IS-strijders ter plaatse berechten of uitleveren? ‘Van België hebben we nog niets gehoord’
De Syrische Koerden willen zo snel mogelijk af van buitenlandse jihadisten. ‘Als we ze niet spoedig kunnen uitleveren aan het land van herkomst, zullen we ze zelf berechten.’ Een gesprek met de covoorzitter van het ministerie van Justitie van het Koerdische deel in Noord-Syrië.
In het Koerdische deel van Syrië zitten zo’n duizend IS-strijders achter de tralies. Onder hen ook buitenlanders. ‘We hebben in Rojava vier gevangenissen met een terreurafdeling’, vertelt Abdul Basit Mahmoud Oso, covoorzitter van het ministerie van Justitie van de autonome regering in Rojava, het Koerdische deel in Noord-Syrië.
‘Daar zitten strijders die door de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) zijn gevangen genomen. Onder hen ook Europeanen, Russen, Amerikanen, Aziaten en mensen van eigen bodem. En er komen elke dag mensen bij. Het merendeel bestaat uit Syriërs en Irakezen, over het aantal buitenlanders hebben we nog geen exacte cijfers. Intussen zitten we ermee. De buitenlandse jihadisten zijn gekomen om zich tegen ons te keren, dus zetten we ze vast. Maar we zijn ze graag kwijt, ze kosten ons een hoop kopzorgen en een hoop geld.’
Eén ding staat vast: wij voeren geen doodstraf uit. Daar zijn we principieel tegen.’
Mahmoud Oso
Hoe gaat de Koerdische autonome regering buitenlandse IS-strijders berechten?
Mahmoud Oso: Als we ze niet spoedig kunnen uitleveren aan het land van herkomst, zullen we ze zelf berechten. Het ziet ernaar uit dat ze voorlopig hier blijven want we krijgen tot nu toe nauwelijks respons op onze vraag om uitlevering. We zullen ze dan volgens ons systeem berechten. IS-strijders delen we op in drie categorieën. Eén: de meelopers. Die zijn lid van de IS, maar verder niet actief. Twee: de actieve leden die een wapen dragen. Drie: degenen die effectief doden, aanslagen plegen en martelen. De eerste groep blijft ongeveer een jaar in de cel. In die periode proberen we contact te maken met de familie en het land van herkomst om ze terug te kunnen sturen. Voor de tweede en derde categorie hebben we nog geen vaste aanpak. Het is bijzonder moeilijk om te bewijzen dat iemand oorlogsmisdaden heeft gepleegd. Eén ding staat vast: wij voeren geen doodstraf uit. Daar zijn we principieel tegen. In de Syrische wetgeving bestaat de doodstraf wél. Zelfs als je niets gedaan hebt, riskeer je executie.
Hebben de Koerden al buitenlandse jihadisten berecht?
Oso: Zeker. Er zijn ook al levenslange straffen uitgesproken. Maar het gros moet nog naar de rechter. Ook een aantal familieleden zit vast. Voor IS-kinderen hebben we een aparte afdeling in Tal Marouf, niet ver van Qamishli. De 16- tot 18-jarigen houden we gescheiden omdat we die groep als het meest beïnvloedbaar beschouwen. Maar voor elke minderjarige geldt een maximale gevangenisstraf van 7 jaar.
De buitenlanders worden door een speciaal team opgevolgd, ze krijgen ook een deradicaliseringsprogramma. De buitenlandse families in de kampen willen we als eerste terugsturen. Ook dat hangt af van het land van herkomst. Van België hebben we nog niets gehoord. Rusland heeft wel gereageerd, er zijn juist een aantal Russische families teruggestuurd.
Bilal Al Marchochi uit Antwerpen zit hier in de gevangenis. Wat weet u van hem?
Oso: Dat hij door ons nog niet verhoord is en dus nog in afwachting is van zijn proces.
Volgens de BBC hebben de SDF duizenden buitenlandse Syriëstrijders laten gaan uit Raqqa.
Oso: De bewijsvoering van de BBC wordt door diverse bronnen in twijfel getrokken. Ik kan alleen zeggen dat de SDF een deal hebben gemaakt met Syriërs die mochten vertrekken uit Raqqa, níet met buitenlanders.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier