‘Op kieslijsten moeten ook quota voor mensen met migratieachtergrond worden ingevoerd’

Olivia Rutazibwa: 'Hoever moet iemand gaan voor zijn uitspraken in Vlaanderen als racistisch worden gezien?' © foto's Diego Franssens
Peter Casteels
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack

Van winkeliers die klanten van vreemde origine minder goed behandelen dan blanke Belgen tot de sweatshops in ontwikkelingslanden: het zijn voortzettingen van het kolonialisme, meent Olivia Rutazibwa. Het is tijd, zegt de Antwerpse politicologe, om de hele waarheid te vertellen.

‘We bollen gewoon voort’, zegt Olivia Rutazibwa. Ze zal het tijdens ons gesprek in de buurt van Antwerpen-Centraal misschien wel meer dan tien keer herhalen. Het koloniale verleden van België wordt omzeggens genegeerd, zegt ze, en in Vlaanderen zijn er nog altijd veel politici en burgers die niet inzien hoe giftig racisme is. Rutazibwa – Rwandese ouders, opgegroeid in Merksem – is ondertussen verhuisd naar Engeland, waar ze internationale relaties, ontwikkelingssamenwerking en Europese studies doceert aan de University of Portsmouth. Momenteel werkt ze aan een manifest dat deze lente in Vlaanderen verschijnt. Met Het einde van de witte wereld hoopt ze, in het spoor van buitenlandse intellectuelen als Ta-Nehisi Coates, ook hier het debat te starten over wat het kolonialisme vandaag nog altijd betekent.

Vervang de term “ontwikkelingssamenwerking” door “herstelbetalingen”. Dan verschuift de hele machtsverhouding.

Olivia Rutazibwa: Wij kijken in Europa nog altijd met een koloniale bril naar de wereld. We beseffen het niet meer, maar dat is de reden waarom we een ranking maken van mensen: het westerse en liefst nog blanke mensenleven is altijd het meeste waard. En dat heeft echt niet alleen met afstand te maken: we voelen ons meer verbonden met New Yorkers dan met de vluchtelingen die, dichterbij, sterven in de Middellandse Zee.

Dat beeld van westerse superioriteit hebben we ook aan de rest van de wereld doorgegeven. Na de aanslag op de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo in januari 2015 was er een protestmars in Parijs: ook een heleboel Afrikaanse staatshoofden liepen mee. In hun eigen land waren er op dat moment veel ergere dingen aan de hand, maar dáár zie je onze politici niet marcheren. De denkbeelden die de tijd van slavernij en het kolonialisme mogelijk hebben gemaakt, zijn nog levend. Toen werden Afrikanen als koopwaar gezien, nu zijn ze nog altijd minderwaardig.

Kunnen we leven in een wereld waarin we ons het lot van iedereen even hard moeten aantrekken?

Rutazibwa: De Verenigde Naties zijn opgericht om de gelijkheid tussen landen en mensen te realiseren. Dat is duidelijk mislukt. Welke landen hebben een veto in de Veiligheidsraad? Dezelfde vijf grote mogendheden (China, Frankrijk, Rusland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, nvdr.) van meer dan zeventig jaar geleden, waaronder koloniale machthebbers. Maar ik hoef het zelfs niet over de hele planeet te hebben: zelfs in een stad als Antwerpen is al niet iedereen gelijk. Marokkaanse jongeren zijn tweederangsburgers. Probeer hén al eens even goed te behandelen.

Olivia Rutazibwa

– 1979: geboren in Anderlecht

– Studie politieke wetenschappen en internationale relaties aan de Universiteit Gent en de Universiteit Antwerpen

– 2001-2005: doet onderzoek aan het Europees Universitair Instituut (EUI) in Firenze

– 2010-2013: journaliste en Afrika-redacteur voor MO* Magazine

– 2013: behaalt een doctoraat in internationale relaties aan de Universiteit Gent. Verhuist naar Engeland en wordt hoofddocent internationale relaties, ontwikkelingssamenwerking en Europese studies aan de University of Portsmouth

– 2018: publiceert Het einde van de witte wereld: een dekoloniaal manifest

In 2010 is in België de vijftigjarige onafhankelijkheid van Congo uitgebreid herdacht. Na ook nog eens Congo te hebben gelezen, de bestseller van David Van Reybrouck, dachten de meeste Vlamingen die bladzijde van onze geschiedenis te kunnen omdraaien. Ten onrechte?

Rutazibwa: En zijn ze dan van plan om het er pas over vijftig jaar nog eens een week lang over te hebben? En ondertussen bollen we gewoon voort. (lacht)

Het verhaal dat mij op school over de kolonisatie verteld werd, was onwaarschijnlijk. En ik heb de indruk dat jongeren vandaag nog altijd hetzelfde te horen krijgen: het gaat over avonturiers, goedbedoelende missionarissen en Leopold II. Die koning heeft fouten gemaakt. Daarom heeft hij Congo aan België moeten afgeven en hebben wij het land in 1960 aan de Congolezen teruggegeven. Dat het daar vandaag zo slecht gaat, komt zogezegd doordat wij toen te snel zijn vertrokken. Serieus?! Stel u voor dat geschiedenisleraren zo’n verhaaltje over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust zouden ophangen. Niemand durft te betwijfelen dat we daar aandacht aan moeten blijven besteden – in ons onderwijs en in het maatschappelijke debat. Wel, het verhaal van de kolonisatie is niet alleen vergelijkbaar met dat verhaal, het is er zelfs een deel van. De Duitse concentratiekampen waren bijvoorbeeld knip-en-plakwerk van wat de Britten eerder in Zuid-Afrika hadden gedaan. Ook onder het schrikbewind van Leopold II in Congo lieten miljoenen mensen het leven, maar blijkbaar willen we de gelijkenissen met de Tweede Wereldoorlog niet zien.

Waarom niet?

Rutazibwa: Omdat het kaartenhuisje van onze morele superioriteit dan in elkaar zou zakken. Het verhaal dat we onszelf over de Tweede Wereldoorlog vertellen is dat van de overwinnaars. Het is een verhaal van ‘de goeden’ tegen ‘de slechten’. De soldaten uit de kolonies die massaal als kanonnenvlees hebben gediend? Hen gommen we weg. Terwijl het kolonialisme onderwijzen even vanzelfsprekend zou moeten zijn als de Holocaust onderwijzen. In Antwerpen is meer dan de helft van alle jongeren van niet-Europese origine. Hún hoef je niet uit te leggen waarom het in de geschiedenisles ook over de Marokkaanse en Senegalese strijders tijdens de Tweede Wereldoorlog moet gaan – zij zullen blij zijn dat dat eindelijk gebeurt. Helaas, de eindtermen worden nog altijd bepaald door een monoculturele club van onderwijsexperts.

Zijn Europeanen nog altijd tot de gruwelen in staat waartoe het kolonialisme heeft geleid?

Rutazibwa: Maar ja! In 2017 zijn er weer vijfduizend mensen omgekomen in de Middellandse Zee. Dat is niet omdat vluchtelingen geen geld hebben voor een veilige trip: ze betalen veel meer voor die gammele bootjes dan ze voor een vliegtuigticket zouden betalen, enkel en alleen omdat onze grenzen die veilige vliegreis verhinderen. En dan heb ik het nog niet over de mensonterende omstandigheden in Griekse en Italiaanse vluchtelingenkampen. Daarin leeft zelfs de rauwe kolonisatie voort – als ik erover lees, heb ik zelfs moeite om het te geloven. Of wat zijn de sweatshops in derdewereldlanden anders waar onze kleren worden gemaakt?

'Op kieslijsten moeten ook quota voor mensen met migratieachtergrond worden ingevoerd'

In de Verenigde Staten wordt nog altijd hevig over de slavernij gedebatteerd. Het gaat dan over herstelbetalingen, ter compensatie van het aangerichte leed. Moeten wij het daar ook eens over hebben?

Rutazibwa: Ik stel mijn studenten soms voor om de term ‘ontwikkelingssamenwerking’ te vervangen door ‘herstelbetalingen’. Dan verschuift de hele machtsverhouding: we zullen niet meer simpelweg in Afrika kunnen gaan uitleggen hoe ze het daar eigenlijk moeten aanpakken. Herstelbetalingen proberen een historische onrechtvaardigheid – het kolonialisme en de slavernij – goed te maken, en dat is waar het om gaat. ‘Hulp bieden’ blijft toch iets hebben van een beschavingsmissie.

Ik moet nu denken aan de ebolacrisis in Afrika. Het was sympathiek dat mensen sms’jes stuurden om de hulpverlening te vergemakkelijken, maar de hamvraag is: waarom sterven mensen in Afrika aan ebola en in het Westen niet? Dat heeft te maken met de intellectuele eigendomsrechten voor medicijnen, of met de privatiseringen die het Westen in de jaren tachtig aan veel ontwikkelingslanden heeft opgelegd. Een sms sturen is natuurlijk gemakkelijker dan nadenken over onze structurele rol. Pas als je dat doet, ga je inzien: er moet écht veel veranderen.

Voor racisme hebben we in Vlaanderen wel meer oog gekregen: sinds enkele jaren volgen de relletjes rond dat thema elkaar op. Wat is er veranderd?

Rutazibwa: Eindelijk zijn er een aantal stemmen doorgedrongen tot de traditionele media, en zij laten niet meer alles zomaar passeren. De sociale media hebben daarbij geholpen: op Facebook en Twitter is het mogelijk om veel sneller nieuws te delen, en daar ook samen over te discussiëren. Maar ik maak me zelden druk om zulke relletjes: er is nog weinig dat mij kan verbazen. Waarom hebben we het nog altijd over Zwarte Piet? Get over it. Ik ben onlangs ook gevraagd naar mijn mening over de nieuwe F.C. De Kampioenen-film, die in Afrika speelt. Dat we op zulke dingen moeten blijven reageren, maakt me moedeloos. Dat er bijvoorbeeld op krantenredacties alleen blanke mensen zitten, is veel bepalender voor het racisme in onze samenleving.

Het kolonialisme onderwijzen zou even vanzelfsprekend moeten zijn als de Holocaust onderwijzen.

Weet u, ik ben vaak blij dat ik niet meer in Vlaanderen woon. Portsmouth is niet groter dan Gent en minder divers dan Antwerpen, en toch word ik daar niet zo aangestaard. Hier blijven mensen me maar in gebroken Engels of Frans vragen waar ik vandaan kom. Ik kan dat wel van me afzetten: ik heb een succesvol leven. Maar als je continu moet solliciteren zonder werk te vinden, geen huurappartement kunt krijgen, in dancings wordt buitengekeken, en de mensen je dan ook nog eens blijven vragen waar je vandaan komt? Dan ga je echt geloven dat je hier niet thuishoort.

Vlaanderen heeft Vlaams Belang, de opvolger van het Vlaams Blok, wel kleingekregen. Was dat een overwinning?

Rutazibwa: Een groot deel van de kiezers en het personeel van die partij is naar de N-VA overgestapt. Luister naar hoe haar staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken vandaag over vluchtelingen praat – dat staat niet ver af van de grove borstel van het Vlaams Blok van weleer. De ideeën van die partij worden zelfs niet meer alleen door de N-VA verdedigd. CD&V’er Hendrik Bogaert pleit nu al voor een totaalverbod op hoofddoeken, en het hoofddoekenverbod in Antwerpen is er gekomen door de SP.A.

De verschillen tussen het zeventigpuntenplan van het Vlaams Blok en het programma van de N-VA zijn anders immens.

Rutazibwa: Daar gaat het niet om: het zeventigpuntenplan was sowieso geen realistisch plan. Ik heb het gelezen op mijn achttiende. Wat mij het meeste choqueerde was het Vlaams Blok-voorstel om criminelen met een migratiegeschiedenis tot drie generaties ver alsnog ’terug te sturen’. Wel nu, Theo Francken heeft een manier gevonden om hetzelfde te doen met mensen die hier geboren zijn. Ze krijgen niet eens een eerlijk proces. Dat is het beangstigende, in vergelijking met het Vlaams Blok: de N-VA heeft wél de macht om haar programma door te drukken. De opkomst van die partij is in grote mate een witwasoperatie van racistisch gedachtegoed. Als N-VA-politici hun taal milderen, is dat vooral omdat een aantal van hun kiezers zich anders oncomfortabel zouden voelen.

Zijn N-VA’ers racisten?

Rutazibwa: Dat is niet de juiste vraag. Racisme is een structureel, historisch systeem dat sommige mensen als superieur beschouwt en andere als inferieur. Ik heb geen zin om aan te wijzen wie een racist is en wie niet. Dat leidt net af van de strijd tegen dat systeem. Als het over racisme gaat, geven progressieven graag af op figuren als Filip Dewinter, Geert Wilders en Donald Trump…

En Theo Francken hoort thuis in dat rijtje?

Rutazibwa: Ja, natuurlijk. Net zoals N-VA-voorzitter Bart De Wever: herinnert u zich zijn stereotyperende uitspraken over Berbers in Terzake? Dat die uit de mond kwamen van de burgemeester van zo’n diverse stad als Antwerpen: ik kon mijn oren niet geloven. Hoever moet iemand gaan voor zijn uitspraken in Vlaanderen als racistisch worden gezien?

Maar goed, terwijl we op die politici afgeven, hebben we het niet over het structurele racisme waaraan we ons zélf schuldig maken. Dat is misschien subtieler, maar minstens even giftig.

Vorig najaar berichtte Knack over een onderzoek van sociologe Dounia Bourabain waaruit bleek dat veel kledingzaken klanten van vreemde origine minder goed helpen dan blanke Belgen: wat kun je tegen zulke subtiele vormen van racisme ondernemen?

Rutazibwa: Dat racisme hangt samen met de verhalen die ons over het kolonialisme verteld worden. Op basis daarvan zou ik zelfs zeggen: ik begrijp waarom die winkeliers zo handelen. Ze moeten het tenslotte doen met de informatie over minderheden die ze van jongs af aan hebben gekregen. In de gesegregeerde samenleving waarin we leven, is Zwarte Piet bijvoorbeeld voor heel wat mensen het enige personage dat hen met mensen van Afrikaanse origine in contact brengt. Als zij later sollicitanten moeten beoordelen, is het dus niet ondenkbaar dat zwarte kandidaten bij voorbaat minder kansen krijgen. Valt daar niets aan te doen? Natuurlijk wel. We moeten op z’n minst het debat over streefcijfers, quota en mystery shopping ten gronde voeren.

Waar wilt u quota?

Rutazibwa: Als zelfs winkeliers klanten discrimineren, lijken quota op de arbeidsmarkt mij noodzakelijk om de ongelijkheid te compenseren. Op de kieslijsten zijn er al quota ingevoerd voor vrouwen: hetzelfde moet voor mensen met een migratieachtergrond gebeuren, zodat een grotere diversiteit aan stemmen aan bod komt. De redacties waarover ik het al had, zullen zonder quota al te blank blijven. En ze zullen oude blanke mannen blijven opvoeren om discussies te duiden: Etienne Vermeersch werd als een van de eersten om zijn mening over Zwarte Piet gevraagd, terwijl hij niet zal begrijpen wat het probleem is.

Is racial profiling door de politie nog een voorbeeld van racisme, of is het een rationele manier om risicogroepen op te sporen?

Rutazibwa: Ik vind het al raar dat u dat vraagt. Is het rationeel om mij elke keer op een luchthaven uit de rij te pikken? Ik heb een tijdje in Italië gewoond, en vloog geregeld heen en weer naar België. Ik hou mijn identiteitskaart altijd al klaar. En ik kleed me zelfs netjes, zodat ik er zeker niet verdacht uitzie. Eén keer zat ik op een vlucht met misschien wel honderdvijftig passagiers, onder wie drie Afrikanen. De dienstdoende agent vroeg alleen ónze papieren. Ik rolde met mijn ogen, want ik was die dag redelijk geïrriteerd. Waarop hij: ‘Zou u ook niet met uw ogen willen rollen? Ik doe alleen maar mijn job.’

Uiteindelijk heb ik mijn koffers moeten openmaken en heeft hij zijn hele show opgevoerd. De andere passagiers, die op hun bagage stonden te wachten, werden weer bevestigd in hun vooroordelen: ‘Het is goed om Afrikanen niet automatisch te vertrouwen.’

De Britse journaliste Reni Eddo-Lodge schreef vorig jaar een boos pamflet getiteld Why I’m No Longer Talking to White People about Race. Wat denkt u: zullen blanken racisme nooit helemaal begrijpen?

Rutazibwa: Ik vond haar boek sterk, ja. En als ik denk aan het racisme dat de kinderen in mijn familie of van vrienden nog altijd moeten ondergaan, word ik opstandig. Maar ik ben niet zo pessimistisch als Eddo-Lodge: iedereen die dat wil kan racisme voldoende begrijpen om er zijn eigen aandeel in te zien. De blanke meerderheid moet alleen ophouden met ons uit te leggen wat racisme precies is – dat gevoel krijg ik nog vaak in discussies. Terwijl ik nog nooit iemand aan Joden de Holocaust heb horen uitleggen.

Het einde van de witte wereld: een dekoloniaal manifest van Olivia Rutazibwa (EPO, 160 blz., 15 euro) verschijnt in april.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content