Wie is Mullah Baradar, ‘CEO’ van de taliban?
De 53-jarige Abdul Ghani Baradar schopte het van verzetsstrijder tot topdiplomaat van de taliban, en straks mogelijk tot president van het Islamitisch Emiraat van Afghanistan.
Afgelopen dinsdag zette Abdul Ghani Baradar voet aan de grond in de Afghaanse stad Kandahar, de geboorteplaats van de talibanbeweging die hij met drie anderen stichtte in de jaren 90. Baradar werd door zijn militante aanhangers met luid gejuich als een veroveraar ontvangen, ‘Allah akbar’, scandeerden ze.
Na twintig jaar ballingschap was Baradar terug in zijn geboorteland Afghanistan, dat de fundamentalistische beweging zopas tot Islamitisch Emiraat van Afghanistan heeft herdoopt.
De 53-jarige Mullah (‘een geestelijke van hoge rang’) Baradar geniet omwille van zijn decennialange gevechtservaring een heldenstatus onder zijn aanhangers. De politieke chef van de taliban is veel bekender dan de mysterieuze opperste leider van de taliban, of emir, Haibatullah Akhundzada, van wie niet helemaal duidelijk waar hij zich ophoudt. Baradar was de voorbije jaren het gezicht van de diplomatieke onderhandelingen namens de taliban. Zoals het er nu naar uitziet wordt hij straks president van Afghanistan.
Over de persoonlijke levensverhalen van talibankopstukken is weinig bekend. De levensloop van Baradar is hoe dan ook innig verweven met de geschiedenis van de taliban (wat ‘religieuze studenten’ betekent), de rebellengroep die een streng islamistisch regime voorstaat.
‘Ceo van de taliban’
In zijn tienerjaren vocht Baradar in de rangen van de moedjahedien-verzetsstrijders, die het met steun van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA tien jaar lang tegen de Sovjetbezetters opnamen. Na de oorlog hielp Baradar zijn bevelhebber Mullah Omar de taliban te stichten, die in 1996 de macht grepen in het land – tot ze in 2001 door de Amerikanen omver werden geworpen.
Mullah Omar, wiens dood in 2013 twee jaar lang geheimgehouden werd, schonk zijn beschermeling de nom de guerre ‘baradar’, ofwel broeder. In zijn regering schopte Baradar het tot onderminister van Defensie.
Na de Amerikaanse invasie vluchtte Baradar met andere talibankopstukken naar Pakistan, vanwaar ze een verbeten en bloedige verzetsstrijd aanstuurden. ‘Daar werd Baradar zo’n beetje de ceo van de taliban’, zegt historicus Carter Malkasian, die zopas een boek publiceerde over Afghanistan, tegen NPR. ‘Baradar was de man die aan de touwtjes trok.’
Tegen de BBC zei een Afghaanse regeringsbron in 2013: ‘Baradar organiseerde veel van de dodelijkste aanvallen tegen onze troepen.’ In een zeldzame e-mailuitwisseling met het Amerikaanse tijdschrift Newsweek uit 2009 zei Baradar de Amerikaanse strijdmacht ‘maximale’ schade te willen toebrengen. Baradar beloofde zijn ‘jihad’, of heilige oorlog, aan te houden tot de bezetter zou vertrekken.
Imago oppoetsen
In 2009 trachtte Baradar het imago, in Afghanistan en daarbuiten, van de verguisde taliban op te poetsen, berichtte de New York Times toen. Strijders in Afghanistan moesten voortaan een gedragscode, in de vorm van een pocketboekje, op zak hebben, dat hen uitlegde hoe ze de bevolking voor zich konden winnen en hoe ze burgerdoden konden vermijden. Ook moesten zelfmoordaanslagen beperkt worden.
In 2010 spoorde de CIA de verzetsstrateeg na een jarenlange zoektocht op in de Pakistaanse havenstad Karachi. Na acht jaar gevangenschap werd hij op vraag van de Amerikanen vrijgelaten om deel te nemen aan vredesonderhandelingen in het Qatarese Doha. Hij ontmoette de Amerikaanse oud-buitenlandminister Mike Pompeo en voerde zelfs een telefoongesprek met toenmalig president Donald Trump – ongewoon daar Amerikaanse presidenten doorgaans met andere staatshoofden praten.
Vandaag wordt Baradar aanzien als gematigd en pragmatisch. Omschrijvingen die voorbijkomen: bedachtzaam, onafhankelijk en afgemeten. In de weken voorafgaand aan de val van Kaboel leidde Baradar diplomatieke missies naar China, Rusland, Turkije en Iran. Het eerste talibanregime werd slechts door drie landen erkend: Pakistan, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Afghanistan was een pariastaat. Baradar moet zijn taliban nu in de markt zetten als een professionele en gematigde politieke beweging.
‘We hebben een overwinning geboekt die niet verwacht was’, zei Baradar na de overwinning van de taliban, schijnbaar verbaasd over het succesvolle bliksemoffensief. ‘Nu komt de test. Nu gaat het om het dienen en beschermen van ons volk, het een toekomst verzekeren zo goed en zo kwaad als we kunnen.’
Beloftes
De taliban beweren dat ze een ‘inclusieve, islamitische’ regering willen nastreven en garanderen dat ze vandaag gematigder zijn dan toen. Ze blaken hoe dan ook van zelfvertrouwen – ze hebben eindelijk de ‘ongelovige’ bezetter verjaagd. Vrouwenrechten zullen worden beschermd ‘binnen de limieten van de islam’, hoewel de taliban dat allicht nauw zullen interpreteren. ‘En als we een belofte maken, dan houden we ons eraan’, zei een jonge commandant tegen een ploeg van CNN in Kaboel.
Talloze Afghanen geloven de mooie woorden niet en vrezen voor hun leven. Duizenden van hen drommen rond de luchthaven van Kaboel, hopend op een kans het land te ontvluchten. Volgens berichten worden de wachtenden mishandeld door talibanstrijders.
Nu al ontstaat een kloof tussen wat vaandeldragers en woordvoerders zoals Baradar beloven, en de maatregelen die eigengereide commandanten invoeren op het veld. Volgens berichten hebben puriteinse taliban vrouwen toegang tot een universiteit ontzegd en doeken ze vrouwenklinieken en -scholen op. Ook zouden Afghanen die meewerkten met de internationale coalitie worden vermoord.
In Kaboel gaan strijders deur tot deur om vijanden op te sporen. Verschillende burgers die deelnamen aan betogingen werden doodgeschoten. Dat trekt de intentie, of het vermogen, van Baradar om een gematigde regering af te leveren sterk in twijfel.
Heeft Baradar wel voldoende invloed in het uitgestrekte en sektarische Afghanistan? ‘De vraag is of de brede taliban hem als een held onthalen die hun terugkeer faciliteerde, of beschouwen ze dat als een mineure factor in hun overwinning die altijd was verordend door god?’, zegt de voormalige Pakistaanse diplomaat Hoesein Haqqani in de Financial Times.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier