Chelsea doorgelicht: the sky is blue
Elke week neemt Sport/Voetbalmagazine een buitenlandse topclub onder de loep. We kijken even terug op dit seizoen en vooruit naar de uitdagingen van de komende weken en maanden. Chelsea maakte een transitieperiode door onder Frank Lampard, maar lijkt klaar om volgend seizoen opnieuw mee te doen voor de hoofdprijzen.
Jarenlang was Chelsea op zoek naar een eigen identiteit. Eigenaar Roman Abramovitsj wou komaf maken met het etiket van bijeengekocht sterrenensemble van in zijn beginjaren. Maar zowel na de eerste (2004-2007), als na de tweede periode (2013-2015) met Mourinho, lukte het de rijke Rus niet meteen om een coach aan te stellen die de Blues weer meer kleur kon geven. In 2016 kwam er met Antonio Conte wel iemand met een duidelijke voetbalvisie. Resultaat: in zijn eerste seizoen won hij met Chelsea meteen de Premier League. Na een pijnlijke scheiding was het de beurt aan een andere eigenzinnige Italiaan, Maurizio Sarri. Maar zijn Sarriball pakte niet helemaal goed uit in West-Londen, ondanks het veroveren van de Europa League en een derde plaats in de competitie.
Alweer kon Chelsea opnieuw beginnen. Niet geholpen door een transferverbod tijdens de zomermercato en, niet te vergeten, het vertrek van een zekere Eden Hazard. De opvolging voor de Rode Duivel was er (al dan niet bewust) wel al voorzien in de persoon van Christian Pulisic, in de winter voor een goede 64 miljoen euro weggehaald bij Dortmund. Om dat allemaal in goeie banen te leiden, legden CEO Marina Granovskaja en sportief directeur Petr Čech het lot van de club in handen van Chelsealegende Frank Lampard (42). Na één degelijk seizoen als coach bij tweedeklasser Derby County moest hij met een onevenwichtige kern een Champions League ticket zien te veroveren. Weinig analisten geloofden vooraf dat hij daarin zou lukken.
34 speeldagen later kunnen we niet anders dan erkennen dat Lampard het fantastisch heeft gedaan met de middelen die hij ter beschikking had. Hij parkeerde Chelsea voorlopig vlot in de top 4, voldoende voor een plaatsje in de CL volgend seizoen. Zeker gezien de Europese uitsluiting die Manchester City boven het hoofd hangt (waar we maandag 13 juli de definitieve uitspraak van kennen), waardoor zelfs een vijfde plaats zou kunnen volstaan. De Blues hebben een marge van 8 punten op nummer 6 Wolverhampton met nog 4 wedstrijden te gaan (tegen Sheffield, Norwich, Liverpool en Wolves zelf). Daarnaast staan ze ook in de halve finale van de FA Cup tegen Man United en doen ze nog mee in de CL, al ziet het er daar na de 0-3-nederlaag tegen Bayern niet zo goed uit.
Premier League 2019-20 | Punten |
Liverpool | 92 |
Manchester City | 69 |
Chelsea | 60 |
Leicester City | 59 |
Manchester United | 58 |
Wolverhampton | 52 |
Sheffield United | 51 |
Kansen voor eigen jeugd, mét resultaat
Bovendien trok Lampard volop de kaart van de eigen opgeleide jeugd. Hij gaf spits Tammy Abraham (22) meer dan 2700 speelminuten in alle competities samen (16 goals), aanvallende middenvelder Mason Mount (21) zelfs bijna 3300 (6 goals, 5 assists) en verder kregen verdedigers Tomori (22), James (20), flankaanvaller Hudson-Odoi (19) en verdedigende middenvelder Billy Gilmour (19) regelmatig hun kans. Na Manchester United (24,5 jaar oud) gebruikte Lampard gemiddeld de jongste ploeg in de Premier League (25 jaar oud). Eindelijk plukt Chelsea de vruchten van hun jeugdacademie en de uitgebreide verhuurpolitiek van jonge talenten. Mount speelde bijvoorbeeld al bij (veredelde satellietclub) Vitesse en Derby County, niet toevallig met Lampard als coach, en Abraham deed ervaring op bij Bristol, Swansea en Aston Villa. Ook al doet Lampard het in absolute cijfers (gemiddeld 1,79 punten per match alle competities samen) minder goed dan Sarri vorig jaar (2,06 punten per match), de perceptie van Chelsea is dit seizoen volledig gekeerd door de inbreng van zoveel jong en vooral eigen talent.
En eigenlijk verdient Chelsea zelfs meer punten, als we hun prestaties analyseren. Onder Lampard voetballen de Blues beter en vooral constanter dan de voorbije twee seizoenen onder Conte en Sarri. Geleidelijk aan creëren ze meer kansen, zonder er meer weg te geven. Aanvallend ondernamen enkel kampioen Liverpool en Manchester City meer en betere doelpogingen. Achterin gaven opnieuw enkel City, Liverpool en ook Man United minder kansen weg.
Defensieve problemen en aanvallende wisselvalligheid
En toch zit Chelsea achterin met een serieus probleem. De verdediging slaagt er wel in het aantal kansen te beperken, maar met Kepa Arrizabalaga staat er een keeper in doel die beter is met zijn voeten dan zijn handen. Nochtans is de 25-jarige Bask met een prijskaartje van 80 miljoen euro de duurste doelman ooit. Een schot tussen de palen heeft bij Kepa 35% om een doelpunt op te leveren, enkel de doelmannen van Southampton doen slechter dit seizoen. Op basis van de kwaliteit van hun schoten tegen had Chelsea gemiddeld gezien 35 doelpunten moeten slikken tot dusver. Kepa (en af en toe zijn vervanger Caballero) liet er 46 binnen. Ter vergelijking: Liverpool zou er gemiddeld 33 geslikt moeten hebben tot dusver, maar zij kregen er maar 26 tegen.
Een verschil in kwaliteit onder de lat? Dat is zeker een deel van de verklaring, maar Kepa wordt ook niet echt geholpen door zijn verdediging. De weinige keren dat Chelsea een tegenstander laat uithalen, is het meestal wel een grote kans. Enkel degradatiekandidaten West Ham en Aston Villa en het hyper aanvallende City van Guardiola geven gemiddeld grotere kansen weg. Dat maakt het voor de doelman natuurlijk een stuk moeilijker dan wanneer hij veel, maar makkelijke kansen moet redden. Deels heeft dat te maken met de tactiek van Lampard, die zijn ploeg altijd hoog laat pressen en dus achterin veel ruimte weggeeft. Chelsea heeft het moeilijk om af en toe ook eens een laag blok te zetten en alles gesloten te houden, zeker wanneer Kanté ontbreekt (en de Fransman kende dit seizoen ongewoon veel spierblessures). Het lijkt alsof Chelsea lijkt enkel volgas kan spelen, met alle defensieve problemen van dien.
Problemen met hoekschoppen
West Ham vloerde Chelsea vorige week met 3-2, onder meer dankzij alweer een doelpunt op corner. In totaal slikte de Blues zo al 11 tegendoelpunten. Relatief gezien meer dan eender welke andere ploeg in de Premier League (Norwich en Newcastle slikten er nog meer, maar gaven er ook veel meer weg). Alle grote competities samen doet zelfs enkel de Franse degradant Amiens het slechter dan de 8% hoekschoppen die een tegendoelpunt opleveren bij Chelsea.
Coach Frank Lampard wijt dat aan een gebrek aan lengte in zijn ploeg. Nochtans is bijvoorbeeld Liverpool gemiddeld gezien een stuk kleiner en kregen zij maar 2 doelpunten op corner tegen. Ook de omzetting van zoneverdediging naar een mengvorm bracht weinig soelaas. Een werkpunt dus voor Lampard en zijn jongens, want op stilstaande fases kan je zeker trainen.
Aanvallend is het een ander verhaal. Chelsea begon furieus aan de competitie met 23 goals in de eerste 10 wedstrijden, terwijl er gemiddeld slechts 19 verwacht werden op basis van hun doelkansen. Een ‘overperformance’ van goed 20%. Vooral Tammy Abraham vond vlot de weg naar doel met 8 doelpunten in die eerste 10 matchen (6 Expected Goals). Daarna daalde de efficiëntie bij de Blues zienderogen tot zelfs 10% onder het gemiddelde. Chelsea kampte met heel wat blessures in het offensieve compartiment en verschillende spelers kenden een vormdip.
In die periode werd ook duidelijk dat Chelsea het nog moeilijk heeft om een verdedigend blok open te breken, zonder kwetsbaar te zijn op de tegenaanval. Van de 10 nederlagen waren er 6 tegen ploegen die graag de bal aan Chelsea lieten: West Ham (2x), Newcastle, Southampton, Bournemouth en Everton (en dan tellen we Man United niet eens mee). Ook in de match van afgelopen dinsdag tegen Crystal Palace kwamen diezelfde problemen weer boven. Ondanks een vroege 0-2-voorsprong kon Chelsea de match niet doodmaken en werd het twee keer gepakt op een counter. De Blues moesten bibberen tot de laatste minuut om de 2-3 op het bord te houden.
Sinds de herstart volgen het aantal doelpunten wel opnieuw de aanvallende prestaties, vooral dankzij nieuwkomer Christian Pulisic en zijn 3 goals en 2 uitgelokte penalty’s in 5 matchen. Het voelt fout om te schrijven, maar Eden Hazard (vorig seizoen goed voor 16 goals en 11 assists in de competitie) wordt eigenlijk niet erg gemist in Londen. Lampard heeft zijn vertrek collectief weten op te vangen.
Erg actief op de transfermarkt
En Chelsea wil dat collectief nog verder versterken. Het haalde met Timo Werner (24 jaar, 53 miljoen euro van RB Leipzig) en Hakim Ziyech (27 jaar, 40 miljoen euro van Ajax) al twee aanvallende versterkingen binnen met de nodige maturiteit om de stap naar de absolute top te zetten (wat het definitieve einde betekent voor Rode Duivel Batshuayi bij Chelsea). Alsof dat nog niet goed genoeg is, lijkt er ook sprake van de komst van Kai Havertz, de polyvalente aanvaller/middenvelder van Leverkusen. Hij zou 100 miljoen euro moeten kosten en wil graag naar Londen komen. Cash blijkt dus zelfs na de coronacrisis geen probleem te zijn in Londen.
Daarnaast wil Lampard nog een nieuwe linksachter halen, omdat Marcos Alonso niet meer voldoet en kapitein Azpilicueta daar regelmatig moet depanneren. Chelsea hoopt daarvoor Engels international Ben Chillwell los te weken bij Leicester voor ongeveer 50 miljoen euro, maar het verschil tussen vraag en aanbod is voorlopig nog aanzienlijk. Tagliafico van Ajax en Telles van Porto worden genoemd als alternatieven. Ook centraal achterin willen de Londenaren nog versterking. Christensen, Zouma en Rüdiger zijn zeker degelijk, maar behoren niet tot de wereldtop. De namen van Dayot Upamecano (nog één jaar onder contract bij Leipzig), ex-Genkie Kalidou Coulibaly (Napoli) en voormalig jeugdspeler Declan Rice (21) die bij West Ham als verdedigende middenvelder speelt, doen de ronde. Zijn voetballend vermogen en snelheid in combinatie met duelkracht zijn precies de kwaliteiten die Lampard zoekt in een nieuwe centrale verdediger.
Maar zelfs als er niemand meer bijkomt, beschikt Lampard al over een erg ruime spelersgroep om uit te kiezen en vooral een kern die tactisch veel mogelijkheden biedt. De voormalige middenvelder staat er bekend om zijn tactiek aan te passen aan de kwaliteiten van zijn spelers en heeft komende zomer dus wel wat denkwerk. Want hoe pas je Ziyech, Werner, Pulisic, Abraham, Mount en Hudson-Odoi allemaal in één ploeg?
Het grote voordeel is de polyvalentie van veel van die spelers. Timo Werner kan in principe op alle aanvallende posities uit de voeten. Bij Leipzig speelde hij meestal als schaduwspits naast Yussuf Poulsen, maar hij kan ook meer naar de linkerflank uitwijken of zelf als diepste spits spelen, zoals bij de nationale ploeg. Ziyech staat liefst op de rechterkant, maar kan ook achter de spitsen acteren. Pulisic en Hudson Odoi kunnen op beide flanken spelen, maar komen liefst met hun goeie rechtervoet naar binnen vanop de linkerflank. Mason Mount tot slot kan in principe overal ingepast worden, eventueel zelfs lager op het middenveld. Keuze genoeg dus voor Lampard, die dit seizoen ook regelmatig switchte tussen een drie- en viermansverdediging op zoek naar de juiste balans.
Met al dat opkomend talent en een aantal gerichte versterkingen, waarvan er nog een aantal in aantocht zijn, lijkt Chelsea goed gewapend om opnieuw uit te groeien tot een echte titelconcurrent in Engeland. Natuurlijk heet de concurrentie wel Manchester City en Liverpool, misschien wel de twee beste ploegen ter wereld op dit moment. Maar als Frank Lampard de verdedigende problemen opgelost krijgt en de aanvallende efficiëntie op peil kan houden, wordt hij misschien de eerste Engelse coach sinds Howard Wilkinson met Leeds in 1992 die de Engelse landstitel kan pakken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier