‘We mogen onze afvalberg niet naar Afrika verplaatsen onder het mom van altruïstische daad’
‘De wereld van de ontwikkelingssamenwerking heeft de laatste jaren te hard naar haar eigen navel gestaard’, aldus minister Alexander De Croo (Open VLD). ‘Waar we als overheid goed in zijn, daar staat de private sector ook vaak sterk, dus waarom niet samenwerken?’
Voor de eerste maal werd er een gezamenlijke missie ondernomen (naar Guinee en Burkina Faso) door Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel. Het gevolg van een liberaal aan het hoofd van die eerste post?
Alexander De Croo: ‘Niet rechtstreeks, als liberaal geloof ik natuurlijk wel in het belang van economie wil je een land vooruit helpen. Maar dat is niet alleen mijn (of een liberaal) idee. Ook de VN is heel duidelijk in zijn beslissingen omtrent de Sustainable Development Goals (SDG’s), de ontwikkelingsdoelstellingen voor de komende 15 jaar. Om de armoede uit de wereld te helpen tegen 2030 moeten we aan officiële ontwikkelingshulp blijven doen, maar ook de private sector moet ingeschakeld worden, klinkt het.’
‘Het samengaan van deze missie is geen ideologische kwestie. Kijk maar naar Nederland, daar hebben ze één minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Lilianne Ploumen. Jawel een socialiste.’
Ook staatssecretaris De Crem is erg tevreden over deze gemeenschappelijke missie. Ziet u op termijn, net zoals in Nederland, de bevoegdheden samenvloeien onder één minister?
De Croo: ‘De Nederlandse combinatie werkt. Maar hier in België hebben we twee verschillende ministers en dat werkt ook. Al denk ik wel dat we op termijn kunnen experimenteren. Maar laat ons de komende jaren eerst bewijzen dat de samenwerking tot iets leidt en dan zullen we daarna wel zien.’
Wilt u door de samenwerking met de private sector een nieuwe weg inslaan, een trendbreuk op vlak van ontwikkelingssamenwerking?
De Croo: ‘Wat België de voorbije twee jaar in Guinee heeft gedaan tijdens de ebolacrisis was eigenlijk al een samenwerking van de twee. Enerzijds humanitaire hulp door Artsen zonder Grenzen en anderzijds economische ondersteuning door het private bedrijf Brussels Airlines dat haar verantwoordelijk nam door de vluchten naar het land niet stop te zetten. Een gemeenschappelijke missie was dus een logisch gevolg.’
‘Ontwikkelingssamenwerking en handel werden lange tijd als twee verschillende werelden gezien, waarbij het eerste goed was en het tweede slecht. Handel in teken van ontwikkelingssamenwerking werd omschreven als het slijk der aarde, wat het absoluut niet is. Al ben ik er wel van overtuigd dat ieder departement zijn eigen rol te spelen heeft.’
De wereld van de ontwikkelingssamenwerking heeft de laatste jaren iets te hard naar haar eigen navel gestaard
‘Waarom kiest de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking ervoor om hard in te zetten op waterbouw? Omdat ze daar goed in is. Net om dezelfde reden werkt Finland voornamelijk rond mobiele technologie, want dat is hun sterkte. Waar we als overheid goed in zijn, daar zijn we in de private sector ook vaak goed in, laten we dan samenwerken. In het geval van België zie ik daarom een belangrijke rol weggelegd voor tropische geneeskunde. Een derde van alle vaccincaties bedeeld door de Verenigde Naties zijn namelijk gefabriceerd door Belgische bedrijven (GSK en Johnson & Johnson).’
‘De twee niet meer per defenitie van elkaar scheiden, zou je een ommezwaai kunnen noemen. De wereld van de ontwikkelingssamenwerking heeft de laatste jaren iets te hard naar haar eigen navel gestaard en te weinig gekeken heeft naar wat er in de rest van de wereld is gebeurd.’
Bouwen jullie een controlemechanisme in om te voorkomen dat de praktijken van Belgische bedrijven, die investeren in partnerlanden, indruisen tegen datgene waar ontwikkelingssamenwerking voor staat of aan werkt?
De Croo: ‘Je hebt een algemene regel van de OESO over de gebondenheid van hulp. En dat is voor mij een heilige regel. Daarnaast is er een tendens bezig: bedrijven, waaronder ook Belgische, spelen steeds vaker in op duurzaamheid en kijken naar de toekomst. Ik denk dat je er vanuit mag gaan dat mensen proberen goed te doen, dat is de basisregel. En af en toe loopt er wel eens iets mis en dan moet je tussenkomen. Maar in België gaat men er te vaak vanuit dat als je mensen laat doen, ze slechte zaken zullen doen. Ik denk dat niet, op dat vlak ben ik optimistisch, misschien zelfs lichtjes naïef. Maar liever zo dan omgekeerd.’
Maar er zitten toch addertjes onder het gras: In Guinee bijvoorbeeld zijn tweedehandswagens het belangrijkste exportproduct uit België. Dit zijn vaak oude en erg vervuilende wagens. Zoiets druist toch in tegen het ecologische aspect van de SDG’s?
De Croo: ‘Er komt binnenkort een wet in Guinee die de invoer van auto’s ouder dan acht jaar verbiedt. En hoewel dit vanuit puur economisch perspectief misschien nefast is voor België, ben ik toch voorstander van die wet. We moeten onze afvalberg niet verplaatsen naar Afrika onder het mom van een altruïstische daad. Nee, we moeten dezelfde dynamiek creëren als in de technologiesector. Vroeger werd oud ICT-materiaal massaal naar Afrika gestuurd, terwijl er nu steeds vaker wordt geïnvesteerd in recyclage en eigen research. Dat is het pad dat ook de autosector moet bewandelen.’
Schuilt er geen tegenstelling in het feit dat Guinee een nieuw partnerland is – “land dat we moeten leren kennen” – maar dat u tegelijkertijd de eerste projecten tegen de zomer opgestart wil zien?
De Croo: ‘Het is belangrijk om na te denken over de manier waarop resultaten zo snel mogelijk bereikt worden. En dat is niet door het wiel opnieuw uit te vinden. Wel moet je als overheid goed afwegen, wat werkt er en wat niet. En als iets werkt, kunnen we als hefboom optreden. Door extra middelen kan een klein succesvol project zich snel uitbreiden. Op die manier kunnen we snel werken mét resultaat. Dat is dan ook de richting die ik wil uitgaan in de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Meer met partners ter plaatse werken, want zij hebben de ervaring en expertise, in plaats van alles zelf te willen doen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier