Hoe redden we het Amazonewoud? ‘We mogen niet alles verbruiken wat voor onze neus ligt’
Zeggen dat we meer woud moeten kappen voor onze voedselvoorziening is al te simplistisch, vindt etnobotanist Mark Plotkin. Hij haalt nog meer redenen aan om het Amazonewoud te redden: ‘De sjamanen hebben een antwoord op de belangrijkste problemen van de 21e eeuw.’
‘Natuurbescherming is een visionair idee geworden. De evolutie van de mens werd grotendeels gedreven door de vragen “Wat eet ik?” en “Waar slaap ik?” Maar recenter zijn we geëvolueerd tot een consumptiesoort’, zegt etnobotanist Mark Plotkin (64). ‘Niet alles verbruiken wat voor je neus ligt, soorten niet tot uitsterven drijven, niet alle bomen kappen: het zal een heel andere manier van denken vergen. We moeten back to the future, terug naar de toekomst. Dat betekent natuurlijk niet dat we de verwarming uit moeten zetten. Wel dat we opnieuw de connectie met onze leefomgeving moeten aangaan. Niet omwille van de bloemetjes, maar omdat een beter beheer van water, land en vegetatie in ons eigen belang is.’
Mark Plotkin bestudeert als etnobotanist de relatie tussen mensen, planten en culteren en wordt gezien als een van de meest gerenommeerde kenners van de ecosystemen in het Amazonewoud. Samen met lokale sjamanen inventariseerde hij er dertig jaar lang de fauna en flora. Of toch een fractie daarvan, op een plek die met honderdduizenden plantensoorten en zo’n honderd miljoen insecten de grootste biodiversiteit ter wereld herbergt.
Telkens als er een sjamaan sterft, is het alsof een bibliotheek verloren gaat.
Niemand kent die ecosystemen en de fragiliteit ervan beter dan de mensen die er wonen, betoogt Plotkin. Dankzij hun holistische visie en kennis dragen inheemse volkeren oplossingen aan voor onze grootste uitdagingen, zoals de klimaatverandering. Die kennis, waarschuwt Plotkin, is razendsnel aan het verdwijnen. ‘Nog sneller dan het Amazonewoud wordt omgehakt, zijn we de inheemse culturen aan het vernietigen. Dat is vreselijk dom. Telkens als er een sjamaan sterft, is het alsof een bibliotheek verloren gaat.’
Onze wereldleiders weten best wel dat er een probleem is, zegt Plotkin. ‘Ontbossing is de op een na belangrijkste oorzaak (na het gebruik van fossiele brandstoffen, nvdr) van klimaatopwarming. Wie de krant openslaat, wordt elke dag met de gevolgen ervan geconfronteerd. Helaas kan dat besef vooralsnog niet op tegen de hebzucht.’
Hij nipt van zijn koffie. ‘Maar laten we niet te negatief zijn. Ze hebben hier toch maar mooi organische shakes en biosalades op de kaart staan.’
Grootgrondbezitters
Plotkin is te bevlogen om een onheilsprofeet te zijn. Liever schiet hij zelf in actie. Omdat inheemse volkeren pas voor hun voortbestaan kunnen vechten als ze erkende leefgebieden hebben, bracht hij met zijn ngo Amazon Conservation Team (ACT) in onder andere Brazilië, Suriname en Colombia meer dan 32 miljoen hectare oerbos in kaart. Dat doet hij samen met de lokale gemeenschappen. Zij geven de richting aan. Het ACT zorgt ervoor dat ze de juiste instrumenten krijgen, zoals gps-systemen, en leert hun daar verantwoord mee om te gaan.
Dat is niet alleen logistiek uitdagend, maar ook gevaarlijk werk. In het Amazonewoud valt met mijnbouw, boskap en grootschalige landbouw veel geld te verdienen. De strijd voor inheemse rechten en natuurbehoud gaat rechtstreeks in tegen de belangen van grootgrondbezitters, houthandelaars en landbouwbedrijven. Jaarlijks worden tientallen activisten vermoord.
In Brazilië worden meer milieurechtenactivisten vermoord dan in om het even welk ander land.
Met het aantreden van de extreemrechtse Jair Bolsonaro als president van Brazilië is het klimaat er vijandiger dan ooit. De ex-militair verklaarde de oorlog aan milieu- en mensenrechtenorganisaties en aan de inheemse bevolking, met de belofte geen vierkante meter land voor hen over te laten. ‘Je moet me beloven dat je niets opschrijft wat mijn medewerkers het leven kan kosten’, drukt Plotkin me meermaals op het hart. ‘Vergeet niet dat het in Brazilië op dit moment levensgevaarlijk is. Er worden meer milieurechtenactivisten vermoord dan in om het even welk ander land.’
Geneeskrachtig gif
Plotkin trok een eerste keer naar het Amazonewoud in 1977. ‘Van mijn mentor Richard Evans Schultes (gerenommeerd bioloog aan Harvard, beschouwd als de vader van de etnobotanie, nvdr) had ik geleerd dat het belangrijk was om ter plaatse inheemse plantenkennis te verwerven. Maar ik merkte al snel dat er nooit genoeg etnobotanisten zouden zijn om al die informatie te verzamelen. En dat, hoe persistent en vriendelijk ik ook was, de indianen me nooit alles zouden leren wat ze hun eigen kinderen en kleinkinderen bijbrengen. Daardoor ben ik mezelf niet langer als een ontvanger van kennis, maar als een katalysator gaan zien. Iemand die hen helpt opdat ze zelf hun kennis kunnen doorgeven.’
Tests met een gel op basis van het spinnengif tonen even goede resultaten als met viagra, soms zelfs betere.
Vanuit die gedachte schreef Plotkin in 1994 zijn populaire boek Tale of a Shaman’s Apprentice, waarin hij samen met sjamanen geneeskrachtige planten classificeerde. In zijn latere werk Medicine Quest bracht Plotkin giffen van slangen en kikkers in kaart. In 2020 verschijnt er een nieuw boek van hem bij Oxford University Press: The Amazon – What Everyone Needs to Know. Daarin verschuift hij zijn focus naar spinnen en schorpioenen. Een tipje van de sluier: het gif van Braziliaanse kamspinnen, de harige monstertjes die weleens in de Antwerpse haven in een container met bananen opduiken, zou binnenkort miljoenen mannen van hun erectieproblemen kunnen afhelpen. Tests met een gel op basis van het spinnengif tonen even goede resultaten als met viagra, soms zelfs betere.
‘Veel nieuwe geneesmiddelen zijn op giffen gebaseerd. In verlaagde dosering zijn ze vaak heel effectief. Dat besef is pas laat doorgedrongen in de farmaceutische wetenschap.’ Plotkin steekt de hand ook in eigen boezem. Etnobotanisten hebben te lang de verkeerde vragen gesteld. ‘Mijn collega Loren McIntyre leerde 35 jaar geleden de groene aapkikker kennen bij het Matsés-volk op de Peruaans-Braziliaanse grens. De Matsés likten aan de kikker voor het hallucinogene effect, maar het gif bleek ook sterk op de bloeddruk in te werken. Italiaanse scheikundigen gingen ermee aan de slag voor een medicijn tegen hoge bloeddruk. Ik vertelde dat aan een inheemse vriend in het Surinaamse Amazonewoud, 5000 kilometer verderop. “O, wij hebben die kikker ook. En we hebben nog een ander hallucinogeen exemplaar”, zei hij. Ik geloofde hem eerst niet, maar we hebben die kikkers gevonden en kunnen classificeren. Ik werkte al dertig jaar in die gemeenschap, ze hadden me er nooit over verteld. Omdat ik er niet naar gevraagd had. Wij, etnobotanisten, zochten naar medicinale planten, niet naar giftige planten. Laat staan naar andere giffen. Terwijl die ons veel kunnen leren over de complexiteit van het menselijk lichaam, over hoe het zenuwstelsel werkt.’
Verruim je geest
Wetenschappers van Stanford University toonden aan dat ze uit het gif van een Mexicaanse schorpioensoort componenten konden isoleren waarmee stafylokokken en tuberculose bestreden kunnen worden. Bovendien slaagden ze erin om het gif te synthetiseren. Dat is belangrijk, want het gif produceren met echte schorpioenen zou 9 miljoen euro per liter kosten, wat het ontwikkelde geneesmiddel onbetaalbaar zou maken. Eerder kon dezelfde onderzoeksgroep al krachtige antibiotica, insecticiden en malariamedicijnen uit schorpioenengif halen.
Het besef over de klimaatverandering kan vooralsnog niet op tegen de hebzucht.
Plotkin: ‘Veel medicijnen zijn geïnspireerd door de natuur, maar ondertussen in het laboratorium gesynthetiseerd. Een populaire spierontspanner die gebruikt wordt bij buikchirurgie is gebaseerd op pijlgif dat inheemse volkeren in de westelijke Amazone maken van een liaan, maar niemand maakt nu nog chirurgische anesthesie met Amazoneplanten. Maar het toont wel aan waarom het zo belangrijk is om de biodiversiteit te beschermen. Je weet nooit waar het volgende levensreddende medicijn vandaan zal komen.’
Welke interessante ontwikkelingen ziet u nog meer, naast schorpioenen en potentieopwekkende kikkers?
Mark Plotkin: Zonder twijfel het potentieel van hallucinogenen om mentale aandoeningen te behandelen. Toen Schultes het Westen in contact bracht met ayahuasca (een geestverruimend plantenbrouwsel, nvdr) uit het Amazonewoud en paddo’s uit Oaxaca, waren veel mensen geïnteresseerd. Te veel mensen. Hallucinogenen werden populair in het hippiemilieu in Californië. We hebben decennia verloren doordat ze gebruikt werden als speelgoed in plaats van als medicijn. Maar die beeldvorming is nu in sneltempo aan het veranderen, hallucinogenen maken hun entree in de mainstream westerse geneeskunde. Wetenschappelijke onderzoeken tonen dat ze efficiënt zijn bij de behandeling van stress, depressies, angsten en posttraumatisch stresssyndroom. Niet iederéén geneest erdoor, maar net zo goed komt niet iedereen gezond van de operatietafel. Het boek Verruim je geest van onderzoeksjournalist Michael Pollan, over het gebruik van psychedelica in therapieën, droeg sterk bij tot de mentaliteitswijziging in de VS.
In het rehabilitatiecentrum Takiwasi in het Peruaanse Amazonewoud werken al sinds 1992 westerse dokters en psychologen samen met ayahuasca-sjamanen om hardnekkige alcohol- en drugsverslaafden te laten afkicken. Is dat het model voor de toekomst?
Plotkin: Takiwasi is allicht het verst gevorderde centrum, maar ik zie steeds meer westerse artsen geïnteresseerd in die richting kijken. Het frustreert hen dat er geen afdoend geneesmiddel is tegen bijvoorbeeld depressie. Ze geven lithium, dat in sommige gevallen heel goed werkt, maar vaker helemaal niet. Hier krijgen ze een andere remedie aangereikt. Ze zouden gek zijn om het niet te overwegen. In onze geïndustrialiseerde samenleving krijgen we steeds meer met die mentale kwalen te maken. Stressgerelateerde aandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak voor mensen zoals jij en ik. Het is ironisch dat zogenaamd ‘primitieve’ mensen net voor die moderne problemen oplossingen hebben.
De ayahuasca-liaan bevat DMT, maar maagenzymen zorgen ervoor dat die tripstof de hersenen niet kan bereiken. Het hallucinogene effect treedt op omdat sjamanen de liaan bereiden met een plant die MAO-remmers bevat en zo die bewuste enzymen blokkeert. Hoe weten sjamanen al eeuwenlang welke van die honderdduizenden planten ze moeten vermengen als ze geen inzicht hebben in biochemie?
Plotkin: Goeie vraag. (lacht) Ze hebben een diepe band met hun leefomgeving en bouwen op duizenden jaren doorgegeven kennis. Jared Diamond, de auteur van Guns, Germs, and Steel (vertaald als Zwaarden, paarden en ziektekiemen, nvdr), werkte al enkele decennia in Nieuw-Guinea toen hij een aantal pas ontdekte vogelsoorten aan het verzamelen was. Hij telde er 27. “Nee, het zijn er 28. Die twee zijn verschillend”, zei zijn lokale gids. Diamond hield vol dat de twee identiek ogende vogels van dezelfde soort waren, maar de genetische analyse achteraf gaf de local gelijk. Waarschijnlijk wist die man dat de ene vruchten at en de andere wormen, of dat de ene net wat hoger in de bomen leefde.
Net zo weten sjamanen allang dat hun geneesmiddelen als plantaardige scalpels zijn, die je in staat stellen de geest te begrijpen, te behandelen en te genezen. Maar als een sjamaan dat beweert is het lulkoek en als een etnobotanist het schrijft is hij een oude hippie. Maar als iemand met M.D. achter zijn naam het zegt, dan moet het wel waar zijn. Ik draai het liever om: als westerse dokters, die niet getraind zijn in ayahuasca, al tot positieve resultaten kunnen komen, denk je dan eens in wat die ervaren sjamanen kunnen doen.
Iedereen naar de sjamaan in plaats van naar de psycholoog?
Als je een schimmelinfectie op de huid hebt en je kunt er een plant op wrijven in plaats van een crème met antibiotica, waarom niet?
Plotkin: Natuurlijk niet. Ik krijg soms het verwijt dat ik sjamanen boven de westerse wetenschap plaats. Dat is onzin. Waar heb ik dat doctoraat dan voor? Als je in een autowrak zit, wil je geen kruidendokter. Maar veel ziekten reageren op eenvoudige behandelingen. Als je een schimmelinfectie op de huid hebt en je kunt er een plant op wrijven in plaats van een crème met antibiotica, waarom niet? Nu creëren we resistente bacteriën omdat we elke dag nodeloos antibiotica slikken. We moeten medicijnen uit ons dagelijkse dieet bannen, opdat ze werken wanneer we ze nodig hebben, toch? Bovendien heeft de westerse geneeskunde voor veel ziekten nog geen afdoende remedie gevonden. Dan is het verstandig om even over het muurtje te kijken.
In de medische praktijk van de toekomst werken een huisarts, hypnotherapeut, acupuncturist, kruidendokter en ayurvedische arts zij aan zij, omdat je met slaapproblemen nu eenmaal beter naar een acupuncturist gaat dan valium slikt. Al die verschillende waardevolle tradities zouden tot bloei moeten kunnen komen. Je zult nooit één arts hebben die alle specialismen kent. Inheemse helers hebben dan ook geen betere kennis, maar ándere kennis. Maar hun kennis verdwijnt wel razendsnel omdat we hun culturen vernietigen.
Hoe overtuig je mensen ervan dat die inheemse culturen behouden moeten blijven?
Plotkin: Het hangt ervan af wie je toehoorders zijn. Ik ben ervan overtuigd dat er niets doorslaggevender is dan eigenbelang. Mensen zijn egoïstisch, ze willen weten wat er voor hen te rapen valt. Als je tegen een ouder met een ziek kind zegt dat het eerste medicijn tegen sommige vormen van kinderleukemie van de roze maagdenpalm uit Madagaskar komt, dan heb je die snel overtuigd. Net zo wanneer je onze grijzende beleidsmakers uitlegt dat de bètablokkers die ze slikken geïnspireerd zijn op psilocybine, de actieve stof in paddo’s die de Mexicaanse inheemsen ontdekten. Bètablokkers zijn nu een miljardenindustrie.
Het probleem is dat wetenschappers hun zaak nooit goed bepleit hebben. ‘Iedereen weet toch dat ACE-remmers van slangengif komen?’ denken zij. Nee, dat weet niet iedereen! Ik kwam nog geen enkele dokter tegen die dat wist. Als je enkel in wetenschappelijke tijdschriften publiceert die door zeven mensen gelezen worden, moet je niet klagen dat mensen wetenschap niet waarderen. Ze weten simpelweg niet wat natuur en wetenschap hun opleveren.
Andere mensen zul je dan weer overtuigen met het argument: laten we de inheemsen niet vermoorden, want dat is een mensenrechtenschending. En wanneer je de legalisering van ayahuasca moet bepleiten bij het Amerikaanse Hooggerechtshof, dan scherm je met godsdienstvrijheid. Ik was erbij. ‘We kunnen een religieus sacrament niet illegaal maken, next case‘, zeiden de conservatieve rechters.
De meeste mensen zijn natuurlijk mee wanneer ze hun bankrekening kunnen spekken. Ken je John Boehner? Hij is een bekende Republikein en een enorme asshole, daar mag je me op quoten. Hij zat tot 2015 in het Congres en is aartsconservatief. Weet je wat hij nu doet? Hij runt een marihuanabedrijf. In Washington moeten ze die primitieve, domme mensen en hun planten niet – tót er geld te verdienen valt. Dan worden ze plots hippies op hun oude dag, die lopen te verkondigen hoe geweldig marihuana is.
Eigenbelang is uiteindelijk ook wat inheemse volkeren drijft. Ze argumenteren: het slaat nergens op om de rivier te vergiftigen waar je zelf van drinkt.
Plotkin: Wel, ik wilde dat ze met de man in het Witte Huis konden praten. Hij begrijpt dat niet.
Is langetermijndenken wat de inheemse volkeren van de westerling onderscheidt?
De Kogi-indianen in Colombia zeiden dertig jaar geleden al dat hun gletsjers aan het smelten waren. We hadden toen moeten luisteren.
Plotkin: Onder andere. Een inheemse moestuin, waar ook ter wereld, staat vol verschillende soorten planten en bomen. Op een plantage in Iowa vind je één soort mais, en dat is het. We willen dé superaardappelvariëteit die het meest opbrengt, met het laagste pesticidegebruik. Van alle andere willen we af. Dat is een vergissing. Je wilt soorten behouden die zoutbestendig zijn, die bestand zijn tegen ongedierte, die flexibel met klimaatverandering kunnen omgaan. Inheemse boeren beseffen dat, omdat ze dicht bij de aarde staan. De eerste rapporten over klimaatverandering kwamen niet van een of andere commissie in Europa, maar van de Kogi-indianen in Colombia: die zeiden dertig jaar geleden al dat hun gletsjers aan het smelten waren. We hadden toen moeten luisteren. We moeten hun kennis niet idealiseren, het is niet zo dat de Kogi of de Pygmeeën alles weten en wij niets, maar de beleidsmakers in Brussel en Washington negeren stelselmatig alle kennis die niet met een doctoraatstitel wordt geschraagd. We moeten ook luisteren wanneer een indiaan of een boer in België zegt dat de regen niet meer komt.
Wat kunnen we vanuit een klimaatperspectief leren van inheemse volkeren?
Plotkin: Diezelfde Kogi-indianen gaan met de natuurgrillen om door hun gewassen hoger of lager op de bergflank te verplaatsen. Dat is klimaatbestendigheid.
Ik ben opgegroeid in Louisiana, dat deels onder de zeespiegel ligt. Ik maak me dus grote zorgen over klimaatverandering. Maar ook elders in de VS en Europa mogen ze zich zorgen beginnen te maken. We krijgen waarschijnlijk de terugkeer van ziekten zoals malaria, en steeds meer migratie vanuit arme landen, die nog meer dan wij de prijs betalen. Wie gelooft dat hij zich kan terugtrekken in Fort Amerika of Fort Benelux, die dwaalt. Het is in ieders belang om bij de les te blijven en te beseffen dat alles onderling met elkaar verbonden is. Zo zorgt ontbossing voor veranderende weerpatronen tot ver buiten het ontboste gebied. De massale boskap in de zuidoostelijke Amazone heeft de extreme droogtes in São Paulo van de afgelopen jaren veel erger gemaakt, het zou zelfs de enige oorzaak kunnen zijn. Inheemsen beseffen dat ze het woud moeten beschermen, omdat dat het water genereert waarvan ze afhankelijk zijn. De praktijk toont dat zij er wel in slagen om heel kwetsbare ecosystemen goed te bewaren, omdat verantwoord beheer en duurzaamheid diep ingebed zitten in hun cultuur.
Goed, maar kun je met die ecologisch verantwoorde moestuinen de wereld voeden? Heb je daar geen grote soja- en maisplantages voor nodig?
Plotkin: Dat is een vals dilemma. Vooreerst kom je niet meer weg met het verhaal dat inheemsen mee moeten doen met de geïndustrialiseerde wereld om te ontwikkelen. Dat ze, als ze hun bos maar laten kappen, nog lang en gelukkig zullen leven. Ik was net nog in een streek met enorme soja-monoculturen, ik zag er geen enkele inheemse werknemer. Er waren überhaupt weinig mensen aan het werk, alles is geautomatiseerd. De mensen daar, inheems of niet, hebben in de eerste plaats die grond nodig om zichzelf te voeden. Bovendien is het weinig overtuigend dat wij honger zullen lijden als inheemsen hun land niet willen opgeven. We hebben geen megalandbouw nodig om de wereld te voeden. Het zijn de grootgrondbezitters zelf die megalandbouw nodig hebben om zich vet te mesten. (lacht) Hoe ga je trouwens al die mensen voeden wanneer de regenpatronen veranderen omdat het Amazonewoud massaal wordt weggekapt? Nu al zie je in de hele wereld de landbouw verstoord worden door klimaatverandering. Zeggen dat we meer woud moeten kappen voor onze voedselvoorziening is al te simplistisch.
Is het ook niet te simplistisch om inheemse volkeren te zien als lichtend voorbeeld? Zodra zij in contact komen met de materialistische wereld, laten ook zij zich vaak makkelijk verleiden.
Plotkin: We moeten hen niet allemaal voorstellen als nobele wilden, dat klopt. Zij zijn goed en wij blanken slecht, zo simpel is het niet. Mensen houden nu eenmaal van Chinese brol, daar zijn inheemsen niet anders in. In een van de dorpen waar ik al dertig jaar werk, heeft iedereen nu mobiele telefoons. Dan ga ik met de sjamaan naar de jungle om bessen te zoeken, en krijgt hij daar telefoon van iemand die ze gevonden heeft. Tien minuten later belt zijn vrouw nog eens: ‘Vergeet de bessen niet, hè!’ Tja, dat is net zoals thuis, denk ik dan.
Technologie is een tweesnijdend zwaard. Ze kan zowel heel nuttig als dodelijk zijn. Mensen krijgen een mobiele telefoon en plots hebben ze geld voor belwaarde nodig. Als goudmijnen en prostitutie dan de enige manieren zijn om geld te verdienen, dan komen ze daarin terecht. Het probleem zit ‘m in hoe technologie geïntroduceerd wordt. Als dat gebeurt door missionarissen of ambtenaren die zeggen: ‘Trek een broek aan, en hier zijn wat westerse speeltjes’, dan denken inheemsen: mijn cultuur is achterlijk. Dan gaan ze naar de stad, waar ze verkommeren in sloppenwijken.
Met het Amazon Conservation Team zijn we erin geslaagd gemeenschappen technologie te geven die hun cultuur niet ondermijnt, maar waarmee ze die net kunnen uitdragen. Ze gebruiken een gps om hun gebied in kaart te brengen, en het internet om te communiceren met de buitenwereld. En dat doen ze op hun eigen voorwaarden. Maar dat is een moeilijk leerproces waarmee ze worstelen, net als wij. Hoe maak je technologie tot jouw slaaf, en niet andersom?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier