Karl Vanlouwe (N-VA)
‘N-VA omarmt het internationale én Vlaamse karakter van Brussel’
N-VA wil de internationale aanwezigheid van Brussel omarmen, zeggen Brusselse N-VA’ers Karel Vanlouwe en Johan Swinnen. ‘Daarnaast pleiten we omonwonden voor het behoud van de Vlaamse aanwezigheid.’
Jan Goossens, de artistiek leider van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, bond de kat de bel aan in Knack: “Ik denk niet dat de N-VA van kwade wil is, maar als je, zoals in de voorstellen van die partij, een subnationaliteit wilt introduceren, zet je een stap op weg naar de balkanisering van de stad.” Deze zin springt uit in een verder zeer lezenswaardig interview met KVS-chef Jan Goossens. (Lees: ‘De kloof tussen Vlaanderen en Brussel wordt steeds groter‘)
Wat Goossens juist bedoelt met ‘subnationaliteit’ blijft gissen. Waarschijnlijk heeft hij het over de Brusselkeuze die in de N-VA-congresteksten staat. Het is wel jammer dat voorbij wordt gegaan aan de essentie van deze Brusselkeuze: in Brussel kiest elke inwoner zelf of hij onder een Vlaams dan wel een Waals/Franstalig stelsel wil vallen. In alle vrijheid. En met de mogelijkheid om van stelsel te veranderen. Zoals vandaag al bestaat voor onderwijs, welzijn of de Vlaamse zorgverzekering.
Sarajevo aan de Zenne?
SP.A-politica en Vlaams parlementslid Yamila Idrissi schakelde nog een versnelling hoger. Zij had het over een tweede Sarajevo, een knap staaltje van intellectuele oneerlijkheid. Een parallel trekken met de toestand in ex-Joegoslavië, of zoals Eric Corijn (VUB) op Twitter deed: het apartheidsregime, smoort natuurlijk elk debat in de kiem. Maar zelfs het neutralere ‘balkanisering’ waar Goossens het over heeft is allerminst aan de orde. Wat betekent dit trouwens juist? We doen zelf een poging: een lappendeken van uiteengevallen protectoraatjes die naar eigen goeddunken worden bestuurd.
Iemand met een beetje slechte wil kan de huidige, verdeelde toestand in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook zo beschrijven. Met negentien gemeenten, negentien OCMW’s, zes politiezones, een onontwarbaar kluwen van intercommunales en sinds kort een uitsluitend Franstalige procureur, komt dit aardig in de buurt. Anderen noemen dit dan weer ‘charmante chaos’, maar voor dit model bedanken wij. Brussel kan voor ons beter evolueren van een verdeelde stad naar een gedeelde hoofdstad. Van België, van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap en van Europa.
Jan Goossens, Yamilla Idrissi of Eric Corijn hadden er misschien goed aan gedaan de N-VA-studiedag over ‘Brussel: stad van de toekomst?‘ bij te wonen waar stedenbouw-experten als Rudi Janssens (VUB) en Alexander D’Hooghe (MIT) focusten op het veelvoud aan troeven en kansen voor Brussel. Daar kozen we heel duidelijk om de banden tussen Brussel en Vlaanderen te versterken met een wervend ‘Mensenplan’. En niet alleen op momenten dat met de ‘Brusselse hoed’ wordt rondgegaan voor meer geld. Vlamingen moeten zich opnieuw thuis voelen in Brussel, want dit is ook hun hoofdstad, op politiek, economisch én cultureel gebied. Niet toevallig vond onze studiedag plaats in de KVS.
Internationale én Vlaamse aanwezigheid: een verrijking
Brussel is een meervoudige hoofdstad maar ook een internationale stad met verschillende gemeenschappen en evenveel nationaliteiten als dat er landen zijn in de wereld. Vanuit N-VA willen we deze internationale aanwezigheid juist omarmen. Geen enkele andere partij dan de onze heeft tot nog toe een voorstel gedaan om een raad op te richten waarin de expat-gemeenschap de internationale rol van Brussel mee kan sturen.
Daarnaast pleiten we ook onomwonden voor het behoud van de Vlaamse aanwezigheid in onze hoofdstad. Niet vanuit een fermette-reflex, maar wel vanuit de rotsvaste overtuiging dat de Vlaamse aanwezigheid een meerwaarde biedt aan alle inwoners van Brussel. Toch zagen we nergens de noodzaak in om een Vlaams-Brusselse federatie op te richten. De keuze is dus aan de Brusselaars zelf. Onze Brusselkeuze is in de eerste plaats een positieve keuze voor Brussel, voor de Brusselaars met visie en ambitie. Hopelijk leidt dit op termijn tot fierheid over onze hoofdstad. Wel te verstaan: een oprechte trots, geen elitair belgobelge-gevoel dat enkele commentatoren nu opdringen.
Zo’n nieuw beleid zien we als kern van een breder (welzijns-)beleid dat mensen verbindt met respect voor het Brussels verleden. Het schrijven van een Brussel-beleid is trouwens een traject van terugblikken en van vooruitkijken: wat willen we behouden, wat willen we uitbouwen, wat willen we vernieuwen? Bovenal vinden we dat er gesprekken op gang moeten komen over fundamentele normen en waarden. Immers, onze Brussel-visie gaat over het recht van allen op zelfontplooiing, zelfexpressie en ontwikkeling. Deze visie over Brussel loopt perfect evenwijdig met een cultuurvisie als maatschappelijke uitdaging van onze tijd, een attitude waar de KVS trouwens een succesrijke en geëngageerde actor in is.
Dat één op drie Brusselaars zo’n Vlaams aanbod best wel zien zitten is mooi meegenomen. Wij gaan voluit voor een model dat tolerant, maar niet laks is. Een model dat keuzes vraagt, maar dat ook kansen biedt. Een model dat open staat voor iedereen die vooruit wil met deze stad.
Karl Vanlouwe, N-VA-Senator uit Brussel
Johan Swinnen, professor Beeldcultuur Vrije Universiteit Brussel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier