Kan Vlaanderen op economisch vlak een ’topregio’ worden?
Vlaanderen wil een topregio worden in Europa. Maar hoe presteert het in vergelijking met de landen rondom ons?
Meten is weten, maar alleen als je kunt vergelijken worden cijfers relevant. ‘Vlaanderen heeft de ambitie om een topregio te zijn’, zegt Bart Van Craeynest, hoofdeconoom bij werkgeversorganisatie Voka. ‘Maar waar staan we? Hoe presteren we in vergelijking met andere landen?’ Om daarop een antwoord te krijgen, verzamelde Van Craeynest 60 indicatoren die niet alleen gaan over klassieke economische thema’s als groei, maar ook over inkomensongelijkheid, het aantal uren dat het verkeer stilstaat, de kwaliteit van onze gezondheidszorg enzoverder. Waar mogelijk worden de cijfers voor Vlaanderen gebruikt, anders die voor België.
Voka plaatst die 60 indicatoren op zijn website, en zal ze twee keer per jaar actualiseren. ‘Want natuurlijk moeten we zien of we vooruitgang boeken’, zegt Van Craeynest. ‘Daarbij mogen we niet vergeten dat andere landen ook vooruit willen gaan. We moeten dus kijken of we terrein winnen of verliezen.’ Uit alle indicatoren selecteerde Knack er tien, die een goed overzicht bieden van waar Vlaanderen nu staat.
1. Verwachte groei in 2023-2026
Van Craeynest: ‘Soms hoor je de vraag of we wel groei nodig hebben. Maar dankzij groei kunnen we de vergrijzingskosten, onze overheidsfinanciën enzoverder makkelijker aanpakken. We moeten die groei niet maximaliseren, maar wel streven naar duurzame, gezonde groei, waar zo veel mogelijk mensen van kunnen genieten. De volgende jaren kunnen we slechts een magere groei van gemiddeld 1,4 procent verwachten. België is daarmee de op drie na laatste.’
2. Gezonde levensverwachting
Van Craeynest: ‘Het aantal gezonde levensjaren bedraagt voor een Belg gemiddeld 62,4. Dat heeft met allerlei factoren te maken, zoals levenskeuzes, of je rookt en drinkt bijvoorbeeld, maar ook met gezondheid op het werk, de kwaliteit van onze gezondheidszorg, hoeveel armoede er is… We scoren hier gemiddeld, zoals Nederland. In Zweden mag je rekenen op meer dan 70 gezonde levensjaren.’
3. Prijs-kwaliteit gezondheidszorg
Van Craeynest: ‘Deze indicator vertelt ons iets over de prijs- kwaliteit van onze gezondheidszorg. Onze gezondheidszorg is best oké, maar we steken er wel heel veel geld in. We weten het al langer: de financiering is te veel gericht op prestaties, de samenwerking tussen eerste lijn en ziekenhuizen moet anders, de ziekenhuisnetwerking moet worden hervormd… Het is afwachten wanneer dat er zal van komen.’
4. Inkomens-ongelijkheid
Van Craeynest: ‘Deze indicator kijkt hoeveel keer het gemiddelde van de 20 procent hoogste inkomens meer verdient dan het gemiddelde van de 20 procent laagste inkomens. In Vlaanderen blijkt de inkomensongelijkheid het kleinst. Dat illustreert dat we een goede welvaartsstaat hebben en dat is belangrijk voor de samenhang van de samenleving. Het is dan ook heel belangrijk dat we die kunnen behouden.’
5. Kinderarmoede
Van Craeynest: ‘Wat is het risico op armoede voor iedereen jonger dan 18 jaar? Vlaanderen scoort hier weer heel goed, in Wallonië en Brussel ligt dat cijfer veel hoger. Maar we mogen niet op onze lauweren rusten, de kinderarmoede moet lager. Dat kan bijvoorbeeld met een beter werkende arbeidsmarkt, want vooral niet-werkenden en dus ook hun kinderen worden getroffen door armoede. De steun kan gerichter, want nu komt die nog vaak terecht bij mensen die het niet echt nodig hebben.’
6. Kwaliteit onderwijs
Van Craeynest: ‘Hersenen zijn de enige grondstof die we hebben, dus onderwijs is uiterst belangrijk. In deze indicator kijken we niet alleen naar de Pisa-scores, die de vaardigheden en kennis in wiskunde, natuurwetenschappen en lezen van 15-jarigen testen, maar bijvoorbeeld ook naar het aantal mensen met een diploma hoger onderwijs. En dan doet Vlaanderen het redelijk, maar we verliezen terrein.’
7. Inactieven
Van Craeynest: ‘In Vlaanderen kan de werkloosheid nog moeilijk lager. Maar we hebben wel een grote groep inactieven, mensen die geen werk hebben en er ook niet naar op zoek zijn. Eén op de vijf van de 20 tot 64-jarigen is bij ons inactief. En dat terwijl de vacatures niet ingevuld raken. Het is belangrijk dat we die inactieven aan het werk krijgen, want het verbreedt de basis voor onze welvaartsstaat en zo kun je ook de armoede verminderen.’
8. Files
Van Craeynest: ‘We lijden erg veel tijdverlies door de files rond onze grote steden. Na Frankrijk zijn we daarin koploper. En dat terwijl Vlaanderen de toegangspoort tot Europa wil zijn. Files zijn ook slecht voor het milieu. We investeren nu wel meer in infrastructuur, maar politiek ligt bijvoorbeeld de invoering van een kilometerheffing nog altijd moeilijk. Met corona ontstond de hoop dat thuiswerken een blijver zou zijn. Die hoop blijkt ijdel: de files nemen weer toe.’
9. Belastingdruk
Van Craeynest: ‘De belastingdruk ligt in ons land met 42 procent van het bbp (bruto binnenlands product, wat we met zijn allen aan goederen en diensten produceren) eerder hoog. Maar dat is de gemiddelde belastingdruk: onze belastingen op arbeid zijn bij de hoogste in Europa. Die zouden dus beter verminderd worden, consumptie en vervuiling zou je dan weer meer moeten belasten. Misschien komt het daarvan bij de aangekondigde grote belastinghervorming?’
10. Waar voor uw geld
Van Craeynest: ‘Een hoge belastingdruk is op zich geen probleem, het hangt ervan af wat je ervoor terugkrijgt. De overheid kan investeren in transport- of schoolinfrastructuur en indirect wegen op zaken als de gezondheid van de inwoners of de CO2-emissies. Alles samen biedt onze overheid redelijke kwaliteit. Maar onze overheidsuitgaven zijn torenhoog, dus we betalen er wel heel veel voor. Rekening houdend met de prijs-kwaliteit krijgen we eerder weinig waar voor ons geld.’
Conclusie
‘Op sociaal vlak presteert Vlaanderen zeer goed in vergelijking met Europese landen,’ aldus Van Craeynest, ‘maar het kan nóg beter. We hebben bijvoorbeeld lange wachtlijsten voor sociale woningen, en verhalen zoals dat van leerlingen uit het bijzonder onderwijs die uren onderweg zijn om in hun school te raken, kunnen niet in een moderne welvaartsstaat. Op een aantal vlakken zijn onze resultaten ronduit zwak. Denk aan de lage economische groei, de files, de grote inactiviteit en de prijs-kwaliteit van de overheid.’
‘Vlaanderen is vandaag een middenmoter’, vervolgt Van Craeynest. ‘We vergelijken ons graag met Wallonië en Brussel, en dan scoort Vlaanderen zeer goed. Maar als we een topregio willen zijn, moeten we ons durven te vergelijken met andere Europese landen. En dan is er nog veel werk aan de winkel. En laten we niet vergeten: die andere Europese landen staan ook niet stil.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier