Reflecties bij een nieuw politiek jaar: ruzie is het cement van deze regering

Premier Charles Michel (MR) in de Kamer © Dieter Telemans/Imagedesk
Walter Pauli & Ewald Pironet Redacteurs bij Knack

Voor de regeringen van Charles Michel en Geert Bourgeois is het nieuwe politieke jaar van cruciaal belang. De verkiezingen zijn nog veraf, de ministerraad raakt op elkaar ingespeeld, de kabinetten werken op kruissnelheid, en de parlementen debatteren erop los. 2015-2016 wordt het jaar waarin de partijen moeten tonen wat ze waard zijn.

Als de eerste dagen van het nieuwe politieke jaar een graadmeter zijn voor wat nog komen moet, dan staat de regering-Michel steviger in haar schoenen dan in oktober 2014.

Discussie tussen premier Charles Michel en Laurette Onkelinx in de Kamer.
Discussie tussen premier Charles Michel en Laurette Onkelinx in de Kamer.© BELGA

Toen schreeuwde Laurette Onkelinx (PS) de regering zowat in haar eentje in de hoek. Niemand die op dat moment durfde te zeggen hoelang Theo Francken (N-VA) het zou uitzingen na haar uitval toen bekend werd dat de staatssecretaris voor Asiel en Migratie het verjaardagsfeestje had bijgewoond van Bob Maes, een van de stichters van de Vlaamse Militanten Orde (VMO).

Wat blijkt? Een jaar en een lange asielcrisis later is niet één regeringslid zo sterk opgeklommen in de populariteitspolls als Theo Francken. Natuurlijk is er ook veel kritiek op de aanpak van Francken en schoot de oppositie met scherp. Maar wat Francken doet, typeert de aanpak van de federale regering-Michel, en in mindere mate ook de Vlaamse regering van Geert Bourgeois: vooral de N-VA kent goed de standpunten van de kiezers die voor haar hebben gekozen, en ook van wie dat níét heeft gedaan. Deze regering probeert niet populair te worden bij wie niet op haar heeft gestemd, en ze reikt de oppositie niet de hand. Het maakt het politieke debat erg tegensprekelijk, maar ook harder dan voorheen.

Wat de oppositie niet kan vinden in de Kamer, zoekt ze op straat: brede steun voor haar kritiek op het inleveringsbeleid van deze regering – al heeft ze de focus intussen verlegd van protest tegen de inleveringen naar kritiek op de ongelijke verdeling van de inspanningen. Ook de vakbonden en de door hen gesteunde burgerbeweging Hart Boven Hard doen hun best om de bevolking uit te leggen dat deze regering de gezinnen met alle lasten opzadelt en de bedrijven ontziet. De regering wijst erop dat het ‘kapitaal’ niet vrijuit gaat: na de Kaaimantaks komt er de speculatietaks. Over vermogenswinstbelasting wordt niet meer gesproken.

Wat men in de federale en in de Vlaamse regering soms over het hoofd ziet, is dat ze apart beslissingen nemen die dezelfde Vlaming moet betalen

Wat men in de federale regering en in de Vlaamse regering soms over het hoofd ziet, is dat ze apart beslissingen nemen die dezelfde Vlaming moet betalen.

Als Vlaams minister van Energie Annemie Turtelboom (Open VLD) een (Vlaamse) energieheffing van 100 euro per gezin oplegt, dan komt dat boven op de (Vlaamse) afschaffing van de gratis stroom, goed voor 90 euro per gezin. Daarbij komen nog twee federale maatregelen: een stijging van de btw op elektriciteit van 6 naar 21 procent (gemiddeld 110 euro) en een vennootschapsbelasting op de netbeheerders (11 euro). Daarnaast verhoogt ook de Vlaamse Regulator van de energiemarkt (VREG) de nettarieven met 35 euro.

Voor die totale som is geen enkele regering alleen verantwoordelijk, maar het resultaat is wel dat elk Vlaams gezin straks 350 euro meer moet neertellen dan vorig jaar. Natuurlijk hamert de oppositie er dan op dat het dezelfde partijen zijn die de dienst uitmaken in de Vlaamse en de federale regering.

Kristof Calvo (Groen)
Kristof Calvo (Groen)© BELGA

De vraag is of de oppositie dat potentiële ongenoegen kan omzetten in politiek weerwerk. Met Björn Rzoska (Vlaams Parlement) en Kristof Calvo (Kamer) hebben de groenen twee woordvoerders die de oppositie een stem en een gezicht geven. Vriend en vijand erkennen dat Calvo een politiek talent is, en Calvo zelf lijkt nog het meest overtuigd van zijn eigen kwaliteiten.

Maar er is concurrentie op komst. Met Joris Vandenbroucke (Vlaams Parlement) en Meryame Kitir (Kamer) heeft SP.A-voorzitter John Crombez de pionnen eindelijk juister op het schaakbord gezet. Aan de rechterzijde geven de peilingen Vlaams Belang weer wat zelfvertrouwen, en partijvoorzitter Tom Van Grieken komt stilaan wat uit de schaduw van Filip Dewinter.

Alleen de PS heeft moeite om haar ooit zo geduchte machinerie op gang te krijgen. Een insider: ‘De PS dacht vorig jaar dat ze uiteindelijk toch weer onmisbaar zou zijn. Daarom werd Elio Di Rupo opnieuw partijvoorzitter: om op een dag weer geroepen te worden als premier. Daarom mocht een tweederangspoliticus als Rudy Vervoort minister-president van Brussel worden, en nam Laurette Onkelinx genoegen met het fractievoorzitterschap in de Kamer – zij dacht natuurlijk dat ze weer federaal vicepremier zou zijn. En daarom werd Paul Magnette tijdelijk verbannen naar het Waals Gewest: om na de vorming van Di Rupo II opnieuw partijvoorzitter te worden. Nu doet Di Rupo de job van Magnette, en omgekeerd, en is Onkelinx ongeloofwaardig gecast als oppositieleidster.’

Alles wijst erop dat Onkelinx het inderdaad nooit heeft verteerd dat de PS van de macht is verdreven

Alles wijst erop dat Onkelinx het inderdaad nooit heeft verteerd dat de PS van de macht is verdreven: ze kan geen maat houden in haar kritiek. Toen de regering-Michel in juni haar akkoord over de taxshift rond kreeg, voorspelde ze voor de gezinnen en de werkmensen ‘un été meurtrier’, een moordende zomer.

Intussen bij de bonden

Daarop moest natuurlijk een ‘hete herfst’ volgen. Daar leek het op, toen op 7 oktober 80.000 vakbondsmensen in Brussel betoogden – een behoorlijk indrukwekkend vertoon van de syndicale mobilisatiekracht. Maar ook niet meer dan dat.

Zuhal Demir (N-VA) en Kris Peeters (CD&V)
Zuhal Demir (N-VA) en Kris Peeters (CD&V)© Belga

Sindsdien wordt bij de vakbonden binnenskamers stevig gediscussieerd. Ze weten ook dat de opkomst 20 à 30 procent lager lag dan bij de grote antiregeringsbetoging in april. Het voetvolk is het betogen stilaan moe. Sommige vakbondsleiders hebben zelfs de indruk dat ze met aangehouden harde acties in een val van de regering trappen: ‘De regering-Michel voelt perfect aan hoeveel ze te ver kan gaan.’

Vandaar dat men in vakbondskringen vermoedt dat de N-VA Kamerlid Zuhal Demir moedwillig vooruit stuurt om de vakbonden te provoceren. Waarom pakte Demir anders uit met een grove sneer naar de werklozen zoals: ‘Als ze merken dat ze de rekeningen niet langer kunnen betalen, zullen ze harder hun best doen’? Een vakbondsman: ‘Hoe feller wij daartegen actievoeren, hoe sterker wij de N-VA maken. Zeker als onze acties voor ongemak zorgen bij de bevolking.’

Er zijn ook grote interne verschillen. De ACV-top is gematigder dan die van het ABVV. Binnen het ABVV nemen vooral enkele Franstaligen uit Luik en Charleroi de volledige vakbond op sleeptouw. Ook dit keer vergaderde de ‘Waalse Intergewestelijke’ eerst apart, en besliste dat er hoe dan ook regionale acties moeten komen. ‘Regelrechte chantage,’ klinkt het aan Vlaamse kant, ‘want bij ons heeft niemand echt zin in acties tegen een regering die haar beleid toch niet wil terugschroeven of aanpassen.’

Dat zo’n opbod in syndicaal actievoeren onvermijdelijk is in de aanloop naar sociale verkiezingen, geldt ook al niet meer. ‘Bij het spoorwegpersoneel is er een grote actiebereidheid: men is er terecht ongerust over de plannen van mobiliteitsminister Jacqueline Galant (MR). Maar de NMBS organiseert geen sociale verkiezingen. En de werknemers in de privésector staan absoluut niet te springen om weer een stakings- of een actiedag zonder uitzicht op enig concreet resultaat.’

Ondanks hun retoriek moeten de vakbonden behoedzamer manoeuvreren dan ooit

Ondanks hun retoriek moeten de vakbonden behoedzamer manoeuvreren dan ooit. Dat bleek de voorbije weken opnieuw, toen ze in de schoot van de Groep van Tien uiteindelijk toch een akkoord sloten over het aanvullend pensioen. Dat zal beduidend minder opbrengen dan vroeger – en toch gingen de bonden schoorvoetend akkoord. Een insider: ‘Als we dat níét hadden gedaan, gaven we de regering vrij spel om een nog veel hardere ingreep door te voeren.’

Maar de bonden blijven argwanend. Begin dit jaar had de regering ook al gemorreld aan hun akkoord over de brugpensioenen. En nu lieten belangrijke fractieleiders van de meerderheid zoals Patrick Dewael (Open VLD) en Hendrik Vuye (N-VA) al weten dat de regering ‘niet de notaris is‘ van de akkoorden die de sociale partners onderling sluiten. Zeker voor de liberalen is het een principekwestie: het primaat van de politiek staat op het spel. Dat geldt ook voor de N-VA – al schept men er in die kringen, volgens uiteenlopende regeringsbronnen, een ‘heidens genoegen’ in om de vakbonden sowieso de middelvinger te tonen en de tekst zéker te veranderen.

‘Terwijl het veel verstandiger zou zijn om dit akkoord gewoon te aanvaarden. Dan zet je de oppositie in de Kamer toch klem. Zou de PS echt stormlopen tegen een akkoord waarover de FGTB eerder riep dat de regering het móést aanvaarden, of we zouden eens wat zien? Kom nou.’

Eeuwig gekibbel

Reflecties bij een nieuw politiek jaar: ruzie is het cement van deze regering
© Erik Meynen

Voor de regering-Michel geldt wat al opging voor alle eerdere kabinetten: niet de oppositie brengt een regering ten val, dat doet de meerderheid zelf. Vanaf januari begon het begrip kibbelkabinet de ronde te doen: er was ruzie tussen de CD&V en de tandem N-VA/Open VLD over het sociaal akkoord, en Kris Peeters (CD&V) kwam met Bart De Wever (N-VA) op ramkoers over de para’s in de Antwerpse straten – wie, behalve Peeters, koopt zijn beuling op de Meir?

Het blijft een merkwaardige evolutie: na de verkiezingen van 2014 leek centrumrechts, zeker in Vlaanderen, een logische formule. Zeker de CD&V wilde per se de N-VA erbij. Anderhalf jaar later is het aantal conflicten tussen die twee niet meer te tellen. En toch, zo klinkt het bij de CD&V, heeft die formule vooral voordelen.

‘Vandaag zie je dat Francken de asielproblematiek probeert te managen, en de N-VA-voorzitter tegelijk een vrij populistisch discours hanteert. Als de N-VA nog in de oppositie had gezeten, bleef alleen het laatste over. Was dat comfortabeler voor ons? Nee. En dat geldt voor elk beleidsdomein. Eigenlijk zetten we de politiek van lastenverlagingen en activering verder waarmee we al begonnen waren in de regering-Di Rupo. Maar toen gaven we daar een linkse uitleg aan, en nu een rechtse. Die slaat blijkbaar beter aan in Vlaanderen.’

Een CD&V’er: ‘Onder Di Rupo gaven we een linkse uitleg, nu een rechtse – die slaat blijkbaar beter aan in Vlaanderen

Maakt de CD&V het zichzelf niet erg moeilijk? Kijk naar de Vlaamse regering. Minister van Onderwijs Hilde Crevits en minister van Welzijn Jo Vandeurzen tekenen de krijtlijnen uit van het Vlaamse sociale beleid. Ze gelden allebei als vertrouwelingen van beweging.net, ze toetsen bij het (christelijke) middenveld af wat kan en wat niet.

Liesbeth Homans
Liesbeth Homans© Belga

Maar de toon van het sociale beleid wordt gezet door die ándere viceminister-president, Liesbeth Homans (N-VA). Als het over vluchtelingen gaat, is Homans er als de kippen bij om erop te wijzen dat mensen die een huis hebben in Syrië geen recht hebben op een sociale woning. Een andere keer verweet Homans het netwerk tegen armoede ‘van armoede een politiek spel te maken’, en ze vond ook dat ‘elke partij zou moeten strijden om meer mensen uit de armoede te halen’, met de suggestie dat haar opposanten (Groen en SP.A) dat eigenlijk niet doen. De CD&V zit erbij en kijkt ernaar.

Het moet gezegd: niet iederéén bij de N-VA is gelukkig met die harde taal en met De Wevers aandrang om voortdurend op zoek te gaan naar contramine. De N-VA trekt één derde van het Vlaamse electoraat aan. Dat zijn niet allemaal oud-VB’ers. Postelectoraal onderzoek wees uit dat de N-VA kiezers lokte van alle partijen: van het VB, maar ook veel van CD&V en Open VLD, en zelfs meer groenen en socialisten dan je zou denken.

Het is maar de vraag of de Helfie de asielcrisis heeft overleefd

Vandaar dat de N-VA vorig jaar méér dan 1 miljoen euro besteedde aan de Helfie-campagne: de open, helpende hand, vriendelijk wuivend naar elke gematigde Vlaming. Het is maar de vraag of de Helfie de asielcrisis heeft overleefd.

En dan is er nog de N-VA-gewoonte om iedereen die kritiek heeft op het regeringsbeleid uit te schelden voor ‘socialist’. Bart De Wever heeft dat begrip beladen met alles wat fout loopt in dit land, van de begrotingsschuld tot de integratieproblemen, van de criminaliteit tot de elektriciteitsprijzen, van de files tot het haperende openbaar vervoer. Dat beeld is zo krachtig neergezet dat zelfs Groen er intussen aan meedoet: Bjorn Rzoska gebruikt op Twitter de hashtag #redisconservative. Als John Crombez ooit vooruit wil komen met de SP.A zal hij eerst van dat stigma af moeten.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De methode-Michel

Dat er niet nog méér gekibbeld wordt in de federale regering is de verdienste van de man die het land leidt maar zelden in beeld komt: Charles Michel (MR). Dat doet hij niet alleen omdat hij van nature zo’n knap bemiddelaar is, maar omdat hij er ook belang bij heeft. Als enige Franstalige regeringspartij staat de MR constant onder druk van de Franstalige publieke opinie. En in een regio waar 70 procent van de bevolking níét op de enige regeringspartij heeft gestemd, kan de pers het zich amper veroorloven om zelf erg regeringsvriendelijk te zijn.

Vandaar dat Charles Michel en de MR zich geregeld ergeren aan de standpunten van de Vlaamse liberalen, die met Gwendolyn Rutten als voorzitter weer ongegeneerd liberaal zijn in de klassieke, Belgische betekenis: de Open VLD is opnieuw een echte antibelastingpartij.

‘De enige keer dat ik de premier echt heb horen schreeuwen was tegen Alexander De Croo’

Een topminister: ‘De enige keer dat ik de premier echt heb horen schreeuwen tegen een collega was tegen Alexander De Croo.’ Al voor de verkiezingen was er een merkwaardig bondgenootschap ontstaan tussen de partijvoorzitters Charles Michel en Wouter Beke (CD&V), en die alliantie zet zich binnen de regering door: de Open VLD en de N-VA trekken vaak aan hetzelfde touw. Als de CD&V steun krijgt, is dat meestal van de MR, waar men goed weet dat het compromis dat Kris Peeters uit de brand sleept in Wallonië per definitie minder slecht zal vallen dan wat de N-VA of de Open VLD willen.

In zijn eerste jaar als premier heeft Charles Michel zich niet echt geprofileerd als chef – vandaar ook het hardnekkige beeld van Bart De Wever als de echte dirigent van het orkest.

Ministers gewagen wel van ‘de methode-Michel’, maar behalve zij zag niemand wat dat precies inhoudt. Het komt erop neer dat de premier heel omzichtig te werk gaat wanneer hij de moeilijkste dossiers aanpakt. Michel gaat via één-op-één-gesprekken gestaag op zoek naar een compromis. En zodra hij voelt dat er een akkoord in zit, zet hij door: ‘Dan is hij een echte bulldozer’, zegt een minister. ‘Een leeuw.’

Dat talent zal hij moeten blijven gebruiken. Zijn regering zal er finaal op afgerekend worden of het land economisch vooruitgaat of niet. Dat heeft een Belgische of een Vlaamse regering niet of nauwelijks in de hand, maar het is wel de voorwaarde voor politiek succes: als de groei aantrekt, wordt begrotingen opstellen minder lastig, is er meer werk, en stijgt het inkomen. Dan heeft Charles Michel ook voor zijn Franstalige publiek een sterk verhaal.

Minister van Buitenlandse Zaken Reynders en premier Michel
Minister van Buitenlandse Zaken Reynders en premier Michel© Belga

Maar het zal niet volstaan. Intussen stapelen de andere dossiers zich op. Wat met defensie, waar vooral de N-VA inzet op een megaverhoging van het budget? Wat met onze dure energie, en met onze oude en onveilige kerncentrales? Waar moet het naartoe met de NMBS? Wat met de beloofde modernisering en afslanking van het overheidsapparaat? Wat met de pensioenen? Wat met het globale veiligheidsbeleid? En hoe ziet de regering de internationale rol van België?

Dat laatste debat wordt steeds belangrijker, maar op veel steun van zijn partijgenoot Didier Reynders (MR) hoeft de premier niet te rekenen. Reynders is het type buitenlandminister dat zijn job invult door zelf veel te reizen.

‘Volgens mij maakt deze coalitie moedwillig ruzie’

Terloops heeft hij de verzamelde diplomatie het consigne gegeven om uit te kijken naar een passende internationale functie. Als enige minister zit hij al sinds 1999 onafgebroken in de federale regering. Nu Reynders weet dat hij wellicht nooit premier zal worden, heeft hij het in eigen land allemaal gezien. Een regeringsbron: ‘Terwijl hij toch zou mogen weten dat hij pas echt kans maakt op een belangrijke internationale functie als hij zichzelf ook in het buitenland zou hebben geprofileerd met een plan, een idee, een beetje visie. Helaas.’

Zo gaat de regering-Michel haar tweede werkingsjaar in. Ja, de regeringspartijen maken voortdurend ruzie, maar ze doen dat ook maar omdat ze het zich kunnen veroorloven. Het imago van kibbelkabinet hebben ze zelf gecultiveerd.

De vakbondsman: ‘Volgens mij maakt deze coalitie moedwillig ruzie. Zo zuigt ze alle persaandacht naar zich toe, en staat de oppositie er voor spek en bonen bij. Let op mijn woorden: deze partijen zijn nu al van plan om er in 2019 nog eens vijf jaar bij te doen.’ De regering-Michel: wen er maar aan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content