Zulte Waregem onder de loep: in opbouw of in verval?
Elke week neemt Sport/Voetbalmagazine een Belgische club onder de loep. We kijken terug op de lessen van het voorbije seizoen en blikken vooruit op de (transfer)plannen voor het komende jaar. Deze aflevering: hoe Zulte Waregem dicht bij play-off 1 leek te komen, maar er steeds verder van weg drijft.
Half december leek Zulte Waregem op weg naar een zoveelste successeizoen onder Francky Dury. Na de 5-1-overwinning tegen STVV op speeldag 19 prijkte Essevee op een zesde plaats, met drie punten voorsprong op eerste achtervolgers Racing Genk en KV Mechelen (en een match meer gewonnen en een beter doelsaldo). Met een thuiszege tegen Charleroi, plaatste Zulte zich die week ook voor de halve finales van de beker tegen Club Brugge.
Tot daar het goede nieuws. Want, u raadt het al, sindsdien ging het steil bergaf. In zijn laatste 10 matchen wist Essevee slechts 1 keer te winnen (5-0 tegen Waasland-Beveren) en 2 keer gelijk te spelen. De 7 andere matchen werden verloren. 27 keer moesten Sammy Bossut of Eike Bansen de bal uit het eigen net vissen. Slechts 10 keer lukte het om zelf te scoren, waarvan dus 5 in dezelfde match. Enkel KV Oostende legde in diezelfde periode nog slechtere resultaten voor. Met de nodige tegenslag hield Club Brugge de fusieclub ook nog uit de bekerfinale.
In de running voor POI?
Een vormdip? Pech met blessures? Of zware tegenstanders? Er zijn zeker een aantal verzachtende omstandigheden te vinden voor de zwakke resultaten sinds eind december. Uiteraard hielpen de kwetsuren van Pletinckx en Seck niet voor de defensieve stabiliteit. En voorin leek revelatie Cyle Larin zijn neus voor goals ook plots verloren. De Canadees scoorde in de eerste 16 matchen 7 goals (uit 6 expected goals). Daarna lukte dat geen enkele meer, terwijl hij op basis van zijn kansen er nog gemiddeld 5 kon maken. Uiteindelijk werd Gianni Bruno zelfs topschutter met 9 doelpunten.
Maar een grondige blik op de prestaties in het begin van het seizoen, bieden ook een interessant perspectief. Na 19 speeldagen telde Zulte 31 punten (9 overwinningen, 4 draws) dankzij 31 doelpunten voor en slechts 22 tegen. Dat lijkt meer dan behoorlijk, maar 11 van hun goals scoorden ze in twee wedstrijden, tegen Cercle en STVV. In de andere 17 wedstrijden maakten ze dus maar 20 doelpunten en slikten ze er 22. Dat lijkt al veel minder op play-off 1 materiaal.
Als we hun offensieve productie vergelijken met de kansen die ze creëerden zien we dat Zulte tijdens het grootste deel van de competitie meer scoorde dan het ‘verdiende’ op basis van hun doelpogingen, op het seizoensbegin na. Door die efficiëntie bleven ze langer dan verwacht in strijd voor POI. Maar na 29 speeldagen was die ‘overperformance’ volledig verdwenen. Met 41 goals (en expected goals) schoot Essevee ruim tekort om aanspraak te maken op de top zes.
Defensief presteerden Bossut en co lange tijd gemiddeld. In de periode november – december slikte de defensie zelfs minder doelpunten dan te verwachten was op basis van de doelpogingen tegen. Maar ook hier weer hetzelfde liedje. Eens die ‘overperformance’ verdween, en Zulte zelfs een stuk meer goals binnenkreeg dan ze ‘verdienden’, was de droom van POI snel weg.
Feniks Bossut
Sammy Bossut stond intussen 419 keer onder de lat voor Zulte Waregem. Daarin slikte hij 599 tegendoelpunten, maar hield hij ook 109 keer de nul. Zeker geen slechte cijfers. Als beloning voor zijn goede prestaties mocht hij in 2014 mee naar het WK in Brazilië, als nummer drie achter Thibaut Courtois en Simon Mignolet (binnen enkele jaren een klassieke quizvraag).
Maar sindsdien kreeg de intussen bijna 35-jarige Bossut elk seizoen stevige concurrentie en kende hij ook wat blessureleed. Eerst van Kenny Steppe, daarna van de Italiaan Leali en jeugdproduct Bostyn. Dit jaar mocht de jonge Duitser Eike Bansen als nummer één aan het seizoen beginnen. Maar na twee nederlagen en zes tegendoelpunten koos Francky Dury al snel weer voor zijn meest betrouwbare sluitstuk.
Ook al pakte Essevee de afgelopen seizoenen meestal meer punten met een van zijn concurrenten in doel. Toch slaagt Bossut er telkens weer in om terug te vechten en opnieuw titularis te worden.
JPL regulier seizoen | Keepers | Aantal matchen | Punten per match |
2019/20 | Bossut – Bansen | 23 – 6 | 1,48 – 0,33 |
2018/19 | Bossut | 30 | 1,1 |
2017/18 | Bossut – Leali – Bostyn | 15 – 6 – 9 | 1,2 – 1,17 – 1,33 |
2016/17 | Bossut – Steppe | 18 – 12 | 1,67 – 2,0 |
2015/16 | Bossut – Steppe | 24 – 6 | 1,42 – 1,5 |
Vette jaren, magere jaren
Als we de langere termijn bekijken, is het al van 2017 geleden dat Zulte Waregem nog play-off 1 haalde. Toen eindigde de ploeg met Meïté, Leye, Lerager, Kaya en Dalsgaard de reguliere competitie zelfs op een derde plek (uiteindelijk zesde) en wonnen ze ook de beker. Dury haalde in het tijdperk van de play-offs vijf keer de top zes als hij Essevee een volledig seizoen onder zijn hoede had. Vier keer lukte dat niet, waarvan dus drie keer de laatste jaren (9de, 11de, 9de). Puur qua resultaten kent Zulte Waregem dus enkele magere jaren, ongekend veel zelfs onder het bewind van Dury.
Als we de laatste drie seizoenen op zich bekijken, blijkt er qua prestaties ook weinig progressie in te zitten. Dit jaar kwam Essevee wel nooit in degradatiegevaar, in tegenstelling tot de voorbije twee seizoenen, vooral omdat de verdediging met Pletinckx en Deschacht veel stabieler was dan vorig seizoen. In 2017/18 investeerde de club tijdens de winterstop investeren om weg te komen van de 14de plaats met de komst van Marcq, Harbaoui en Bongonda. Vooral in PO II sloeg de motor weer aan.
Vorig jaar stond Zulte zelfs even op de laatste plaats en moesten versterkingen als Stef Peeters, Ibrahima Seck en Idrissa Sylla de meubelen helpen redden. Zij brachten meer evenwicht in het elftal, ook al door een meer defensieve speelwijze, en verbeterden de verdedigende (en aanvallende) prestaties aanzienlijk.
Dit seizoen kwamen Larin, Berahino en Govea de vertrokken Harbaoui, Bongonda en Peeters vervangen. In de winterstop versterkten ook Vossen en Dompé nog de gelederen. Toch daalde het aantal gecreëerde kansen lichtjes over de afgelopen drie seizoenen. Al verbeterde ook de defensieve prestatie, want Essevee gaf steeds minder kansen weg. Maar ondanks die investeringen in de spelerskern, blijven dat cijfers die niet volstaan om mee te dingen naar de top zes, wat we na al die ‘vette’ jaren toch gewoon geworden waren van Zulte Waregem.
Steeds weer opnieuw beginnen bouwen
De sportieve topjaren gingen echter ook gepaard met een aanzienlijke financiële put, die sinds 2016 door bestuurslid Tony Beeuwsaert en CEO Eddy Cordier redelijk snel weer gedicht werd. De investeringen in het stadion om ook op lange termijn levensvatbaar te blijven, zorgden er tegelijk voor dat er (relatief gezien) minder geld kon worden uitgegeven aan transfers en spelerslonen. Door de tegenvallende sportieve prestaties wil Zulte Waregem daar verandering in brengen. Zeker omdat ook de supporters meer en meer wegblijven. Na Cercle en STVV kende Essevee de sterkste daling (13%, van 7400 naar 6452) qua opkomst.
Lees ook: Vliegen met arenden (maar niet te hoog)
Dat was alvast het discours voor de coronacrisis. Cordier beseft dat de voetbalwereld er na corona heel anders uit zal zien. ‘Terwijl niemand weet wanneer we opnieuw kunnen voetballen, lopen onze kosten door. Mijn verantwoordelijkheid is te zorgen dat ons schip blijft drijven en binnen enkele maanden weer kan varen. Daarom moeten we er nu over waken dat onze begroting niet volledig ontspoort.’ Zulte Waregem plaatste de sportieve staf en een groot deel van de medewerkers op tijdelijke werkloosheid en de spelers leverden 30 procent loon in.
In de huidige omstandigheden heeft de club dan ook niet meer de middelen om de aankoopoptie van 2,5 miljoen euro op Larin voor het einde van de maand te lichten. De bedoeling was nochtans om hem met meerwaarde te verkopen, maar zolang er geen concreet bod voor binnenkomt, kan Zulte Waregem niets beginnen en keert Larin gewoon terug naar Besiktas. Ook Saido Berahino, briljant voor en wisselvallig na de winterstop, wil Zulte Waregem liefst te gelde maken. Maar van de 10 miljoen euro die Cordier in de winter voor het duo hoopte te ontvangen, zal nu geen sprake meer zijn (door corona en hun mindere prestaties).
Als dat aanvalsduo vertrekt, moet Dury toch weer flink wat basisspelers vervangen. Ook de huurlingen Mensah, een positieve verrassing op de linksachter, en Oberlin keren niet meer terug naar de Gaverbeek. Rechtsachter Davy De fauw zal enkel nog naast het veld actief zijn. Die backposities zijn nochtans cruciaal in het 4-2-3-1-systeem (in al zijn vormen) van Dury met aanvallende flanken.
In de winterstop kwamen met Jelle Vossen, de onvoorspelbare Jean-Luc Dompé en de beloftevolle rechtsbuiten Bassem Srarfi al wel wat aanvallende versterkingen. Voor de verdedigende posities haalde Essevee al Daniel Opare, een jaar niet gespeeld bij Antwerp, en krijgt de polyvalente Sandy Walsh wellicht ook een contractverlenging.
Het geraamte van de ploeg blijft dus wel overeind. In feite zijn er twee manieren om naar de huidige spelerskern te kijken. De optimisten zien een goeie mix van ervaring en jong talent, met een aantal Belgen en spelers die sportieve revanche willen. Voor wie het glas eerder halfleeg is, slaat de vergrijzing bij een aantal cruciale spelers stilaan toe, telt de kern heel wat onvoorspelbare elementen en vooral weinig spelers met een mogelijk mooie doorverkoopwaarde, op Pletinckx en Sissako na. Dat blijft voor de meeste ploegen in de Jupiler Pro League toch een belangrijke bron van inkomsten.
Hoe dan ook blijft het voor Francky Dury, nu met hulp van Timmy Simons en Davy De fauw, op enkele bepalende posities telkens weer opnieuw bouwen. Op die manier meedoen voor de top zes wordt moeilijk. Met een sportief en financieel stabiel seizoen zullen ze in Waregem misschien al tevreden zijn.
Wat zijn ‘Expected Goals’?
Volgens het model van ‘verwachte doelpunten, oftewel ‘expected goals’ (xG), dat meer dan 100.000 schoten onderzocht, krijgt elke doelpoging een bepaalde waarde (of percentage) om aan te duiden hoe groot de kans op een doelpunt is. Die waarde hangt af van verschillende factoren, zoals de afstand tot het doel, de hoek van waaruit de speler schiet, de manier waarop het schot tot stand komt (een voorzet, een dribbel,…) en natuurlijk wat voor schot het is (een kopbal of een trap). Hoe beter de doelkans, hoe hoger de waarde.
De doelpogingen van Cyle Larin waren dit seizoen goed voor iets meer dan 10 expected goals. Dat betekent dat zijn kansen gemiddeld gezien (vergeleken met identieke situaties bij andere ploegen en spelers in het verleden) 10 doelpunten zouden opleveren. De Canadees bleef echter op 7 steken. In de eerste 16 matchen had hij dat aantal al achter zijn naam, terwijl hij toen aan ongeveer 6 expected goals zat. Daarna scoorde hij dus veel minder vlot (0 goals voor 5 expected goals). Dergelijke statistieken kunnen helpen de prestaties van spitsen te evalueren.
Dit filmpje brengt je helemaal bij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier