plaats hoop? Dat die voortdurende tweestrijd ophoudt en dat er anderen bij komen. Nu rijden ze elkaar al te vaak in de vernieling. Voor de tv-kijkers is het smullen, maar het is voor henzelf verre van ideaal.’
Pauwels: ‘Die rivaliteit speelt in bijna elke koers een rol. Ik voelde het zelf nog tijdens het WK in Leuven. Toen Wout niet meer kon winnen, merkte ik dat hij toch liever niet had dat Mathieu zou wegrijden.’
De Cauwer: ‘Een jammerlijke situatie, vind ik het, dat het zo gegroeid is. Ze kunnen bijna niet meer op een normale manier koersen. Ze denken blijkbaar altijd: waar zit die andere? Toch vermoed ik dat het minder speelt bij Van der Poel dan bij Van Aert. Mathieu zit iets anders in elkaar.’
Waarin verschillen ze dan?
De Cauwer: ‘Wout van Aert is voor mij dé absolute prof, iemand die graag alle nodige inspanningen levert om de allerbeste renner te zijn die hij kan zijn. Mathieu van der Poel wil vooral graag fietsen en leuke dingen doen. Mocht hij een salto kunnen doen op zijn fiets, dan zou hij daaraan evenveel plezier beleven dan aan een cross winnen.’
Pauwels: ‘Dat is een pluspunt. Hij kan meer ontspannen aan de start van een koers staan. Daar staat dan weer tegenover dat ervoor kunnen leven zoals Wout óók een enorme kwaliteit is. Daarin wordt hij mee gestuurd door zijn ploeg, want zoiets kun je niet op je eentje.’
Als Van der Poel dat minder heeft, impliceert dat dan dat hij, gezien zijn even indrukwekkende prestaties en resultaten, meer talent heeft dan Van Aert?
De Cauwer: ‘Dat denk ik wel, ja. Toch als je praat over puur, intrinsiek aangeboren talent. Maar het gaat om meer dan dat, hé. Kijk naar de body van Van Aert toen je hem in de kerstperiode door de modder zag rijden. Met alle respect voor de anderen, maar vraag aan mensen die nooit een koers gezien hebben: ‘Wie denk je nu dat de beste is?’ Wie gaan ze antwoorden, denk je?’
Pauwels: ‘Exact hetzelfde gevoel hadden Sven Vanthourenhout en ik voor Gent-Wevelgem, toen we iedereen naar de start zagen rijden. Zelfs als je niets van koers kent, merk je onmiddellijk wie de grootste atleet is. Wout heeft bovendien een soort aura die hem van de anderen onderscheidt. Maar ik ga ermee akkoord dat als het over talent gaat, Van der Poel misschien een streepje voor heeft. Anderzijds herhaal ik dat 365 dagen per jaar zo intensief met je vak bezig kunnen zijn als Wout, en in de aanloop naar de Tour minutieus calorieën tellen, ook een vorm van talent is. Er komt meer bij kijken dan alleen maar een bepaald vermogen trappen bij een inspanningstest.’
De Cauwer: ‘Juist, en in die zin zou je dan weer kunnen stellen dat Van Aert een completere renner is. Ook qua carrièreplanning staat hij het verst. Mathieu is nog altijd aan het switchen van links naar rechts en terug.’
Jumbo-Visma versus Alpecin-Fenix
Ook Van Aerts ploeg is completer. Met de komst van Tiesj Benoot, Christophe Laporte en Tosh Van der Sande is Jumbo-Visma, dat ook weer kan rekenen op de herstelde Mike Teunissen, gevoelig versterkt met het oog op de klassiekers. Hoe schatten jullie dat in?
De Cauwer: ‘Als alles in de juiste plooi valt, kun je als beste renner de Ronde van Vlaanderen ook zonder ploeg winnen. Maar er zijn veel koerssituaties denkbaar waarin dat niet het geval is. Kasper Asgreen was steengoed vorig seizoen, maar hij dankt zijn zege ook mee aan de sterkte in de breedte bij Quick-Step. De versterkingen die je opsomt, zijn dus absoluut fantastisch voor Jumbo-Visma, maar of daardoor Wout van Aert meer gaat winnen is niet zeker. Versta me niet verkeerd, zijn kansen stijgen, maar voor hetzelfde geld wint Tiesj Benoot een klassieker. Als ze het goed spelen tenminste en niet, zoals België eind september, vertrekken met één spits.’
Pauwels: ‘Dat de kansen voor Benoot gestegen zijn, daar ben ik het zeker mee eens. Tiesj is onvoldoende afwerker om het als aangewezen kopman af te maken. Nu een andere renner binnen de ploeg de aandacht naar zich toe zal trekken, kan hij daar misschien van profiteren. Uiteindelijk is hij een constante renner, iemand die altijd wel op niveau rijdt en op veel terreinen uit de voeten kan.’
De Cauwer: ‘Alpecin-Fenix heeft voortreffelijk gepresteerd en is een héél goede procontinentale ploeg – kijk maar naar de geweldige progressie die Jonas Rickaert gemaakt heeft – maar het gewicht dat Jumbo-Visma in de schaal kan leggen, is ontegensprekelijk groter. Maar zoals ik al zei, zal het van de koerssituatie afhangen of je je sterke ploeg nodig hebt. Als er vroeg geopend wordt en ze rijden met enkel de allerbesten naar de Oude Kwaremont, dan ben je sowieso gezien als je daar de rol moet lossen.’
Bij Alpecin-Fenix imponeerde Jasper Philipsen vorig seizoen als sprinter. ‘De nieuwe Tom Boonen’ werd hij – zoals nog wel een aantal renners – genoemd bij zijn overstap naar de profs. Mogen we hem verwachten in de voorjaarsklassiekers?
Pauwels: ‘Voor mij is hij toch meer sprinter dan klassiek renner. Maar let op: een heel goeie sprinter, want hoe vaak werd hij tweede achter Mark Cavendish in de Tour?’
De Cauwer: ‘Zes keer reed hij top drie! Ik vind die prestatie echt ondergesneeuwd. Tweede en derde plaatsen zouden veel meer gewaardeerd moeten worden.’
Pauwels: ‘Tweede plaatsen zouden veel meer moeten meetellen, daar kan ik je volledig in volgen, José. ‘ ( lacht, want doelt op zijn eigen rennerscarrière, nvdr)
De Cauwer: ‘Ik meen dat. Hij heeft dan wel geen rit gewonnen, maar de prestaties van Jasper Philipsen in de Tour waren voor mij meer waard dan die van Tim Merlier. Om mee te spelen in de echte topklassiekers moet hij wel nog meer body kweken.’
Quick-Step Alpha Vinyl versus Jumbo-Visma
Een andere Jasper, Stuyven, won vorig jaar een monument en verhoogde daarmee zijn status.
De Cauwer: ‘ Stuyven blijft Stuyven. Voor mij is hij nog altijd dezelfde steengoede renner. Dat hij Milaan-Sanremo won, heeft daar niets aan veranderd.’
Pauwels: ‘Hoe Jasper Milaan-Sanremo won getuigde, naast het feit dat hij inderdaad een steengoed renner is, ook van luciditeit, koersintelligentie en lef. Uiteindelijk kreeg hij maar twee seconden de kans om iets te doen – op de Poggio en in de afdaling was dat onmogelijk – en in die uiterst korte window of opportunity heeft hij het wel gedaan.’
De sterkte in de breedte bij Quick-Step Alpha Vinyl kwam daarnet al even ter sprake. Hoe anders wordt het voor die ploeg koersen nu er met Jumbo-Visma een op papier tweede sterk blok aan de start van de voorjaarsklassiekers staat?
De Cauwer: ‘Het zou wel eens kunnen dat het heel tactisch gaat worden, dat er momenten in de koers komen waarop je denkt: ‘Oei, wat gebeurt er? Die mannen van Lefevere rijden niet meer.’ Als ze de hete aardappel naar elkaar gaan doorschuiven, kunnen we een situatie krijgen zoals lang geleden met de ploegen van Peter Post en Jan Raas, waarbij de ene de kastanjes niet uit het vuur wil halen voor de andere. Bij Quick-Step kennen mannen als Wilfried Peeters alvast het klappen van de zweep. Jumbo-Visma heeft op dat vlak nog een en ander te leren. Als ik terugdenk aan de manier waarop ze het in de Tour twee jaar geleden aanpakten, dat was niet bepaald slim. Ze hielden successpeeches op zijn Amerikaans – we are the best, we believe in ourselves – maar ‘ze lachen ons allemaal uit met deze tactiek’, verwoordde Tom Dumoulin het zelf.’
Pauwels: ‘Het zal er ook van afhangen wat er gebeurt in de eerste koersen. Wie heeft er al gewonnen? Hoe liggen de verhoudingen? Door de nervositeit die daarmee gepaard gaat, gaan ploegleiders toch iets anders reageren. Hoe dan ook blijven ze bij Quick-Step meerdere ijzers in het vuur hebben voor de kasseiklassiekers. Van Florian Sénéchal verwacht ik dat hij nog een stap vooruit zet en misschien wel de Asgreen van vorig jaar wordt. Schrijf Zdenek Stybar nog niet af, en dan heb je nog Yves Lampaert. ‘
Evenepoel versus Pogacar
De twee belangrijkste boegbeelden bij Quick-Step Alpha Vinyl worden niet uitgespeeld in de kasseiklassiekers. Julian Alaphilippe mikt op de Waalse klassiekers en Remco Evenepoel op het rondewerk. Evenepoel doet de Belgische wielerliefhebber dromen van iets waar ze in ons land al heel lang op wachten. Zijn ploeg gelooft erin, hij spreekt die ambitie zelf uit en de media verhogen de Remcomania alleen maar. Waar zien jullie hem uitkomen?
Pauwels: ‘De vraag die ik me stel is: hoe gaat hij het supertalent Tadej Pogacar ooit kloppen? Als je iemand ‘de nieuwe Merckx’ wilt noemen, dan is hij het wel.’
De Cauwer: ‘Fenomenaal hoe Pogacar de Tour naar zijn hand zette. Dan ook Luik-Bastenaken-Luik, de Ronde van Lombardije, Tirreno-Adriatico en weet ik wat allemaal winnen: pure klasse. We mogen zeker nog niet twijfelen aan de kwaliteiten van Evenepoel – wat hij al gepresteerd heeft, is fantastisch – maar er is nog een tweede luik dat hij moet openen: een ronde van drie weken. Vorig jaar ging hij er al voor en iedereen ging daarin mee, ook zijn ploeg en zijn trainer. Mijn vader, 101 jaar, zei nadat Evenepoel na tien dagen Giro door het ijs zakte: ‘Wat wil je? Dat manneke is 21 jaar en heeft negen maanden niet gekoerst. Dat is toch normaal.’ Het komt er voor Evenepoel op aan om de rust te bewaren. Als hij de Tour wint op z’n 26e, is het ook nog goed.’
Pauwels: ‘Het voornaamste wordt: hoe begint hij mentaal aan een grote ronde en hoe komt hij eruit? En ook: hoe gaan de mensen binnen zijn entourage het aanpakken? Iedereen zal immers met argusogen naar hem kijken. Hij heeft alle wielerwetten met de grond gelijkmaakt en dat maakte dat ze er blind zijn ingetrapt om er vorig jaar al in te geloven.’
De Cauwer: ‘Hij gaat meer moeten leren luisteren. Naar de juiste mensen. Hij moet het allemaal zelf niet meer uitvinden. Wat meer overleggen zou hem heel goed doen. Je moet op eigen initiatief en intuïtief durven te koersen, maar je moet niet sprinten tegen Egan Bernal voor één seconde tijdwinst en het hem dan nog eens duidelijk maken: ‘Hey maatje, heb je dat gezien?’ Die heeft wel al de Tour gewonnen hé, en hij zal ook de volgende jaren nog aan de top staan.’
Pauwels: ‘Wat Evenepoel daar deed, was voor mij een eerste teken aan de wand. Ex-Tourwinnaar Carlos Sastre, met wie ik samen in de ploeg heb gezeten, zei me ooit: ‘Je kunt in een grote ronde de eerste tien dagen beter het gevoel krijgen dat je je wat verveelt in plaats van dan al energie te verspillen om enkele seconden te pakken.’ Het keert als een boemerang terug in je gezicht.’
Lotto Soudal versus … Lotto Soudal
‘Kopmannen van Lotto-Soudal stellen teleur in de klassiekers’, luidde de kop in De Morgen van 23 april 2021. Het had net zo goed die van een ander jaar kunnen geweest zijn. Waarom lukt het bij die ploeg al jaren niet meer om een vooraanstaande rol te spelen in het voorjaar?
Pauwels: ‘Het probleem bij Lotto-Soudal is dat ze identiteit missen. Ze weten zelf nog niet goed waarvoor ze staan. Quick-Step, dat is The Wolfpack. Het is maar een naam, maar toen ik samen met Sven Vanthourenhout in januari vorig jaar de ploegstages bezocht, merkte ik wel de positieve vibe die daar heerst. Het personeel hangt aan elkaar, de renners voelen zich goed, het succes straalt ervan af.’
De Cauwer: ‘Patrick Lefevere heeft zijn structuur zelf gemaakt en die is organisch gegroeid, waarbij al jarenlang het vertrouwen gegeven wordt aan dezelfde mensen. Er is één duidelijke lijn en je moet er niet aan iemands poten proberen te zagen, want je krijgt ongelijk. Bij Lotto stond er nooit een vaste structuur en was er nog nooit eensgezindheid. Renners voelen dat en gedragen zich soms als kleine kinderen: krijg ik het niet van mama, dan ga ik het aan papa vragen. John Lelangue heeft nu een nieuwe groep samengesteld, maar ik weet niet of hij genoeg peoplemanager is om alles recht te trekken. Alles wat bij Quick-Step goed of verkeerd gaat, is ‘de schuld’ van Lefevere. Bij ploegen waar een manager neergezet is, zal het niet de schuld zijn van die manager als het fout loopt. Bij Lotto-Soudal staan ze voor een heel belangrijk jaar, waarin ze moeten opbouwen: een nieuw begin met jonge renners en nieuwe ploegleiders.’
Pauwels: ‘Ik geloof er wel in dat die vernieuwing is ingezet. En het kan snel keren, hé. Je hebt Florian Vermeersch, Brent Van Moer, Arnaud De Lie – onthoud die naam.’
De Cauwer: ‘Ze gaan die jonge jongens wel niet mogen laten koersen zoals ze dat vorig seizoen gedaan hebben. Ze zullen hen moeten leren om hun rits open te zetten op het moment dat de grote mannen dat doen, en hen niet stiekem laten wegrijden om dan achteraf te zeggen: ‘Hij heeft goed gereden, we waren honderd kilometer in beeld.
‘Het was pijnlijk dat ze Vermeersch, die een superdag had, in Parijs-Roubaix zolang op kop lieten rijden met Nils Eekhoff. Twee man voorop met een hele bende erachter: zo ga je de koers niet winnen. Dat is dikwijls het probleem met jonge ploegleiders: ze zijn heel gretig en zien de overwinning al voor het grijpen, terwijl ze de logica van de wielrennerij uit het oog verliezen.’
Pauwels: ‘Vermeersch gaat wellicht nog kansen krijgen om Parijs-Roubaix te winnen, maar niet meer door van ver aan te gaan. Ze gaan hem die voorsprong nooit meer geven. En wie weet: misschien was dit wel zijn beste Parijs-Roubaix ooit. Een gemiste kans was het alleszins.’
Gilbert versus zijn ploegmaats
Naast die jongeren rekent Lotto-Soudal ook nog op Philippe Gilbert. Gaat hij in zijn laatste jaar als wielrenner zijn geld nog waard zijn?
De Cauwer: ‘ Philippe Gilbert kan zich nog enorm nuttig maken als hij er zich volledig voor engageert om die jonge mannen de weg te wijzen. Máár – moet ik er meteen bij zeggen – ik heb nog maar weinig renners gekend die die taak echt ter harte nemen. Ik heb er wel al veel gezien die zégden dat ze jongeren gingen begeleiden, maar die er vooral voor zorgden dat ze zelf mee waren.’
Pauwels: ‘De rol van wegkapitein gaat natuurlijk verder dan de wedstrijd op zich. Je moet ook een leider zijn voor en na de koers, je ploegmaats op die momenten met raad bijstaan. Die leiderscapaciteiten heeft Philippe ontegensprekelijk.’
Wat vinden jullie ervan dat Lotto-Soudal Victor Campenaerts terug naar het oude nest haalde?
De Cauwer: ‘Daarmee hebben ze een uitstekende zaak gedaan. De metamorfose van Victor Campenaerts vind ik fenomenaal.’
Pauwels: ‘Hij doet het ook op zijn geheel eigen en attractieve manier. Hij valt aan op momenten dat je het niet verwacht en vaak met een tweetrapsdemarrage. Dan sluiten ze aan en gaat hij nog een keer. Campenaerts zou bij Lotto wel eens voor een nieuwe wind kunnen zorgen. Hij is heel veeleisend voor zichzelf maar ook voor de ploeg, kan ik me voorstellen.’
De Cauwer: ‘Je hebt daar ook nog ene Caleb Ewan, dé toptransfer van enkele jaren geleden. Was hij niet gevallen in de Tour, dan had hij er ongetwijfeld ritten gewonnen. Ik schat hem qua sprintsnelheid nog hoger in dan Cavendish. En de manier waarop hij de Poggio opreed …’
Pauwels: ‘… maakt van hem ook een serieuze kandidaat op het WK dat in zijn thuisland gereden wordt. Ik lees hier en daar dat het parcours te lastig is voor hem, maar een klim van een kilometer aan 7,7 procent, dat kan Ewan aan.’
De Cauwer: ‘Ze gaan hem moeten lossen en als hij de benen heeft van Milaan-Sanremo, zie ik dat niet meteen gebeuren. Dus zet zijn naam gerust naast die van ‘de grote drie’ op je pronostiekbriefje.’
Ghirmay versus Nys
Intermarché-Wanty-Gobert, de derde Belgische WorldTourploeg, haalde Alexander Kristoff als kopman voor de ‘Vlaamse’ klassiekers. Hoe evalueren jullie die transfer?
Pauwels: ‘Het is geen groeiaandeel meer, maar dat betekent niet dat hij niets meer gaat winnen. Hij schreef Gent-Wevelgem op zijn naam toen niemand dat nog verwachtte ( in 2019, nvdr) en eind vorig seizoen begon hij opnieuw beter te presteren.’
De Cauwer: ‘Bij die ploeg zit ook Biniam Girmay, een héél goeie coureur. Hij is de enige die Remco Evenepoel in een échte wedstrijd kon verslaan bij de junioren. Ik heb hem eens op zijn eentje zien wegrijden uit een groep van dertig man op zoek naar de kopgroep. Niet bepaald een slimme zet, maar wel ijzersterk. Ze deden er alles aan om hem te volgen, maar hij reed hen los uit het wiel en dichtte het gat.’
Pauwels: ‘Misschien is hij wel de wereldkampioen van 2025 in Rwanda. Hij heeft nu al veel inhoud en hij is snel. In de Ronde van Polen liet hij vorig seizoen heel mooie dingen zien en dan die sprint op het WK voor beloften… Als je weet hoe snel Thibau Nys is… ( Girmay werd vicewereldkampioen, Nys zesde, nvdr)’
De Cauwer: ‘In 2019 in Amissa Bongo liet Girmay, toen amper negentien jaar, al André Greipel achter zich in de massasprint. Ja, naar die jongen kijk ik uit.’
Pauwels: ‘Dat geloof ik best, José, zoals we naar het hele wielerseizoen reikhalzend uitkijken.’
‘Het kan niet dat Van Avermaet al versleten is’
Greg Van Avermaet eindigde vorig seizoen weliswaar als derde in de Ronde van Vlaanderen, maar speelde tijdens het voorjaar nooit echt mee voor de overwinning. Mogen we hem op zijn 36e definitief afschrijven als kandidaat-winnaar in de klassiekers en moet hij zijn droom om Vlaanderens Mooiste ooit te winnen voorgoed opbergen?
José De Cauwer: ‘Ik kan me écht niet voorstellen dat het voor Greg Van Avermaet voorbij is. Wat er vorig seizoen precies scheelde, weet ik niet, maar ik vermoed dat hij vooral nood heeft aan meer rust. De druk van het ‘moeten’ die hij zichzelf oplegt, moet eruit. Oliver Naesen vind ik trouwens erger dan Van Avermaet. Zo’n slecht jaar, dat is toch niet normaal? Zijn prijzenkast is nog leeg en hij heeft de leeftijd waarop hij top zou moeten zijn.’
Serge Pauwels: ‘Van Avermaet werd inderdaad nog knap derde in Vlaanderen, maar ik zag hem de hele dag afzien en veel te ver zitten. Toch ga ik mee in wat José zegt: het kan niet dat hij al ‘versleten’ is.’
De Cauwer: ‘Greg zou wel eens een van de renners kunnen zijn die handig gebruikmaken van het steekspel tussen Quick-Step en Jumbo-Visma.’
Wat met Sep Vanmarcke?
De Cauwer: ‘Kun je zeggen dat Sep Vanmarcke geen klassieker of semiklassieker zal winnen? Nee toch. Niemand rijdt sneller over de kasseien. Van hem kun je, in tegenstelling tot Van Avermaet, wél zeggen dat zijn palmares te mager oogt. Daartegenover staat dat Vanmarcke prijs-kwaliteit heel goed geboerd heeft.’
Pauwels: ‘Hij heeft zoveel pech gekend. Valpartijen, lekke banden op een slecht moment: er was telkens wel iets aan de hand.’
De Cauwer: ‘Om nog even terug te komen op de rust die Van Avermaet – en met hem andere renners – nodig heeft. Meer en meer beginnen ze in de wielrennerij het belang van het mentale welzijn te beseffen. Tom Steels vertelde vorig jaar in Extra Time Koers: ‘Wij gaan met onze ploeg niet voor de volle 100 procent. We gaan voor 90 procent en laten de renners nog 10 procent vrij.’ Drink eens een glas wijn, eet een crème glace, geniet. Kortom, houd de boel in balans.’
‘Desnoods moeten we Sagan kunstmatig in leven houden’
Op ons voorbereidingsblaadje stonden nog drie buitenlandse namen in het vet: Peter Sagan, Sonny Colbrelli en Thomas Pidcock. Jullie voorspelling voor 2022?
José De Cauwer: ‘ Peter Sagan heeft al zoveel energie kwijtgespeeld aan duizend-en-één dingen, gewoon al aan Sagan te zijn. Het wielrennen mag blij zijn dat hij de sport een decennium lang gedragen heeft en naar een ander niveau gebracht. Daarom mogen we hem nog niet begraven, ook al moeten we hem daarvoor desnoods nog drie jaar kunstmatig in leven houden. En wie weet, bij een nieuwe ploeg…’
Serge Pauwels: ‘Maar nog een keer de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix winnen zie ik hem niet doen. Dan dicht ik zijn leeftijdsgenoot Colbrelli meer kansen toe. Na zijn zeges in Parijs-Roubaix en op het EK zal hij nog wel een tijdje op die wolk blijven drijven. Hij kende een boerenjaar, maar dat betekent niet dat hij uit het niets komt. Zo herinner ik me een rit in Parijs-Nice in 2017, gereden in barslechte weersomstandigheden, waarin hij de tegenstand ook al het nakijken gaf. En Pidcock? Dat is een supertalent in de grootteorde van Van Aert en Van der Poel, maar hij moet voor zichzelf nog uitmaken welke weg hij wil inslaan.’
De Cauwer: ‘Voorlopig zal hij nog focussen op de klassiekers, maar vergeet niet dat hij in 2020 de Baby Giro won. Op termijn willen ze hem bij INEOS inzetten als kopman in een grote ronde, en die ambitie koestert hij zelf evenzeer. Hij beschikt alvast over de belangrijkste kwaliteiten: hij heeft een goeie tijdrit in de benen en hij kan bergop rijden.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier