Wat met de Belgische IS-strijders na de val van het kalifaat? ‘Onze nationale veiligheid is in het geding’
Moet de Belgische diplomatie in de bres springen voor Belgische IS-strijders die in Irak of Syrië ter dood worden veroordeeld? ‘We moeten niet flauw doen. Wie in Syrië of Irak als terrorist gaat strijden, weet waar hij aan toe is’, zegt JONGCD&V-voorzitter Sammy Mahdi.
De val van Raqqa op 17 oktober werd toegejuicht als een historisch keerpunt in de strijd tegen de Islamitische Staat. De hoofdstad van het kalifaat was na een wekenlange belegering in handen gevallen van de Syrian Democratic Forces (SDF), een coalitie van Koerdische, Arabische en Assyrische strijders die op gulle Amerikaanse luchtsteun kon rekenen.
Intussen hebben onthullingen door de BBC een schril licht op deze overwinning geworpen. De IS werd in Raqqa niet verpletterend verslagen, zoals algemeen wordt aangenomen. In uitvoering van een geheime deal met de SDF kon een konvooi van zwaarbewapende jihadisten met hun familieleden de belegerde stad verlaten.
Onder de naar schatting 4000 evacués bevonden zich tientallen buitenlanders. De BBC kon hun vluchtroute traceren. Behalve naar de grensstreek met Irak en de door rivaliserende jihadistische milities gecontroleerde stad Idlib, leidde het spoor naar de Turkse grens. Smokkelaars bevestigden een scherpe toename van buitenlandse IS-strijders. De vrees voor aanslagen door teruggekeerde jihadisten in Europa is er dan ook niet minder op geworden.
Doodstraf
Een aantal van de buitenlandse grensgangers was volgens door de BBC geciteerde getuigen Franstalig. Zaten er ook Belgen bij? Op die vraag kon en wilde het Orgaan voor de Coördinatie van de Analyse van de Dreiging (OCAD) niet ingaan, maar we kregen wel recente cijfers over het aantal Belgische Foreign Terrorist Fighters (FTF) dat nog in het conflictgebied is achtergebleven.
Van de 288 vanuit België afgereisde FTF’ers werden er half oktober nog 157 in leven geacht. Het betreft een heterogene groep van IS-strijders en aanhangers van rivaliserende jihadistische facties zoals Jabhat al-Nusra. Het is de vraag hoe zij het chaotische eindoffensief tegen het kalifaat hebben doorstaan. Wie is nog actief in de strijd, en wie voortvluchtig? Gaat de aftocht richting Europa of veeleer naar Libië, waar de IS volgens westerse inlichtingendiensten probeert te hergroeperen?
Feit is dat een onbekend aantal van de 157 Belgische FTF’ers intussen in de gevangenis zit. Enkelen wachten in Turkije op hun uitlevering, nadat ze werden onderschept op weg van of naar het front. In Irak gaat het vermoedelijk om een grotere groep. De Iraakse ambassadeur Jawad al-Chaihawi verklaarde op de RTBf dat bij de val van Mosul een honderdtal Europese jihadstrijders gevangen werd genomen. Onder hen ook een niet-gespecificeerd aantal Belgen. Eén naam is wel bekend: Tarik Jadaoun, de terrorist uit Verviers die befaamd werd omdat hij de aanslagen van 22 maart 2016 in Zaventem en metrostation Maalbeek mocht opeisen in een propagandafilm van de IS.
In Syrië heeft minstens een Belg, de Antwerpse jihadist Bilal Al Machrochi, zich in Raqqa aan Amerikaanse veiligheidsdiensten overgegeven. Vermoed wordt dat er nog meer krijgsgevangen werden gemaakt door de YPG, het Koerdische leger dat bij het SDF-offensief het voortouw neemt. Of er ook Belgische FTF’ers levend in handen van Assads regeringstroepen zijn gevallen, is giswerk.
Zeker is dat de gevangen genomen Belgische jihadstrijders er slecht voorstaan. ‘We gaan de buitenlandse strijders zelf vervolgen’, verklaarde de Iraakse ambassadeur. ‘De meesten riskeren de doodstraf.’ Er is geen reden om aan te nemen dat de Syrische autoriteiten milder omspringen met FTF’ers, als ze al niet meteen standrechtelijk worden geëxecuteerd.
Bijstand
Daarmee rijst de vraag: wat moet België met deze onderdanen? Landgenoten die in het buitenland in de cel belanden, kunnen in geval van nood rekenen op consulaire bijstand. ‘Dat is geen recht maar een gunst’, zegt Jan Wouters, professor internationaal recht aan de KU Leuven. ‘Niemand kan het afdwingen, maar de bijstand wordt systematisch geboden onder het Verdrag van Wenen van 1963 inzake consulaire betrekkingen. Daarin staat dat de overheden van een land dat een buitenlander opsluit, verplicht zijn op diens verzoek het consulaat van zijn land onverwijld van zijn vrijheidsberoving in kennis te stellen. Het is dus de gedetineerde zelf die om de bijstand vraagt, soms na tussenkomst van zijn advocaat of een familielid in België. De ernst van de ten laste gelegde feiten doet niet ter zake, ook pedofielen en moordenaars krijgen consulaire bijstand.’
Een massale terugkeer van FTF’ers is een reële mogelijkheid. Onze nationale veiligheid is in het geding.’
Een hooggeplaatste regeringsbron
Consulaire agenten komen in de gevangenis kijken of de gedetineerde een menswaardige en niet-discriminerende behandeling krijgt, wijzen de weg naar een locale advocaat en staan in voor het uitwisselen van brieven of pakketten met het thuisfront. ‘Met de eigenlijke rechtspleging laten ze zich niet in’, zegt Wouters. ‘Behalve wanneer de doodstraf in het geding is, zoals al een paar keer is gebeurd in strafzaken tegen homoseksuelen. Maar dat overstijgt de zuivere consulaire bijstand, in zo’n geval schiet de diplomatie in actie.’
Geldt die gunst ook voor landgenoten die de Belgische strafwet hebben overtreden door af te reizen naar een oorlogsgebied om er aan te sluiten bij terroristische organisaties die gruwelijke misdaden plegen en onze eigen veiligheid bedreigen? ‘Het enige criterium is de nationaliteit’, vernemen we bij het departement Buitenlandse Zaken. ‘Als het Belgen zijn, komen ze in aanmerking.’
Onze consulaire diensten zijn dit jaar al in enkele FTF-dossiers opgetreden, voornamelijk van echtgenotes of weduwen van jihadstrijders die met hun kroost willen terugkeren. Volgens een ruwe schatting zouden ook 30 strijders zelf remigratieplannen hebben. In België riskeren ze een gevangenisstraf van 5 tot 10 jaar, die in geval van recidivisme kan oplopen tot 20 jaar. Volgens het OCAD zijn er de voorbije jaren al zo’n 125 FTF teruggekeerd en veroordeeld. De komende maanden zullen een aantal van hen vrijkomen, wat bij de veiligheidsdiensten voor grote nervositeit zorgt.
Liever kwijt dan rijk
Juridisch is de zaak dus helder: FTF’ers hebben recht op dezelfde consulaire bijstand als andere gedetineerden. Maar valt dat ook politiek te verkopen?
In regeringskringen geeft men geen officiële commentaar, maar we vernemen wel dat het dossier uiterst gevoelig ligt. ‘Dit is een onuitgegeven situatie’, zegt een hooggeplaatste bron. ‘Met de val van het kalifaat wordt een massale terugkeer van FTF’ers een reële mogelijkheid. Onze nationale veiligheid is in het geding, maar ook het respect voor internationale rechtsregels.’
Een groot probleem is het gebrek aan informatie, aldus onze bron. ‘Alle bevoegde diensten – van politie, inlichtingendiensten en Justitie tot Buitenlandse Zaken – werken zich uit de naad om vat te krijgen op de situatie. Wie zijn die Belgen over wie de Iraakse ambassadeur sprak? Hij had het ook over een kamp met 14.000 familieleden van buitenlandse jihadstrijders in de buurt van Mosul. Er zouden honderden Belgen vast zitten. Klopt dat cijfer? Gaat het om Belgen, mensen met een dubbele nationaliteit of zelfverklaarde nep-Belgen? We hebben Irak om meer informatie gevraagd, zodat we ze tenminste met de OCAD-lijst van vertrekkers kunnen matchen.’
Onze rondvraag wees uit dat in de Wetstraat weinig animo leeft om Belgische FTF’ers uit de nood te helpen. Niemand ging zover als de Nederlandse premier Mark Rutte, die twee jaar geleden in volle verkiezingscampagne verklaarde dat Nederlandse Syriëstrijders voor zijn part beter konden sneuvelen dan terugkeren. Maar de teneur is duidelijk: we zijn onze FTF’er liever kwijt dan rijk.
‘Ik vind niet dat we hen een helpende hand moeten reiken’, zegt Jean-Jacques De Gucht (Open VLD), lid van de Senaatscommissie radicalisering. ‘Wie de keuze maakt om in naam van zijn religie onschuldige burgers af te slachten, hoeft niet op medelijden te rekenen. Ik ben tegen de doodstraf en ik vind dat Belgische jihadi’s recht hebben op een eerlijk proces. Maar een land als Irak heeft ook het recht hen te vervolgen en te straffen volgens de eigen rechtsregels. België zou het niet anders doen met buitenlanders die hier aanslagen komen plegen.’
Even duidelijk is Hans Bonte, SP.A-Kamerlid en burgemeester van Vilvoorde, een gemeente die met 28 Syriëgangers internationaal opzien baarde. ‘Wie nu nog in Syrië of Irak zit, hoeft voor mijn part geen consulaire bijstand te krijgen. Laten we onze energie liever stoppen in diegenen die al hebben aangegeven dat ze willen terugkeren. Ik heb al meermaals met wanhopige ouders gesproken. Hun zoon of dochter wil terug en is bereid een gevangenisstraf te aanvaarden. Helaas weet ik als burgemeester niet wat ik moet antwoorden, want er is nog altijd geen duidelijke procedure voor vrijwillige terugkeerders. Dat is gevaarlijk, want als we geen begeleide terugkeer faciliteren, keren ze wel clandestien terug. Dan krijg je wat je vanuit een veiligheidslogica absoluut wilt vermijden: teruggekeerde Syriëstrijders die onder de radar blijven.’
Koen Metsu (N-VA), voorzitter van de commissie Terrorismebestrijding in de Kamer, pleit ervoor om FTF’ers met een dubbele nationaliteit de Belgische nationaliteit af te pakken. ‘De strafwet maakt dat in bepaalde gevallen mogelijk en dan vervalt ook hun recht op consulaire bijstand. Dat is al gebeurd, maar we moeten daar nog veel harder op inzetten.’
Search and kill
Een opvallende stem is die van Sammy Mahdi, nationaal voorzitter van JONGCD&V en veelgevraagd opiniemaker. ‘Natuurlijk moeten we toezien op een eerlijk proces’, zegt hij. ‘Maar als Belgische jihadisten de doodstraf krijgen, moeten we daar niet flauw over doen. Wie in Syrië of Irak als terrorist gaat strijden, weet waar hij aan toe is.’
Het zijn evenwel niet zozeer de gevangen FTF’ers die hem kopzorgen baren. Na de val van Raqqa pleitte Mahdi in een opiniestuk in De Morgen voor het opsporen én liquideren van actieve of voortvluchtige Belgische IS-strijders. Ons land moet zich spiegelen aan het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk en vooral Frankrijk, pleitte hij. Onze zuiderburen zouden erg in de weer zijn met het elimineren van eigen jihadisten. Agenten van de Franse veiligheidsdienst DGSE werken daarbij nauw samen met Iraakse en Amerikaanse veiligheidsdiensten. Niet alleen actieve IS-strijders komen in het vizier. In april zouden Franse special forces zelfs een ziekenhuis in Mosul hebben doorzocht, samen met Iraakse collega’s die vervolgens het nekschot voor hun rekening namen.
Een land als Irak heeft het recht Belgische jihadi’s te straffen volgens de eigen rechtsregels.’
Jean-Jacques De Gucht
Berichten over zulke praktijken in de Franse media worden door de Franse autoriteiten bevestigd noch ontkend. De Franse search andkill-aanpak spoort trouwens met de Amerikaanse politiek in Irak en Syrië. De vorige president Barack Obama bedacht de zogenaamde Disposition Matrix: een lijst met gevaarlijke jihadisten die met alle mogelijke middelen, van drones tot precisiebombardementen, uitgeschakeld dienen te worden.
‘Een Belgische kill-list is natuurlijk ondenkbaar’, zegt Mahdi als we hem om uitleg vragen over zijn opvallende standpunt. ‘Bij gebrek aan offensieve inlichtingendiensten moeten we met onze partners samenwerken. Als we informatie over de locatie van Belgische jihadstrijders hebben, kunnen we die met de Fransen delen. Idealiter zou er een Europese disposition matrix komen. Ik wil niet zover gaan als de Fransen die blijkbaar ook geneutraliseerde IS-strijders liquideren. Maar Belgische terroristen die ginder de strijd voortzetten? Geen genade, we zijn in een oorlog verwikkeld met een tegenstander die dood en vernieling zaait.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier