‘Ook minderjarige asielzoekers hebben recht op een school in de buurt’
‘We moeten voorkomen dat veel van de nieuwe instromers geen school vinden of dat kinderen veel te grote afstanden moeten afleggen om op school te raken.’ Daarom pleit het Kinderrechtencommissariaat ervoor om de plaats van opvang en onderwijs op elkaar af te stemmen.
Het schooljaar is nu enkele weken ver en de meeste leerlingen beginnen hun draai te vinden op de speelplaats. Maar wat met kinderen die pas deze zomer aankwamen in België? Want uit cijfers van Fedasil blijkt dat één op drie asielzoekers (7.000) in België minderjarig is. Daaronder zowat 1.000 niet-begeleide minderjarigen.
Volgens minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) is het ‘onderwijs klaar voor de toestroom van jonge asielzoekers.’ ‘Door een terugval in het aantal leerlingen in de nieuwkomersklasjes de afgelopen twee jaar is een nieuwe instroom snel mogelijk’, klinkt het.
Match
‘Wat wij vragen is een duidelijke match tussen de opvangcapaciteit enerzijds en de plaatsen in het onderwijs anderzijds’, reageert Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen. De gebruikelijke gang van zaken is dat er eerst een opvangplek gezocht wordt en dat vervolgens gekeken wordt waar de kinderen en jongeren naar school kunnen. In het belang van het kind pleit het Kinderrechtencommissariaat ervoor om vooruit te kijken en de verschillende noden tegelijk in beschouwing te nemen.
Bij kinderen van wie een toekomst in België onwaarschijnlijk is, mag de link met het thuisland en cultuur niet uit het oog verloren worden
Bruno Vanobbergen
‘De overheid moet duidelijk in kaart brengen hoe de situatie er vandaag uitziet. Met andere woorden: welke school heeft plaats en waar zijn er plaatsen nodig. We moeten vermijden dat kinderen verre afstanden moeten afleggen om op school school te raken.’
Zo haalt hij de voorbeelden Gent en Sint-Niklaas aan. ‘In de eerste stad is er geen ruimte meer in het basisonderwijs voor nieuwkomers, maar zijn er nog wel voldoende plaatsen in het secundair. In Sint-Niklaas daarentegen stellen we het omgekeerde vast. Bij het opstellen van een spreidingsplan dient hier rekening mee te worden gehouden, zodat elk kind uiteindelijk in een school terechtkan.’
‘Ik weet het, dit lijkt een evidente bekommernis, maar helaas gebeurt die afstemming vandaag niet’, voegt Vanobbergen toe. Vooral in de grootsteden Brussel en Antwerpen komen vraag en aanbod niet overeen.
Nederlands leren en inburgeren
Om de doorstroom naar OKAN-klasje (Onthaalklassen voor Anderstalige Nieuwkomers) te garanderen besloot de Vlaamse Regering om de regel – dat nieuwe leerlingen zich voor 1 september moeten aanmelden – tijdelijk op te schorten. Ook kunnen scholen die OKAN-klassen aanbieden, nu doorheen het schooljaar nog extra middelen aanvragen.
‘Maatregelen waar wij uiteraard achterstaan’, aldus Vanobbergen. Belangrijk voor het Kinderrechtencommissariaat is dat er gekeken wordt naar de finaliteit en dat daar ook op ingespeeld wordt. ‘Vandaag ligt de focus bij nieuwkomers op het aanleren van het Nederlands en op inburgering. Maar bij kinderen van wie een toekomst in België onwaarschijnlijk is, mag de link met het thuisland en cultuur niet uit het oog verloren worden.’
Want het terugkeerbeleid van België kan volgens het Kinderrechtencommissariaat veel humaner. ‘Laat kinderen hun opleiding afmaken. Geef jongeren op zijn minst de kans om met een diploma in de hand sterker terug te keren’, klinkt het.
Trauma
Het recht op onderwijs voor ieder kind garanderen is één zaak, daarnaast zorgen voor de juiste begeleiding en (psychologische) ondersteuning is iets anders. Het gaat dan ook om een erg diverse groep. Sommige jongeren hebben reeds een lange schoolcarrière achter de rug, terwijl er net zo goed kinderen zijn die al maanden onderweg zijn en in hun leven nauwelijks les gekregen hebben.
‘Het is ontzettend belangrijk dat er voldoende aandacht wordt geschonken aan de psychologische begeleiding van jongeren en kinderen met trauma’s’.’ De Kinderrechtencommissaris haalt hiervoor concrete cijfers van Fedasil aan. ’36 procent van de 700 niet-begeleide minderjarigen die vorig jaar in ons land jaar aankwam, was psychologisch erg kwetsbaar.’
Niet-begeleide minderjarigen zijn niet alleen kwetsbare personen, het zijn krachtige individuen die een eigen toekomstvisie hebben en daar ook naar handelen
Marianne Vervliet
Dat blijkt ook uit een studie van Marianne Vervliet (UGent), zij onderzocht de ervaringen van niet-begeleide minderjarigen tijdens hun traject in België. Daaruit blijkt dat veel jongeren symptomen van angst, depressie en posttraumatische stress vertonen bij aankomst in België.
Voorts benadrukt Vervliet dat Niet-begeleide minderjarigen niet alleen gezien moeten worden als kwetsbare personen. ‘De jongeren vertonen een zeer sterke wil om een beter leven uit te bouwen voor zichzelf en hun familie. Het zijn krachtige individuen die een eigen toekomstvisie hebben en daar ook naar handelen.’
Op dit moment zitten in de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) van het katholiek onderwijs 896 leerlingen afkomstig uit 87 landen. Het Gemeenschapsonderwijs (GO!) vangt 737 kinderen op. In deze cijfers zijn nog niet alle kinderen opgenomen die in de voorbije weken uit onder andere. Syrië zijn gekomen. Zij zitten nog in opvangcentra of in de asielprocedure.
In die zogenaamde OKAN-klassen wordt aangepaste begeleiding voorzien. In de eerste fase kunnen de kinderen op adem komen na hun traumatische ervaring. Onder meer via het voorzien in ‘buddies’, huiswerkbegeleiding en het leren van het Nederlands zorgen de scholen voor een vlotte integratie. Daarna kunnen de leerlingen hun onderwijstraject voortzetten via het reguliere onderwijs.
Vluchtelingencrisis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier