Heidi Degerickx
‘Moeilijkheden op de arbeidsmarkt: “Blind gesprongen” legt de vinger op de wonde’
‘Het VTM-programma ‘Blind gesprongen’ legt enkele pijnpunten bloot die wij maar al te goed kennen bij mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’, schrijft Heidi Degerickx van Netwerk tegen Armoede.
De arbeidsmarkt schreeuwt om extra werknemers. Om het doel van een werkgelegenheidsgraad van 80 procent te bereiken in 2030, moeten 670.000 extra mensen aan de slag. Dat blijkt geen fluitje van een cent te zijn. Nochtans is 9% van de beroepsactieve bevolking ook op zoek naar een job, of loopt tegen hoge drempels aan om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt. Hoe komt het dat deze mensen en de jobs elkaar niet vinden? Het VTM-programma ‘Blind gesprongen’ legt enkele pijnpunten bloot die wij maar al te goed kennen bij mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Het verhaal van Marianne belicht een andere realiteit
Neem nu het verhaal van Marianne, 46 jaar en al vier jaar werkzoekend. Van VDAB krijgt Marianne geregeld vacatures toegestuurd waarvoor ze een auto nodig heeft. Ze heeft nochtans al talloze keren gezegd dat ze die niet heeft. De shifts beginnen om 4u ’s morgens terwijl ze alleenstaande moeder is zonder groot netwerk. Bovendien gaat het in alle gevallen om functies die niet binnen haar interesseveld vallen.
Als ze niet ingaat op deze vacatures, tikt haar VDAB-bemiddelaar haar op de vingers. Het is niet dat Marianne begeleiding weigert, integendeel. Zij wil niets liever dan een nieuwe job zodat ze zich terug zinvol kan voelen en haar inkomen kan optrekken. Naar welke job is Marianne op zoek? Ze wil graag een job waarbij ze werk en privé kan combineren, waar ze praktisch gezien kan geraken en een waar ze geapprecieerd wordt voor haar werk. Allemaal niet zo veel gevraagd, toch?
Een werkzoekende is meer dan een cv alleen
In het programma ‘Blind gesprongen’ leren we tijdens de eerste aflevering Senne en Jessica kennen, eveneens werkzoekend. Ze zijn aan het werk, maar verlangen vurig naar een andere functie. Waarom hen dat zelf niet lukte met de reguliere begeleiding is niet duidelijk. Je zou kunnen verwachten dat het programma enkel hooggeschoolde profielen zou hebben uitgekozen. Dat is niet zo. Senne heeft een diploma technisch secundair onderwijs en is chauffeur, Jessica heeft een diploma beroepssecundair onderwijs en werkt als poetshulp. In de eerste aflevering krijgen twee VDAB-consulenten, een wellbeing-expert en een arbeidseconoom zicht op de cv’s van de deelnemers. De experts krijgen verder ook zicht op de ambities, verleden, gewenste loon en woon-werkafstand van de kandidaten èn op hun relationele en elders verworven vaardigheden. Zo is Jessica de planner in haar gezin met 3 kinderen. Dat leert de experten dat Jessica een functie aankan waarin ze een klein team zou coördineren en veel moet organiseren. Behalve het cv zijn dat allemaal zaken waar de bemiddelaar van Marianne geen of nauwelijks zicht op heeft.
Experts solliciteren in de plaats van de kandidaten
De begeleiders in het tv-programma nemen alles uit het hele proces op zich. Ze onderzoeken de talenten van Jessica en Senne, geven hen proeven om bepaalde vaardigheden te versterken (zo moet Jessica een volle aula toespreken terwijl ze nog nooit voor publiek heeft gesproken), gaan volledig out of the box op zoek naar jobs waaraan de deelnemers mogelijk nooit zelf hadden gedacht (Dixit Senne: ‘Als je bij VDAB trefwoorden moet intypen, weet ik nooit wat’), en belangrijk element, ze solliciteren in hun plaats. De experts, wit, hooggeschoold en met een camera ernaast die heel wat positieve reclame belooft, verkopen ze de deelnemer als de geschikte kandidaat voor de job. Dan kan je toch niet twijfelen als werkgever …
Waar werkzoekenden op botsen
Los van het feit of dit proces wenselijk is voor de gemiddelde werkzoekende, zegt het wel veel over waar werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt op botsen. Bij hun zoektocht wordt gemiddeld genomen geen ‘well being expert’ betrokken, er is geen interdisciplinair team beschikbaar dat zich out of the box en zo diepgaand mee in het zoekproces engageert. Begeleiding gaat vandaag onvoldoende uit van de sterktes van kwetsbare werkzoekenden. Begeleiding is zelden tot nooit positief aanklampend.
Nochtans is ondersteuning zonder achterdocht wat kwetsbare werkzoekenden nodig hebben.Alle investeringen in trajectbegeleiding ten spijt, krijgen nog vele werkzoekenden het gevoel dat ze een nummer zijn en een last voor de samenleving. De stereotiepe en negatieve framing van werkloze zijn we niet kwijtgeraakt door te spreken over ‘werkzoekende’. Trajectbegeleiders willen en moeten door de doelstellingen van bovenaf zo snel mogelijk hun werkzoekenden van de to-dolijst krijgen. Dat ligt niet aan onwil bij de bemiddelaars, maar wel aan het systeem van arbeidsbemiddeling en de verwachtingen van de maatschappij. Op lange termijn zijn zowel werkgevers als werknemers hier niet bij gebaat.
Maak werk van integrale begeleiding
Het programma ‘Blind gesprongen’ toont aan dat er heel wat voor nodig is om mensen duurzaam aan het werk te krijgen. Als we dat voor Marianne ook willen, moet er dringend nog veel meer werk gemaakt worden van integrale begeleiding. Daarbij moet er aandacht zijn voor ongezien potentieel, interesses én moet er intensief worden gewerkt aan de nodige randvoorwaarden en aan talentontwikkeling. Nee, dat is niet populair en gaat tegen het buikgevoel in. Ja, dat zou Marianne net als Senne en Jessica wel eens veel meer kunnen opleveren dan alleen maar een job.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier