Ventilatie-expert Bert Blocken: ‘Vaccineren én ventileren: dat is de beste exitstrategie’
Ventilatie-expert Bert Blocken is ervan overtuigd: alle cafés en restaurants hadden al vroeger volledig kunnen openen als ze hun ventilatie op orde hadden gehad. ‘Dit is geen rocketscience.’
‘Waarom heeft niet iedereen een luchtreiniger? Die vraag stel ik mezelf al maanden.’ Bert Blocken, expert in ventilatietechnieken aan de KU Leuven en de TU Eindhoven, zegt het helemaal op het einde van ons gesprek. Op dat moment is ook Knack overtuigd geraakt van zijn pleidooi voor veel betere en vooral professionelere ventilatie. Ventileren door een raam open te zetten, is in zijn ogen een ontwikkelingsland waardig. Blocken staat daarmee ook lang niet meer alleen. Viroloog Marc Van Ranst (zie blz. 13) is het met hem eens: we moeten dringend beter ventileren.
Op paasmaandag, begin april, schreef Blocken een blogpost waarin hij ventilatie voorstelde als dé manier om de horeca – ook binnen – veilig te heropenen op 1 mei. Eigenlijk had de tweede lockdown daarmee zelfs aanzienlijk minder streng kunnen zijn, zegt hij.
Bert Blocken: We krijgen nu al maanden te horen dat er hoop is aan de horizon. Dat klopt eigenlijk helemaal, want de horizon is een denkbeeldige lijn die steeds verder opschuift naarmate je dichterbij komt. Maar er is iets aan het veranderen. Vlaams Parlementslid Caroline Gennez (Vooruit) onderstreept het belang van ventilatie al een hele tijd. Op haar verzoek liet het kabinet van haar partijgenoot Frank Vandenbroucke, de minister van Volksgezondheid, me eind vorige week ook een ministerieel besluit over luchtreiniging nalezen. Dat was een uitstekend document (zondag pleitte Vandenbroucke in De zevende dag ook voor een ventilatiefonds, nvdr). Als de politiek meewil, kan de horeca nog altijd snel volledig geopend worden.
Het is schandalig dat de WHO pas zo laat heeft ingezien dat aerosolen een belangrijke verspreider van het virus zijn.
Waarom heeft het zo lang geduurd vooraleer ventilatie aandacht kreeg?
Blocken: Al meer dan een jaar wijzen mijn collega’s en ik op besmettingen die enkel en alleen te verklaren zijn door de verspreiding via aerosolen, de heel kleine vloeistofdruppeltjes die in de lucht blijven zweven. Ik herinner me een concert met 600 jodelaars: achteraf bleken er zo’n 300 besmet te zijn. Niemand die geloofde dat die jodelaars allemaal van hetzelfde glas hadden gedronken, of dat ze elkaar op de mond hadden gekust. Zodra de concentratie van aerosolen een bepaald niveau bereikt, kunnen mensen besmet raken met het coronavirus. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het belangrijkste orgaan in deze crisis, heeft dat nooit willen inzien. Ze vond dat er onvoldoende onomstotelijk bewijs voor was. Pas vorige week heeft ze een bocht van 180 graden gemaakt en toegegeven dat aerosolen een belangrijke verspreider zijn.
Ik vind het onbegrijpelijk en schandalig dat het zo lang heeft geduurd. Dit was geen theoretische discussie onder onderzoekers, het ging over leven en dood. Ik wil me niet afvragen hoeveel levens we hadden kunnen redden als we sneller hadden geschakeld.
Nu weten we: we hebben van in het begin van de crisis overdreven veel aandacht gehad voor handhygiëne en besmettingen via oppervlakken terwijl we niet doorhadden dat kleine druppeltjes in de lucht veel gevaarlijker zijn.
Blocken: Dat klopt. Het onderzoek waaruit blijkt dat besmettingen via oppervlakken minder vaak voorkomen dan gedacht is wel nog relatief recent.
Onderzoekers hadden het in februari 2020 al over aerosolen. Als ik toen nog grootouders had gehad die in een woonzorgcentrum verbleven, had ik ervoor gezorgd dat daar een luchtreiniger stond. Maar weinig landen hebben daar ondertussen al echt werk van gemaakt. In Zuid-Korea worden scholen uitgerust met luchtreinigers, in Finland hebben ze er veel aandacht voor, en in Duitsland begint het te beteren. Maar we hebben veel tijd verloren. Overheden beginnen me ook nu pas meer vragen om advies te stellen.
Virologen en andere experts hebben het voorbije jaar anders vaak het belang van ventilatie benadrukt, zeker voor de herfst begon. Waarom is dat geen deel van het beleid geworden?
Blocken: Ook de experts die altijd aan het woord worden gelaten, hebben een bocht moeten maken. Marc Van Ranst was een van de eersten die het belang van ventilatie inzagen, hij sprak er in mei 2020 al over. Bij Sciensano heeft het langer geduurd. Het is voor politici een tijdlang niet duidelijk geweest wat precies met ‘betere ventilatie’ werd bedoeld. Misschien was die aanbeveling onvoldoende concreet om er echte adviezen op te baseren? Maar ondertussen kunnen we daar zelfs een cijfer op plakken: in een klaslokaal wordt de lucht het liefst zes keer per uur ververst.
Journalist Jeroen Bossaert toonde onlangs in Het Laatste Nieuws aan dat ventilatie in het onderwijsoverleg nooit ernstig is genomen.
Blocken: Ik had niets anders verwacht. We hebben in het Westen altijd weinig aandacht gehad voor de ventilatie van gebouwen. Even geleden was er een hoorzitting met experts in het Vlaams Parlement, het ging onder meer over ventilatie. De vragen en opmerkingen van sommige parlementsleden deden me de wenkbrauwen fronsen. Op basis van één herinnering aan een slecht werkend ventilatiesysteem in huis waren ze er heilig van overtuigd geraakt dat ventileren met open ramen het beste is. Maar kinderen die aan het raam zitten, hebben het dan heel koud en kinderen verderop in de klas hebben nog altijd geen gezuiverde lucht.
De lucht in een klaslokaal zuiveren met een mechanisch ventilatiesysteem kost zo’n 20.000 euro. Met een luchtreiniger lukt het voor 2000 euro.
Er zullen deze winter veel kinderen in de kou hebben gezeten.
Blocken: In Vlaanderen is er geen dikketruiendag meer maar een dikketruienseizoen. In een normaal land kan dat toch niet de norm worden?
Wat raadt u schooldirecteuren dan aan?
Blocken: Zes luchtwisselingen per uur is best veel. Ventilatoren blazen verse lucht van buiten naar binnen, en die zou dus telkens opnieuw verwarmd moeten worden. Een luchtreiniger is een betere keuze: die zuivert de lucht in het klaslokaal en blaast diezelfde lucht weer uit. Dat systeem is ook goedkoper. Voor het Nederlandse nieuwsprogramma Nieuwsuur hebben we onlangs een vergelijking gemaakt: de lucht in een klaslokaal zuiveren met een mechanisch ventilatiesysteem kost zo’n 20.000 euro, met een luchtreiniger lukt het al voor 2000 euro.
Volstaat zo’n luchtreiniger ook in een horecazaak?
Blocken: Ja. Ik krijg veel vragen van horeca-uitbaters, fitnesszaken en kapsalons over wat ze moeten doen om hun zaak veilig te ventileren. Ik kan zo’n berekening op de achterkant van een bierviltje maken. Ik doe dat gratis, want dat is voor mij maar 12 minuten werk. Het is ook geen rocketscience, dit is allemaal al decennia bekend. Ik zal er geen Nobelprijs voor krijgen. (grijnst) Als mensen een luchtreiniger online bestellen nadat ze dit interview hebben gelezen, krijgen ze die morgen al thuis geleverd. Ze steken de stekker in het stopcontact en ze zijn vertrokken.
Voor nogal wat uitbaters is 2000 euro misschien wel veel geld.
Blocken: Pedro Facon, de coronacommissaris, heeft me ook gevraagd wat er moest gebeuren. ‘Het is niet gratis, hè’, zei ik hem. Maar hij vond die investering peanuts vergeleken met de schuldenberg waarmee we onszelf nu aan het opzadelen zijn.
De overheid moet de leiding nemen. Ten eerste moet zij onderzoekers vragen om een ranking te maken van de beste luchtreinigers. Daarna moet ze die massaal aankopen en verdelen onder de scholen, cafés en restaurants. Ten derde moet er een kwaliteitslabel komen waarmee uitbaters kunnen bewijzen dat de lucht in hun zaak gezond is. Ambtenaren moeten dat controleren. Uitbaters kunnen het label dan bekendmaken aan hun klanten via een sticker tegen het raam, zoals je ook de free wifi-stickers hebt.
Zouden we daardoor ook weer binnen kunnen sporten en fitnessen?
Blocken: Ja. Voor het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben wij in mei 2020 al onderzocht hoe aerosolen zich verspreiden in fitnesscentra. Daar worden er natuurlijk extra veel gegenereerd, maar daar kun je iets aan doen. In België hebben sommige fitnessketens me al gemaild met het protocol dat zij zouden willen gebruiken om te heropenen. Ik was onder de indruk: binnen sporten zou in sommige zaken haast even veilig zijn als in de buitenlucht. Het is zuur voor die uitbaters dat zij over dezelfde kam worden geschoren als kleinere fitnesszaken waar geen ventilatie is en er soms zelfs geen raam open kan.
Ik begrijp dat de overheid in de eerste lockdown koos voor de gemakkelijkheidsoplossing: alles open of alles dicht. Maar we zijn nu veertien maanden ver in de pandemie en we staan nog geen stap verder. De controle zou toch al iets fijnmaziger mogen zijn, niet?
Zullen we de wedstrijden van de Rode Duivels in groep op pleinen kunnen volgen? Als er veel wind of zon is wel, ja.
Alle zaken controleren voor ze opengaan: voor de overheid is dat wel een enorme operatie.
Blocken: Het kan snel gaan, hoor. Als ze het mij nu zouden vragen, zou ik hun op het einde van de dag een lijst met vijftig namen kunnen geven van ventilatie-experts die onmiddellijk beschikbaar zijn om zulke controles uit te voeren. Er heerst veel ontgoocheling maar ook gedrevenheid bij die mensen. We wéten wat de oplossing is, maar heel lang had niemand er oren naar.
Had de tweede lockdown, in het najaar, minder streng hoeven te zijn als we toen al in ventilatie hadden geïnvesteerd?
Blocken: Natuurlijk. Ik vind dat kwaliteitslabel echt een goed idee. Ik miste vorig najaar bij de overheden de daadkracht om een totale sluiting te vermijden. Vandaag houdt nauwelijks iemand zich nog aan alle regels. We hebben La Boum 1 en 2 in het Ter Kamerenbos gezien, maar daarvoor waren er elke week natuurlijk al duizenden lockdownfeestjes in het hele land. De muziek mocht niet te horen zijn op straat, dus zullen de ramen altijd wel dichtgehouden zijn. Met goed gecontroleerde horeca hadden we veel besmettingen kunnen voorkomen.
Als ik politici nu hoor vertellen dat de vaccinaties onze enige echte exitstrategie zijn, denk ik: dat is riskant. Wat als er straks nieuwe varianten opduiken? Of zelfs een nieuwe pandemie? Dit is het moment om onze ventilatie en luchtreiniging op orde te krijgen. De jeugd zal zich echt geen derde keer laten opsluiten. De ‘korte pijn’ duurt nu al langer dan een jaar.
U bent in Nederland bij enkele testevenementen betrokken geweest. Wat hebt u daaruit geleerd?
Blocken: Veilig evenementen organiseren is mogelijk, zeker als je vooraf PCR-tests afneemt (waarbij met een wattenstaafje een uitstrijkje genomen wordt van slijm uit neus en keel, nvdr). Dat is in verschillende situaties bewezen, bijvoorbeeld voor het theater, bij concerten en voetbalmatches. Ik vind het spijtig dat daar achteraf zo veel kritiek op is gekomen. Het was inderdaad een ongelukkige keuze om een groots evenement voor Koningsdag te organiseren in de buurt van een ziekenhuis in Breda, maar verder heb ik alleen maar lof voor de mensen die dat project hebben getrokken.
Het was ook wel duur en volgens academici niet wetenschappelijk.
Blocken: De overheid betaalde voor al die PCR-tests – probeer maar eens duizenden mensen bij elkaar te brengen als ze al op voorhand een factuur krijgen voor hun test. En het had een extra positief effect: veel deelnemers bleken besmet te zijn zonder het te weten. Zij zijn in quarantaine geplaatst en konden nergens anders nog mensen besmetten.
Ook de kritiek dat zulke evenementen niet helemaal volgens wetenschappelijke procedures verlopen, vind ik wat gemakkelijk. Noem het dan geen testevents, noem het gewoon events. Doe het dan voor de jeugd en de bevolking in plaats van voor de wetenschap. Het zal nog altijd veel minder besmettingen opleveren dan alles wat mensen zelf ‘organiseren’.
Ook in België zijn nu testevenementen aan de gang. Het voelt wat als bezigheidstherapie, omdat we eigenlijk alles al weten.
Blocken: Deels is dat ook zo. Het is hopelijk een overbruggingsperiode naar de echte heropeningen.
Ik had weinig zin om aan die evenementen mee te werken; hetzelfde onderzoek in een andere setting herhalen lijkt me weinig interessant. Om dezelfde reden wil ik ook niet in werkgroepen van de overheid zitten. Ons onderzoek over luchtventilatie en luchtreiniging is er. Ik licht het graag toe, maar ik voel niet de behoefte om erover te gaan onderhandelen met andere experts of politici.
Zouden er uiteindelijk ook snel weer binnen massa-evenementen kunnen plaatsvinden?
Blocken: Zeker. Ik heb onlangs een gesprek gehad met de mensen van het Sportpaleis. Zij hebben natuurlijk een veel grotere installatie nodig dan een café of restaurant. Ook in grote hallen werkt luchtreiniging beter dan ventilatie: meestal hangen ventilatoren meters boven de hoofden van de mensen, waardoor ze vooral de lucht tegen het plafond goed verversen. Het is efficiënter om een groot aantal luchtreinigers in de zaal te plaatsen. Ook dat is geen rocketscience, maar er zal wel een prijskaartje aan hangen.
Lezers van dit interview zullen misschien al denken: Bert Blocken zal vast een stevige duit verdienen als er overal te lande luchtreinigers worden verkocht.
Blocken: Welgeteld nul euro heb ik daar al aan verdiend. Ik heb de voorbije maanden veel aanbiedingen gehad om in bedrijven te stappen of samen een patent in te dienen. Ik heb telkens nee gezegd. Ik heb daar geen tijd voor – ik werk al honderd uur per week. En ik wil ook elke schijn van belangenvereniging of partijdigheid vermijden. Ik vermeld altijd de partners van onze onderzoeksprojecten, zoals dat hoort, maar zal nooit reclame maken voor één merk. Ik heb uw fotograaf ook gevraagd om zeker geen logo of merknaam in beeld te brengen.
Het enige wat ik hoop is dat mensen kwalitatieve luchtreinigers aanschaffen, en geen slechte producten die ozon en stikstofdioxide verspreiden – zulke modellen zijn er helaas ook.
Volgende maand start het EK voetbal. Zullen de Belgen de wedstrijden van de Rode Duivels in groep op pleinen kunnen volgen?
Blocken: Dat is een lastige vraag. In een stadion kun je de luchtkwaliteit monitoren en regelen. In de buitenlucht is dat veel moeilijker, zeker als mensen dicht opeen staan en niet de hele tijd hun mondmasker dragen. Het hangt dan eigenlijk van de weersomstandigheden af. Als er veel wind of zon is, zullen aerosolen snel in hogere luchtlagen verdwijnen. Op een typische smogdag met weinig wind en bewolking kunnen ze als een deken over het publiek blijven hangen. Dat kan wel risicovol zijn.
Is plexiglas op terrassen – om de tafels dichter bij elkaar te kunnen zetten – dat ook?
Blocken: Ik zie daar geen probleem mee. In de buitenlucht blijft de concentratie aan aerosolen altijd laag, tenzij je mensen laat rechtstaan en tegen elkaar duwt, zoals in wachtrijen in een pretpark.
Ik heb vorig weekend wel overdekte terrassen gezien waarvan de zijkanten afgesloten waren. Zonder een ventilatiesysteem is dat zelfs gevaarlijker dan binnen zitten. Nee, zoiets is echt onverantwoord.
Lees hier de reactie van Marc Van Ranst: ‘Betere ventilatie wordt een van de zilveren randjes van deze coronawolk’
Bert Blocken
– 1974: geboren in Hasselt
– Burgerlijk ingenieur bouwkunde en doctor in de ingenieurswetenschappen (KU Leuven) met als belangrijkste expertises bouwfysica, aerodynamica en ventilatie
– Is hoogleraar bouwfysica aan de TU Eindhoven en gewoon hoogleraar aan de faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier