Zuhal Demir
‘Racisme: niet alleen de Mohammeds maar ook politici en werkgevers moeten verantwoordelijkheid nemen’
Om racisme te bestrijden, moet iedereen huiswerk maken, schrijft Zuhal Demir (N-VA). ‘Allochtone jongeren zelf, politici maar ook werkgevers. Want het probleem gaat dieper dan het oppervlakkige anti-racismediscours wil laten geloven.’
‘We zijn niet klaar met racisme’, zegt Bruno Tobback in een sneer aan Bart De Wever, alsof die ooit zou beweerd hebben dat het anders is. Geert Bourgeois formuleerde het onlangs anders en intelligenter, want breder dan Tobback, met zijn vaststelling dat discriminatie een probleem is en ‘verwerpelijk’. Discriminatie bestaat niet alleen zoals met de term ‘racisme’ wordt bedoeld. Leeftijd, geslacht, gezondheid, diploma, inkomen, geaardheid,… het kunnen stuk voor stuk ongerechtvaardigde hinderpalen zijn. Hieronder concentreer ik me op die specifieke, ‘kleurgebonden’ discriminatie.
Handelen op basis van brute vooroordelen kwetst niet alleen mensen, het ontneemt hen ook kansen. Een huurder vertelde me onlangs dat hij toch af en toe ondervond dat zijn naam (Ahmed) volstond om afgewezen te worden door huiseigenaren. Hij bleef er filosofisch bij en vulde aan: ‘Die neiging bestaat in onze gemeenschap trouwens ook’. Een kennis veranderde zowaar zijn voornaam om sneller aan de bak te komen op de arbeidsmarkt. Het bleek nog te helpen ook. Deze en andere voorbeelden geven uiteraard een uitermate slechte smaak in de mond.
De monitoring van de Federale Overheidsdienst ‘Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg’, waaruit Tobback citeert, schrijft anderzijds i.v.m. de arbeidsmarkt: ‘Indicaties dat de discriminatie, die er zeker is, zoals o.a. het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding reeds aantoonde, in België groter zou zijn dan in andere EU-landen zijn er echter niet.’ De indruk wordt graag gewekt dat wij terzake op de onderste trede van de trap staan.
Het is nodig wat dieper op het probleem in te gaan dan te blijven hangen bij het obligate vermanende vingertje naar de ‘racistische Vlamingen’. Een kleine minderheid handelt inderdaad uit platvloers racisme. Maar waarom hanteren ook anderen wel eens de klassieke vooroordelen, die tot discriminatie leiden? Waarom worden mensen niet alleen door harde racisten beoordeeld als deel van ‘hun’ groep, waaraan dan collectieve kenmerken worden toegewezen?
Omgaan met andersheid is doorheen de hele geschiedenis van de mensheid in alle culturen een probleem geweest. Wat vreemd is, schrikt af en zorgt voor een onveiligheidsgevoel: mensen hebben de indruk de greep op de omgeving te verliezen en gaan vervolgens in verdedigingsmodus.
De meerderheid van de nieuwe Vlamingen valt niets te verwijten, maar een kleine groep verpest het wel voor hen door de clichés te bevestigen. Het gedrag van die minderheid mag niet verbloemd worden. Negatieve en ongepaste straat-, school- of arbeidsattitude bij de ene Mohammed verpest het grondig voor de andere Mohammed, hoe onrechtvaardig dat ook is. Die eerste Mohammed ontneemt de tweede Mohammed wellicht meer kansen dan een verzuurde racist dat doet.
De massale collectieve regularisaties van vroegere paarse regeringen hebben de kansen op snelle integratie ook ernstig bemoeilijkt, zowel om kwantitatieve als kwalitatieve redenen. De realiteit dat vandaag 10% van de grootstedelijke bevolking analfabeet is, verklaart uiteraard voor een belangrijk deel de slechte tewerkstellingskansen. De lage deelname om culturele redenen van vrouwen aan de economische leven buitenshuis, plaatst hen in een kwetsbare positie en zorgt mee voor de onthutsende statistieken.
In de reeks ‘Verborgen stad’ in De Standaard lazen we gisteren: ‘De jongeren die pas zijn aangekomen, willen slagen. Ze weten vanwaar ze komen en dat ze hier alle kansen moeten grijpen die ze krijgen. Maar bij de tweede en de derde generatie valt die vergelijking weg en merk ik veel onverschilligheid’. De getuigenis komt van Abderhaman, een opvoeder. ‘Een diploma vinden ze overbodig. Het is moeilijk om hen daarin tegen te spreken omdat die visie heel diep in de wijken is doorgedrongen.’ De vele opiniestukken die inzoemen op de kansen die allochtone jongeren missen en zwijgen over de vele kansen die ze krijgen, zorgen mee voor het verpesten van de schoolmentaliteit van vele van diezelfde jongeren.
Iedereen heeft bij deze problematiek een rol te spelen. Jawel, ook de allochtone jongeren die zich vandaag kansloos achten en hun ouders. Gisteren sprak ik met een jonge, zelfbewuste en succesrijke Koerdische vrouw. ‘De beste beslissing die mijn vader ooit nam, was wegtrekken uit het ghetto en verhuizen naar de buitenrand.’ Zij en haar zus spelen vandaag volop mee in onze samenleving en omarmen die ook.
In hetzelfde artikel in De Standaard komt Bihiamina aan het woord, een moeder van zes kinderen die ‘zijn kunnen worden wat ze wilden’. Haar analyse: ‘Dat zou nooit gelukt zijn, mochten ze met een been in Marokko en een been in België hebben gestaan. Kinderen die hier les volgen, vrienden en een sociaal leven hebben, moet je hier hun thuis laten uitbouwen.’ Met beide benen in deze maatschappij willen staan, dat is inderdaad het begin van elke oplossing. Voluit kiezen voor deze samenleving als de onze helpt alvast enorm.
Zelfzeker optreden en racisten niet meer belang geven dan ze verdienen, is een andere techniek die we als nieuwe Vlamingen beter moeten leren hanteren. De meerderheid van de Vlamingen staat open voor iedereen die volop wil meespelen. Wie de racisten die daar problemen mee hebben op een waardige manier negeert, overwint de bekrompenheid en oogst respect bij de meeste medemensen.
Aan politici de opdracht eindelijk werk te maken van een aangepaste arbeidsmarkt. Nog eens citeren uit de genoemde Monitoring: ‘De hoofdremedie moet komen van een betere werking van de Belgische arbeidsmarkt. Een arbeidsmarkt die moeilijk toegankelijk is, met een beperkte professionele mobiliteit, waardoor outsiders niet aan de bak komen of zich tevreden moeten stellen met onstabiele en minder goed betaalde tijdelijke of kleine jobs. Hieraan verhelpen zal niet enkel werknemers van vreemde afkomst ten goede komen, maar alle groepen die het momenteel moeilijk hebben een job te vinden en te houden, zoals ook de 50-plussers, de mindergeschoolden,…’.
Daar wil deze regering werk van maken en dat is niets te vroeg.
Oh ja, ook de werkgevers kunnen maar best hun verantwoordelijkheid nemen. Als ze dwingende overheidsverplichtingen willen vermijden dan moeten ze met wat meer daadkracht spontaan werk maken van een correcte recrutering van personeel op vlak van diversiteit. Dat is ook vanuit economisch oogpunt gewoon het verstandigste.
En daarmee heeft iedereen huiswerk want het gaat allemaal dieper dan het oppervlakkige anti-racismediscours wil laten geloven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier