Vier jaar geleden verhuisde Bernard Keutgens naar Amman in Jordanië. Daar ontmoette hij een aantal Syrische vluchtelingen. Bewogen door die ontmoeting, besliste hij een jaar later om te verhuizen naar Aleppo in Syrië om daar als familietherapeut te gaan werken. Hij vertelt zijn ervaring, naar aanleiding van de tien jaar durende oorlog.
Het begon allemaal met een opstand. Aanvankelijk vochten alleen verschillende facties en groepen tegen elkaar, maar al snel kwamen vijf grote militaire mogendheden tussen en groeide alles uit tot een meedogenloze escalatie.
Daarom moet ik altijd even slikken als ik lees dat dit een burgeroorlog is. Zulke verwoesting door toedoen van ruziënde burgers? Misschien moeten we de geschiedenisboeken nog eens openslaan om de precieze definitie van een burgeroorlog te vinden… Natuurlijk veroordeel ook ik al het geweld, de misdaad en de corruptie die hier zeker bestaan. Maar in mijn ogen is het niet te rechtvaardigen om de geopolitieke connecties niet te willen zien en te benoemen.
De wapens hier in Aleppo waren al zes maanden in rust toen ik hier in augustus 2017 voor het eerst vrienden bezocht. Een teken van hoop was zichtbaar op de gezichten van de mensen, hoewel een derde van de stad – in die tijd een metropool met meer dan 3 miljoen inwoners – volledig in puin lag. Overal zag je deze skeletachtige gebouwen, wijdverspreide verwoestingen, ruïnes… Later kon ik met mijn eigen ogen de volle omvang van de verwoestingen in vele andere delen van het land zien: in de dorpen en steden langs de hoofdwegen, in de buitenwijken van Damascus, in Homs en de omliggende steden, – om nog maar te zwijgen van de gebieden die ik moest vermijden.
Overleven in Syrië: situatie voor de hele burgerbevolking wordt steeds verwarrender en hopelozer.
Toen ik in februari 2018 naar Aleppo verhuisde, was iedereen ervan overtuigd dat er rustigere tijden in het verschiet lagen. Verre van. Enkele dagen geleden moesten wij hier de trieste tiende verjaardag van een conflict zonder einde herdenken: ongetwijfeld de grootste humanitaire crisis sinds de Tweede Wereldoorlog.
Nu wordt de situatie voor de hele burgerbevolking, en ook voor mij, steeds verwarrender en hopelozer: nauwelijks stookolie tijdens de wintermaanden (ik heb het nog nooit zo koud gehad in mijn leven), kilometerslange rijen auto’s voor de benzinestations, honderden mensen voor de broodverkooppunten (brood wordt door de regering gesubsidieerd en is gerantsoeneerd, net als gas en benzine), al maandenlang hebben we slechts drie uur per dag elektriciteit, nauwelijks toegang tot internet…. Dit alles in een land waar de oliereserves voldoende zouden zijn om de hele bevolking te bevoorraden. Maar de oliereserves in het noordoosten van het land zijn in handen van bepaalde grootmachten. Ook de enorme vruchtbare graanvelden aan de Iraakse grens worden al jaren opzettelijk in brand gestoken. Een catastrofaal scenario dat moeilijk voor te stellen is.
Alle economische activiteit is door de oorlog lamgelegd, zodat de bom van armoede nu de hele bevolking heeft getroffen. Men kan spreken van een grote hongersnood, aangezien de meeste mensen door hun lage inkomen (90% van de bevolking leeft onder de armoedegrens) zelfs niet meer aan de basisvoedingsmiddelen kunnen komen. Een armoede die ook werd veroorzaakt door de afschuwelijke inflatie en galopperende prijzen. Enkele dagen geleden zagen we zelfs twee mannen vechten voor het vuil. Een absolute ramp.
In de oorlog kun je je misschien wel beschermen tegen bommen en granaatscherven, maar nu kan niemand zich beschermen tegen armoede.
Ik ben al vele jaren lid van de Focolarebeweging, die zich inzet voor eenheid, dialoog en vreedzame samenleving. Deze gemeenschap is al 50 jaar actief in Syrië. Hier in Aleppo woon ik in een kleine gemeenschap; maar in het hele land zijn er ongeveer 700 andere mensen die dezelfde waarden en levensstijl delen. Zelf werk ik als familietherapeut voornamelijk in de christelijke wijken in het centrum van Aleppo. Het begeleiden van gezinnen, opleidingen van diverse aard, projecten voor jongeren, psychosociale interventies, ondersteuning van andere hulpverleners behoren allemaal tot mijn actieterrein (dit alles wel mits vertaling). Aleppo is een multi-etnisch-religieus centrum in het noorden van het land. Zo ben ik ook verantwoordelijk voor de ondersteuning van de ouders in een school van 100 kinderen met gehoorproblemen, waar ongeveer 90% van de kinderen tot de moslimgemeenschap behoort. Het was voor mij indrukwekkend om te zien hoe een dynamische solidariteit tussen de ouders ontstond tijdens mijn vormingen, waardoor iedereen van elkaar kon leren. De gesluierde moeders stelden spontaan hun vragen en deelden hun ervaringen met de integratie van hun kinderen met gehoorproblemen.
Sinds ongeveer één jaar heeft de crisis nog grotere proporties aangenomen. In de oorlog kun je je misschien wel beschermen tegen bommen en granaatscherven, maar nu kan niemand zich beschermen tegen armoede. Ik word nu constant tegengehouden door mensen die om steun smeken. Men kan waarschijnlijk van een afstand zien dat ik een buitenlander ben, “de man met de gele rugzak”. Ze weten veel over me, misschien zelfs alles. Ik ben zeker één van de weinige buitenlanders die besloten heeft hier te gaan wonen alleen om de mensen te steunen. Met mijn gebroken Arabisch en met gebarentaal probeer ik te communiceren. Via de kerkelijke organisaties heb ik tot nu toe zonder problemen een geldige verblijfsvergunning gekregen voor mijn inzet hier.
Ik heb mij vaak afgevraagd waarom de helft van de bevolking (11 miljoen op een totaal van 22 miljoen) huis en haard heeft moeten verlaten, naar het buitenland is gevlucht of in eigen land een veiliger gebied heeft moeten opzoeken.
Complexe realiteit
Ja, de realiteit ter plaatse is complexer dan vaak in de westerse media en in de politiek wordt geschetst. De officiële versie dat slechts één persoon verantwoordelijk is voor de vernietiging gaat veel te kort door de bocht.
Het is moeilijk, bijna onmogelijk, om een duidelijk en neutraal beeld te krijgen van de complexe situatie hier ter plaatse en van het Midden-Oosten als geheel, omdat er veel te weinig informatie is over de verborgen regels van het spel, de strategische zetten en het krachtenspel onder de tafel. Iedereen hier heeft allang begrepen dat het bij dit conflict niet gaat over democratische waarden, maar over grote geopolitieke belangen en over de vele rijkdommen van het land, en natuurlijk het krachtenspel in heel de regio. Hier worden vooral ook de internationale verdragen niet nageleefd, en de rechten van de mens is maar één onderdeel ervan. Dus beschuldigt iedereen de ander en zoekt naar de schuldige. Wanneer ik door de straten loop, vraag ik mij dikwijls af wat de verantwoordelijkheid is van de westerse landen, met inbegrip van de bondgenoten van mijn vaderland, in dit conflict. Aan Syrië zijn massale sancties opgelegd, overigens de zwaarste en strengste die ooit aan enig land in de geschiedenis zijn opgelegd. Met welk recht?
Aangezien het nu onmogelijk is handel te drijven met Syrië, heeft het land geen kans meer om opnieuw op te bouwen. Iedereen wordt getroffen door de sancties. Na de Tweede Wereldoorlog was er het Marshallplan voor de wederopbouw. Tot nu toe heb ik nog nooit van een reddingsplan gehoord. Aan de andere kant gaat de verarming van de bevolking met sprongen vooruit. Het is een echte catastrofe.
Vele vragen
Ik word gekweld door de vraag waar al die wapens vandaan komen? Is er ook een embargo op wapens? Welke groepen steunt het Westen? Wie zijn de oppositionele krachten vanuit westers perspectief? Welke mensen en groepen zijn de Turkse grens overgestoken naar Syrië? En wanneer in het Westen over humanitaire hulp wordt gesproken, wordt er dan gezegd wie die hulp uiteindelijk zal ontvangen? Worden niet alléén de handige groepen in Idleb en in speciale gebieden gesteund?
Als therapeut, mag je vragen te stellen. Mensen vertellen me voortdurend over dramatische gebeurtenissen. Zo trok een vader zijn schoen uit voor de ogen van zijn kinderen en sloeg zichzelf ermee op het hoofd, terwijl hij riep: “Ik ben een dwaas, waarom heb ik het land niet een paar jaar geleden verlaten?” De laatste tijd wordt er in het openbaar over zelfmoorden gesproken, iets wat voorheen ongehoord was in deze cultuur. Jongeren verwijten hun ouders dat ze niet naar het buitenland durven vluchten. Ik kom voortdurend mensen op straat tegen die in zichzelf praten of met verwarde blikken roepen: “Hoe kom ik aan eten? Wat moet ik doen?”
Telkens weer denk ik aan de man die midden op de stoep lag toen ik een paar dagen geleden op weg was naar kantoor. Hij was zeker vertrapt – misschien zelfs door degenen die dicht bij hem stonden – of misschien ook van vreemden, mishandeld en daarna tot op het bot leeggeroofd. Ik denk dat niemand nog wilde zorgen voor zijn veiligheid en basisbehoeften. Is er nog een gemeenschappelijk goed hier? Zijn er nu nog regels en waarden? Of blijven de wrede regels van de oorlog en de oorlogseconomie het land regeren? De mensen zelf hebben vaak niet de kracht om te huilen en te schreeuwen. Niemand luistert en iedereen kijkt weg. Iedereen wil vluchten uit deze situatie. Maar waarheen? Want alle deuren zijn gesloten.
Hopeloosheid als grootste probleem
Zoals overal ter wereld is ook Syrië niet gespaard gebleven van het Sars-19 virus. Als gevolg van de oorlog, die het hele gezondheidsstelsel heeft doen instorten, en het gebrek aan steun van andere landen, die alleen maar bezig zijn met hun eigen cijfers, statistieken en prognoses, heeft het virus in korte tijd het hele land overspoeld. Iedereen hier weet dat de officiële cijfers over het aantal besmettingen en het aantal sterfgevallen niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Testen was bijna onmogelijk, omdat het testmateriaal schaars was. Er was ook een gebrek aan de nodige artsen en bevoorradingspersoneel om de gevolgen van deze tsunami op te vangen.
In mijn ogen is de hele bevolking (inclusief ikzelf) besmet met dit virus. Veel mensen, vooral dragers van chronische ziekten (zoals diabetes en hart- en vaatziekten) zijn gestorven aan of met het Sars-19-virus. Covid-19 is momenteel echter slechts een secundair probleem, aangezien armoede en moeilijke levensomstandigheden veel zwaarder op de mensen drukken. Hopeloosheid zou je het grootste probleem kunnen noemen.
Wereld mag niet langer wegkijken
Op dit moment is er geen perspectief voor de toekomst. Velen kijken reikhalzend uit naar de komende presidentsverkiezingen in juni. Zal iemand in staat zijn de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het algemeen welzijn en voor de gehele burgerbevolking? Er is een gebrek aan de meest noodzakelijke zaken: ziekenhuizen, scholen, opleidingsmogelijkheden; er is ook een tekort aan specialisten, zij waren de eersten die het land verlieten. Bovenal is er een gebrek aan ondernemers die in de toekomst geloven; er is ook een gebrek aan toeristen die dit land met zijn archeologische rijkdom bezoeken. Er is een gebrek aan mensen uit andere culturen, omdat een uniculturele samenleving op zichzelf dreigt in te storten, omdat in een geglobaliseerde wereld een nieuwe manier van samenleven belangrijk is. Er is vooral een gebrek aan concrete signalen voor jongeren, signalen die hen motiveren en overtuigen om het land niet te verlaten, maar hun talent in eigen land te benutten.
Maar aan de toekomst kan zeker alleen worden gedacht als er een rechtvaardig vredesakkoord wordt gesloten en de sancties worden opgeheven. De toekomst is mogelijk als wij elkaar naar elkaar toe gaan en met respect beginnen samen te leven en opnieuw op te bouwen wat onder het puinhoop ligt. Daartoe moeten nieuwe regels worden uitgewerkt en nageleefd worden.
Er zijn zeker geen gemakkelijke oplossingen, en de weg zal moeilijk en lang zijn. Dit zal niet werken zonder dialoog. Dit is waar politiek nodig is. Wij moeten ons losmaken van de categorieën “goed en kwaad”, omdat de werkelijkheid niet in slechts twee groepen kan worden verdeeld. Dat werkt niet. De plaatselijke bevolking is moe van het jarenlange geweld. Zij moeten de kans krijgen zich in te zetten voor verzoening en voor het algemeen welzijn. Wij moeten streven naar een broederlijk samenleven op basis van een oprechte dialoog, geschraagd door rechtvaardigheid en eerbiediging van de wet. Maar dit project kan alleen slagen als het ook van buitenaf wordt gesteund. De rest van de wereld mag dus niet langer wegkijken.
Bernard Keutgens
Lees ook:
– 10 jaar oorlog in Syrië: ‘We kunnen maar beter met Assad gaan praten’
– Oorlogsdocu For Sama toont ziekenhuisleven in Aleppo: ‘We zouden samen leven en samen sterven’
– Tien jaar burgeroorlog in Syrië: ‘Assad heeft zo goed als gewonnen’
– VN-topvrouw Michèle Coninsx: ‘Terreurgroeperingen mikken nu op jonge gamers’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier