Louis Ide (N-VA)
Van Rode Neuzen tot Warmste Week: ‘Hoe meer staat structureel weggeeft, hoe minder burger spontaan wegschenkt’
‘Waar komen die allergische reacties op spontane liefdadigheid vandaan?’ vraagt Louis Ide (N-VA) zich af bij het lezen van sommige commentaar op acties als Rode Neuzen Dag of De Warmste Week.
‘Respect voor wie zich belangeloos inzet!’ roept Francine Mestrum op knack.be, waarna ze meteen de gulle schenkers verwijt dat hun liefdadigheid ‘structurele oplossingen’ tegenwerkt Ook gepensioneerd vrederechter Jan Nolf en De Morgen-journalist Joël De Ceulaer toonden zich van hun meest verzuurde kant, toen ze beweerden dat het een schande is dat de overheid Rode Neuzen Dag steunt, en daarmee aantoont dat ze haar werk niet doet. Vanwaar die allergische reacties op spontane liefdadigheid? En, los van het gebrek aan respect dat hier wordt tentoongespreid, klopt het ook?
Van Rode Neuzen tot Warmste Week: ‘Hoe meer staat structureel weggeeft, hoe minder burger spontaan wegschenkt’
Misschien kocht u de laatste weken ook wel een rode neus en droeg u zo bij aan die meer dan 4 miljoen euro voor jongeren met psychische problemen. Of steunt u de Warmste Week van Studio Brussel. Of, nog beter, beide? Ook dit jaar trouwens steeg voor de vijftigste keer de opbrengst van 11.11.11. Mogelijks triggeren de jaaroverzichten u tot het storten van een bijdrage voor Artsen Zonder Grenzen? Prachtig! Want Vlamingen hebben een groot hart.
Moeten we daar echt zo cynisch tegenover staan? Niet elke nood is immers structureel. Bij een natuurramp kan een organisatie snelle financiële hulp nodig hebben voor een chartervliegtuig met noodzakelijke goederen voor het rampgebied. Een TV-show kan dan tegelijk de mensen informeren en sensibiliseren. Natuurlijk zijn er mensen die even meesurfen op het goede gevoel van de liefdadigheid en er van uitgaan dat daarmee aan hun menselijke plicht is voldaan.
Dergelijke vluchtigheid doet ons nadenken over de zin van liefdadigheidsacties. Is het niet beter solidariteit structureel te organiseren, als een vorm van herverdeling, via instituties en gevestigde organisaties? Waarbij dan weer de vraag rijst ‘hoeveel blijft er niet aan de bramen hangen? Komt dat allemaal wel terecht bij de mensen waar het moet terecht komen? Betalen we via de belastingen al niet genoeg voor ontwikkelingssamenwerking?’
Niet elke vorm van structurele liefdadigheid leidt tot complexe instituties en structuren waar veel geld blijft plakken. AZG heeft dat bijvoorbeeld goed begrepen en publiceert al vele jaren het aandeel van de donaties dat effectief bij de mensen ter plekke komt. Een deel van uw donatie gaat namelijk ook naar de opleiding van professionele hulpverleners. Ook Rode Kruis Vlaanderen is op het vlak van evidence-based aid trouwens wereldspeler. Een ander voordeel van structurele liefdadigheid is, dat het een hulpverlener-client-relatie mogelijk maakt, waarbij liefdadigheid wordt opgenomen in een rechten-en-plichten-verhaal. Dat is een stuk moeilijker bij een spontane gift. Maar de voordelen van een structurele solidariteit maakt spontane solidariteit toch nog niet fout? Vanwaar die aversie?
Liefdadigheid zelf regisseren
Ik vraag me soms af of daar geen typische christelijk-continentale achtergrond in meespeelt. Ik verklaar mezelf. In de late Middeleeuwen was het de kerk waar de allerarmsten na de eucharistie brood konden komen halen. Het was ook de Kerk die ziekenhuizen, weeshuizen en leprosaria voor de slachtoffers van de Zwarte Dood bouwde. Met de reformatie besloten christenen – vooral in Noord-Europa en de Angelsaksische wereld – dat ze hun liefdadigheid beter zelf konden regisseren dan dit toe te vertrouwen aan het instituut van de Kerk, waar af en toe inderdaad wel wat bleef plakken…
Ook vandaag merken we nog dat het vooral in de Anglo-Amerikaanse wereld is dat charity een spontaan gegeven is, eerder dan een institutionele verplichting. De benadering is totaal anders. Ook dr. Anthony Daniels (beter gekend als Theodore Dalrymple) is die mening toegedaan: “bij echte solidariteit ligt het initiatief bij de donateur, die spontaan geld geeft uit een eerlijk gevoel van sympathie of medeleven met wie minder heeft.” Hij verzet zich tegen een politiek die “ongeacht de wil van de belastingbetaler, geld versluist naar de uitkeringsgerechtigde.” De gevolgen daarvan zijn volgens hem immers desastreus. Politici worden immers zélf afhankelijk van de afhankelijkheid van de bevolking… Politiek wordt een kwestie van het in stand houden van die afhankelijkheid, want ze levert stemmen op…provoceert Daniëls.
‘Als Rode Neuzen Dag leidt tot een golf van begrip en sensibilisatie, zelfs het doorbreken van het taboe van psychische problemen bij jongeren, dan is de actie eigenlijk al geslaagd.’
Hoe meer de staat structureel weggeeft, hoe minder de burger spontaan wegschenkt. Studies tonen keer op keer aan dat staten met een grote structurele herverdeling lage liefdadigheidsgraden kennen. Het Johns Hopkins Center for Civil Society Studies berekende dat het net de Amerikanen zijn die het hoogste percentage van hun BBP spontaan wegschenken. België doet het wat dat betreft slechter dan Zuid-Afrika… Mocht de staat minder solidair zijn, zou de burger het méér zijn.
Als Rode Neuzen Dag leidt tot een golf van begrip en sensibilisatie, zelfs het doorbreken van het taboe van psychische problemen bij jongeren, dan is de actie eigenlijk al geslaagd. Als dit ‘eenmalige’ initiatief dan ook nog eens een bom geld oplevert die samen met de Vlaamse Overheid zal besteed worden zodat de investeringen duurzaam worden, dan lijkt me dit een toonbeeld van hoe het kan en moet, alle zuurpruimen ten spijt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier