Vrije Tribune
‘Waar blijft het langverwachte actieplan tegen racisme van deze regering?’
‘Het antiracistische middenveld verwacht van een Actieplan tegen Racisme dat het vooroordelen en stereotypen net bestrijdt in plaats van ze te bekrachtigen en te versterken’, schrijven 50 middenveldorganisaties. Ze roepen bevoegd staatssecretaris Zuhal Demir op om er snel werk van te maken.
Het nationaal actieplan tegen racisme waartoe België zich in 2001 op de VN-conferentie in Durban engageerde, ligt er anno 2018 nog steeds niet. Maar na afronding van het interfederaal actieplan tegen discriminatie van LGBTI beloofde Staatssecretaris Zuhal Demir om er eindelijk werk van te maken. Wel spreekt ze niet langer van een actieplan tegen racisme maar van een ‘Samenlevingsplan’. Dat moet àlle vormen van radicalisme, racisme en samenlevingsproblemen aanpakken. Het antiracistische middenveld waarschuwt dat ons land na 17 jaar het zich niet kan permitteren om onder de lat door te gaan.
Omdat we nog geen draft van het plan konden inkijken, baseren we ons op de uitspraken van de Staatssecretaris in media en parlement. Haar nieuwe beleidsnota verklaart die beleidsshift met het argument dat autochtonen in sommige steden vandaag een minderheid zijn. Op 7 juli stelde ze in De Standaard dat ‘ook aan allochtone kant er overduidelijk racisme en minachting voor onze samenleving bestaat’. Haar Samenlevingsplan wil ook gaan over ‘racisme tegenover autochtonen’ en over ‘de plaats van religie, de rechten en plichten van iedereen’. En vooral over de ‘common ground van onze samenleving, een set van niet-onderhandelbare waarden, bijvoorbeeld vervat in een nieuwkomersverklaring’.
Waar blijft het langverwachte actieplan tegen racisme van deze regering?
Verder stelt haar beleidsnota dat het Samenlevingsplan problemen moet benoemen, en waar nodig aanpakken. Uit haar mediaverklaringen leiden we af dat het onder meer gaat over de lage tewerkstellingsgraad van vrouwen van buiten de EU maar ook over het lastigvallen van vrouwen of holebi’s op straat of over de rellen van vorig jaar in Brussel na de voetbalmatch van het Marokkaanse 11-tal.
Het contrast met het pas afgewerkte Interfederaal plan tegen homo- en transfobie is groot. Dat telt 115 concrete overheidsmaatregelen om discriminatie en geweld op LGBTI- mensen te voorkomen maar ook beter te registeren, op te volgen en juridisch te vervolgen. Maar vooral doet het plan dat onvoorwaardelijk. Volkomen terecht, want de strijd tegen homofobie, -discriminatie en -geweld is onvoorwaardelijk. Het is geen ‘voor wat hoort wat’ waarbij holebi’s hun rechten maar kunnen laten gelden wanneer ze verklaren vrouwenrechten, rechten van personen met een handicap, met migratieachtergrond, met een andere levensbeschouwelijke overtuiging… te respecteren. Het is geen plan dat de idee voedt dat minstens een deel van de discriminatie of geweld een gevolg is van hun eigen gedrag. De doelstellingen en maatregelen van het LGBTI-plan worden niet gekoppeld aan inspanningen van de LGBTI-gemeenschap. Terecht. Want holebi’s zijn niet verantwoordelijk voor homohaat.
Diezelfde logica geldt blijkbaar niet voor racisme en racistische discriminatie. Nochtans houden internationale verplichtingen duidelijk in dat het Nationaal Actieplan Racisme werk moet maken van de strijd tegen racisme, rassendiscriminatie, xenofobie en aanverwante onverdraagzaamheden. Racisme heeft te maken met een superioriteitsgevoel van de dominante etnische groep tegenover anderen. Dat uit zich door middel van negatieve stereotypen, veralgemeningen en vooroordelen en zelfs in effectieve uitsluiting en racistische discriminatie. Het tipje van de sluier dat de Staatssecretaris licht over het Samenlevingsplan lijkt te vertrekken van dergelijke stereotypen. Het antiracistische middenveld verwacht van een Actieplan tegen Racisme echter dat het vooroordelen en stereotypen net bestrijdt in plaats van ze te bekrachtigen en te versterken. Er rest de Staatssecretaris deze legislatuur nog weinig tijd. Reden te meer om zich te concentreren op de kern van de zaak.
Het antiracistische middenveld staat klaar om haar daarbij te helpen. Net als voor het LGBTI-plan, is de gedragenheid en ondersteuning door alle belangengroepen cruciaal is voor het welslagen ervan. Vandaar dat vele acties uit het LGBTI-plan ook gebaseerd zijn op de voorstellen van de belangenbehartigers zelf. Uiteraard is dat niet anders voor het Nationaal Actieplan tegen Racisme. Wij verwachten veel van het Interfederaal Actieplan tegen Racisme, maar niet dat het àlle samenlevingsproblemen oplost. Wel moet het racisme en discriminatie in àlle domeinen van de samenleving aanpakken. Ook daarvoor kan het LGBTI -actieplan model staan. Dat lijst acties op voor alle bevoegde ministers en staatssecretarissen van alle regeringen. Die zijn ook verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. Want een Nationaal Actieplan moet uiteraard meer zijn dan enkel de inventaris van wat het middenveld al doet.
In haar beleidsnota kondigt Demir aan ‘dat het Samenlevingsplan moet passen binnen elke cultuur en van alle tijden moet zijn’. Dat lijkt ons geen haalbare kaart. Een antiracistisch plan is vooral hier en nu nodig. En het moet voorwerp zijn van permanente evaluatie en periodieke bijsturing. Zo is het recente LGBTI-plan een actualisering van een eerder plan uit 2013. De eerste doelstelling van het nieuwe LGBTI-plan is het verzekeren van de opstelling en uitvoering van toekomstige actieplannen. De Staatssecretaris wenst hier een wettelijk kader voor te creëren. Dat lijkt ons een prima idee! En zeker geen overbodige luxe gezien de 17 jaar lange wachttijd voor het allereerste Nationaal Actieplan tegen Racisme. Dat er nog steeds niet is. En dat met een Samenlevingsplan bovendien een doodgeboren kind dreigt te worden.
Een Nationaal Actieplan moet uiteraard meer zijn dan enkel de inventaris van wat het middenveld al doet.
De inleiding van het Interfederaal Actieplan LGBTI stelt dat de politieke belangstelling, de politieke wil en de politieke daadkracht ervoor hebben gezorgd dat België in 2016 als tweede gerangschikt werd op de ILGA-ranking. Het formuleert de gezonde ambitie dat ons land die koppositie blijvend kan bezetten. Een dergelijke ranking bestaat niet voor racisme. Wel bengelt ons land al sinds het begin van de Europese vergelijkende statistieken onderaan de ladder als het gaat over de werkzaamheidsgraad van personen met migratieachtergrond. En van alle OESO-landen kampen we met de grootste etnische kloof tussen scholieren mét en zonder migratieachtergrond. Aan uitdagingen dus zeker geen gebrek. Nu nog de juiste ambities formuleren en ze scherp stellen.
De Coalitie voor een Interfederaal Actieplan tegen Racisme bestaat uit volgende ondertekenaars:
ACLI Vlaanderen vzw, ACOD cultuur, ACV-CSC, AIF+ vzw, Asbl Objectif – mouvement pour l’égalité des droits, Asbl Union, Balkan LGBTQIA+, Bamko asbl, BePax, BOEH!, Bruxelles Panthères, CBAI asbl, Collectif Contre l’Islamophobie, ella vzw | Kenniscentrum gender en etniciteit, ENAR Europe, ENAR Belgium, Federatie van Marokkaanse Verenigingen, FENIKS vzw, Furia, Hand in Hand tegen racisme vzw, Hand-in-Hand Gent, Hart boven Hard, Internationaal Comité vzw, Job@Ubuntu, Karamah EU, Kif Kif vzw, Le Collectif Mémoire Coloniale de Lutte contre les Discriminations, Le Monde des Possibles – Liège, Liga voor Mensenrechten, Ligue des droits de l’Homme, Merhaba vzw, Minderhedenforum, MRAX, Mwinda Kitoko, Netwerk tegen Armoede, ORBIT vzw, Platform Allochtone Jeugdwerkingen, RainbowHouse, Réseau de Soutien aux Victimes Brésiliennes de la Violence Domestique, RIMO Limburg vzw, RoSa vzw, Samenlevingsopbouw sector, School zonder Racisme vzw, SHARE (Forum des Migrants ), Tayush, Union des Progressistes Juifs de Belgique, Vie féminine, VZW Jakoeboe – Welzijnsschakel Vluchtelingen Oostende, Welzijnszorg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier