‘Regime van Assad verantwoordelijk voor gifgasaanval’
Alle bewijsmateriaal suggereert dat het wel degelijk het regime-Assad is dat dinsdag de gifgasaanval op het Syrische dorp Khan Sheikhun heeft uitgevoerd. Dat zegt de Britse minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson.
In het Syrische conflict werd gisteren nog maar eens een diepzwarte bladzijde opgetekend: bij een gifgasaanval in de provincie Idlib kwamen volgens de recentste balans meer dan 70 mensen om. Het was het in Groot-Brittannië gevestigde Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten dat de eerste informatie over de gifgasaanval naar buiten bracht, maar het Observatorium kon toen niet zeggen wie achter de aanval zat.
Een dag later wijst volgens de Britse minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson alles erop dat het Syrische bewind zelf verantwoordelijk is voor de gifgasaanval. ‘Al het bewijsmateriaal dat ik gezien heb – en er kan er nog meer komen – suggereert dat het regime van Assad dit gedaan heeft, zich ten volle bewust van het feit dat het illegale wapens gebruikte tijdens een barbaarse aanval op zijn eigen mensen’, zei Johnson bij de start van de Syrië-conferentie in Brussel. Op de vraag welk bewijsmateriaal hij onder ogen heeft gekregen, antwoordde hij niet.
‘Dit bevestigt wel dat dit een barbaars regime is’, voegde Johnson nog toe. Het is volgens hem dan ook niet voor te stellen dat Assad op lange termijn aanblijft als president. Het Syrische regime zelf ontkende gisteren ‘categoriek’ dat het bij de aanval chemische wapens inzette.
Rusland ontkent alle betrokkenheid
Het Russische ministerie van Defensie benadrukte eerder al dat geen enkel Russisch toestel een luchtaanval had uitgevoerd op Khan Sheikhun en de omgeving. Volgens Rusland heeft de luchtmacht van Assad een ’terroristische opslagplaats’ gebombardeerd waar zich ’toxische producten’ bevonden. ‘Van dit groot arsenaal werden chemisch beladen wapens geleverd door militanten aan Irak. Het gebruik ervan door terroristen is op verschillende momenten bevestigd door internationale organisaties en officiële autoriteiten van het land’, klonk het nog.
Het ministerie verduidelijkte niet of de Syrische luchtmacht de opslagplaats opzettelijk dan wel per abuis heeft gebombardeerd. ‘Videobeelden op sociale netwerken tonen dat de getroffenen in Khan Sheikhun dezelfde symptomen van vergiftiging vertonen als de slachtoffers van de aanval in Aleppo vorige herfst’, zei de woordvoerder van het ministerie.
VN vraagt duidelijkheid van Syrië
Intussen hebben de Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië een ontwerpresolutie aan de VN-Veiligheidsraad voorgelegd. In de tekst wordt het gebruik van chemische wapens in Syrië ‘in de krachtigste bewoordingen’ veroordeeld, en wordt de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens gevraagd onmiddellijk te beginnen met de identificatie van de daders van de laatste aanval. Aan het Syrische regime wordt gevraagd om alle informatie vrij te geven over de militaire operaties die op het moment van de aanval plaatsvonden, net als de namen van de helikoptercommandanten. Ook moet Damascus de onderzoekers toegang verlenen tot de militaire bases van waaruit de aanval gelanceerd zou kunnen zijn.