Waarom ‘de Romeinse tijd’ in onze streken niet met Caesar begon

Keizer Augustus © iStock
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Nog altijd leeft het idee dat Caesar rond 50 voor Christus ‘de Oude Belgen’ versloeg, en zo onze gewesten onder Romeinse controle bracht. In werkelijkheid brak het ‘Romeinse tijdvak’ pas aan veertig jaar ná zijn De Bello Gallico.

De alternatieve canon: terwijl de regering-Jambon een Vlaamse canon voorbereidt, kijktKnack weg van de alom bekende ankerpunten. Welke feiten en gebeurtenissen zijn onbekend maar onontbeerlijk voor wie de geschiedenis van Vlaanderen écht wil kennen?

Voorgesteld door: Wim De Clercq

Waarom? Omdat het Romeinse tijdvak de facto pas veertig jaar na De Bello Gallico aanbrak

Jonge Vlamingen blijven het generatie na generatie beamen: het was Gaius Julius Caesar die het latere Vlaanderen veroverde. Dat beeld steunt vooral op het verslag van de illustere Romeinse veldheer over zijn militaire operaties in Gallië, De Bello Gallico, een werk dat onze middelbare scholieren verplicht blijven lezen. Wim De Clercq: ‘Ook iconische prentenboeken als ’s Lands Glorie van Artis Historia of de klassieke oprolbare schoolplaten hebben daartoe bijgedragen. Het is erin gestampt bij ons: Caesar heeft onze gewesten opgenomen in het Romeinse Rijk, ondanks de heldhaftige weerstand van de “Belgische” stammen.’ Daarom prijkt het standbeeld van Ambiorix ook vandaag nog voor de basiliek in Tongeren, en blijven stammen als de Eburonen, Nerviërs en Menapiërs in vaderlandse geschiedenissen een hoofdrol opeisen.

Helaas klopt dat beeld niet. Na de eerste militaire campagnes tegen Gallië moest Caesar een burgeroorlog uitvechten om in zich in Rome van de macht te verzekeren. Na de moord op Caesar in 44 voor Christus had ook zijn adoptiezoon Augustus nog vele jaren andere dingen aan zijn hoofd voordat er weer echt belangstelling was voor de noordelijke regio’s van Gallië. De Clercq: ‘Nieuw onderzoek laat een verrassend tastbaar en uniform beeld zien: de oudste aantoonbare sporen van Romeinse invloed dateren uit de tijd van keizer Augustus, omstreeks 10 voor Christus. Pas toen werden concrete plannen gemaakt om het gebied ten westen van de Rijn in te lijven.’ Dat is ook gebeurd: Augustus’ troepen ontsloten onze contreien door een weg aan te leggen die de haven van Boulogne met Keulen verbond. Langs dat tracé verschenen enkele militaire steunpunten: legerkampen in plaatsen zoals Asse, Velzeke en Aalter, maar ook de grote stad Atuatuca Tungrorum, vandaag Tongeren.’ Dat wegennet diende om de legioenen naar de Rijn te voeren, en zelfs verder, want eigenlijk wilden de Romeinen hun oostgrens verleggen tot bij de Elbe. Die ambitie moesten ze in 9 na Christus opgeven, na een desastreuze nederlaag tegen de Germanen in het Teutoburgerwoud (nabij het huidige Kalkriese in Nedersaksen). De Romeinen trokken zich terug tot aan de Rijn en concentreerden zich voortaan op de uitbouw van steden aan de westelijke zijde.

‘Het lijdt geen twijfel’, zegt De Clercq, ‘dat het Romeinse leger aan de basis lag van de stichting van de eerste stad op het huidige Vlaamse grondgebied: Atuatuca, later Municipium Tungrorum. Augustus’ militaire stadsplanners lieten de straten een schaakbordpatroon volgen en voorzagen in een plaats voor een tempel en een forum, en wellicht zelfs in de aanvoer van drinkwater via een kilometerslang aquaduct. Pas enkele jaren later verschenen de eerste woonstalhuizen in het toekomstige Tongeren. Dat paste in het Romeinse masterplan om een grote Germaanse provincie uit de grond te stampen, met een bestuur dat volgens het mediterrane model vanuit steden werd gevoerd. Daarmee trad het latere Vlaanderen langzaam maar zeker uit de prehistorie en in de geschiedenis.’

‘Nog later werd een imposante stadsmuur opgericht die met zijn 4,5 kilometer lengte tot de grootste in het noorden van het Romeinse Rijk mocht worden gerekend. Zijn vervallen resten bepalen tot vandaag het beeld van de Tongerse stadsrand. Ze herinneren ons aan de grote ambities van keizer Augustus voor onze contreien – veertig jaar ná de passage van Caesar.’

Overigens kun je die contreien niet zomaar ‘Belgisch’ noemen. Tongeren en omstreken hoorden sinds 89 na Christus niet meer bij Gallia Belgica maar bij de nieuwe provincie Germania (Inferior). De Romeinse provincie Gallia Belgica lag westelijker en zuidelijker. Ze liep van de Vlaamse Noordzeekust helemaal door tot de Bodensee, vandaag het grensgebied tussen Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk.

Wim De Clercq is hoofd van de Onderzoekseenheid Historische Archeologie van Noordwest-Europa aan de Universiteit Gent. Hij doet onder meer onderzoek naar de romanisering van onze gewesten.

De alternatieve canon

Partner Content