‘Vlaming meester in eigen huis’: hoe Gaston Eyskens de aanzet gaf tot federalisme

Gaston Eyskens © belga
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Elke politieke geschiedenis van België situeert de fase van de staatshervormingen in de decennia na 1970. Toch, zegt Olivier Boehme, dateert het idee al van voor de Eerste Wereldoorlog. En in 1935 gaf de jonge CVP’er Gaston Eyskens het concreet gestalte.

De alternatieve canon: terwijl de regering-Jambon een Vlaamse canon voorbereidt, kijktKnack weg van de alom bekende ankerpunten. Welke feiten en gebeurtenissen zijn onbekend maar onontbeerlijk voor wie de geschiedenis van Vlaanderen écht wil kennen?

Voorgesteld door: Olivier Boehme

Waarom? ‘De naoorlogse staatshervormingen waren een geesteskind van de jaren dertig’

De jaren dertig staan bekend als een decennium van onverzoenbare tegenstellingen en harde confrontaties. Toch werd toen de kiem gelegd voor de staatshervormingen. Het belangrijkste pacificatiemechanisme uit de politieke geschiedenis van België was dus een geesteskind van de jaren dertig. Alles begon met een toespraak van Gaston Eyskens op het congres van de Katholieke Vlaamse Landsbond op 19 en 20 oktober 1935 onder het motto ‘De Vlaming meester in eigen huis’.

Olivier Boehme: ‘Eyskens stelde aan zijn publiek van katholieke Vlaamse partijgenoten een totaal andere strategie voor dan de Katholieke Partij (KP) tot dan had gehuldigd.’ Ook al werden de lakens in die partij, zoals in heel België, nog altijd uitgedeeld door Franstaligen (uit Wallonië én uit Vlaanderen), toch had ook de Vlaamsgezinde stroming sterk aan invloed gewonnen. Samen met bondgenoten binnen en buiten zijn partij had de legendarische katholieke politicus Frans Van Cauwelaert (1880-1961) voor nieuwe taalwetten gezorgd die het Nederlands op gelijke voet met het Frans moesten brengen. De rechtspraak, de administratie en het onderwijs in Vlaanderen begonnen er Nederlandser op te worden. Van Cauwelaert wilde ook het universitair onderwijs vernederlandsen en op termijn het hele publieke domein in Vlaanderen integraal Nederlandstalig maken. Hij rekende erop dat het demografische overwicht van de Vlamingen, de ‘Vlaamse volkskracht’, hun automatisch de leiding zou bezorgen.

Als elder statesman voerde Eyskens de strategie uit die hij als jong politicus zelf had voorgesteld.

Toch ging Van Cauwelaert voor de nieuwe generatie Vlaamsgezinden te traag en bereikte hij te weinig. Ook Gaston Eyskens (1905-1988) behoorde daartoe. Daarom stelde hij in zijn toespraak in 1935 een andere aanpak voor. Hij legde uit dat de Franstaligen de Nederlandstaligen hun rechtmatige plaats in de Belgisch instellingen nooit zouden gunnen. In allerlei raden van bestuur, zo had hij ontdekt (Eyskens somde er niet minder dan 170 op), waren de Vlamingen de jongste jaren in de minderheid gesteld. Boehme: ‘Zo toonde deze jonge professor economie van de universiteit van Leuven en coming man in de KP aan dat ‘de Van Cauwelaert-doctrine’ niet meer werkte. De relatie tussen overheid en economie werd grondig omgeploegd, de gemengde economie stond in de steigers, en dat had ook gevolgen voor de communautaire verhoudingen in België. Eyskens begreep het verband tussen de gewijzigde economische en politieke context en pleitte voor een nieuwe strategie: een herstructurering van de Belgische staat zelf. Daarvoor legt hij datzelfde jaar nog de plannen op tafel.’ In zijn postuum uitgegeven Memoires legde hij uit dat hij aparte Vlaamse, Waalse en Brusselse parlementen voorzag (‘gouwraden’). De Belgische staat zou dan ‘de behartiging van uitgebreide regionale belangen van een der volksgemeenschappen aan de gouwraden kunnen overdragen.’

Olivier Boehme: ‘Het is een voorafspiegeling van het federalisme dat Gaston Eyskens in 1970 als eerste minister zal invoeren en waarmee België traag maar gestaag de weg van een steeds omvangrijker staatshervorming opgaat. Als elder statesman voerde Eyskens de strategie uit die hij als jong politicus zelf had voorgesteld.’

Olivier Boehme is doctor in de geschiedenis en auteur van boeken als Greep naar de markt (2008), over de sociaal-economische agenda van de Vlaamse Beweging, Revolutie van Rechts en Vlaamse intellectuelen tijdens het interbellum (2011) en Europa: een geschiedenis van grensnaties (2018).

De alternatieve canon

Partner Content