Peter Mertens (PVDA)
‘Terreurmaatregelen Michel rammelen langs alle kanten op democratisch vlak’
Precies op dit emotionele moment hebben we meer democratisch debat nodig over de regeringsmaatregelen tegen de terreurdreiging, schrijft PVDA-voorzitter Peter Mertens. ‘Wanneer we de 18 extra regeringsmaatregelen op die principes toetsen stellen we vast dat het rammelt langs alle kanten.’
De boerderij van mijn grootouders werd gebombardeerd door de Duitsers, en mijn moeder is als kind moeten vluchten. Ze groeide op tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vrijdag kreeg ik telefoon van haar. Ik had haar nog nooit zo in paniek gehoord. De school van mijn oudste zoon was ontruimd, dat had ze op de radio gehoord. Of alles in orde met hem was, haar eerste kleinzoon. Ja, dat was hij.
Vijfduizend kinderen werden die vrijdag in Antwerpen van de school gehaald. En in Brussel gingen de scholen maandag helemaal toe. De dreiging grijpt in op het dagelijks leven en we bevinden ons op één van de meest emotionele momenten van de laatste decennia.
Terreurmaatregelen Michel rammelen langs alle kanten op democratisch vlak
Dat zegt ook Ignacio Ramonet, die in Frankrijk 18 jaar lang het prestigieuze tijdschrift Le Monde Diplomatique leidde: “We bevinden ons in Frankrijk op een emotioneel moment. Op dit moment kan de staat bijna vragen wat ze wil. De Franse president is erin geslaagd een aantal maatregelen te laten goedkeuren in een sfeer van algemene unanimiteit. Hetzelfde gebeurde na de aanslagen van 9/11 in de VS, toen in alle haast de Patriot Act werd doorgeduwd. Alleen, die Patriot Act is vandaag nog steeds van kracht.”
Precies daarom dat we goed moeten nadenken welke maatregelen nodig zijn, en dat een breed politiek debat meer dan ooit nodig is.
Precies vandaag is er meer dan ooit nood aan debat
Ondanks de uitzonderlijke maatregelen, waaronder het hoogste niveau van dreiging, lopen bepaalde daders en medeplichtigen van de aanslagen in Parijs nog vrij rond. Het is evident dat de zoektocht onverminderd moet verdergaan, en dat daarvoor ook de nodige middelen worden ingezet. Geen vrijheid voor de vijanden van de vrijheid, met name de lafaards die bommen planten onder de samenleving.
In het parlement kondigde de regering vorige donderdag 18 maatregelen aan in de strijd tegen het terrorisme. Daadkracht en spierballentaal rolden over de parlementaire tribunes. Maar is dat niet een beetje het probleem na elke aanslag? Dat er veel straffe taal wordt gedebiteerd, en snel-snel ronkende maatregelen worden genomen zonder dat men het huidige wettelijk arsenaal onder de loep neemt?
We voeren onze strijd tegen het terrorisme omdat we duur bevochten democratische vrijheden willen garanderen. Het recht op vrije meningsuiting, de scheiding tussen kerk en staat, de scheiding der machten, de gelijkheid tussen man en vrouw, het verbod op discriminatie. We weten dat heel wat van die rechten ook vandaag al ‘half zijn gat’ worden toegepast, maar dat maakt het niet minder belangrijk om ze actief te verdedigen.
Er bestaat een eenheid over de nood aan strijd tegen terrorisme. Uiteraard. Maar er bestaat geen eenheid over welke maatregelen precies nodig zijn. En daarom moeten we nu debatteren. Het gevaarlijkste wat vandaag kan gebeuren is , zoals professor Carl Devos (UGent) opmerkt, “dat het politieke en zelfs het intellectuele debat door de feitelijke noodtoestand tijdelijk buiten werking is gesteld”.
Vier democratische principes in de strijd tegen het terrorisme
Maatregelen die inefficiënt of zelfs contraproductief zijn, maatregelen die de hele bevolking treffen in plaats van verdachte personen, en maatregelen die bedoeld zijn om nadien te gebruiken tegenover sociale en ecologische bewegingen zijn geen goede maatregelen.
Wanneer we de 18 maatregelen van de regering analyseren, lijkt het verstandig om een aantal principes mee te nemen.
Een eerste principe is dat maatregelen doelgericht moeten zijn, in plaats van de hele bevolking in vraag te stellen. Daar wringt meteen al het schoentje, want de helft van de achttien regeringsmaatregelen zijn massa-maatregelen.
Een tweede principe is dat men vertrekt van de huidige bestaande wetgeving, vooraleer men halsoverkop nieuwe maatregelen doorduwt. Er zijn vandaag al heel wat wetten die het mogelijk maken terrorisme en potentieel terrorisme op te sporen en hard aan te pakken, maar veelal worden die niet of slecht toegepast.
Ten derde zouden de repressieve maatregelen, die nodig zijn, gekaderd moeten worden in een globale aanpak waar ook plaats is voor preventie, sociaal beleid en evaluatie van de internationale politiek. Zodat men niet alleen op de dreiging werkt, maar ook beleid voert om de oorzaken weg te doen nemen. Vandaag bestaat daarover bijzonder weinig debat, bijvoorbeeld over de Saoedische handelsrelaties van ons land terwijl het steeds klaarder wordt dat je geen anti-terreurbeleid kan voeren terwijl je tegelijkertijd het Saoedische koninkrijk financiert en bewapent.
Een vierde principe is dat men de scheiding der machten respecteert. Ook hier rammelt het langs alle kanten en staat de rechterlijke macht, die al zwaar door de besparingen werd getroffen, zwaar onder druk.
Doelgericht in plaats van massa-controle
Het parket wist dat de gebroeders Abdeslam radicaliseerden. Brahim Abdeslam probeerde zelfs in Syrië te geraken. Bij zijn terugkeer werden zijn twee broers ondervraagd door de politie, maar die oordeelde dat ze “geen bedreiging” vormden. De zaak werd zonder gevolg geklasseerd.
Het is cruciaal dat we onze inspanningen concentreren op de rekruteringslijnen, op de mensen die de propaganda organiseren en op hun communicatiekanalen.
Hoe komt dat? Welke lessen trekt de regering hier uit? In plaats van gespierde taal krijgen we dan pijnlijke stilte. De data waren aanwezig. Maar de correcte inschatting en beoordeling niet. Laten we het daarover hebben, in plaats van overhaast over te gaan tot een strategie van collect-it-all waarbij alle burgers als potentiële verdachten worden bekeken.
“De geheime dienst heeft te veel data”. Zo klonk de titel van een interview met hoogleraar Dennis Broeders in De Morgen . Broeders is hoogleraar Technologie en Samenleving aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam: “Een crisis is niet per se het juiste moment om te analyseren wat het beste is en wat er echt nodig is. Inlichtingendiensten klagen dat ze eerder te veel data hebben dan te weinig. Misschien is er eerder behoefte aan versterking van het liaisonnetwerk of zijn er andere investeringen mogelijk die meer opleveren dan nog meer data.”
De hoogleraar legt uit dat de strijd tegen terrorisme niet gebaat is bij het verzamelen van meer data. Er is nood aan informatie van menselijke bronnen. Data-analyse heeft nog nooit een aanslag voorkomen. Alle experts zeggen daarover unisono: richt uw pijlen op verdachten en niet op iedereen. Het is cruciaal dat we onze inspanningen concentreren op de rekruteringslijnen, op de mensen die de propaganda organiseren en op hun communicatiekanalen. Dat vragen ook de families van geradicaliseerde jongeren zelf.
Te veel informatie doodt de informatie
In ‘the heat of the moment‘ doet men het tegendeel. In plaats van te cibleren, trekt de overheid nog meer de kaart van ‘massacontrole’. Zo wil de regering een monsterdatabank opzetten. Daarin zullen alle passagiersgegevens geregistreerd worden en worden bijgehouden in een centrale databank bij Binnenlandse Zaken.
De regering plant ook de uitbreiding van het netwerk van camera’s voor nummerplaatherkenning. Het gaat dus om het verzamelen van honderdduizenden gegevens. Massa’s gegevens die niet te verwerken zijn, met een filosofie die er van uitgaat dat elke burger morgen een mogelijke terrorist zal zijn.
Dit vertelde de voorzitter van de Liga van Mensenrechten bij ons: “Er zijn veel meer gerichte controles nodig. Ze beschikken nu al over veel te veel informatie die ze niet verwerkt krijgen. De follow-up daarvan stelt problemen. Iedereen onder toezicht plaatsen zal de veiligheid niet verhogen. Integendeel, dat is een volstrekt ondoeltreffende en contraproductieve maatregel. Het enige effect gaat zijn dat de diensten verzuipen in een berg nutteloze inlichtingen. Men zou er beter aan doen zich te concentreren op een betere informatieverwerking. En zich richten op verdachten waar van men denkt dat ze echt gevaarlijk zijn.”
Hoewel het vergaren van massa-informatie aanlokkelijk kan lijken, zijn alle experten het erover eens dat dit zinloos is.
Te veel informatie doodt de informatie. En niet alleen de informatie, maar ook een groot deel van de democratische vrijheden. “De ervaring leert ons dat we terroristen het meest efficiënt kunnen bestrijden met een gefocuste aanpak”, schrijven advocaten Jan Buelens en Raf Jespers in De Morgen.
“Hoewel het vergaren van massa-informatie aanlokkelijk kan lijken, zijn alle experten het erover eens dat dit zinloos is. De recente praktijk leert dat dit klopt. Onmiddellijk na de recente aanslagen lieten de politie- en inlichtingendiensten weten dat ze zo goed als alle daders van de aanslagen kenden. Het probleem zit dus niet zozeer in de hoeveelheid informatie, maar in de concrete analyse en opvolging ervan, waarin veel sterker moet worden geïnvesteerd. Massacontrole is niet alleen contraproductief, het maakt ook een onnodige inbreuk op de rechten van iedereen. Het lijkt ons dan ook niet opportuun dat de helft van de achttien maatregelen tegen iedereen wordt toegepast, zoals een algemeen verbod op prepaid GSM-kaarten, de screening van alle nummerplaten en een monsterdatabank met alle passagiersgegevens voor alle vluchten, bussen, treinen en schepen.”
Eenzelfde conclusie was ook te horen bij hoogleraar Broeders: “Wie naar recente aanslagen kijkt, ziet telkens hetzelfde. Er was geen sprake van een tekort aan data of afluistertechnieken. Opsporingsdiensten waren simpelweg de juiste personen uit het oog verloren of hadden informatie niet tijdig gedeeld of naar waarde geschat”.
Syrië-strijders harder aanpakken? Ja, maar via het gerecht en met flankerende maatregelen
Iedereen weet wat er vandaag in Syrië gebeurt en tot welke gruwel de terroristen van IS in staat zijn. Al wie met dit soort terrorisme sympathiseert, en naar Syrië wil afreizen, of ervan terugkomt moet hard worden aangepakt.
Het kan niet zijn dat men ginds deelneemt aan martelingen, en bij terugkeer hier na drie maanden weer wordt vrijgelaten om in alle fierheid de wreedheden van IS te blijven verdedigen tot op televisie toe. Ook de regering wil de Syrië-strijders nu harder aanpakken. Allemaal achter de tralies, zo klinkt het.
Nog niet zo lang geleden waren er ook in de meerderheid heel wat stemmen te horen die de strijders tegen het Syrische regime als een soort vrijheidsstrijders begroetten. In Groot-Brittannië is vorig jaar een proces tegen een Syrië-strijder moeten stopgezet worden, omdat er te veel betrokkenheid van de Britse geheime dienst in de bewapening van Syrië-strijders aan het licht dreigde te komen.
Maar goed, de regering wil nu komaf maken met een lakse houding. Alleen moet men er dan voor zorgen dat het arbitraire wordt uitgeschakeld. Dat kan enkel door een beroep te doen op het gerecht.
Elke jongere die naar Syrië afreist, of ervan terugkomt, moet grondig ondervraagd worden en onder juridisch toezicht worden geplaatst. En wie op een of andere manier deelnam aan de oorlogsdaden ter plaatse, zou door het gerecht achter tralies moeten worden gezet.
Zelfs dat is onvoldoende: er zijn flankerende maatregelen nodig. Elke Syrië-strijder zou tegelijkertijd een deradicaliseringsprogramma moeten volgen. Zo’n programma zou er best ook zijn voor wie al veroordeeld is en opgesloten is, willen we niet dat onze gevangenissen de nieuwe hogescholen van salafi-radicalisering worden.
Maar dan botsen we weer op de besparingen in de gevangenissen waar er steeds minder vertrouwenspersonen of begeleiding te vinden is (wegbespaard), en waar het personeel op het tandvlees zit qua werkdruk en arbeidsomstandigheden.
Als de rechtsstaat onderuit gehaald wordt, winnen de terroristen
Eén van de basisprincipes van de rechtsstaat is de scheiding der machten. Voor de Franse revolutie vaardigde de koning de wetten uit, paste hij ze toe en speelde hij rechter. Daarom voerden de jonge revolutionairen 225 jaar geleden de scheiding der machten in, toen ze het feodale regime omverwierpen tijdens de Franse revolutie.
Onderzoeksrechter Karel Van Cauwenberghe in De Standaard: “Het zou juist een overwinning betekenen voor terroristen als door allerhande ondoordachte maatregelen die rechtsstaat onderuitgehaald wordt. Onze basiswaarden mogen niet aangetast worden in het kader van een strijd tegen terrorisme.”
Er is nog nooit een probleem geweest met een terreurverdachte die moest worden vrijgelaten omdat er geen onderzoeksrechter kon worden bereikt binnen de 24 uur. Waarom dan de termijn van de voorlopige hechtenis tot 72 uur verlengen?
Er is geen enkele reden om mensen tot drie dagen lang op te sluiten, zonder enige tussenkomst van de rechterlijke macht.
Conform de Belgische Grondwet moet men in geval van arrestatie binnen de 24 uur voorgeleid worden voor een onderzoeksrechter. Het is de onderzoeksrechter die beslist over een aanhoudingsmandaat dat dan in eerste instantie vijf dagen duurt. Binnen de 5 dagen komt men dan voor de Raadkamer.
Dit is zo’n belangrijk principe dat die termijn in de Grondwet staat. Er is geen enkele reden om mensen tot drie dagen lang op te sluiten, zonder enige tussenkomst van de rechterlijke macht. Het komt over als een stoere maatregel, maar het zet de rechterlijke macht buiten spel, en dat hebben we nu net niet nodig.
De rechterlijke macht gebruiken, in plaats van ze buiten spel te zetten
Aan Paris Match vertelde de Franse onderzoeksrechter Marc Trévidic, gespecialiseerd in antiterreuronderzoek: “De uitvoerende macht wil machtige inlichtingendiensten onder haar controle hebben. Tegelijkertijd worden de gespecialiseerde rechters beknot in hun vrijheid tot handelen. Dat is comfortabel voor de regering, maar gevaarlijk voor de samenleving. Ik vrees dat we steeds meer in buiten-rechterlijke methodes terecht komen, administratieve methodes zonder beroepsmogelijkheden, arbitrair.”
Trévidic stelt dat geen enkele verdachte die gerechtelijk vervolgd werd ooit een aanslag heeft gepleegd, en pleit voor de versterking van de rechterlijke macht in plaats van de afbouw.
Onderzoeksrechter Karel Van Cauwenberghe: “Het zou veel logischer zijn om het aantal onderzoeksrechters gespecialiseerd in terroristische misdrijven gevoelig uit te breiden en die rechters de nodige middelen en ondersteuning te verschaffen om degelijk werk te verrichten. Dat zou een degelijk tegengewicht vormen ten opzichte van al te machtige veiligheidsdiensten. Die controle moeten we ook in moeilijke tijden blijven koesteren.”
De regering doet precies het tegendeel. Onder Michel wordt een tiende van het budget van Justitie wegbespaard. Het zou van politieke moed getuigen om op dat vlak enige zelfkritische zin aan de dag te leggen, in plaats van het debat te smoren onder een loden deken van ‘nationele eenheid’.
Vorige week hoorden we de getuigenissen van andere onderzoeksrechters over het gebrek aan middelen die zij ter beschikking hebben om hun werk te doen. We hebben meer onderzoeksrechters nodig, nu meer dan ooit. Er wordt gesproken over tientallen miljoenen die extra naar de staatsveiligheid zouden moeten vloeien, met een blanco cheque en zonder enige audit of efficiëntie-onderzoek. Maar over de broodnodige investeringen in Justitie blijft het alarmerend stil.
Geen contradictorisch debat tussen argumenten, dat is nooit goed in een democratie
In de Bataclanzaal in Parijs verloor ook de jonge regioverantwoordelijke van de Franse vakbond CGT het leven, samen met zijn dochter. Nog twee andere vakbondsleden van de CGT werden die avond vermoord, net als al die anderen. In de CGT wordt er, net als overal elders in Frankrijk, veel over de maatregelen gediscussieerd. De vakbond roept op tot meer debat en wil niet blindelings meelopen in ‘een heilige union nationale zonder discussiemogelijkheid’.
“Om een echt debat te hebben, moet je ook contradictorische meningen toelaten. Onder die notie van nationale eenheid zien we ook een tendens om argumenten te laten vallen. En dat is nooit goed in een democratie”, zo vertelt de voorzitter van de CGT, Philippe Martinez.
Dat geldt ook voor ons land. De eenheid is er om te vechten tegen het terrorisme. Maar het debat moet opengetrokken worden over de manier waarop we dat doen. Want daarover bestaat geen eenheid, en bestaan er heel veel verschillende voorstellen. Zoals de zes maatregelen die Molenbeeks PVDA-gemeenteraadslid Dirk De Block voorstelt in de aanpak van radicaliserende jongeren, die ingaan tegen het simplisme en meer dan de moeite lonen om opgenomen te worden.
Laten we cibleren, laten we alle mogelijkheden van de huidige wetgeving analyseren, laten we een globale aanpak voorstellen, en laten we de scheiding der machten respecteren. Op dat vlak rammelt het in de regeringsmaatregelen, en daar is debat over nodig.
Aanslagen Parijs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier