Cardioloog Pedro Brugada: ‘Hadden we maar een voorbeeld aan Schotland genomen’
Aan de vooravond van het Catalaanse referendum, op 1 oktober 2017, klonk Pedro Brugada strijdvaardig: als het tot een militaire bezetting van zijn geboortestreek kwam, ging hij in de frontlijn betogen. Een halfjaar later overschouwt de Belgische Catalaan geen militair maar een politiek slagveld. ‘De mensen zijn boos, zowel op Madrid als op de separatisten.’
Twee weken geleden was Pedro Brugada nog in Catalonië. De vermaarde cardioloog is al lang tot Belg genaturaliseerd, maar de band blijft sterk. Zijn oudste dochter woont en werkt als journaliste in Barcelona, de stad waar zijn broer Josep zich als cardioloog heeft gevestigd. Ramon, de jongste van de drie boers-cardiologen, is blijven plakken in Girona, de thuisstad van de Brugada’s, waar Carles Puigdemont tot 2016 burgemeester was. Op het moment van dit interview verblijft de afgezette Catalaanse president in Duitsland, een transmigrant onderschept door een Spaans uitleveringsverzoek. Zijn lot, en bij uitbreiding de hele nasleep van het onafhankelijkheidsreferendum van 1 oktober vorig jaar, verdeelt de Catalaanse samenleving tot op het bot – tenminste: dat valt te lezen in analyses en commentaren. Zelf heeft Brugada er naar eigen zeggen weinig van gemerkt. ‘Het leven gaat zijn gewone gang. Mensen gaan naar hun werk, kinderen naar school, en in de cafés wordt er vooral over voetbal gesproken. Zelfs in Barcelona zag ik niet méér politie of militairen op straat dan gewoonlijk.’
Het lijkt wel alsof de Catalanen worden gestraft omdat ze altijd met vreedzame middelen naar meer autonomie hebben gestreefd, in tegenstelling tot de Basken
Dr. Pedro Brugada
Pedro Brugada: Ja, er wordt ook over de politieke situatie gepraat. Maar twee kampen die met getrokken messen tegenover elkaar staan? Ik merkte vooral grote eensgezindheid: iedereen is deze toestand hartgrondig beu. De Catalanen zijn boos, zowel op Madrid als op de separatisten: beide kampen zijn verantwoordelijk voor de patstelling waarin de regio zich bevindt.
U klonk erg boos toen we u eind september spraken. Het was toen duidelijk dat regering-Rajoy er alles zou aan doen om het referendum te saboteren; troepen van de Guardia Civil stonden klaar om de regio desnoods militair te bezetten. ‘In dat geval keer ik terug naar Catalonië om in de frontlijn te betogen’, zei u. Bent u opgelucht dat er geen gewelddadige escalatie is geweest?
Brugada: Uiteraard, maar de politieke crisis is er amper minder rampzalig door. Catalonië wordt niet militair bezet, maar doordat artikel 155 van de Spaanse grondwet in werking is getreden, staat de regio wel onder voogdij van Madrid. Het ergste zijn de politieke gevangenen en ballingen. In welk Europees land worden verkozen mandatarissen vervolgd omdat ze hun idealen met vreedzame middelen nastreven?
Kijk, ik ben en blijf een overtuigd Europeaan. Dat we op dit continent al zeventig jaar zonder oorlog kunnen leven, is te danken aan de Europese samenwerking. Maar ik ben diep teleurgesteld over het stilzwijgen van de Europese leiders over Catalonië. Als dit in Polen of Hongarije zou gebeuren, zouden ze met hun verontwaardiging geen blijf geweten hebben.
Voor Europa is dit een interne Spaanse aangelegenheid.
Brugada: Je moet Europa vergelijken met een schip. Stel, in de keuken breekt er een brand uit, maar op de brug haalt de kapitein zijn schouders op: ‘Niks mee te maken! Het is toch maar in de keuken.’ Een kapitein met zo’n houding willen we toch niet? Maar dat is wel de houding die de Europese leiders aannemen in de Catalaanse crisis. Dit is geen Spaans maar een Europees probleem!
Bent u ook boos op Madrid én de separatisten?
Brugada: Absoluut. Premier Mariano Rajoy drijft de zaak op de spits. Op een bepaald moment heeft Carles Puigdemont aangeboden om de onafhankelijkheidsverklaring weer in te trekken en met Madrid te onderhandelen. Rajoy heeft die uitgestoken hand botweg geweigerd. Maar ook de independentistas stellen zich veel te koppig op: hoe ze hardnekkig proberen Puigdemont – of andere voor Madrid onaanvaardbare leiders – als kandidaat-president voor te dragen, bijvoorbeeld. Zo gaat dat de hele tijd: blunders en stommiteiten volgen elkaar op, aan weerskanten.
Was de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van 27 oktober niet de grootste stommiteit? De Spaanse justitie hield haar arrestatiebevelen al klaar, banken en multinationals dreigden ermee Catalonië te verlaten, het was zonneklaar dat de onafhankelijkheid door geen enkel Europees land zou worden erkend. En toch waagde president Puigdemont de sprong in het onbekende.
Brugada: Het was absurd, maar eigenlijk was het hele referendum dat al. Dat je een volksraadpleging organiseert om een lokale kwestie te beslechten, daar kan ik inkomen. Een park al dan niet aanleggen, de kleur van de nieuwe bushokjes kiezen, daar is een referendum het geschikte instrument voor. Een fundamentele keuze, zoals de onafhankelijkheid van een regio? Natuurlijk moet het volk de kans krijgen om zich daarover uit te spreken, maar dan moet de lat veel hoger liggen. Achter zo’n drastische beslissing moet minstens 70 procent van de bevolking zich scharen (in Catalonië is op 1 oktober 42 procent van de stemgerechtigden gaan stemmen, nvdr.).
Reden te meer, toch, voor Madrid om het referendum te verbieden, vanwege strijdig met de Spaanse grondwet?
Brugada: Nee, want dat verbod heeft alleen maar kwaad bloed gezet.
Rajoy heeft een enorme kans gemist. Hij had zich moeten spiegelen aan referendum over de Schotse onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk. Als hij een positieve campagne gevoerd had, als hij de Catalanen uitgenodigd had om bij Spanje te blijven, had hij het referendum meer dan waarschijnlijk gewonnen. Dan hadden we de eerste tien of twintig jaar niet meer van separatisme gesproken. Naar schatting 2 miljoen Catalaanse kiezers zijn overtuigde separatisten – dat is maar een derde van de totale kiezerspopulatie. In Schotland heeft, in 2014, het Yes-kamp 45 procent gehaald: wel, dat zou ongeveer de uitslag zijn geweest van een echt, representatief referendum in Catalonië.
Het resultaat van 1 oktober heeft weinig betekenis, en niet alleen omdat tegenstanders het referendum hebben geboycot. Zelfs bij de ja-stemmers zaten veel Catalanen die eigenlijk geen onafhankelijkheid willen. Mijn dochter en ex-vrouw zijn pas gaan stemmen nadat ze beelden hadden gezien van agenten die bij stembureaus op vrouwen en bejaarden stonden te meppen. Ze hebben drie bureaus moeten aflopen om een ja-stem te kunnen uitbrengen. En niet omdat ze in een onafhankelijk Catalonië willen leven: ze hebben gestemd uit protest tegen de repressie, zoals vele duizenden die dag.
U hebt zich in het verleden herhaaldelijk tegen Catalaans separatisme uitgesproken. Heeft deze crisis uw mening veranderd?
Brugada: Niet echt. Ik behoor nog tot een generatie die onder de dictatuur is opgegroeid. Dat ik Pedro heet in plaats van Pere, komt omdat de Catalaanse taal en namen verboden waren toen ik werd geboren. Ik herinner me nog de dood van Franco in 1975. Overal in Catalonië haalden mensen hun beste cava uit de kelder. Daarna is het met Catalonië alleen maar bergop gegaan. Taal en cultuur kenden een geweldige revival, de economie boomde. Dankzij de regionale autonomie waarvan Jordi Pujol, de eerste verkozen president van Catalonië, het symbool was. Ik was diep ontgoocheld toen zijn naam enkele jaren geleden in een corruptieschandaal werd genoemd: een smet op het blazoen van een politicus onder wiens gezag Catalonië is uitgegroeid tot een van de meest dynamische en welvarende regio’s van Europa. Voor veel mensen van mijn generatie kon dat volstaan, we hoefden niet per se onafhankelijk te worden. Die opinie is intussen erg breed verspreid. ‘Konden we de klok maar terugdraaien’, denken veel Catalanen, ’tot die gelukkige tijd voor het hele onafhankelijkheidsproces begon.’
Pedro Brugada
– 1952: geboren in Girona
– Studie: geneeskunde aan de Universiteit van Barcelona, specialisatie cardiologie aan de Universiteit Maastricht
– Was cardioloog in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis in Aalst, stapte in 2007 over naar het UZ Brussel
– Ontdekte in 1992 samen met zijn broer Josep een aangeboren hartritmestoornis, intussen wereldbekend als het syndroom van Brugada
– Is actief bij de Open VLD in Lede
Dat gebeurde op 28 juni 2010: die dag besliste het Grondwettelijk Hof, na een procedure ingeleid door de Partido Popular, om het Catalaanse autonomiestatuut drastisch in te perken. Paul Bekaert, advocaat van Carles Puigdemont, omschreef die beslissing onlangs in Knack als ‘het Sarajevo-schot van de Catalaanse crisis’.
Brugada: Dat is een terechte vergelijking. Het statuut was er gekomen onder Rajoys voorganger, de socialist José Luis Zapatero. Het was van meet af aan een doorn in het oog van de Partido Popular, een partij die voor een extreem Spaans nationalisme staat en die niet vies is van autoritaire methodes. Geen wonder, ze is tenslotte de erfopvolger van het franquisme. Het afschieten van het autonomiestatuut was een nodeloze provocatie. De Catalanen vroegen eigenlijk niets meer dan wat de Basken al lang hadden gekregen. Vrijheden zoals fiscale autonomie: de Basken innen zelf hun belastingen en storten een afgesproken deel door aan Madrid. Het voordeel is wederzijds, want als de Baskische economie goed draait, profiteert ook de Spaanse schatkist. Waarom zou dat in Catalonië niet even goed werken? Het lijkt wel alsof de Catalanen worden gestraft omdat ze altijd met vreedzame middelen naar meer autonomie hebben gestreefd, in tegenstelling tot de Basken.
Daar maak ik me trouwens zorgen over: het repressieve optreden van Madrid kan ook in Catalonië extremisten naar geweld doen grijpen.
Over de rol van de Spaanse justitie is veel te doen: opvallend is de verbetenheid waarmee het Hooggerechtshof Carles Puigdemont en andere Catalaanse leiders vervolgt. Gelooft u zelf in de onafhankelijkheid van de Spaanse justitie?
Brugada: Nee, ze is totaal gepolitiseerd. Zeker onder de Partido Popular, die al zeven jaar aan de macht is. Politie en magistratuur zijn instrumenten van het regime, zoals in de tijd van Franco.
De juridische aanpak van de crisis is een heilloze weg. Madrid kan zich niet achter de grondwet blijven verschuilen. Politieke problemen vragen om een politieke oplossing.
Is de Spaanse justitie echt zo dociel? Onderzoeksrechter Baltasar Garzón staat zowat model voor de onverschrokken magistraat die als luis in de pels van de macht opereert. Ook de voorbije jaren zijn talloze corruptieonderzoeken gevoerd, vaak tegen mandatarissen van de Partiodo Popular.
Brugada: Die partij heeft alle corruptierecords gebroken – geen wonder dat er dan schandalen worden blootgelegd. Integere speurders en magistraten die zich niet laten intimideren: ze bestaan dus wel degelijk, maar ze leveren gevaarlijk werk. Het is een mirakel dat Baltasar Garzón nog leeft. Verschillende minder bekende collega’s zijn plotseling gestorven, toevallig allemaal rechters en speurders die hun neus in corruptiedossiers hadden gestoken. ‘Hartfalen’, luidde vaak de officiële doodsoorzaak. Mijn broer Ramon heeft dat in een ophefmakend interview met de Catalaanse krant El Periódico aangekaart. Hartfalen, dat is iets waar wij Brugada’s wel wat van afweten.
Bent u als genaturaliseerde onderdaan blij met de rol van België als gastland voor Carles Puigdemont en andere voortvluchtige Catalanen?
Brugada: België is een voorbeeld voor andere Europese landen. Premier Michel heeft als enige regeringsleider kritiek gegeven op het politiegeweld in Catalonië. Ook de reactie op de komst van Puigdemont getuigde van grote maturiteit. Politiek lag dat gevoelig, maar de Belgische regering heeft zich sereen en terughoudend opgesteld. Ik kan alleen maar wensen dat de Spaanse en Catalaanse politici aan die houding een voorbeeld nemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier