Bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans mocht advies geven aan de nieuwe minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Koen Van den Heuvel (CD&V).
De Bosuil! Dat is het eerste waar ik de nieuwbakken minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Koen Van den Heuvel (CD&V), vervanger van de vorige maand van haar troon gevallen minister van Landbouw Joke Schauvliege, over hoorde spreken. Het gebeurde op 18 februari in het Vlaams Parlement naar aanleiding van de voorstelling van de ‘Natuurverkenning 2050’ van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO): een boeiend project dat vier trajecten voor de ontwikkeling van het Vlaamse landschap tegen 2050 beschrijft.
Voor Van den Heuvel was het zijn eerste officiële speech als minister. Hij was amper vier dagen voordien op Schauvlieges plek terechtgekomen. Anders dan Schauvliege doorgaans deed wanneer ze voor een publiek van natuurliefhebbers en/of -onderzoekers moest spreken, begon Van den Heuvel losjes aan zijn verhaal, na een goed gemikte voorzet van de presentator van de studievoormiddag.
Waar wacht een econoom als Koen Van den Heuvel op om een CO2-belasting in te voeren?
De Bosuil dus, met een hoofdletter (maar dat hoor je niet). Niet de uil met de mooie zangerige roep die het geweldig doet in Vlaanderen en niet langer uitsluitend een vogel van bossen is, wel het stadion van FC Antwerp waar de nieuwe minister al lang fan van is – het zal hem helpen om bij de volgende verkiezingen als lijsttrekker voor de CD&V zijn streng te trekken tegen kanonnen als Bart De Wever, Bart Somers en Meyrem Almaci.
De minister zag in het INBO-rapport dezelfde bezorgdheid als bij ‘de groep gemotiveerde jonge mensen die de toekomst willen aanpakken’ – een mooiere omschrijving voor de betogende jongeren dan het systematisch door Schauvliege gebruikte ‘klimaatspijbelaars’ of zelfs gewoon ‘spijbelaars’. ‘De wereld is niet aan de twijfelaars’, zei Van den Heuvel, waarbij hij verwees naar de Israëlische spits Lior Refaelov die het verzuimde voor Antwerp te scoren in de match tegen Anderlecht. Hij drukte vervolgens zijn hoop uit dat hij nog 99 dagen – zoveel tijd restte hem toen tot aan de verkiezingen van 26 mei – ‘zonder twijfel de toekomst kan aanpakken’.
Gisteren (4 maart) mocht ik op bezoek bij de minister, in het kantoor van Schauvliege wiens naam nog altijd prominent op het plakkaat aan de ingang van zijn kabinet hangt. Vandaag (5 maart) heeft Schauvliege trouwens haar verkiezingscampagne gelanceerd, niet toevallig in Het Laatste Nieuws en Dag Allemaal waarin ze schaamteloos de emotionele toer op mag gaan. Zo heeft ze door haar ontslag als minister het tv-programma ‘Blind Getrouwd’ leren kennen – dat verzacht natuurlijk de pijn.
Zoals visionairen als hoofdredacteur Bert Bultinck van Knack een maand geleden voorspelden, is het sms-bombardement van de jongerenklimaatorganisatie Act for Climate Justice gepromoveerd tot hét breekpunt in de mentale weerstand van de minister, waardoor ze even in de fout ging op de receptie van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) waar ze haar fatale speech gaf. Die speech bewees, voor zover dat nog nodig was, dat ze altijd veel meer een minister van Landbouw is geweest dan van Omgeving en Natuur.
Joke Schauvliege heeft door haar ontslag het tv-programma ‘Blind Getrouwd’ leren kennen – dat verzacht natuurlijk de pijn.
Door haar gedwongen ontslag heeft ze wel de vernedering vermeden van het doorschuiven van haar betonstop naar de volgende regering. Het moest het paradepaardje van haar beleid worden, maar ook dat was voorspeld: een belangrijke ingreep op het Vlaamse landschap uitrollen met een tijdsperspectief tot 2040 en zonder omkaderende regelgeving was vragen voor miserie. De gevolgen zijn al zichtbaar in ons landschap: vóór de aankondiging van de betonstop werd er dagelijks 6 hectare Vlaams landschap aangesneden voor menselijke activiteit, vandaag is het al 7,5 hectare per dag.
De betonstop (officieel het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen) is een plan met vier deelprojecten, waarvan het luik ‘bosdecreet’ door de Raad van State werd vernietigd, wegens juridisch zo chaotisch dat zelfs de Raad, die nochtans gewend is om met ingewikkelde regelgeving te werken, door de bomen het bos niet meer zag. Ik moest een maand geleden een speech geven op een symposium van milieujuristen, met als voorzitter Tom De Waele van de Raad van State. Wat ik daar hoorde was juridisch al zo ingewikkeld dat zelfs een deel van de aanwezige juristen het niet begreep, laat staan een arme journalist. De voorzitter erkende dat er een probleem groeide.
Kwatongen beweren dat de N-VA de CD&V zo kort voor de verkiezingen geen groot succes meer wil gunnen.
De Open VLD had tijdens het overleg over de betonstop van de gelegenheid gebruik gemaakt om de planschade (het bedrag dat een eigenaar krijgt als zijn grond niet langer als bouwgrond beschikbaar is) op te drijven tot 100 procent van de verloren waarde – een stuk hoger dan aanvankelijk voorzien was. Volgens sommigen een maatregel om de ‘rijkeren’ te bevoordeligen, zoals ‘veel van wat de Open VLD in het parlement doet’. Maar omdat vooral de N-VA vond dat de betonstop in zijn geheel moest worden doorgevoerd, werd het hele plan afgeserveerd en niet uitsluitend het luik waarover de Raad van State bezwaren had. Kwatongen beweren dat de N-VA de CD&V zo kort voor de verkiezingen geen groot succes meer wil gunnen. Wat de effecten op het Vlaamse landschap zijn, zal haar nu worst wezen – er zijn belangrijker belangen (lees: politieke) te verdedigen.
Minister Van den Heuvel (‘zeg maar Koen’) heeft niet veel tijd om zijn stempel te drukken. Hij had me uitgenodigd als ‘expert’, niet als journalist. Hij was in het gesprek een stuk minder saai dan hij in beeld doet vermoeden. Hij organiseert een informatieronde met een boel mensen die hem moeten informeren over de beste en efficiëntste manieren om iets aan de klimaatopwarming te doen. Hij overweegt zelfs zijn eigen panel van zes à zeven klimaatexperts samen te stellen om zijn beleid richting te geven – aan klimaatpanels geen gebrek dezer dagen.
Gisteren schoot minister-president Geert Bourgeois (N-VA) van de Vlaamse regering ostentatief het voorstel voor een Vlaamse klimaatintendant af. Er is grote eensgezindheid in het klimaatdossier, stelde Bourgeois, dus is er niemand nodig om bruggen te slaan. Tijdens zijn gesprek daarover op Radio 1 benadrukte Bourgeois verschillende keren dat het klimaatprobleem door de politiek moest worden opgelost. Hij verzet zich met klem tegen het groeiend aantal suggesties dat de politiek niet in staat is om zo’n fundamentele transitie als die naar een duurzame en klimaatvriendelijke maatschappij door te duwen. Misschien zou je het klimaatbeleid een vijftal jaren moeten laten overnemen door wetenschappers en technocraten die het dossier op de juiste rails zetten, waarna het weer kan worden opgepikt door politici.
Het is een idee dat ook Koen Van den Heuvel hoort formuleren, onlangs nog door de Sloveense econoom Janez Potocnik, voormalig eurocommissaris voor eerst Wetenschap en vervolgens Leefmilieu en tegenwoordig op een belangrijke positie in het United Nations Environment Programme. Als het idee zelfs op dat niveau circuleert, impliceert het dat veel mensen het ernstig nemen. Het is de angst van elke doorwinterde politicus.
Vliegen over kortere afstanden zou dan verhoudingsgewijs duurder moeten worden dan vliegen over lange afstand.
De angst van Van den Heuvel is dat hij in de drie maanden die hij krijgt als minister, geen indruk meer kan maken. Hij gaat vandaag (5 maart) naar de Europese ministerraad voor Leefmilieu om er ‘zijn’ voorstel over een Europese vliegtuigtaks te verdedigen. Helaas mag hij er zelf het woord niet voeren, omdat er een beurtrol is afgesproken over welke van de vier in België voor milieu en klimaat bevoegde ministers de Belgische belangen mag behartigen. Vandaag is het de beurt aan de Waal Jean-Luc Crucke (MR).
Ook over die vliegtuigtaks is er discussie. In het oorspronkelijke voorstel zou een vlucht zwaarder belast worden naarmate je verder vliegt, maar volgens sommige waarnemers zou het beter zijn een vlucht te belasten in functie van de beschikbare vervoersalternatieven (zoals de trein of autobus): vliegen over kortere afstanden zou dan verhoudingsgewijs duurder moeten worden dan vliegen over lange afstand, omdat er in het eerste geval meer alternatieve transportmogelijkheden beschikbaar zijn. Je wordt dan extra belast op je weigering om klimaatvriendelijke alternatieven te nemen.
Werkelijk over alles in het klimaatdossier wordt oeverloos gediscussieerd. Waar blijven de nagels met koppen? Maar als je je dat afvraagt, word je door mensen als ex-minister Schauvliege gelabeld als onverantwoord volk voor wie het nooit genoeg is en nooit snel genoeg gaat. De discussies leiden soms wel tot solide oplossingen voor prangende problemen. Zo stuitte het voorstel voor het betalen van een substantiële taks op elke ton uitgestoten CO2 op groot verzet van onder meer het staalbedrijf Arcelor-Mittal: de grootste CO2-vervuiler in ons land, die daarmee jarenlang goed is weggekomen, omdat de emissierechten die het moest kopen om zijn uitstoot te compenseren zo goedkoop waren dat ze geen verschil betekenden. Het bedrijf vreest concurrentieel te worden weggevaagd als het een echte CO2-belasting zou moeten betalen en schermt met het jobverlies dat daarmee gepaard zou gaan.
Zo’n CO2-belasting in de steigers zetten is echt een maatregel voor een econoom als Koen Van den Heuvel.
Tot gisteren iemand van de Bond Beter Leefmilieu (BBL) op de website van Knack wees op het concept van een ‘grensbelasting voor milieuvervuilers’. Om de concurrentiële positie van onze staalbedrijven te vrijwaren, zou je ook een taks kunnen heffen op wat er uit het buitenland aan staal wordt ingevoerd. Dan compenseer je een eventueel nadeel. Voor alles kan een oplossing gevonden worden. En hoe groter de schaal waarop je die kunt uitrollen, hoe efficiënter. Zo’n CO2-belasting in de steigers zetten is echt een maatregel voor een econoom als Koen Van den Heuvel. Beste Koen, een advies van je expert: waar wacht je op?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier