Vrije Tribune
‘Zullen burgers in de eventuele Catalaanse republiek uit wetten mogen kiezen zoals uit een menu op restaurant?
‘Heeft een politicus het recht om wetten en gerechtelijke uitspraken die hem of haar niet zinnen te negeren omdat ze het politieke doel niet dienen?’ vraagt José Ignacio Pérez León zich af naar aanleiding van het debat over de manier waarop de Catalaanse onafhankelijkheidsstrijd wordt gevoerd.
Met stijgende verbazing heb ik de afgelopen maanden kennis genomen van verschillende opiniestukken over de Catalaanse kwestie. Ik ben van mening dat hierin soms nogal onvolledige informatie wordt geschaft, en dat men hier en daar nogal selectief omspringt met de waarheid. Daarom een bescheiden poging om het debat helder te schetsen.
Spanje is geen rechtstaat?
Activisten van de Catalaanse Comité’s voor de Defensie van de Republiek werden onlangs door de politie gearresteerd op verdenking van terrorisme.
In tegenstelling tot wat sommigen beweren, is Spanje wel degelijk een rechtstaat. Het parket formuleert een aanklacht (terrorisme dus), de rechter oordeelt. En wat blijkt? De rechter oordeelt dat er van terrorisme geen sprake is, enkel van “delito de desórdenes” (= verstoring van de openbare orde).
Bepaalde opiniemakers willen het graag anders zien, maar de realiteit is dat de gerechtelijke werking in Spanje dezelfde is als in alle andere democratische rechtstaten. Het parket formuleert aanklachten, rechters oordelen in alle onafhankelijkheid.
Zullen burgers in de eventuele Catalaanse republiek uit wetten mogen kiezen zoals uit een menu op restaurant?
Vaak wordt beweerd dat de Spaanse rechters niet onafhankelijk handelen en buigen naar de wil van de Partido Popular (PP). In de VS worden rechters van het hooggerechtshof genomineerd door de president en goedgekeurd door partijgetrouwe senatoren. Maar zodra benoemd, zijn ze onafhankelijk, want de president kan ze niet ontslaan. Idem in Spanje. Rechters handelen onafhankelijk.
Ten bewijze, het simpele feit dat geen enkele partij meer lopende onderzoeken, processen en veroordelingen te beurt is gevallen dan de PP. Met ruime voorsprong. Er wordt zelfs geclaimd dat het gebrek aan onafhankelijkheid van het Spaanse gerecht wordt aangetoond door bijvoorbeeld de beslissing van de Duitse rechters omtrent de aanklacht van rebellie tegen Carles Puigdemont. Hoe zou dat dan wel zijn? Het Duitse gerecht heeft, al dan niet terecht, geoordeeld dat de Spaanse rebellie niet evenwaardig is aan het Duitse hoogverraad (meer bepaald omtrent de kwestie van het gebruik van geweld), waardoor de uitlevering volgens het Duitse gerecht dus alvast niet kan plaatsvinden op basis van rebellie, aangezien dit niet als dusdanig door de Duitse strafwet erkend zou worden.
Het verdient vermelding dat sommige rechtsspecialisten van mening zijn dat de Duitse rechters hun bevoegdheid hebben overtreden, door de kwestie van rebellie/hoogverraad ten gronde te beoordelen ipv gewoon te kijken of rebellie overeenstemt met hoogverraad, wat het geval is, behalve wat betreft de interpretatie van geweld. Mogelijk zal het Europees hooggerechtshof hierover worden bevraagd.
Wat de Duitse rechters duidelijk niet hebben gedaan, is beweren dat Spanje Carles Puigdemont onterecht vervolgt of niet onafhankelijk handelt.
Wat zeker ook vermelding verdient: veel werd gezegd en geschreven over het recht van de Catalanen om zich te mogen afscheiden van Spanje. De Spaanse grondwet bepaalt echter dat alle Spanjaarden zich daarover moeten kunnen uitspreken. En wat zegt artikel 2 van de Catalaanse grondwet (Ley de transitoriedad y fundacional, die uiteraard (nog) niet in voege is getreden): “La sobirania nacional rau en el poble de Catalunya, del qual emanen tots els poders de l’Estat.” Met andere woorden, idem als Spanje. Het is het hele volk van Catalonië dat de soevereiniteit van Catalonië bepaalt, niet een deel ervan. Als het fictionele Tabarnia zich ooit zou willen afscheiden van de eventuele republiek, zal meer dan waarschijnlijk dit artikel ingeroepen worden.
Ook nog dit, voor wat het waard is: De democracy index van The Economist plaatst Spanje op een 17e plaats wereldwijd. Het is daarmee 1 van 19 “full democracies“. Dit in tegenstelling tot pakweg België, dat gecatalogeerd wordt als “flawed democracy“.
Ook de bewering dat in Spanje rebellie erger zou zijn dan terrorisme, is van de pot gerukt. Rebellie kan tot straffen van 15 tot 25 jaar leiden, 30 jaar indien met geweld (Over de vorm die dat geweld kan aannemen, bestaat discussie.). Terrorisme – indien er doden vallen – wordt bestraft met levenslange opsluiting met mogelijkheid tot herziening (‘prisión permanente revisable‘).
In Catalonië worden bepaalde overtuigingen en dialecten vervolgd?
Het klopt dat een aantal leerkrachten vervolgd wordt (of in veel gevallen ‘werd’, want reeds geseponeerd) voor het aanzetten tot haat. Kinderen van Guardia Civil-leden werden uitgescholden, in de klassen werden de Guardia Civil en Policia Nacional gedemoniseerd en het illegale referendum geprezen (door bepaalde leerkrachten dus). Niet onbelangrijk: de klachten hieromtrent werden steeds ingediend door ouders van kinderen.
Maar belangrijker is de kwestie van het immersie-onderwijs in Catalonië, waarbij het Catalaans een meer dan prominente rol toebedeeld krijgt. Volgens bepaalde opiniemakers staat dit onder druk.
Vreemd. Ciudadanos is inderdaad voorstander om (drastische) aanpassingen te doen aan de status van het Catalaans in het onderwijs (zij willen dat het Castellano opnieuw een belangrijker plaats krijgt) en om nauwer toe te kijken op wat aangeleerd wordt in verband met de Catalaanse geschiedenis (meer bepaald omtrent de ‘paises catalans‘ (hebben nooit bestaan) en de positie van Catalonië binnen de Kroon van Aragón), maar daarnaast is geen partij te vinden die bereid is om hieraan mee te werken.
Sterker nog, op de Balearen is de ‘catalanisatie’ in volle gang. In de ziektezorg op de Balearen is kennis van het Catalaans sinds kort een verplichting. En wil je deel uitmaken van het symfonisch orkest van de Balearen (dat veel buitenlanders bevat en geleid wordt door een Japanner die de muzikanten in het Engels toespreekt), dan moet je Catalaans kunnen. (Er wordt hier wel een uitzonderingsmaatregel voorzien; als er geen Catalaans sprekende muzikant van niveau gevonden wordt, hoeft de kandidaat de taal toch niet te kennen. De directeur van het orkest, Pablo Mielgo, gaf overigens onomwonden toe dat bij 2 muzikanten met dezelfde vaardigheid gekozen zal worden voor degene die Catalaans spreekt.)
Recent werd het inschrijvingsformulier voor het Catalaanse onderwijs voor schooljaar 2018-2019 gepubliceerd. Integraal in het Catalaans. De mogelijkheid die in het verleden werd voorzien om Castiliaans aan te vinken (zodat je kind op school meer Castiliaans zou krijgen) is zelfs verdwenen. Je moet je nu tot de betrokken administratie wenden om geïndividualiseerde aandacht (“atención individualizada“) te bekomen voor je kind.
Maar er is meer. In Navarra werd recent een decreet goedgekeurd waarbij kennis van het Baskisch (Euskera) een belangrijk argument wordt om als publiek ambtenaar promotie te kunnen maken of om ambtenaar te kunnen worden. Volgens een studie waarover Diario de Navarra recent berichtte, gebruikt 6,7% van de bevolking van Navarra het Euskera op regelmatige basis.
In de Comunidad Valenciana is een soortgelijke opmars van het Valanciano aan de gang.
Beweren dat immersie onder druk staat in Spanje, is de waarheid geweld aandoen. Overal in Spanje zorgen nationalistische partijen voor een voorkeursbehandeling van het eigen dialect.
En dan de verkozen politici die momenteel vervolgd worden of vervolging riskeren. 7 verkozen politici, waaronder 4 ministers en de minister-president, verblijven momenteel in ballingschap. Dat klopt. Maar dat is natuurlijk een zelfgekozen ballingschap. Bovendien is de vermelding van ‘verkozen’ een steeds terugkerend element. De implicatie lijkt te zijn dat als je verkozen bent, je boven of op zijn minst buiten de wet staat. Je mag wetten die je niet aanstaan negeren, gerechtelijke uitspraken aan je laars lappen, de publieke instellingen (zoals het Catalaanse parlement) gebruiken als instrument voor illegale handelingen. Gelukkig kan dat in Spanje dus niet…
7 politici (Junqueras, Turull, Romeva, Forn, Bassa, Rull, Forcadell) en 2 voorzitters van onafhankelijkheidsbewegingen (Sanchez, Cuixart) zitten momenteel in de gevangenis op verdenking van onder andere rebellie en worden steevast ‘politieke gevangen’ genoemd.
Rebellie is voor sommigen een futiliteit; voor veel mensen, net als voor veel Spanjaarden, is het dat niet. En belangrijker dan dat: voor de wet is het geen futiliteit. Hiervan waren alle betrokkenen zeer goed op de hoogte. Vandaar het negeren van wetten en gerechtelijke uitspraken en het verbergen van hun activiteiten (o.a. het opzetten van een eigen “hacienda” (belastingdienst) die niet alleen de lokale, maar ook de federale belastingen moest gaan innen).
Joaquim Forn liep in de gevangen tbc op. Correct. De eersten om te pleiten voor zijn vrijlating? De Spaanse fiscalía en de fiscal general del estado. Het medisch rapport gaf aan dat uit bloedonderzoek bleek dat hij tbc had, maar dat hij verder geen klinische tekenen van tbc vertoonde. Volgens zijn arts voelde hij zich niet ziek. Er werd een behandeling vooropgesteld. De rechter besliste op basis van die informatie om hem niet vrij te laten.
Voor de rechter voor het niet gebruiken van geweld?
Dit is volgens mij een wel heel aparte manier om de feiten voor te stellen. Alsof de aanklacht vanwege het Spaanse gerecht daadwerkelijk melding zou maken van ‘het niet gebruiken van geweld‘. De werkelijke aanklachten tegen Trapero zijn “sedición” vanwege de opzettelijke inactiviteit vanwege de Mossos en “organización criminal“.
De Mossos hebben in vele gevallen – ondanks gerechtelijk bevel – geweigerd om op te treden tijdens het illegale referendum en gewoon laten betijen. In sommige gevallen zouden ze zelfs geholpen hebben bij het stemmen en uit onderzoek van de Guardia Civil blijkt dat de Mossos soms meer bezig waren met het volgen van de bewegingen van de Guardia Civil en Policia Nacional dan met het referendum.
Bovendien werd vermeld dat het dienstdoend hoofd van de Policia Nacional – Francisco Pérez de los Cobos – werd gepromoveerd. Hij zou de broer zijn van de voormalige voorzitter van het Spaans grondwettelijk hof en in hun jeugd beiden lid van Fuerza Nueva, een extreemrechtse organisatie.
Francisco Pérez de los Cobos is niet de broer van. Hij ís de voormalige voorzitter van het grondwettelijk hof. Het dienstdoend hoofd van de Policia Nacional is Diego Pérez de los Cobos. Of Francisco en Diego daadwerkelijk lid waren van Fuerza Nueva heb ik nergens teruggevonden. Dat hun vader, Antonio, kandidaat voor Fuerza Nueva is geweest in de jaren zeventig (toen Diego een vroege tiener was) is wél een feit.
Artikel 155 schortte de Catalaanse autonomie op en houdt hen gekluisterd?
De autonomie is inderdaad deels opgeschort. De Spaanse staat houdt de vinger aan de pols en heeft her en der mensen ontslaan. Maar zeggen dat Spanje de Catalaanse instellingen opkuist als ware het Erdogan, is behoorlijk absurd. Veel Spaanse politici (voornamelijk van Ciudadanos), en veel Spaanse burgers vinden dat Spanje een veel te zachte aanpak hanteert in Catalonië.
Waar is het respect voor de scheiding der machten? Dit zijn behoorlijke vreemde ingrepen van een groep politici die beweert democratisch en met respect voor de rechtstaat te handelen.
Maar het parlement functioneert nog steeds in alle onafhankelijkheid (en volgens de wet), getuige de ronduit belachelijke manoeuvres van voorzitter Torrent, een voorzitter van de Mesa van het parlement die onpartijdig behoort te zijn, maar uitsluitend het doel van de separatisten dient. En het is net dat feit dat de Catalanen gekluisterd houdt: de volharding van de Catalaanse meerderheid (in zetels, niet in stemmen) om iemand die gerechtelijke vervolging boven het hoofd hangt toch president van Catalonië te willen maken (Puigdemont, Turull, Sanchez).
De meerderheid aldaar is al jaren met niets anders meer bezig dan de onafhankelijkheid. Van een politiek project, laat staan een maatschappijvisie is al lang geen sprake meer. (Tenzij het vormen van een republiek zonder meer een maatschappijvisie is natuurlijk…)
Bovendien permiteert het Catalaanse parlement zich regelmatig om bepaalde zaken te eisen van rechters, zoals de vrijlating van de zogezegde ‘politieke gevangenen’, door middel van een soort resoluties (querella) gestemd in het parlement (uiteraard enkel door de separatistische partijen). Ook nu zal er eentje ter stemming worden voorgelegd, waarbij het parlement rechter Llarena zal beschuldigen van “prevaricación“. In welke democratische rechtstaat gebeurt zoiets? Waar is het respect voor de scheiding der machten? Dit zijn behoorlijke vreemde ingrepen van een groep politici die beweert democratisch en met respect voor de rechtstaat te handelen.
Een EU dat een lidstaat toestaat troepen in te zetten tegen de eigen bevolking, en waar de rechtstaat slechts selectief geldt, is geen waarden-unie?
Zo luidde het in een betrokken opiniestuk van CD&V-Kamerlid Hendrik Bogaert op Doorbraak. Nog veel hallucinanter is waarover het niet ging, want: ‘onze verontwaardiging mag niet selectief zijn’, zo wordt weleens gezegd. Geldt dat dan ook hier? Want er wordt over nogal wat gezwegen in de meeste opiniestukken van zij die de Catalaanse onafhankelijkheid een warm hart toedragen. Een kleine bloemlezing.
Geen woord over het feit dat het referendum ongrondwettelijk was (dura lex, sed lex; als ze het anders hadden gewillen, hadden ze daar politiek voor moeten ijveren), geen woord over het negeren van gerechtelijke uitspraken, geen woord over de illegale handelingen van het Catalaanse parlement (dat dankzij Forcadell wetten die in strijd waren met de grondwet (leyes de desconexión) toch ter stemming bracht), geen woord over diezelfde ongrondwettelijke wetten die gestemd werden, geen woord over het feit dat publiek geld werd aangewend om een doel te financieren dat door minder dan de helft van de Catalanen gesteund wordt (en bovendien ook indruiste tegen een gerechtelijke uitspraak), geen woord over het inzetten van publieke instellingen als propaganda-instrumenten (de zogeheten Catalaanse “ambassades”, TV3, enz.), geen woord over de verborgen activiteiten van de voormalige regeringsleden (zoals daar zijn: het vormen van een eigen “hacienda” voor het innen van lokale én federale belastingen), geen woord over de illegale unilaterale onafhankelijkheidsverklaring van het Catalaanse parlement, geen woord over de haatcampagnes van partijen als ERC, CUP en PdeCat (JxCat) tegen Spanje (Espanya ens roba, l’Espanya subsidiada viu a costa de la Catalunya productiva), geen woord over het benoemen van de kiezers van Ciudadanos als “ocupantes”, geen woord over het verklaren tot persona non grata van Arrimadas van Ciudadanos in Llavaneras, geen woord over de intimidatie van journalisten die tegen onafhankelijkheid zijn vanwege de Catalaanse regering (zoals aangeklaagd door journalisten zonder grenzen (Reporteros sin Fronteras), geen woord over de voortdurende verbale agressie die de “constitutionele” politici van Ciudadanos, PSC en PP dagelijks te verwerken krijgen (zoals onlangs bericht door El Mundo, om nog te zwijgen van de doodsbedreigingen die sommige politici ontvingen (ondermeer Albiol van PP) enz.
Geen woord, tot slot, over een belangrijke kwestie die de kern van de Catalaanse kwestie vormt: heeft een politicus, verkozen of anderzijds, het recht om wetten en gerechtelijke uitspraken die hem/haar niet zinnen te negeren omdat ze zijn/haar politieke doel niet dienen? Is democratie en rechtsstaat niet het eerbiedigen van de wet? Moet een politicus niet net het voorbeeld stellen? Zullen burgers in de eventuele Catalaanse republiek uit wetten mogen kiezen zoals uit een menu op restaurant? Of enkel de Catalaanse politici, de rest moet de wet wél respecteren?
José Ignacio Pérez León kwam als Spanjaard op 14-jarige leeftijd naar België. Hij heeft jarenlang gewerkt bij de permanente vertegenwoordiging van Spanje bij de EU (Representación Permanente de España ante la Unión Europea). Hij volgt de Catalaanse kwestie al zijn hele leven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier