Guido Lauwaert
Charlie na kwartier uitverkocht: ‘Is helft Parijzenaren voor dag en dauw opgestaan? Merde’
‘De voorbije dagen ben ik overstelpt met mails en sms-en om ook voor hen een exemplaar van Charlie te versieren’, schrijft Guido Lauwaert vanuit Parijs. Wanneer hij Etienne Vermeersch opbelt om hem te vertellen dat het niet gelukt is een exemplaar te bemachtigen, laat de filosoof zijn licht schijnen over de solidariteitsmars. ‘Men doet zich deugdzaam voor, omdat men het niet is.’
7u15 – We stappen op dit ontiegelijk uur binnen bij mijn krantenman. Nog goed en wel een stap in de richting van zijn toog gezet of de man roept me toe: ‘Il n’y en plus!’ – Oplage 3 miljoen exemplaren en een kwartier na opening heeft hij geen exemplaar meer van Charlie Hebdo. Is dan de helft van de inboorlingen van Parijs voor dag en dauw opgestaan? – Bizar! Merde, merde, merde! ‘Demain, il y a des nouveaux,’ zegt hij, en hij moet het herhalen tegen twee nieuwe klanten die ik in het buitengaan passeer.
Terug op mijn kamer op de Cité Universitaire bel ik mijn hersens op, bijgenaamd Etienne Vermeersch. ‘Wat is er gebeurd?’ vraagt hij. ‘Heb je geen mooie Parisienne dat je mij uit mijn bed belt?’ – Ik leg hem de reden van mijn vroege oproep uit en hij is een en al begrip. Mede omdat hij me gevraagd heeft een exemplaar voor hem te kopen. De voorbije dagen ben ik overstelpt met mails en sms-en om ook voor hen een exemplaar te versieren. Naar verluidt zijn er maar een beperkt aantal exemplaren voor België voorzien. Hetzelfde geldt voor Nederland. Een Amsterdamse vriend wist me gisteren te vertellen dat hij alvast een exemplaar bij Atheneaeum Nieuwscentrum op het Spui was gaan reserveren. ‘Te laat, maat,’ zei de verkoper. ‘En ze hebben alvast betaald om zeker te zijn dat ze er een zouden bemachtigen van dit ongetwijfeld historisch nummer.’ Hij wist er nog bij te vertellen, de verkoper, dat er maar 500 exemplaren voorzien zijn. De normale wekelijkse oplage voor heel Nederland. La France d’abord!
Nu ik Etienne toch aan de lijn heb verzin ik snel een vraag. Ik moet toch wekelijks enkele artikels schrijven om mijn maandelijks zakgeld van de Meiboom in Roeselare te kunnen plukken. ‘Toen ik al die wereldleiders op een rijtje zondag zag staan, professor, met in het midden François Hollande, bekroop me het gevoel van een karrevracht hypocrisie die ze op de Place de la République hadden uitgekiept! Heb ik gelijk of heb ik gelijk?’
‘Overschot van gelijk, vroege vogel,’ zei mijn vriend, een slok koffie slikkend en vervolgens vreselijk moest hoesten.
‘Wees een beetje voorzichtig, Etienne,’ hoorde ik zijn vrouw Josianne op de achtergrond roepen.’
‘Ik ben niet onvoorzichtig!’ reageerde hij. ‘Het is onze vriend Lauwaert die onvoorzichtig is.’
‘Wel, zeg hem dan maar dat hij niet welkom is op je uitvaart als hij je een tweede maal zo vroeg belt. Zelfs niet op de achterste rij.’
Het gevaar en het dreigement moesten het blijkbaar afleggen tegen de wijsheid, want Etienne wendde zich weer tot mij. ‘L’hypocrisie est un hommage que le vice rend à la Vertu. Vrij vertaald: De hypocrisie is een eerbetoon van de ondeugd aan de deugd. In verband met de parade van vorige zondag zou ik daar willen aan toevoegen, dat men zich deugdzaam voordoet, omdat men het niet is. Zeker als men met de deugdzaamheid pronkt. En dat was maar al te duidelijk te merken op de tv. De hypocrisie moet men zien als een schijnvertoning, een soort leugen, een vermomming om de tegenstrever te misleiden door een toestand te simuleren, die niet met de werkelijkheid overeenstemt.’
Ik wilde de hooggeachte vriend al bedanken voor zijn medewerking en de rode toets van mijn mobiel toestel indrukken, toen hij ingreep.
‘Héla, beste vriend. Wat ik zonet heb gezegd geldt niet voor iedereen, maar de grote meerderheid stond er toch om zijn politieke waarde. Terwijl men een week geleden Charlie Hebdo niet doorbladerde… of zelfs niet eens kende. Wat bijvoorbeeld het geval is met de hele staf, van hoog tot laag, van het Witte Huis. Toen men in Washington zondagavond, het was daar toen middag, besefte welke emotie de aanslag bij de Fransen verwekte, verontschuldigde Obama zich openlijk omdat Amerika geen vertegenwoordiger van formaat naar Parijs heeft gestuurd. De afwezigheid kwam over als een zoveelste minachting voor Europa. Zo. Bent u hier wat mee, waarde vriend?’
‘Zeer zeker professor. Ik dank u zeer, uit eigen naam en uit naam van de hele redactie, al weet ik niet of die al wakker is. Ik denk echter niet dat een van hen me zal terugfluiten.’
‘Voor de duidelijkheid, beste Guido. De stelling waarmee ik mijn verklaring begon, is niet van mij maar van François de La Rochefoucauld, een vermaard Franse moraalfilosoof, die geboren is in 1613 en gestorven in 1680. Hij is vooral bekend om zijn Réflexions ou sentences et maximes morales, door de meeste collega’s samengeperst tot Maximes. Hij was, niet onbelangrijk om zijn werk te plaatsen en duidelijk te begrijpen, een vriend van Jean de La Fontaine. Hij heeft niet alleen fabels geschreven, maar ook verhandelingen, waarvan er één zeer antiklerikaal werd bevonden en een discussie van jewelste heeft veroorzaakt. ‘
Verbazend hoe die man van respectabele leeftijd, nog niet gewassen en geschoren en zich verslikkend in zijn koffie, zulk helder en uitgebreid college kan geven op de eenvoudige vraag van een simpel man, die niet zonder Google of naslagwerk kan. Op welk moment van de dag of nacht dan ook.
Guido Lauwaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier