Jules Gheude
‘Manier waarop België tot stand kwam droeg al kiemen van crisis over confederalisme in zich’
‘Vandaag doet de Belgische regeringsvorming denken aan het vraagstuk van de kwadratuur van de cirkel’, schrijft politiek essayist Jules Gheude.
1993. Het is nu officieel: België wordt door de Grondwet als een federale staat erkend. Maar het confederalisme zweeft al in de lucht. Op 13 januari van dat jaar, stelt CD&V’er Luc Vanden Brande, toen Vlaams minister-president, duidelijk in Le Soir: ‘Mijn collega’s van de Vlaamse regering, socialisten inbegrepen, sluiten zich aan bij mijn verklaringen over het confederalisme.’
Het federalisme is nauwelijks op de sporen gezet en Vlaanderen doet er een schepje bovenop. Op 3 maart 1999 neemt het Vlaams parlement vijf resoluties over de staatshervorming aan, die de confederale weg resoluut inslaan: Vlaanderen en Wallonië bepalen wat zij nog gezamenlijk wensen te beheren, en al het overige valt volledig onder hun eigen bevoegdheid. Wat Brussel betreft, dat wordt paritair beheerd.
Manier waarop België tot stand kwam droeg al kiemen van crisis over confederalisme in zich.
De Franstalige politieke verantwoordelijken hebben de omvang van deze evolutie grondig onderschat. Maar vooral hebben ze niet begrepen dat Vlaanderen mettertijd een echte natie was geworden.
Dit alles was te verwachten. De manier waarop het Koninkrijk België tot stand kwam droeg de kiemen van de crisis in zich. De overgrote meerderheid van de Franstaligen weet niet hoe hard de Vlaamse Beweging heet moeten verchten om de Vlaamse identiteit te doen erkennen. In het begin van de 20ste eeuw, had Kardinaal Mercier het nog altijd over ‘de Belgische eenheid, die door het gebruik van de Franse taal gecementeerd is’.
Een en ander heeft blijvende sporen nagelaten en een groot samenhorigheidsgevoel doen onstaan.
In juli 2011, toen het land door de diepste politieke crisis uit zijn geschiedenis ging – 541 dagen zonder een regering met volle bevoegdheid – heeft de commissie Buitenlandse Zaken van de Franse Assemblée nationale twee van zijn leden, één van de oppositie en de andere van de meerderheid, opdracht gegeven om een studie te maken over de toestand in België. Hun rapport stelde dat de verdeling van het het land in twee taalgroepen die meer en meer van elkaar verschilden, zijn voortbestaan hoe langer hoe minder waarschijnlijk maakte.
De uitslag van de verkiezingen van 26 mei van dit jaar komt deze vaststelling op een evidente manier ondersteunen. Vandaag doet de Belgische regeringsvorming denken aan het vraagstuk van de kwadratuur van de cirkel.
François Perin had deze evolutie goed voorspeld. Op 28 april 1981 – 25 jaar voor de befaamde docu-fictie Bye bye Belgium van de RTBF- schreef hij in La Meuse: ‘De Walen mogen in recente peilingen dan wel bewezen hebben (…) dat ze voor alles Belg zijn en de meerderheid bij hen zelfs unitair gezind; wat maakt dat uit aangezien de meerderheid van de Vlamingen niet de minste neiging vertoont om daarin mee te gaan! Al jaren voelde ik aankomen wat er te gebeuren staat: (…) na de een of andere verkiezing (…) zal het ongelukkige staatshoofd achter een onvindbare regering aanhollen. België kan dan door implosie verdwijnen. Wat zou de Vlamingen dan in de weg staan om unilateraal hun onafhankelijkheid te proclameren en zich tot natie te verklaren? Alle instrumenten voor hun toekomstige legitimiteit hebben zij al gecreëerd.’
Met de Staten-Generaal van Wallonië, die plaats had in de Universiteit van Luik in 2009, hebben wij de Waalse geesten op deze onvermijdelijkheid willen voorbereiden.
Op zichzelf aangewezen zou Wallonië een lot kennen dat met het Griekenland van 2009 te vergelijken is, en het zou de broeksriem stevig moeten aanhalen. Wat het vooruitzicht op een ‘Rest-België’ samen met Brussel betreft: dat is een hersenschim want we weten dat de grote meerderheid van de Brusselaars een autonome toekomst verkiest. Dit vervolg-België zou trouwens zo sterk van het eerste verschillen, dat amper valt in te zien hoe de internationale gemeenschap er een identiek juridisch statuut aan zou toekennen.
Dan rest er nog het scenario van een specifiek integratie-autonomie-statuut binnen Frankrijk. Zoals de Franse constitutionalist Didier Maus uitlegde: ‘Het zou perfect mogelijk zijn om voor een nog vast te stellen periode de essentie van het Belgische arbeidsrecht te behouden, de sociale zekerheid en bepaalde aanverwante rechten, gedeelten van het fiscale recht, zaken- en handelsrecht enzovoort. Het Waalse Gewest zou zijn bevoegdheden bewaren, met inbegrip van het onderwijssysteem en het hoger onderwijs.’
Deze formule zou bovendien een dubbel voordeel inhouden: Wallonië zou de facto lid blijven van de EU, en in zijn plaats zou Frankrijk over de modaliteiten van de Belgische splitsing onderhandelen. En niets zou gedwongen verlopen, aangezien er zowel in Frankrijk als in Wallonië referenda zouden komen.
Voor CD&V-er Eric Van Rompuy zijn de dingen simpel: ‘Ik voorspel zes maanden stilstand en dan nieuwe verkiezingen’, zei hij niet lang na de verkiezingen. Marc Uyttendaele, professor staatsrecht aan de ULB, pleit ook voor nieuwe verkiezingen. Maar deze zouden de Vlaams-nationalistische stroom alleen maar versterken. Nu al beschikken de N-VA en het Vlaams Belang samen over 58 van de 124 zetels in het Vlaams Parlement.
Charles de Gaulle geloofde niet in een eeuwig België en hij liep hier mooi vooruit op de gebeurtenissen. Aan professor Robert Liénard van de Leuvense universiteit verklaarde hij: ‘Naar mijn overtuiging kan de toekomst van uw drie of vier miljoen Walen enkel verzekerd worden als een land als Frankrijk de zorg voor hen op zich neemt.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier