Ontwerpresolutie vraagt aan VN-Veiligheidsraad om aanval te veroordelen
De Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië hebben dinsdag een ontwerpresolutie aan de VN-Veiligheidsraad voorgelegd, waarin de chemische aanval in Syrië wordt veroordeeld. Rusland zegt dat de Syrische luchtmacht een opslagplaats voor ’toxische producten’ van de terroristen bombardeerde.
In de tekst wordt aan de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) gevraagd om snel haar conclusies voor te leggen over de aanval van dinsdag in de Syrische stad Khan Khan Sheikhoun. Bij die aanval vielen minstens 58 doden en 170 gewonden.
In de ontwerpresolutie wordt het gebruik van chemische wapens in Syrië ‘in de krachtigste bewoordingen’ veroordeeld, en wordt de OPWC gevraagd onmiddellijk te beginnen met de identificatie van de daders van de laatste aanval. Aan het Syrische regime wordt gevraagd om alle informatie vrij te geven over de militaire operaties die op het moment van de aanval plaatsvonden, net als de namen van de helikoptercommandanten. Ook moet Damascus de onderzoekers toegang verlenen tot de militaire bases van waaruit de aanval gelanceerd zou kunnen zijn.
Tot slot wordt er in de tekst ook gedreigd met sancties tegen het Syrische regime, op basis van hoofdstuk zeven van het VN-verdrag.
De VN-Veiligheidsraad komt vandaag/woensdag op vraag van Parijs en Londen in spoedzitting bijeen. Dan willen de Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië de ontwerpresolutie ter stemming voorleggen.
‘Al het bewijsmateriaal dat ik gezien heb – en er kan er nog meer komen – suggereert dat het regime van (de Syrische president) Assad dit gedaan heeft, zich ten volle bewust van het feit dat het illegale wapens gebruikte tijdens een barbaarse aanval op zijn eigen mensen’, zei de Britse buitenlandminister Boris Johnson bij de start van de Syrië-conferentie in Brussel. Op de vraag welk bewijsmateriaal hij onder ogen heeft gekregen, antwoordde hij niet.
Wie precies de schuld draagt voor de aanval waarbij nu al meer dan 70 doden zijn gevallen, moet nog verder onderzocht, ‘maar dit bevestigt wel dat dit een barbaars regime is’, aldus Johnson. Het is volgens hem dan ook niet voor te stellen dat Assad op lange termijn aanblijft als president.
NAVO
In een reactie veroordeelt NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg ‘de vreselijke aanvallen in de provincie Idlib in Syrië, waarbij tientallen mensen omkwamen onder wie vele kinderen, naar verluidt met het gebruik van chemische wapens.’ ‘Dit is het derde bericht over het gebruik van deze barbaarse wapens alleen al in de afgelopen maand.’
Stoltenberg herinnert eraan dat het gebruik van chemische wapens, zoals chemische producten die de dood of blijvende schade kunnen veroorzaken, verboden is door het Verdrag Chemische Wapens, dat Syrië in 2013 tekende. ‘Deze internationale norm moet ten volle gerespecteerd worden’, aldus nog Stoltenberg.
Rusland
Welke houding Rusland zal aannemen is nog niet duidelijk. In februari hield het land samen met China nog een resolutie tegen die sancties aan Damascus wilde opleggen. ‘Ik roep de leden van de Veiligheidsraad, die in het verleden hun veto gebruikten om het onverdedigbare te verdedigen, op om van koers te veranderen’, zei de Britse VN-ambassadeur Matthew Rycroft hier dinsdag over.
Het Russische ministerie van Defensie zei dinsdag alvast dat geen enkel Russisch toestel een luchtaanval had uitgevoerd op Khan Sheikhun en de omgeving. Volgens het ministerie heeft de Syrische luchtmacht heeft een ’terroristische opslagplaats’ gebombardeerd waar zich ’toxische producten’ bevonden.
‘Van dit groot arsenaal werden chemisch beladen wapens geleverd door militanten aan Irak. Het gebruik ervan door terroristen is bevestigd op verschillende momenten door internationale organisaties en officiële autoriteiten van het land’, klonk het nog.
Het ministerie verduidelijkte niet of de Syrische luchtmacht de opslagplaats opzettelijk dan wel per abuis heeft gebombardeerd. ‘Videobeelden op sociale netwerken tonen dat de getroffenen in Khan Sheikhun dezelfde symptomen van vergiftiging vertonen als de slachtoffers van de aanval in Aleppo vorige herfst’, zei de woordvoerder van het ministerie.