‘Het Kremlin creëert niet toevallig in het post-Merkel tijdperk een geostrategische “stress test” om het Westen te verdelen’, schrijft David Criekemans over de toenemende spanning over Oekraïne.
Claustrofobie. Dat woord omschrijft misschien nog het beste hoe de Russische Federatie zich vandaag verhoudt tot het westen. Westerse beleidsrecepten worden geassocieerd met instabiliteit en onbetrouwbaarheid. In die jaren 90 van de vorige eeuw werd een westerse, kapitalistische shocktherapie toegepast op de Russische economie. Het gevolg was de creatie van een kleine club van oligarchen, die Vladimir Poetin later verving door zijn eigen club. Tot tweemaal toe implodeerde de Russische economie in de jaren negentig, door een blinde toepassing van wild kapitalisme. De instabiliteit van Rusland in deze periode en haar toenmalige strategische zwakte vormde ook een opportuniteit voor de Verenigde Staten om haar invloedssfeer verder uit te breiden naar het oosten.
De Amerikaanse presidenten Bill Clinton en George W. Bush zochten snelle successen in de buitenlandse politiek zonder al teveel historisch besef. De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) werd vanaf 1999 in meerdere golven uitgebreid met de lidstaten van het voormalige Warschaupact. Onder Amerikaans president George W. Bush was er de ngo Freedom House die met geld van het State Department de oppositie mee organiseerde in het nabije buitenland van Rusland, zoals in Georgië, Oekraïne en Kirgizië. Niet alleen verloor Moskou haar veilige bufferzone in het westen, ook haar economische invloedssfeer stond onder druk en democratie werd nu “geïmporteerd”. Poetin reageerde geo-economisch door plannen te ontwikkelen voor een Euraziatische Economische Unie. Landen zoals Oekraïne, Kazachstan, Wit-Rusland, Georgië en vele andere landen van de voormalige Sovjet-Unie zouden een grotere markt creëren. Op die wijze zou Moskou zichzelf geo-economisch staande moeten houden terwijl de Russische demografie verder afkalfde.
Poetins ’tactische zetten’ werken deels contraproductief. Is dat al doorgedrongen in het Kremlin?
Veiligheidsspecialisten in Moskou benadrukken telkens dat alle bedreigingen voor de veiligheid van Rusland in het verleden steeds uit het westen kwamen. Zij gaan daarbij tot ver in de geschiedenis; van Napoleon over Wilhelm II tot Hitler. Bovendien was het westen in het verleden nooit echt te vertrouwen, zeggen ze. Denken we maar aan de wijze waarop de Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog lang wachtten om een tweede front tegen Nazi-Duitsland te ontwikkelen. Miljoenen Russen hebben het leven gelaten in de strijd tegen het radicalisme van de 20e eeuw. Het wantrouwen ten aanzien van het Westen heeft dus diepe historische wortels.
De NAVO, nochtans een organisatie die opgericht was tijdens de Koude Oorlog, bestaat nog steeds. Zij breidt zich steeds verder uit, waardoor de Russische defensie-elite meent dat het land omsingeld wordt. De psychologische uitwerking daarvan kan geopolitiek niet onderschat worden. Volgens de entourage van Poetin wil het Westen uiteindelijk een vorm van regime change in Moskou zelf.
In een dergelijke context van geopolitieke rivaliteit is het natuurlijk moeilijk om het diepe wederzijdse wantrouwen weg te nemen. De Russische president werd zo een kat in het nauw die regelmatig uithaalt. Poetin begreep al in 2008 dat hij permanente instabiliteit moet creëren in landen als Georgië en Oekraïne om te verhinderen dat zij definitief in de westerse invloedsfeer terecht zouden komen. Rusland lijkt enkel de rol van spelbreker te hebben in deze tragedie. Moskou leeft daardoor stilaan ook in haar eigen parallelle realiteit. Maar de verharding van haar houding voedt paradoxaler wijze het Oekraïense nationaliteitsbesef. Poetins “tactische zetten” werken dus deels contraproductief. Is dat al doorgedrongen in het Kremlin?
De Oekraïners hopen met Amerikaanse wapens en Turkse drones de oostelijke provincies Donetsk Lugansk, die ze in mei 2014 verloren, terug te heroveren. In oktober 2021 viel Oekraïne met Turkse drones de zogenaamde “contactlijn” al aan. Moskou zal dit niet aanvaarden, want dat faalt de destabilisatiestrategie. Het gevaar schuilt dus vooral in miscalculatie door één van beide partijen. De Minsk II-vredesakkoorden uit 2014 werden evenwel nooit uitgevoerd. Meer autonomie voor deze gebieden, het terugtrekken van zware wapens, een nieuwe Grondwet in Oekraïene, niets werd gerealiseerd. Rusland trekt de kaart van het beschermen van Russen in haar nabije buitenland om invloed te behouden. De “militaire balans” die Moskou in de ogen van het Kremlin had gecreëerd, dreigt onderuit gehaald te worden. Het duchtig bewegen met troepen in West-Rusland vormt misschien niet zozeer een aanvalsdreiging an sich, dan wel een veruitwendiging van een actor die om geopolitieke aandacht schreeuwt. Moskou weet eigenlijk ook zelf niet meer hoe we hier nog uit geraken. Het Kremlin creëert daarom niet toevallig in het post-Merkel tijdperk een geostrategische “stress test” om het Westen te verdelen. We zouden in een val trappen als we hierop militair reageren. Het antwoord ligt elders.
Met enkele gesprekken in het kader van de NAVO of de OVSE kom je er niet. Claustrofobie en een gevoel van omsingeling kunnen enkel weggenomen worden door permanente diplomatieke dialoog in domeinen van veiligheid, economie, ecologie en fundamentele rechten. In feite zitten we terug bij (de nood aan) Helsinki-akkoorden van 1975, de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE). Een variant daarvan is opnieuw nodig in dit tijdsgewricht. Oekraïne moet, in plaats van te moeten kiezen, toegang hebben tot economische opportuniteiten zowel vanuit West als Oost. Veiligheidspolitiek zou Kiev best niet formeel geallieerd zijn, maar haar territoriale integriteit gegarandeerd zien door beide kampen – West én Oost, ditmaal in een meer dwingende variant van het Budapest Memorandum van 1994. Eerder een beetje zoals België in 1830 van haar garanten de neutraliteit kreeg opgelegd als bufferstaat. De NAVO vormt in deze een onderdeel van het probleem, en niet van de oplossing. Daarom is een versnelde uitbouw van een Europese defensie, eventueel als Europese pijler binnen een breder trans-Atlantisch kader, geopolitiek gezien een veel meer duurzame oplossing. Het is trouwens ook de enige weg gezien de VS zich wil concentreren op de Indo-Pacific. En dit vormt tevens onze toekomstige verzekeringspolis tegen een mogelijk nieuwe Trumpiaan in het Witte Huis, straks of later.
Er moeten ook opnieuw meer maatregelen komen die vertrouwen wekken tussen Oost en West. Maar dan moet Moskou haar ondertussen steeds meer uitgesproken dreigingen wel inslikken, vandaag gebeurt eerder het tegendeel. De boodschap moet de volgende zijn; Moskou kan een andere rol krijgen dan deze van “spelbreker”, maar ze moet het ook echt willen. Voormalig Russisch buitenlandminister Primakov geloofde in een multipolaire wereld waarin Moskou nog zou meetellen. De Europese landen delen wel met Rusland wel de bezorgdheid dat een nieuwe bipolaire wereld zou ontstaan waarbij enkel Washington en Beijing de dienst zouden uitmaken. Dat is niet in elk van ons beider belang. En enkel door dialoog kan Europa verhinderen dat de Euraziatische krachten zich verder verenigen, waarvan vooral wij de gevolgen zullen dragen. Er bestaat dus op termijn een diplomatieke opening bestaande uit Amerikaanse ‘sticks‘ en Europese ‘carrots‘ om Moskou een alternatief te bieden op geopolitieke claustrofobie. De paradox is dat dan Washington en Beijing elk zowel met Brussel als Moskou rekening zullen moeten houden. De vraag blijft dus tot hoe ver Brussel de kans zal krijgen om een rol te spelen.
David Criekemans doceert internationale politiek aan de UAntwerpen en KU Leuven, internationale veiligheid aan University College Roosevelt te Middelburg, en geopolitiek aan het Geneva Institute for Geopolitical Studies.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier