Charleroi onder de loep: visie levert voorsprong op
Elke week neemt Sport/Voetbalmagazine een Belgische club onder de loep. We kijken terug op de lessen van het voorbije seizoen en blikken vooruit op de (transfer)plannen voor het komende jaar. Deze week: hoe Charleroi zijn beste resultaten ooit boekt.
Charleroi een revelatie noemen, doet hen weinig eer aan. De Carolo’s speelden de voorbije vijf jaar namelijk drie keer mee om de prijzen in play-off 1. Toch had niemand vooraf gedacht dat nieuwbakken coach Karim Belhocine zijn ploeg op een derde plaats zou parkeren na 29 speeldagen, met de tweede plek binnen handbereik.
Afhankelijk van de (beslissing over de) bekerfinale mag Charleroi zich opmaken voor de groepsfase van de Europa League. Dat heeft zelfs Felice Mazzu niet klaargekregen in zijn zes erg succesvolle jaren.
Het effect van de trainerswissel was nochtans het grootste vraagteken aan het begin van dit seizoen, maar de nieuwe wind deed de geroutineerde spelerskern deugd. In de kleedkamer klinkt het dat de spelers weer in de spotlight staan en niet langer de coach.
Niet toevallig gebruikte Charleroi de laatste vijf seizoenen tot driemaal toe de minste spelers, in totaal slechts 62 verschillende spelers op vijf jaar tijd.
Belhocine kreeg natuurlijk een ploeg in handen waarvan de ruggengraat al ettelijke seizoenen samenspeelt. De filosofie van Mehdi Bayat luidt dan ook: houden wat goed is en enkel verkopen als het niet anders kan. Osimhen, Benavente, Rezaei of Lukebakio waren gewoonweg niet te houden.
Niet toevallig gebruikte Charleroi de laatste vijf seizoenen tot driemaal toe de minste spelers, in totaal slechts 62 verschillende spelers op vijf jaar tijd. Ter vergelijking, Anderlecht stelde dit seizoen alleen al 34 andere namen op. Ervaring in de Belgische competitie levert vaak een voorsprong op tegenover de concurrentie.
Maar wat deed de ploeg van Belhocine nu anders dan de voorbije jaren? Op het eerste gezicht niet zo heel veel. Net als onder Mazzu hanteerde Charleroi dit seizoen meestal een compact laag of middel blok dat de zwaktes van verdedigers als Dessoleil, Willems en Busi perfect verbloemt.
Offensief lag de nadruk op de snelle tegenaanval, gelanceerd door uitstekende passeurs als Morioka (4 assists, 7 ‘second assists’ oftewel de voorlaatste pass), Ilaimaharitra (1 assist, 4 ‘second assists’) of Bruno (6 assists, 2 ‘second assists’). 20 van hun 49 gemaakte goals kwamen er na een omschakelingsmoment. Tel daar nog eens 13 doelpunten bij uit spelhervattingen en je komt al een heel eind.
Enkel Club Brugge en KAA Gent scoorden vaker, veelzeggend. In het begin van het seizoen probeerde de discipel van Hein Vanhaezebrouck wel offensiever te spelen, maar na nederlagen bij Zulte Waregem (3-1) en vooral thuis tegen STVV (0-3) liet Belhocine dat plan varen.
De aanpak verschilt dus niet zoveel van zijn voorganger, maar toch kan Belhocine betere cijfers voorleggen dan Mazzu in zijn beste seizoen.
Statistieken per 90 minuten |
2017/2018 Mazzu |
2019/20 Belhocine |
Balbezit |
48% |
46% |
Gekadreerde schoten |
4,1 |
4,7 |
Expected goals |
1,17 |
1,47 |
Doelpunten voor |
1,38 |
1,69 |
Gekadreerde schoten tegen |
4,7 |
2,9 |
Expected Goals tegen |
1,11 |
1,04 |
Doelpunten tegen |
1,3 |
0,79 |
‘Mazzu-time’ vs ‘Belhocine-voorsprong’
Een eenvoudige verklaring voor de betere prestaties en resultaten (statistisch gezien zelf een ‘overperformance’) bestaat er niet. Ten eerste mogen we de Algerijnse Fransman niet tekortdoen op tactisch gebied. Met kleine strategische ingrepen kon hij regelmatig de sterkte van zijn tegenstander uitschakelen, bijvoorbeeld door een keer mandekking te spelen op Sven Kums. Het hoeven niet altijd de grote tactische filosofieën te zijn die het verschil maken.
Bovendien speelde Charleroi niet 90 minuten lang op de counter. Vaak zetten ze in het begin van de match hoog druk, waardoor de tegenstander niet in zijn spel kwam, en hadden ze ook meer balbezit dan normaal. Eens op voorsprong, veranderde dat natuurlijk compleet.
Dat gegeven speelt misschien wel de belangrijkste rol: Charleroi scoorde gewoonweg vaak als eerste. In 19 van de 29 matchen kwam de ploeg van Belhocine eerst op voorsprong. Belangrijker nog, geen enkele keer ging die wedstrijd nog verloren (15 zeges, 4 gelijke spelen), dankzij dat sterke verdedigende blok. Niemand doet beter. De 8 keer dat de Carolo’s eerst op achterstand kwamen, konden ze geen enkele keer winnen (5 nederlagen, 3 draws). Waar Mazzu de meester was van de lastminute comeback, is Belhocine de baas van de openingsgoal.
Charleroi scoorde vaak als eerste. In 19 van de 29 matchen kwam de ploeg van Belhocine eerst op voorsprong.
Dat brengt ons bij een interessante voetbaltheorie: de ‘game state theory’, oftewel ‘de theorie van het spelverloop’. Op basis van statistieken is gebleken dat een team op voorsprong weliswaar minder doelpogingen onderneemt, maar wel kwalitatief betere kansen creëert en beter afwerkt. Terwijl een ploeg die moet achtervolgen meer pogingen onderneemt, maar vaak van op minder interessante posities. Wanhoopspogingen, zeg maar. Kansen omzetten in doelpunten blijkt ook veel moeilijker eens op achterstand.
Dat verklaart voor een groot deel de statistieken van het Charleroi van Belhocine. Ze geven weinig (grote) kansen weg, mede omdat ze meestal op voorsprong staan en werken daardoor ook vlotter af dan gemiddeld.
Nu nog de topmatchen
Het klinkt bijna als een tegenspraak, maar de ‘counterploeg’ Charleroi pakte opvallend minder punten tegen de concurrente voor play-off 1. Als we dan toch een werkpunt moeten aanduiden, dan is het dat wel. Ook hier zit misschien een link met de ‘game state theory’, want in die wedstrijden scoorde Charleroi minder vaak als eerste.
Maar behalve focussen op eerst scoren om op voorsprong te komen, kan Belhocine best ook eens analyseren wat er in die verloren topduels misliep. Aan de andere kant moeten we ook realistisch zijn: gezien het aanwezige spelersmateriaal zit Charleroi quasi aan zijn maximum qua resultaten.
Winst | Gelijk | Verlies | |
Tegen top 8 | 5 | 6 | 3 |
Tegen laatste 8 | 10 | 3 | 2 |
Europees ticket tegengif tegen leegloop?
In de loop van dit seizoen werd duidelijk dat weinig spelers onvervangbaar zijn bij dit Charleroi. De zware blessures van Diandy en Bruno werden probleemloos opgevangen door Morioka, Gholizadeh of nieuwkomer Joris Kayembe. Maar één speler draagt de ploeg meer dan wie ook: Marco Ilaimaharitra. Enkele jaren geleden kon hij al tekenen bij Club Brugge, dat toen voor Mats Rits koos, maar na meer dan 100 matchen bij de Carolo’s lijkt de 24-jarige Malagassiër echt wel klaar voor een stap hogerop. De vraag is nog alleen, welke club in deze coronatijden vier of vijf miljoen euro op tafel wil leggen. Mehdi Bayat hoopt alleszins zijn beste speler te kunnen verleiden met een rechtstreeks ticket voor de Europa League.
Ryota Morioka verraste dan weer vriend en vijand door op een lagere positie nog beter uit de verf te komen, een positie waarin hij op hoger niveau misschien wel mee kan. De Japanner is er wel al 29 en Charleroi zal hem enkel laten gaan voor een veelvoud van het bedrag dat zij betaald hebben aan Anderlecht (1,5 miljoen euro). Het bestuur weet immers dat het behoud van een stevige ploeg voor de sportieve toekomst beter is dan voortdurend transfereren.
Ook linksachter Nurio en rechtsback Maxim Busi willen een stap hogerop zetten. Busi kon in de winter al naar de Serie A en zou tegen de juiste prijs mogen vertrekken omdat hij niet onvervangbaar is.
Het grootste vraagteken is de toekomst van Kaveh Rezaei (12 goals, 4 assists). De 28-jarige Iraniër keert in principe terug naar Club Brugge, maar het is duidelijk dat hij daar geen toekomst meer heeft. Toch wil blauw-zwart een substantieel deel van de aankoopprijs (5 miljoen euro) recupereren, zeker na zijn sterke prestaties dit seizoen.
Het ligt niet in de aard van Mehdi Bayat om hoge bedragen uit te geven. De twee duurste aankopen in de clubgeschiedenis Victor Osimhen (3,5 miljoen) en Dodi Lukebakio (2,6 miljoen) werden telkens de dag nadien doorverkocht.
Charleroi redeneert ook dat het met Shamar Nicholson al een vervanger in huis heeft, terwijl ze de miljoenen die ze aan Rezaei zouden geven nooit meer gaan terugzien. Maar als ze effectief meteen in de groepsfase van de EL mogen aantreden, kan hij toch wel van pas komen.
Versterking wil Bayat in eerste instantie in de defensie. Sowieso moet er een echte concurrent komen voor de 39-jarige Penneteau en een rechtsvoetige centrale verdediger. Afhankelijk van wie er vertrekt, hoopt Charleroi (voetbal-)Belgen te halen. Ze anticipeerden al met de komst van Lazare. Tot slot hoopt de club dat er eindelijk ook wat jong talent kan doorstromen, met als grootste kanshebber aanvaller Anthony Descotte.
Al te veel transferbewegingen moeten we in het ooit zo onrustige Zwarte Land niet verwachten. De club heeft een duidelijke visie waar ze al een tijd de vruchten van plukt en die visie willen Bayat en Belhocine verderzetten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier