Pandemiewet Verlinden naar Kamer: in hoeverre zet parlement zich buitenspel tijdens crisis?
Het kernkabinet heeft een akkoord over de pandemiewet. De tekst gaat nu naar de Kamer. ‘Ik wil de liberalen en groenen wel eens horen zeggen dat het parlement op de achterbank van de besluitvorming belandt’, zegt N-VA-fractieleider Peter De Roover.
Witte rook in de Wetstaat. Na een moeizaam proces hebben de topministers van de federale regering een akkoord bereikt over de pandemiewet. Die tekst moet de juridische omkadering bieden voor de aanpak van deze en volgende pandemieën of andere grote (gezondheids)crisissen.
Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) trekt al een tijd aan de kar. Haar werk werd af en toe bemoeilijkt door, vooral, de liberale regeringspartners. Zo schiep vicepremier Vincent Van Quickenborne (Open VLD) op een gegeven moment onduidelijkheid over de toepasbaarheid van de nieuwe pandemiewet op de huidige coronacrisis. Premier Alexander De Croo (Open VLD) leek zijn vice daarin te steunen door te stellen dat een nieuwe wet ‘een risico’ is.
Op dit moment bestiert de regering de coronacrisis via ministeriële besluiten die geënt zijn op een specifieke wet uit 2007 en de politiewet. Maar op die werkwijze komt al maandenlang kritiek, niet in het minst van grondwetsexperten en de advocatuur. Deze week spande de Liga voor Mensenrechten zelfs een kort geding aan tegen de Belgische staat. Voorlopig overleefde de regering evenwel de belangrijkste procedures bij de Raad van State.
Scherpst van de snee
In de huidige versie van de wet zou de regering via een koninklijk besluit moeten vastleggen of ons land in een crisissituatie zit. ‘Het koninklijk besluit waarbij de pandemie wordt afgekondigd, moet bij wet worden bekrachtigd binnen een termijn van in principe twee, en maximaal vijf dagen’, zo stelt het kabinet-Verlinden.
Daarop komt er een lijst van mogelijke maatregelen. ‘Die lijst wordt vergelijkbaar met de beperkingen die we vandaag kennen – van winkels sluiten over contacten en verplaatsingen beperken tot een perimeter instellen’, zei Verlinden begin januari al in Knack.
‘Daarnaast wordt voorzien dat de minister van Binnenlandse Zaken maandelijks verslag uitbrengt aan de Kamer over de genomen maatregelen’, klinkt het vandaag. Ook andere bevoegde ministers brengen maandelijks verslag uit aan de Kamer.
De noodsituatie kan telkens voor maximaal drie maanden worden verlengd.
Na het akkoord in het kernkabinet komt de bal nu in het kamp van de Kamer terecht. ‘Het werk van de minister zit erop’, zo klinkt het binnen de regering. De volksvertegenwoordigers zullen bepalen hoe snel de nieuwe wet het levenslicht ziet.
Het parlementair debat dreigt evenwel druk te zetten op de meerderheid. Binnen de bonte verzameling Vivaldi-partijen zijn er immers verschillende gevoeligheden. Zo staat de MR-fractie huiverachtig tegenover een al te soepele procedure die een crisissituatie moet vastleggen. ‘Sommige dictaturen werden geïnstalleerd door parlementaire meerderheden’, klonk het al onheilspellend bij Kamerlid Nathalie Gilson.
Volgens een regeringsbron hebben de liberalen sommige scherpe kanten van het voorstel van Verlinden kunnen afvijlen, al hebben ook andere regeringspartijen hun zegje gedaan. Vraag is of dat voldoende zal zijn voor alle volksvertegenwoordigers. Het wordt nu immers hun taak om de eigen rol van het parlement te definiëren tijdens een crisis.
Johan Vande Lanotte
In ieder geval verwacht de N-VA lastige debatten. De Vlaams-nationalisten dienden eerder deze week hun eigen pandemiewet in. Die verschilt volgens fractieleider Peter De Roover volledig van Verlindens wet. ‘Het parlement moet volgens ons in de passagierszetel zitten. In ons voorstel moet men de crisistoestand bij wet vaststellen en worden alle maatregelen door de regering aan het parlement voorgelegd.’
De Roover kijkt uit naar de houding van liberalen, groenen, maar ook die van een éminence grise als Koen Geens, gewezen CD&V-minister en advocaat. ‘Gaan zij echt meegaan in het verhaal dat het parlement op de achterbank van de besluitvorming belandt? Ik wil ze het wel eens horen zeggen.’
Recent liet ook professor grondwettelijk recht en gewezen SP.A-kopstuk Johan Vande Lanotte van zich horen. In De Morgen nam hij de eerste schetsen van Verlinden op de korrel. Zo zou er meer aandacht moeten zijn voor de manier van werken en minder voor de maatregelen an sich. ‘Ik denk dat men de wet anders moet benaderen: op een procedurele manier. Dan stelt de wet niet wat de regering mag doen, maar wel hoe ze dat moet doen’, aldus Vande Lanotte.
Hoe snel de wet door het parlement gaat, is nog koffiedik kijken. Enkele partijen hebben al aangeven hoorzittingen te willen organiseren met experten. Ondertussen blijft de regering via ministeriële besluiten werken.
Overigens moet de pandemiewet naar de Raad van State worden verstuurd. De kans is niet onbestaande dat die horde nog aartsmoeilijk wordt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier