Mieke Schauvliege
‘Onze belabberde biodiversiteit heeft meer nodig dan vier nationale parken’
‘De komst of het verlies van één soort lijkt misschien niet erg, maar elke verstoring verzwakt de systemen die ons ten goede komen. Helaas doet Vlaanderen het allesbehalve beter dan de rest van de wereld als het op biodiversiteit aankomt’, schrijft Mieke Schauvliege (Groen).
De Vlaamse regeringsonderhandelingen zijn volop bezig en in de eerste nota’s die we konden inkijken werd gesproken over meer aandacht en ambitie voor onze fauna en flora. De plannen voor vier nieuwe, nationale parken zijn nobel, maar ook onvoldoende. Want waar die parken onze natuurparels moeten worden, zijn de snoeren die deze parels verbinden minstens even belangrijk. Zeker als we de snel tanende biodiversiteit willen aanpakken.
Want het gaat alles behalve goed met onze biodiversiteit, ook wereldwijd, en dat is een groter probleem dan veel mensen vermoeden. De Verenigde Naties erkennen het biodiversiteitsverlies als één van de grootste bedreigingen voor de mensheid. In de startnota wordt de aandacht voor natuur vooral vertaald in de oprichting van vier nieuwe nationale parken. Focussen op beschermde natuur in onze reservaten, in vier nationale parken, is echter absoluut onvoldoende.
Onze belabberde biodiversiteit heeft meer nodig dan vier nationale parken.
Biodiversiteitsverlies is zo mogelijks nog urgenter dan de klimaatcrisis. Beiden hangen trouwens heel nauw samen met elkaar. In haar rapport van begin mei 2019 slaat het IPBES (Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services) alarm. De wereldwijde biodiversiteit gaat sneller achteruit , dan ooit het geval was in de geschiedenis van de mensheid. En iedereen ziet meteen de grootste oorzaak van deze achteruitgang: de overexploitatie van land en zee en de totale ruimtelijke wanorde. Dieren hebben alsmaar minder plek door ontbossing en isolering van het groen, maar ook door de klimaatverandering.
Nochtans is deze biodiversiteit voor ons allen van levensbelang. Stabiele ecosystemen zorgen voor de zuivere lucht die we inademen, de bestuiving van onze planten, voldoende proper water, voedselrijke bodems en een stabiel klimaat. Maar ook economisch is de biodiversiteit heel belangrijk. Vrijwel alles wat we eten, is direct of indirect te herleiden tot biodiversiteit – wild of gedomesticeerd. Ook veel van onze bouwmaterialen, medicijnen en industriële grondstoffen halen we uit natuurlijke hulpbronnen. En zelfs veel vormen van toerisme draaien voornamelijk om natuur. Denk maar aan ons enige Nationale Park, Hoge Kempen in Limburg, dat 5.000 jobs creëert.
De VN verwoordt het als volgt: ‘Minstens 40 procent van de wereldeconomie en 80 procent van de behoeften van arme bevolkingsgroepen zijn afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen. Bovendien: hoe rijker de biodiversiteit, hoe groter de kans op medische ontdekkingen, economische ontwikkeling en aanpassing aan nieuwe uitdagingen zoals klimaatverandering.’ Biodiversiteit moeten we koesteren, overal ter wereld. De komst of het verlies van één soort lijkt misschien niet erg, maar elke verstoring verzwakt de systemen die ons ten goede komen.
Helaas doet Vlaanderen het allesbehalve beter dan de rest van de wereld als het op biodiversiteit aankomt. In vergelijking met naburige regio’s of landen is de lijst broedvogels die het label ‘Ernstig bedreigd’ krijgen, bijzonder lang. De weilanden , duingebieden en boerenlanden waar ze leven zijn alsmaar schaarser. En ook het aantal vlinders en insecten, van levensbelang voor de bestuiving van planten en dus ook ons voedsel, gaat jaar na jaar achteruit. Zelfs nog kleinere diertjes als lieveheersbeestjes en bladluizen verdwijnen, waardoor veel vogels, amfibieën en kleine zoogdieren hun voedselvoorraad zien slinken en ook bedreigd raken. Waardoor op hun beurt ook grotere zoogdieren moeilijker aan voedsel geraken.
U voelt het. Alles is aan elkaar gelinkt als het op biodiversiteit aankomt en daar knelt nu net het Vlaamse schoentje. Vlaanderen dreigt een regio van beton en asfalt te worden met hier en daar wat natuurlijke eilanden. Helaas passen de geplande nieuwe nationale parken helemaal in dat plaatje. Investeren in de biodiversiteit is absoluut noodzakelijk. De vorige Vlaamse Regering stelde in stilte een ruimere visie op het Vlaams biodiversiteitsbeleid op. In haar visie ‘Overal Natuur’ omschrijft ze heel duidelijk dat we een ruimer biodiversiteitsbeleid moeten voeren om ons natuurlijk kapitaal veilig te stellen en niet enkel de kroonjuwelen. En dat gaat veel verder dan enkel focussen op de realisatie van enkele nationale parken.
We moeten natuurinclusief denken en handelen over alle sectoren heen. Of zoals Ursula von der Leyen, de nieuwe voorzitster van de Europese Commissie, in haar ‘My agenda for Europe’ stelde: we moeten nieuwe standaarden zetten voor biodiversiteit, over handel, industrie, landbouw en economisch beleid heen. Een voorbeeld: een agro-ecologische landbouw kan zowel de natuur in het landbouwgebied herstellen, als de negatieve invloeden van de landbouw op de omgevende natuur verminderen, onder meer via minder verliezen van meststoffen en pesticiden, minder bodemerosie en meer waterinfiltratie. Massaal werken aan natuur overal in onze open ruimte, en ook in, rond en door de steden en de dorpen, dus.
De nieuwe Vlaamse Regering heeft inspiratie genoeg voorhanden. Bijvoorbeeld het rapport ‘Natuurverkenning 2050, Inspiratie voor de natuur van de toekomst’ van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Om de achteruitgang in Vlaanderen te keren, vermeldt het drie cruciale uitdagingen: meer ruimte voor biodiversiteit creëren, leefgebieden van soorten met elkaar verbinden en de invloed van externe milieudrukken verkleinen. Aan elk van deze uitdagingen moet gewerkt worden om echte resultaten te boeken. Een beleid dat biodiversiteitsverlies een halt wil toeroepen, kijkt verder dan de beschermde natuurgebieden.
Er zijn veel wegen naar Rome, maar echt werk maken natuurherstel is de enige optie voor een leefbare toekomst in de Vlaanderen, in Europa en de wereld. Als de onderhandelaars van het nieuwe bestuursakkoord het ernstig menen met de toename van de oppervlakte natuur, wordt het nieuwe bestuursakkoord aangevuld met een hele reeks maatregelen om dit te realiseren, inclusief in handel, industrie, landbouw en economisch beleid. Dat gaat veel verder dan een symbolische maatregel als de aanduiding van vier nationale parken.
Het is tijd om alles opnieuw met elkaar te verbinden. Om onze parels terug aan elkaar te snoeren. En daarbij kan elke natuurlijke verbinding, weide, beek, of bos, toe bijdragen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier